Advertenties
Luchtcompressor
a
UIT
b
AAN
c
4. Controleer de bandenspanning opnieuw met de
meter op de luchtcompressor.
u
Schakel de luchtcompressor niet in om de
druk te controleren.
5. Als de bandenspanning als volgt is:
•
Minder dan 130 kPa (1,3 bar): Niet
oppompen of doorrijden. In dat geval is het
lek te ernstig. Bel een garage of de
wegenwacht om uw voertuig te laten slepen.
2 Slepen in noodsituaties BLZ. 629
•
Gespecificeerde luchtdruk (zie label op
portiersponning bestuurder) of meer: Blijf
rijden tot aan de dichtstbijzijnde garage of
benzinepomp. Rijd niet sneller dan 80 km/h.
•
Meer dan 130 kPa (1,3 bar), maar minder dan
de gespecificeerde druk (zie label op
portiersponning bestuurder): Pomp de band
op tot de opgegeven luchtdruk is bereikt.
2 Een zachte band oppompen BLZ. 604
Herhaal de stappen 2 tot en met 4 tot aan het
dichtstbijzijnde tankstation. Rijd niet sneller dan
80 km/h.
u
De afstand naar het dichtstbijzijnde
tankstation moet ongeveer binnen 200
kilometer zijn.
6. Pak de kit weer in en berg deze op de juiste
plaats op.
WORDT VERVOLGD
uuBij een lekke banduEen lekke band tijdelijk repareren
603
Advertenties
