Bericht
●
Verschijnt wanneer de afstandsknop wordt ingedrukt in de
modus voor de instelbare snelheidsbegrenzer/intelligente
snelheidsbegrenzer.
•
Verschijnt wanneer het voertuig voor u weer gaat rijden,
nadat uw voertuig automatisch tot stilstand is gebracht
door ACC.
•
Verschijnt wanneer u schakelt naar een andere stand dan
D
(
terwijl ACC in werking is.
•
Verschijnt wanneer op de knop RES/+ of SET/− wordt
gedrukt bij een andere schakelstand dan
•
Verschijnt wanneer het voertuig tot stilstand wordt
gebracht op een zeer steile helling terwijl ACC in werking
is.
•
Verschijnt wanneer op de knop RES/+ of SET/− wordt
gedrukt terwijl het voertuig tot stilstand wordt gebracht op
een zeer steile helling.
uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie
Conditie
(
D
.
Uitleg
●
Nadat u naar ACC hebt geschakeld, drukt u op de
afstandsknop.
Instelbare snelheidsbegrenzer
2
Intelligente snelheidsbegrenzer
2
Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed
2
Follow
BLZ. 447
•
Druk op de knop RES/+ of SET/− of trap het gaspedaal in om
weg te rijden.
Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed
2
Follow
BLZ. 447
•
ACC is automatisch geannuleerd.
Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed
2
Follow
BLZ. 447
•
ACC kan niet worden ingesteld.
Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed
2
Follow
BLZ. 447
•
ACC is automatisch geannuleerd.
Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed
2
Follow
BLZ. 447
•
ACC kan niet worden ingesteld.
Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed
2
Follow
BLZ. 447
BLZ. 407
BLZ. 413
WORDT VERVOLGD
133