Download Print deze pagina

Advertenties

In deze handleiding wordt bepaalde informatie voorafgegaan door
het symbool
. Deze informatie is bedoeld om u te helpen
ATTENTIE
bij het voorkomen van schade aan het voertuig, andere
eigendommen en het milieu.
De symbolen
of
geplakt, zijn er om u eraan te herinneren dat u deze handleiding
moet lezen voor een goede en veilige bediening van het voertuig.
of
heeft verschillende kleuren om aan te geven dat er
sprake is van gevaar (rood), waarschuwing (oranje), of
aandachtspunt (amber).
2 Veiligheidsstickers BLZ. 97
Enkele woorden over veiligheid
Uw veiligheid en de veiligheid van anderen is zeer belangrijk. Het
veilig gebruiken van dit voertuig is een belangrijke
verantwoordelijkheid.
Om u te helpen de juiste beslissingen te nemen op het gebied van
veiligheid, bieden we u gebruiksprocedures en andere informatie
op stickers en in deze handleiding aan. Deze informatie
waarschuwt u voor potentiële gevaren waardoor u of anderen
letsel zouden kunnen oplopen.
Uiteraard is het niet praktisch of zelfs mogelijk u voor alle gevaren
te waarschuwen die verband houden met het gebruik en het
onderhoud van het voertuig. U dient uit te gaan van uw eigen
gezonde beoordelingsvermogen.
op stickers die op het voertuig zijn
U treft deze belangrijke veiligheidsinformatie in verschillende
vormen aan, waaronder:
● Veiligheidsstickers - op het voertuig.
● Veiligheidsmeldingen - voorafgegaan door een
veiligheidswaarschuwingssymbool
signaalwoorden: GEVAAR, WAARSCHUWING, of LET OP.
Deze signaalwoorden betekenen:
3GEVAAR
3WAARSCHUWING
4 3WAARSCHUWING
3LET OP
● Veiligheidsopschriften - zoals belangrijke
veiligheidsmaatregelen.
● Hoofdstuk Veiligheid - zoals veilig rijden.
● Instructies - het juiste en veilige gebruik van het voertuig.
Deze handleiding bevat een grote hoeveelheid belangrijke
veiligheidsinformatie - lees haar aandachtig door.
3
en een van de drie
Indien u de instructies niet opvolgt, ZULT u
ERNSTIG of DODELIJK LETSEL oplopen.
Indien u de instructies niet opvolgt, KUNT u
ERNSTIG of DODELIJK LETSEL oplopen.
Indien u de instructies niet opvolgt, KUNT u
ERNSTIG of DODELIJK LETSEL oplopen.
Indien u de instructies niet opvolgt, KUNT u
LETSEL oplopen.

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Honda CR-V HYBRID

  • Pagina 1 In deze handleiding wordt bepaalde informatie voorafgegaan door U treft deze belangrijke veiligheidsinformatie in verschillende het symbool . Deze informatie is bedoeld om u te helpen vormen aan, waaronder: ATTENTIE bij het voorkomen van schade aan het voertuig, andere ● Veiligheidsstickers - op het voertuig. eigendommen en het milieu.
  • Pagina 2 Deze gegevens kunnen worden benaderd door Honda, haar Deze gegevens kunnen worden benaderd door Honda, haar geautoriseerde dealers en erkende reparateurs, werknemers,...
  • Pagina 3 De informatie en de specificaties in deze publicatie waren geldig op het 2 Rijden BLZ. 485 moment van de goedkeuring tot drukken. Honda Motor Co., Ltd. behoudt Vóór het rijden BLZ. 486 Aanhanger/caravan trekken BLZ. 490 Richtlijnen voor off-road BLZ. 496...
  • Pagina 4 Algemene informatie over het audiosysteem BLZ. 385 Handsfree telefoonsysteem BLZ. 426, 447 Noodoproep (eCall) BLZ. 479 Functies BLZ. 287 Tijdens het rijden BLZ. 498 Honda Sensing BLZ. 539 Remmen BLZ. 595 Uw voertuig parkeren BLZ. 604 Brandstofverbruik en CO -uitstoot BLZ. 620 Rijden BLZ. 485 Onderhoudsschema BLZ.
  • Pagina 5 Verkorte handleiding Visuele index Type met het stuur links ❚ Systeemlampjes (B100) ❚ Meters (B144) ❚ (B146) Interface voor bestuurdersinformatie ❚ Alarmknipperlichtknop ❚ Audiosysteem (B295, 321) ❚ Navigatiesysteem () Zie de handleiding van het navigatiesysteem ❚ Achterruitverwarming (B236) ❚ Knop voor verwarmde buitenspiegel (B236) ❚...
  • Pagina 6 Type met het stuur rechts ❚ Audiosysteem (B295, 321) ❚ Navigatiesysteem () Zie de handleiding van het navigatiesysteem ❚ (B236) Achterruitverwarming ❚ (B236) Knop voor verwarmde buitenspiegel ❚ Alarmknipperlichtknop ❚ Klimaatregelsysteem (B279) ❚ Systeemlampjes (B100) ❚ (B144) Meters ❚ Interface voor bestuurdersinformatie (B146) ❚...
  • Pagina 7 Visuele index ❚ Koplampen/richtingaanwijzers (B222, 223) ❚ (B226) Mistlampen voor ❚ Mistlamp achter (B226) ❚ (B511) Flipper (-) ❚ (B147, 322) Knop (Display/Informatie) ❚ (B148) Knop (TRIP) ❚ (B238) Helderheidsregeling ❚ (B511) Flipper (+) ❚ (B232) Ruitenwissers/sproeiers ❚ Knoppen voor Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow (LSF) (B553) ❚...
  • Pagina 8 Type met het stuur links ❚ Schakelaars elektrisch bediende ruiten (B212) ❚ Buitenspiegelschakelaars (B244) ❚ Hoofdschakelaar portiervergrendeling (B193) ❚ (B241) Geheugenknoppen ❚ Knop SET (B241) ❚ (B723) Zekeringenkast interieur ❚ Airbag bestuurder (B63) ❚ Schakelaar van de elektronische parkeerrem (B595) ❚...
  • Pagina 9 Visuele index Type met het stuur rechts ❚ Knop ECON (B514) ❚ (B510) Knop SPORT ❚ Knop EV (B15) ❚ Schakelknop Transmissie (B504) ❚ Schakelaar van de elektronische parkeerrem (B595) ❚ Knop Automatic Brake Hold (B599) ❚ (B63) Airbag bestuurder ❚...
  • Pagina 10 ❚ Verlichting bagageruimte (B260) ❚ Veiligheidsgordel met afneembaar verankeringspunt (B57) ❚ Kaartleeslampjes (B259) ❚ Veiligheidsgordel (kinderzitje bevestigen) (B90) ❚ (B92) Veiligheidsgordel voor bevestiging van een kinderzitje ❚ Zijgordijnairbags (B70) ❚ Jashaakje (B267) ❚ (B49) Veiligheidsgordels ❚ Schakelaar panoramadak (B215) ❚ Kaartleeslampjes (B259) ❚...
  • Pagina 11 Visuele index ❚ Onderhoud onder de motorkap (B639) ❚ Voorruitwissers (B232, 660) ❚ Elektrisch bediende buitenspiegels (B244) ❚ Zijrichtingaanwijzers (B222, 656) ❚ Vergrendelings-ontgrendelingsregeling portier (B185) ❚ (B223, 655) Koplampen ❚ (B222, 656) Richtingaanwijzers voor ❚ Parkeerverlichting/dagrijlicht (B223, 228, 656) ❚ (B227, 656) Actieve bochtenverlichting ❚...
  • Pagina 12 e:HEV Uw e:HEV-voertuig maakt voor de aandrijving gebruik van zowel een elektromotor als een benzinemotor, waarbij de elektromotor elektriciteit ontvangt van een interne hoogspanningsaccu of interne generator. De hoogspanningsaccu kan worden opgeladen door de generator die wordt aangedreven door de motor of regeneratief remmen.
  • Pagina 13 HOOFDONDERDELEN e:HEV Benzinemotor - Zorgt voor aandrijving van de wielen onder bepaalde rijomstandigheden, en activeert de generator. Generator - Start de motor en genereert elektrische voeding bij aandrijving door de benzinemotor om elektriciteit te leveren voor voeding aan de elektromotor en/of om de hoogspanningsaccu op te laden.
  • Pagina 14 2WD-modellen Voertuigsnelheid Tijd Bedrijfsmodus Elektrisch voertuig (EV) Hybride (HV) Motor (directe aandrijving) Regeneratie Stilstaand of rijden met lage Rijden bij hoge belasting Rijden bij hoge snelheid en lage Het gaspedaal wordt losgelaten snelheid: (bijvoorbeeld bij acceleratie, een belasting: en het voertuig mindert vaart. •...
  • Pagina 15 AWD-modellen Voertuigsnelheid Tijd Bedrijfsmodus Elektrisch voertuig (EV) Hybride (HV) Motor (directe aandrijving) Regeneratie Stilstaand of rijden met lage Rijden bij hoge belasting Rijden bij hoge snelheid en lage Het gaspedaal wordt losgelaten (bijvoorbeeld bij acceleratie, een snelheid: belasting: en het voertuig mindert vaart. helling oprijden): •...
  • Pagina 16 Knop EV De EV-modus wordt ingeschakeld door op de knop EV naast de schakelknop te drukken. Drukken Het controlelampje van de EV-modus gaat branden op het instrumentenpaneel wanneer de EV-modus wordt ingeschakeld. Druk nogmaals op de knop EV om terug te gaan naar de HV-modus. Bepaalde omstandigheden, zoals een laag niveau van de hoogspanningsaccu en een hoge voertuigsnelheid, kunnen voorkomen dat handmatig naar de EV-modus kan worden geschakeld.
  • Pagina 17 ● Regeneratieve energie en regeneratief remmen Wanneer regeneratief remmen in Bij vertragen zonder dat het gaspedaal of het rempedaal wordt ingetrapt, of tijdens heuvel af rijden, werkt de werking is elektromotor als een generator die een gedeelte van de elektrische energie terugwint die werd gebruikt om het voertuig te versnellen.
  • Pagina 18 Raadpleeg een dealer om het hoogspanningssysteem te herstellen. Als het voertuig wordt gesloopt ● De hoogspanningsaccu is een lithiumion-accu. Honda verzamelt en recyclet gebruikte hoogspanningsaccu’s. Raadpleeg uw dealer voor informatie over hoe u de accu kunt afvoeren als uw...
  • Pagina 19 Eco-assistentiesysteem (B 514) Zuinigheidsmeter ● Wanneer de SPORT-modus uit is, verandert de kleur van de zuinigheidsmeter in groen om aan te geven dat zuinig wordt gereden met het voertuig. (B113) Controlelampje ECON-modus Gaat branden wanneer de ECON-knop wordt ingedrukt. De melding wordt gedurende enkele seconden weergegeven wanneer de ECON-knop wordt ingedrukt.
  • Pagina 20 Rijcyclusscore/Totale puntenaantal ● Gaat branden wanneer de voedingsmodus op VOERTUIG UIT staat. Rijcyclusscore Totale puntenaantal Eco Drive-display (B152) ● Houd het voertuigpictogram nabij het midden van de cirkel. Brandstofverbruik is: Slechter Beter Best Beter Slechter Agressief afremmen Matig Langzame acceleratie/ Matige Agressieve acceleratie afremmen...
  • Pagina 21 Veilig rijden (B 43) Airbags (B61) ● Uw voertuig is uitgerust met airbags, die u en uw passagiers beschermen tijdens een gematigde tot krachtige botsing. Veiligheid van kinderen (B75) ● Alle kinderen jonger dan 12 jaar dienen op de achterbank te zitten. ●...
  • Pagina 22 Instrumentenpaneel (B99) Controlelampjes /Interface voor bestuurdersinformatie /Meters (B100) (B146) (B144) Head-updisplay * (B172) Systeemlampjes Systeemlampjes Head-updisplay Controlelampje van de Storingsindicatielamp instelbare snelheidsbegrenzer POWER/CHARGE- Type met het stuur rechts Type met het stuur links Controlelampje lage oliedruk meter Controlelampje Controlelampje Controlelampje instelbare startblokkering/ startblokkering/ Snelheidsmeter...
  • Pagina 23 Bedieningselementen (B179) Klok Modellen met audiosysteem met kleurenscherm Modellen met display-audio (B180) Modellen met navigatiesysteem Het audiosysteem ontvangt signalen van GPS- satellieten, waarmee de klok automatisch op de juiste tijd wordt gezet. Houd de knop MENU/CLOCK ingedrukt. Selecteer het pictogram (Home) en selecteer vervolgens Instellingen.
  • Pagina 24 Knop POWER Richtingaanwijzers Verlichting (B219) (B222) (B223) Druk op de knop om de voedingsmodus van het Bedieningshendel richtingaanwijzers Lichtschakelaars voertuig te wijzigen. Grootlicht Dimlicht Grootlicht laten knipperen...
  • Pagina 25 Ruitenwissers en Stuurwiel Modellen met ruitenwissers met automatisch (B242) wisinterval ● Om het stuurwiel in te stellen, trekt u de ruitensproeiers (B232) AUTO moet voorafgaand aan de volgende instelhendel naar u toe en zet u het stuurwiel in situaties altijd OFF worden gezet om ernstige Bedieningshendel wissers/sproeiers de gewenste positie, waarna u de instelhendel schade aan het wissersysteem te voorkomen:...
  • Pagina 26 ● Druk op de ontgrendelknop aan de buitenzijde Voorportieren van Achterklep (B195) van de achterklep om deze te ontgrendelen en binnenuit ontgrendelen Modellen met elektrisch bediende achterklep te openen wanneer u de afstandsbediening bij Maak onder het midden van de achterbumper u draagt.
  • Pagina 27 Elektrisch bediende Elektrisch bediende ruiten buitenspiegels (B244) (B212) ● Zet, met de voedingsmodus in de stand AAN, de ● Open en sluit, met de voedingsmodus in de keuzeschakelaar op L of R. stand AAN, de elektrisch bediende ruiten. ● Druk op de overeenkomstige rand van de ●...
  • Pagina 28 Klimaatregelsysteem (B279) ● Druk op de knop AUTO om het klimaatregelsysteem te activeren. ● Druk op de knop om het systeem in of uit te schakelen. ● Druk op de knop om de voorruit te ontdooien. Modellen met audiosysteem met kleurenscherm De lucht stroomt De lucht stroomt De lucht stroomt...
  • Pagina 29 Modellen met display-audio De lucht stroomt De lucht stroomt De lucht stroomt uit de De lucht stroomt uit de uit de vloerventilatieroosters. uit de vloer- en de ventilatieopeningen ventilatieopeningen voorruitontwase- in het dashboard en in de vloer, het mingsroosters. achteraan de dashboard en middenconsole.
  • Pagina 30 Functies (B287) Afstandsbediening van het • Bij het beluisteren van een iPod Modellen met display-audio ● Knop ENTER audiosysteem (B292) • Druk op ENTER om de iPod-muzieklijst weer Bij het beluisteren van een USB-flashdrive te geven. Knop Druk op ENTER om de mappenlijst weer te -balk Druk op om een categorie te...
  • Pagina 31 ● Knop Radio: Druk op deze knop om van voorkeurzender te veranderen. Houd de knop ingedrukt om het volgende of vorige krachtige station te kiezen. USB-apparaat: Druk op deze knop om naar het begin van het volgende nummer te gaan of naar het begin van het huidige nummer terug te keren.
  • Pagina 32 Audiosysteem (B288) (B295) Modellen met audiosysteem met kleurenscherm Audio-/informatiescherm Knop (Dag/Nacht) Knop RADIO Knop (Telefoon) Knop MEDIA Knop TA Knop VOL/ (Volume aan/uit) Selectieknop Knop (Zoeken/Overslaan) Knop MENU/CLOCK Knop (Terug) Knop (Zoeken/Overslaan) Voorkeurstoetsen (1-6)
  • Pagina 33 (B321) Modellen met display-audio () Zie de handleiding van het navigatiesysteem Voor de werking van het navigatiesysteem Pictogram (Home) Pictogram (Kaart) Pictogram (Audio) Pictogram (Tel) Knop VOL/ AUDIO (Volume/Audio aan/uit) Pictogram Audio-/informatiescherm (Instrumentenpaneel) Pictogram (Dag/Nacht) Pictogram (Terug)
  • Pagina 34 Rijden (B485) Transmissie (B503) ● Selecteer en trap het rempedaal in zodra u de voeding inschakelt. ● Schakelstand Controlelampje ‘Gereed’ Aan: U kunt wegrijden. Schakelstandindicator De schakelstandindicator en de Controlelampje schakelknopindicator geven de van schakelknop geselecteerde versnelling aan. Schakelstandindicator Parkeren Rijden Druk op de knop Druk op de knop...
  • Pagina 35 (B511) Flipper voor vertraging Zodra u het gaspedaal loslaat, kunt u de mate van vertraging regelen zonder uw handen van het stuurwiel te halen. Met behulp van de flipper voor vertraging op het stuurwiel kunt u achtereenvolgens door vier vertragingsfasen schakelen. Trek gedurende enkele seconden de knop in wanneer u de flipper voor vertraging wilt annuleren.
  • Pagina 36 Instelbare Waarschuwingssysteem snelheidsbegrenzer voor bandenspanning (B516) Dit systeem laat u een maximumsnelheid instellen, (B531) die niet kan worden overschreden, zelfs al trapt u ● Detecteert een verandering in de conditie en het gaspedaal in. algehele afmetingen van de banden als gevolg ●...
  • Pagina 37 Bijtanken (B618) Aanbevolen brandstof: EN 228-normen benzine/gasohol Loodvrije premium benzine/gasohol tot E10 (90% benzine en 10% ethanol), research-octaangetal minstens 95 Brandstoftankinhoud: 57 l Trek aan de ontgrendelhendel van de brandstoftankklep. Draai de brandstofvuldop langzaam los om deze te verwijderen. Plaats de vuldop in de houder op de brandstoftankklep.
  • Pagina 38 Honda Sensing (B539) Botsingsbeperkingssysteem Lane Keeping Assist- Honda Sensing is een bestuurdersondersteuningssysteem dat gebruik maakt van twee verschillende sensoren: een (CMBS) systeem (LKAS) (B 542) (B 570) radarsensor in de voorgrille en een voorsensorcamera die aan de binnenkant van de voorruit, achter de...
  • Pagina 39 Onderhoud (B621) Onder de motorkap (B639) ● Controleer motorolie, motorkoelvloeistof, koelvloeistof van Wisserbladen (B660) omvormer, voorruitsproeiervloeistof. Vul de vloeistoffen indien ● Vervang de bladen indien deze strepen op nodig bij. ● Controleer de remvloeistof. de voorruit achterlaten. ● Controleer maandelijks de staat van de 12V-accu. Trek aan de hendel van de motorkapontgrendeling onder het dashboard aan de bestuurderszijde.
  • Pagina 40 Onverwachte gebeurtenissen (B689) Lekke band Voedingssysteem start niet Oververhitting (B691) (B709) ● Parkeer op een veilige plek. Indien u geen ● Parkeer het voertuig op een veilige plek en (B703) stoom onder de motorkap ziet, opent u de repareer de lekke band met behulp van de ●...
  • Pagina 41 Wat te doen als Waardoor trilt het rempedaal licht bij het Dit kan optreden wanneer het ABS wordt geactiveerd; dit bedienen van de remmen? is geen aanwijzing dat er een probleem is. Trap het rempedaal stevig en gelijkmatig in. Bedien het rempedaal nooit pompend.
  • Pagina 42 Waarom klinkt de zoemer als ik het De zoemer klinkt wanneer: bestuurdersportier open? • De buitenverlichting is ingeschakeld. • De voedingsmodus op ACCESSOIRE staat. Waarom klinkt de zoemer wanneer ik begin De zoemer klinkt wanneer de bestuurder en/of een te rijden? passagier hun veiligheidsgordel niet dragen.
  • Pagina 43 Waarom hoor ik een piepend Het is mogelijk dat de remblokken vervangen moeten worden. Laat het voertuig door een dealer controleren. geluid wanneer ik het rempedaal bedien? Er brandt een amber Het waarschuwingssysteem voor bandenspanning moet worden controlelampje met een band gecontroleerd.
  • Pagina 44 Veilig rijden U vindt een groot aantal veiligheidsadviezen in dit hoofdstuk en in deze handleiding. Voor veilig rijden Airbags Gevaren van uitlaatgassen Belangrijke veiligheidsmaatregelen ..44 Onderdelen van het airbagsysteem ..61 Koolmonoxidegas........96 Belangrijke informatie over de Typen airbags ........63 Veiligheidsstickers wegligging ...........
  • Pagina 45 Voor veilig rijden De volgende pagina's geven uitleg over de veiligheidsvoorzieningen van het voertuig en hoe u 1Voor veilig rijden deze op de juiste manier gebruikt. De onderstaande veiligheidsmaatregelen zijn daarbij naar In een groot aantal landen is het gebruik van een mobiele onze mening het belangrijkst.
  • Pagina 46 uuVoor veilig rijdenuBelangrijke veiligheidsmaatregelen ■ Besteed uw volledige aandacht aan uw taak om veilig te rijden Het gebruik van een mobiele telefoon of andere activiteiten die u ervan weerhouden uw aandacht op de weg en op andere voertuigen en andere verkeersdeelnemers te richten, kunnen tot ongevallen leiden.
  • Pagina 47 uuVoor veilig rijdenuBelangrijke informatie over de wegligging Belangrijke informatie over de wegligging Uw voertuig staat hoger op de wielen dan een passagiersvoertuig dat alleen voor verharde 1Belangrijke informatie over de wegligging wegen bedoeld is. Deze hogere grondspeling biedt veel voordelen voor terreinrijden. U kunt Lees voor meer informatie over het verminderen van het daardoor over bulten, obstakels en ruw terrein rijden.
  • Pagina 48 uuVoor veilig rijdenuDe veiligheidsvoorzieningen van uw voertuig De veiligheidsvoorzieningen van uw voertuig 1De veiligheidsvoorzieningen van uw voertuig Uw voertuig is uitgerust met tal van functies die gezamenlijk bijdragen aan de bescherming van u en uw passagiers tijdens een ongeval. Sommige van deze functies vereisen geen enkele actie van u. Zoals een stevig stalen geraamte dat een veiligheidskooi rondom de passagiersruimte vormt met kreukelzones aan voor- en achterzijde, een veiligheidsstuurkolom en...
  • Pagina 49 uuVoor veilig rijdenuVeiligheidscontrolelijst Veiligheidscontrolelijst Maak er, in het belang van de veiligheid van u en uw passagiers, een gewoonte van om deze 1Veiligheidscontrolelijst zaken voor elke rit te controleren. Als de melding voor portier en/of achterklep open verschijnt • Stel uw stoel zodanig af dat u het voertuig goed kunt bedienen. Als bestuurder dient u zich op de interface voor bestuurdersinformatie, is een portier en/ ervan te vergewissen dat uw stoel zo ver mogelijk naar achteren is geplaatst en u of de achterklep niet volledig gesloten.
  • Pagina 50 Veiligheidsgordels Over uw veiligheidsgordels Veiligheidsgordels zijn de meest effectieve veiligheidsvoorziening, omdat ze u met het voertuig 1Over uw veiligheidsgordels verbonden houden, zodat u optimaal van de vele ingebouwde veiligheidsfuncties profiteert. Ze WAARSCHUWING voorkomen bovendien dat u tegen de binnenzijde van het voertuig, tegen andere passagiers of uit het voertuig wordt geslingerd.
  • Pagina 51 uuVeiligheidsgordelsuOver uw veiligheidsgordels ■ Heup-/schoudergordels 1Over uw veiligheidsgordels Alle vijf de zitplaatsen zijn voorzien van heup-/schoudergordels met oprolmechanisme en Veiligheidsgordels kunnen u niet tijdens elk ongeval volledige gordelspanner. Onder normale rijomstandigheden laat het oprolmechanisme u vrij bewegen, bescherming bieden. In de meeste gevallen kunnen terwijl de gordelspanner de gordel enigszins op spanning houdt.
  • Pagina 52 uuVeiligheidsgordelsuOver uw veiligheidsgordels ■ 1Waarschuwingslampje veiligheidsgordel Waarschuwingslampje veiligheidsgordel Het controlelampje gaat ook aan als een voorpassagier de ■ Voorstoelen veiligheidsgordel niet omdoet binnen zes seconden nadat Het veiligheidsgordelsysteem heeft een het voedingssysteem op AAN is gezet. controlelampje op het instrumentenpaneel om de Wanneer de stoel van de voorpassagier onbezet is, gaat het bestuurder en/of voorpassagier eraan te herinneren controlelampje niet branden en klinkt de zoemer niet.
  • Pagina 53 uuVeiligheidsgordelsuOver uw veiligheidsgordels ■ Achterstoelen : vergrendeld Uw voertuig controleert het gebruik van de veiligheidsgordels op de achterbank. : ontgrendeld Een interface voor bestuurdersinformatie laat u weten wanneer een veiligheidsgordel op de achterbank niet wordt gebruikt. De weergave verschijnt wanneer: •...
  • Pagina 54 uuVeiligheidsgordelsuOver uw veiligheidsgordels ■ 1Automatische veiligheidsgordelspanners Automatische veiligheidsgordelspanners De veiligheidsgordelspanners kunnen slechts eenmaal De voorstoelen en buitenste zitplaatsen op de achterbank zijn uitgerust met automatische worden gebruikt. veiligheidsgordelspanners ter verbetering van de veiligheid. Is een veiligheidsgordelspanner geactiveerd, dan zal het SRS- controlelampje gaan branden.
  • Pagina 55 uuVeiligheidsgordelsuOver uw veiligheidsgordels ■ 1E-veiligheidsgordelspanners E-veiligheidsgordelspanners Als alleen de e-voorspanners geactiveerd werden, hoeven er Dit zijn de gemotoriseerde voorspanners die de geen onderdelen te worden vervangen. voorste veiligheidsgordels aantrekken wanneer het CMBS, het remondersteuningssysteem of het VSA- De e-voorspanners werken mogelijk niet in de volgende situaties: systeem ingeschakeld is.
  • Pagina 56 uuVeiligheidsgordelsuVeiligheidsgordels vastgespen Veiligheidsgordels vastgespen Nadat u de voorstoel in de juiste positie heeft gezet en rechtop en zo ver mogelijk naar 1Veiligheidsgordels vastgespen achteren op uw stoel heeft plaatsgenomen: Niemand mag plaatsnemen op een stoel met een niet 2 Stoelen BLZ. 247 werkende veiligheidsgordel of met een veiligheidsgordel die 1.
  • Pagina 57 uuVeiligheidsgordelsuVeiligheidsgordels vastgespen 3. Plaats het heupgedeelte van de veiligheidsgordel 1Veiligheidsgordels vastgespen zo laag mogelijk over uw heupen en trek WAARSCHUWING vervolgens het schoudergedeelte omhoog zodat Heupgordel het heupgedeelte stevig aanligt. Daardoor Verkeerd gedragen veiligheidsgordels kunnen zo laag vangen uw stevige bekkenbotten de kracht van mogelijk tijdens een ongeval ernstig of dodelijk letsel een aanrijding op en wordt de kans op inwendig...
  • Pagina 58 uuVeiligheidsgordelsuVeiligheidsgordels vastgespen ■ 1Veiligheidsgordel met afneembaar verankeringspunt Veiligheidsgordel met afneembaar verankeringspunt WAARSCHUWING 1. Trek de kleine vergrendeltong en de Vergrendeltong vergrendeltong van de veiligheidsgordel naar Het gebruik van de veiligheidsgordel met het buiten bij elke opbergsleuf in het plafond. afneembare anker ontgrendeld, vergroot de kans op ernstig of dodelijk letsel tijdens een ongeval.
  • Pagina 59 uuVeiligheidsgordelsuVeiligheidsgordels vastgespen ■ 1Advies voor zwangere vrouwen Advies voor zwangere vrouwen Vraag uw arts na ieder medisch onderzoek of het nog Tijdens uw zwangerschap kunt u uzelf en uw ongeboren kind tijdens het rijden het best raadzaam is een voertuig te besturen. beschermen door het dragen van een veiligheidsgordel, waarvan u het heupgedeelte zo laag mogelijk over de heupen draagt.
  • Pagina 60 uuVeiligheidsgordelsuInspectie van veiligheidsgordels Inspectie van veiligheidsgordels Controleer regelmatig als volgt de conditie van de veiligheidsgordels: 1Inspectie van veiligheidsgordels WAARSCHUWING • Trek elke veiligheidsgordel volledig uit en controleer hem op rafels, insnijdingen, brandplekken en slijtage. Nalatigheid bij controle of onderhoud van •...
  • Pagina 61 uuVeiligheidsgordelsuBevestigingspunten Bevestigingspunten Maak bij het vervangen van de veiligheidsgordels Voorstoel gebruik van de bevestigingspunten zoals aangegeven in de afbeeldingen. De voorstoel heeft een heup-/schoudergordel. De achterbank heeft drie heup-/schoudergordels. Achterbank...
  • Pagina 62 Airbags Onderdelen van het airbagsysteem • • De airbags voor, de zijairbags voor en de Een elektronische regeleenheid die, wanneer Botsingssensoren die een matige tot krachtige zijgordijnairbags worden opgeblazen afhankelijk het voertuig is ingeschakeld, voortdurend frontale botsing of botsing van opzij kunnen van de richting en de kracht van de botsing.
  • Pagina 63 uuAirbagsuOnderdelen van het airbagsysteem ■ 1Belangrijke feiten over uw airbags Belangrijke feiten over uw airbags Probeer uw airbags niet te deactiveren. Samen bieden Airbags kunnen een ernstig gevaar vormen. Om hun werk goed te kunnen doen, moeten airbags en veiligheidsgordels de beste bescherming. airbags met enorme kracht worden opgeblazen.
  • Pagina 64 uuAirbagsuTypen airbags Typen airbags Uw voertuig is uitgerust met drie typen airbags: 1Typen airbags • Airbags voor: Airbags voor de stoelen van de bestuurder en de voorpassagier. De airbags kunnen worden opgeblazen zodra de • Zijairbags: Airbags in de rugleuning van de stoelen van de bestuurder en de voorpassagier. contactschakelaar in de stand AAN staat.
  • Pagina 65 uuAirbagsuAirbags voor (SRS) ■ Werking De voorste airbags zijn ontworpen om opgeblazen te worden tijdens een matige tot krachtige frontale botsing. Wanneer het voertuig plotseling vertraagt, sturen de sensoren informatie naar de regeleenheid, die opdracht geeft om één of beide airbags op te blazen. Een frontale botsing kan recht van voren of in een hoek tussen twee voertuigen plaatsvinden, of wanneer een voertuig tegen een stilstaand voorwerp botst, bijv.
  • Pagina 66 uuAirbagsuAirbags voor (SRS) ■ Wanneer de voorste airbags niet opgeblazen mogen worden Lichte frontale botsingen: De voorste airbags zijn ontworpen als aanvulling op de veiligheidsgordels en helpen levens te redden. Ze zijn niet bedoeld om lichte schaafwonden of zelfs gebroken botten te voorkomen, die het gevolg kunnen zijn van een minder krachtige frontale botsing.
  • Pagina 67 uuAirbagsuAirbags voor (SRS) ■ 1Uitschakelingssysteem van airbag van voorpassagier Uitschakelingssysteem van airbag van voorpassagier WAARSCHUWING Indien het plaatsen van een naar achteren gericht kinderzitje op de stoel van de voorpassagier niet kan worden vermeden, moet u het airbagsysteem van de voorpassagier handmatig Het airbagsysteem van de voorpassagier moet uitschakelen met de sleutel.
  • Pagina 68 uuAirbagsuAirbags voor (SRS) ■ Controlelampje uitgeschakelde airbag voorpassagier 1Uitschakelingssysteem van airbag van voorpassagier Wanneer het airbagsysteem van de voorpassagier geactiveerd wordt, gaat het controlelampje ATTENTIE na een paar seconden uit wanneer u de voedingsmodus op AAN zet. • Gebruik de sleutel van het voertuig om de ON/OFF- schakelaar voor de airbag van de voorpassagier te Wanneer het airbagsysteem van de voorpassagier gedeactiveerd wordt, blijft het verdraaien.
  • Pagina 69 uuAirbagsuZijairbags Zijairbags De zijairbags beschermen het bovenlichaam en het bekken van de bestuurder of voorpassagier 1Zijairbags tijdens een middelzware tot zware botsing van opzij. Bevestig geen accessoires aan of vlakbij de zijairbags. Ze kunnen de correcte werking van de airbags belemmeren, ■...
  • Pagina 70 uuAirbagsuZijairbags ■ 1Zijairbags Werking Bedek of vervang de afdekkingen van de rugleuningen van Wanneer de sensoren een middelzware tot zware de voorstoelen niet zonder een dealer te raadplegen. botsing van opzij registreren, geeft de regeleenheid opgeblazen De afdekkingen van de rugleuningen van de voorstoelen toestand opdracht om de zijairbag aan de zijde van de verkeerd vervangen of bedekken, kan ervoor zorgen dat de...
  • Pagina 71 uuAirbagsuZijgordijnairbags Zijgordijnairbags De zijgordijnairbags beschermen het hoofd van de bestuurder en dat van de passagiers op de 1Zijgordijnairbags buitenste zitplaatsen tijdens een middelzware tot zware botsing van opzij. De zijgordijnairbags zijn het meest effectief wanneer de inzittenden hun veiligheidsgordel correct dragen en rechtop ■...
  • Pagina 72 uuAirbagsuZijgordijnairbags ■ Werking De zijgordijnairbag is zodanig ontworpen dat deze wordt opgeblazen tijdens middelzware tot zware botsingen van opzij. Opgeblazen zijgordijnairbag ■ Wanneer de zijgordijnairbags worden opgeblazen in een frontale botsing Een of beide zijgordijnairbags kunnen ook worden opgeblazen in een matige tot krachtige frontale botsing die onder een hoek plaatsvindt.
  • Pagina 73 uuAirbagsuControlelampjes van airbagsysteem Controlelampjes van airbagsysteem Als zich een probleem in het airbagsysteem voordoet, gaat het SRS-controlelampje aan en verschijnt een bericht op de interface voor bestuurdersinformatie. ■ 1Controlelampje aanvullend veiligheidssysteem (SRS) Controlelampje aanvullend veiligheidssysteem (SRS) ■ WAARSCHUWING Wanneer de voedingsmodus is ingesteld op ON Het controlelampje gaat gedurende enkele Wordt het SRS-controlelampje genegeerd, dan seconden branden en gaat daarna weer uit.
  • Pagina 74 uuAirbagsuControlelampjes van airbagsysteem ■ Controlelampje uitgeschakelde airbag voorpassagier ■ Wanneer het controlelampje airbag voorpassagier uitgeschakeld gaat branden Het controlelampje blijft branden zolang het airbagsysteem van de voorpassagier gedeactiveerd is. Schakel het systeem handmatig opnieuw in wanneer er geen naar achteren gericht kinderzitje op de stoel van de voorpassagier wordt gebruikt.
  • Pagina 75 uuAirbagsuAirbagverzorging Airbagverzorging Het zelf uitvoeren van het onderhoud of de vervanging van onderdelen van het airbagsysteem 1Airbagverzorging wordt afgeraden en zou ook niet nodig moeten zijn. U dient het voertuig echter wel te laten Het verwijderen van airbagonderdelen van het voertuig is inspecteren door een dealer in de volgende situaties: verboden.
  • Pagina 76 Veiligheid van kinderen Kinderen in het voertuig beschermen Elk jaar raakt een groot aantal kinderen gewond of komt om het leven in ongevallen met 1Kinderen in het voertuig beschermen voertuigen, omdat ze niet of niet correct aangegespt zijn. Voertuig-ongevallen zijn zelfs de WAARSCHUWING eerste oorzaak voor het overlijden van kinderen jonger dan 12 jaar.
  • Pagina 77 uuVeiligheid van kinderenuKinderen in het voertuig beschermen Kinderen dienen correct vastgegespt op een achterbank te zitten. De redenen hiervoor 1Kinderen in het voertuig beschermen zijn: Zonneklep voorpassagier • Een voorste airbag of zijairbag die wordt opgeblazen kan een kind dat op de voorstoel zit, WAARSCHUWING verwonden of doden.
  • Pagina 78 uuVeiligheid van kinderenuKinderen in het voertuig beschermen • Kinderen die te klein zijn om veiligheidsgordels te dragen moeten correct vastgegespt zijn 1Kinderen in het voertuig beschermen in een goedgekeurd kinderzitje (met eigen gordelsysteem), dat stevig in het voertuig WAARSCHUWING: Gebruik de vergrendelingsknop voor de bevestigd is door middel van de veiligheidsgordel of het verankeringssysteem van het elektrisch bediende ruiten om te voorkomen dat kinderen de kinderzitje.
  • Pagina 79 uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen Veiligheid van baby's en kleine kinderen ■ 1Baby's en peuters beschermen Baby's en peuters beschermen WAARSCHUWING Een baby of peuter dient correct vastgegespt en liggend in een naar achteren gericht kinderzitje te worden geplaatst, totdat het de gewichts- of lengtelimiet van de fabrikant van Wanneer u een naar achteren gericht kinderzitje het kinderzitje heeft bereikt en ten minste één jaar oud is.
  • Pagina 80 uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen Een naar achteren gericht kinderzitje dat correct is bevestigd, kan hinderen bij het volledig naar 1Baby's en peuters beschermen achteren verschuiven van de bestuurdersstoel of de stoel van de voorpassagier, of bij het in de Naar achteren gerichte kinderzitjes mogen nooit in de gewenste positie vergrendelen van de rugleuning.
  • Pagina 81 uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen ■ 1Kleinere kinderen beschermen Kleinere kinderen beschermen WAARSCHUWING Als een kind ten minste één jaar oud is en de gewichts- en lengtebeperkingen van een naar achteren gericht kinderzitje overschrijdt, moet het kind correct vastgegespt worden in een Wanneer u een naar voren gericht kinderzitje op stevig vastgezet naar voren gericht kinderzitje tot het kind de gewichts- en lengtebeperkingen de voorstoel bevestigt, kan dit bij het kind...
  • Pagina 82 uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen ■ 1Kinderzitje kiezen Kinderzitje kiezen Installatie van een voor lage verankering geschikt kinderzitje Sommige kinderzitjes zijn compatibel met lage bevestigingspunten. Sommige hebben een is eenvoudig. starre bevestiging, terwijl andere een flexibele bevestiging hebben. Beide typen zijn even eenvoudig in het gebruik.
  • Pagina 83 uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen ■ Normen voor kinderzitjes 1Kinderzitje kiezen Als een kinderzitje (of het nu een kinderzitje is van het type i-Size/ISOFIX of een kinderzitje dat Voorbeeld van goedkeuringslabel UN-voorschrift nr. 44 is uitgerust met een veiligheidsgordel) voldoet aan het relevante UN-voorschrift, is het voorzien van een goedkeuringslabel zoals hiernaast weergegeven.
  • Pagina 84 uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen ■ Montagelocaties voor kinderzitjes Geschikt voor universele kinderzitjes die worden geïnstalleerd met de veiligheidsgordel. Geschikt voor universele kinderzitjes waarbij het kind naar voren kijkt en die worden geïnstalleerd met de veiligheidsgordel. Passagiersairbag Passagiersairbag ingeschakeld uitgeschakeld...
  • Pagina 85 uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen 1Montagelocaties voor kinderzitjes Zitpositie Wanneer u een kinderzitje aanschaft, moet u niet vergeten de ISOFIX-grootteklasse of het bevestigingssysteem te Voorpassagier 2e rij controleren om te verzekeren dat het zitje geschikt is voor Nummer zitplaats ON/OFF-schakelaar uw voertuig.
  • Pagina 86 Groep 0+ — — tot 13 kg Groep I — — 9 tot 18 kg Groep II, III Universeel Honda KIDFIX XP SICT 15 tot 36 kg Semi-universeel R129 Toepassingsbereik Kinderzitje Categorie 40 tot 83 cm Honda baby safe Modulair kinderzitje...
  • Pagina 87 uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen ■ 1Bevestiging van een voor lage verankering geschikt kinderzitje Bevestiging van een voor lage verankering geschikt kinderzitje WAARSCHUWING Een voor lage verankering geschikt kinderzitje met eigen gordelsysteem kan op een van de twee buitenste zitplaatsen op de achterbank bevestigd worden.
  • Pagina 88 uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen 2. Plaats het kinderzitje op de stoel van het voertuig 1Bevestiging van een voor lage verankering geschikt kinderzitje Lage en bevestig vervolgens het kinderzitje aan de Wanneer u een kinderzitje gebruikt, dat is bevestigd aan het bevestigingspunten lage bevestigingspunten volgens de instructies lage verankeringssysteem, moet u ervoor zorgen dat het...
  • Pagina 89 uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen 3. Open de afdekking van het 1Bevestiging van een voor lage verankering geschikt kinderzitje bandverankeringspunt. WAARSCHUWING: Gebruik nooit een haak zonder symbool voor bevestiging met bovenband om een kinderzitje vast te zetten. Symbool voor bevestiging bovenband...
  • Pagina 90 uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen Kinderzitje met steunpoot 4. Trek de steunpoot uit totdat deze de vloer raakt volgens de instructies van de fabrikant van het kinderzitje. Controleer of het deel van de vloer waarop de steunpoot rust vlak is. Als het gedeelte niet vlak is, biedt de steunpoot onvoldoende ondersteuning.
  • Pagina 91 uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen ■ 1Kinderzitje bevestigen met een heup-/schoudergordel Kinderzitje bevestigen met een heup-/schoudergordel Een kinderzitje dat niet correct bevestigd is zal een kind 1. Plaats het kinderzitje op de stoel van het onvoldoende beschermen tijdens een botsing en kan letsel voertuig.
  • Pagina 92 uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen 6. Zorg ervoor dat het kinderzitje stevig bevestigd is door het naar voren en naar achteren en van links naar rechts te wiegen; u zou een kleine beweging moeten voelen. 7. Zorg ervoor dat alle ongebruikte veiligheidsgordels die in het bereik van het kind liggen, vastgegespt zijn.
  • Pagina 93 uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen ■ 1Meer veiligheid met een bevestigingsband Meer veiligheid met een bevestigingsband WAARSCHUWING: Bevestigingspunten van een kinderzitje Voor de buitenste zitplaatsen op de achterbank is zijn ontworpen om enkel het gewicht opgelegd door correct een verankeringspunt voor de bevestigingsband bevestigde kinderzitjes te weerstaan.
  • Pagina 94 uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van grotere kinderen Veiligheid van grotere kinderen ■ 1Veiligheid van grotere kinderen Grotere kinderen beschermen WAARSCHUWING De volgende pagina's geven instructies over het controleren van de juiste veiligheidsgordelpasvorm en over het type kinderzitje dat moet worden gebruikt; ook komen Als u een kind van 12 jaar of jonger op de stoel belangrijke voorzorgsmaatregelen aan de orde voor kinderen die voorin moeten zitten.
  • Pagina 95 uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van grotere kinderen ■ 1Kinderzitjes Kinderzitjes Lees vóór het plaatsen van een kinderzitje de bijbehorende Kan een heup-/schoudergordel niet op correcte instructies aandachtig door en bevestig het zitje wijze worden gedragen, laat het kind dan op een overeenkomstig deze instructies.
  • Pagina 96 uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van grotere kinderen ■ Grotere kinderen beschermen - laatste controles Uw voertuig is voorzien van een achterbank waarop kinderen op de juiste wijze kunnen worden vastgegespt. Als u een groep kinderen moet vervoeren, waarbij één kind op de stoel van de voorpassagier moet zitten: •...
  • Pagina 97 Gevaren van uitlaatgassen Koolmonoxidegas De uitlaatgassen van de motor van dit voertuig bevatten koolstofmonoxide, een kleurloos, 1Koolmonoxidegas geurloos en zeer giftig gas. Zolang u uw voertuig op de juiste wijze onderhoudt, kan WAARSCHUWING koolmonoxidegas niet het interieur binnendringen. Koolmonoxidegas is giftig. ■...
  • Pagina 98 Veiligheidsstickers Plaatsen van stickers Deze stickers bevinden zich op de aangegeven plaatsen. Ze waarschuwen u voor mogelijke gevaren die ernstig of dodelijk letsel zouden kunnen veroorzaken. Lees deze stickers aandachtig door. Indien een sticker loskomt of onleesbaar wordt, neemt u contact op met een dealer om die te vervangen. Zonneklep Zonneklep Veiligheid van kinderen/SRS-airbag...
  • Pagina 100 Instrumentenpaneel Dit hoofdstuk beschrijft de bedieningsknoppen, controlelampjes en meters die tijdens het rijden worden gebruikt. Controlelampjes ........100 Waarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie ... 123 Meters en displays Meters..........144 Interface voor bestuurdersinformatie ..146 Head-updisplay ........172 * Niet beschikbaar op alle modellen...
  • Pagina 101 Controlelampjes Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg Bericht • • Gaat enkele seconden branden wanneer Gaat branden tijdens het rijden - u de voedingsmodus op AAN zet, en Controleer of de parkeerrem is vrijgezet. gaat vervolgens uit als de parkeerrem is Controleer het remvloeistofniveau. Wat te doen wanneer het vrijgezet.
  • Pagina 102 uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg Bericht • • Brandt ongeveer 15 seconden wanneer u Knippert en tegelijkertijd gaat het aan de schakelaar van de elektronische controlelampje parkeerrem en parkeerrem trekt terwijl de remsysteem (amber) branden - Er is een voedingsmodus op UIT staat. probleem met de elektronische parkeerrem.
  • Pagina 103 uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg Bericht • • Brandt enkele seconden wanneer u de Blijft constant branden - Laat uw voertuig voedingsmodus in de stand AAN zet en door een dealer controleren. • gaat daarna uit. Gaat branden tijdens het rijden - Vermijd •...
  • Pagina 104 uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg Bericht • • Brandt enkele seconden wanneer u de Gaat branden tijdens het rijden - Laat uw voedingsmodus in de stand AAN zet en voertuig onmiddellijk door een dealer Controlelampje gaat daarna uit. controleren. voedingssysteem •...
  • Pagina 105 uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg Bericht • • Gaat branden wanneer u de Gaat branden tijdens het rijden - Stop voedingsmodus op AAN zet, en gaat uit onmiddellijk op een veilige plek. Controlelampje Controlelampje lage oliedruk wanneer het voedingssysteem start. lage oliedruk brandt •...
  • Pagina 106 uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg Bericht • Geeft de huidige schakelstand aan. Schakelstandindicator Schakelen — BLZ. 504 • • De aangegeven huidige schakelstand Voorkom plotseling starten en accelereren, knippert als er een probleem is met het en stop onmiddellijk op een veilige plek. transmissiesysteem.
  • Pagina 107 uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg Bericht • • Gaat branden als u geen De zoemer stopt en het controlelampje gaat veiligheidsgordel om heeft wanneer u de uit wanneer u en de voorpassagier de voedingsmodus op AAN zet. veiligheidsgordels vastgespen. • •...
  • Pagina 108 uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg Bericht • • Brandt enkele seconden wanneer u de Blijft constant branden of gaat helemaal voedingsmodus in de stand AAN zet en niet branden - Laat uw voertuig door een gaat daarna uit. dealer controleren. •...
  • Pagina 109 uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg Bericht • • Brandt enkele seconden wanneer u de Blijft constant branden - Laat uw voertuig voedingsmodus in de stand AAN zet en door een dealer controleren. Voertuigstabiliteitsassistentiesysteem gaat daarna uit. (VSA) • BLZ. 527 Knippert wanneer het VSA-systeem Hill Start Assist-systeem BLZ.
  • Pagina 110 uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg Bericht • • Brandt enkele seconden wanneer u de Gaat branden tijdens het rijden - Stop op voedingsmodus in de stand AAN zet en een veilige plek, controleer de gaat daarna uit. bandenspanning en pomp de band(en) op •...
  • Pagina 111 uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg Bericht • • Brandt enkele seconden wanneer u de Wanneer het controlelampje brandt, drukt u voedingsmodus in de stand AAN zet en op de knop (display/informatie) om de gaat daarna uit. melding opnieuw te bekijken. •...
  • Pagina 112 uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg Bericht • • Knippert wanneer u de Knippert niet of knippert snel richtingaanwijzerschakelaar bedient. Lampen vervangen BLZ. 656 • Knipperen samen met alle richtingaanwijzers wanneer u de Controlelampjes alarmknipperlichtschakelaar indrukt. richtingaanwijzers en — alarmknipperlichten • Knipperen samen met alle richtingaanwijzers wanneer u het Noodstopsignaal...
  • Pagina 113 uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg Bericht • • Gaat knipperen wanneer het Knippert - U kunt het voedingssysteem niet startblokkeringssysteem de starten. Zet de voedingsmodus in de stand sleutelinformatie niet herkent. VOERTUIG UIT en selecteer vervolgens opnieuw de stand AAN. Modellen met het stuur rechts Houd het rempedaal ingetrapt voordat u de Controlelampje...
  • Pagina 114 uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg Bericht • Gaat branden wanneer de ECON-modus Controlelampje is ingeschakeld. ECON-modus BLZ. 514 ECON-modus • Gaat branden wanneer u de knop MAIN Controlelampje van indrukt. Indien een ander controlelampje Instelbare snelheidsbegrenzer de instelbare — gaat branden, drukt u aansluitend op de BLZ.
  • Pagina 115 uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg Bericht • • Brandt enkele seconden wanneer u de Blijft constant branden - Laat uw voertuig voedingsmodus in de stand AAN zet en door een dealer controleren. gaat daarna uit. • Gaat branden als er een probleem is met het waarschuwingssysteem voor het verlaten van de rijbaan.
  • Pagina 116 uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg Bericht • • Gaat branden wanneer het Het controlelampje kan tijdelijk gaan branden waarschuwingssysteem voor het verlaten wanneer u door een afgesloten ruimte rijdt van de rijbaan zichzelf uitschakelt. (bijvoorbeeld een tunnel). • Het gebied rondom de radarsensor is bedekt met vuil, modder, enz.
  • Pagina 117 uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg Bericht • • Gaat branden wanneer het Blijft branden - Het gebied rondom de waarschuwingssysteem voor het verlaten camera is bedekt met vuil, modder, enz. Stop van de rijbaan zichzelf uitschakelt. op een veilige plek en veeg de onderdelen Controlelampje schoon met een zachte doek.
  • Pagina 118 uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg Bericht • • Brandt enkele seconden wanneer u de Gaat branden tijdens het rijden - Laat uw voedingsmodus in de stand AAN zet en voertuig door een dealer controleren. gaat daarna uit. • Gaat branden in geval van een probleem met ACC met LSF.
  • Pagina 119 uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg Bericht • • Brandt enkele seconden wanneer u de Blijft constant branden - Laat uw voertuig Controlelampje voedingsmodus in de stand AAN zet en door een dealer controleren. (amber) Lane gaat daarna uit. Keeping Assist- •...
  • Pagina 120 uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg Bericht • • Brandt enkele seconden wanneer u de Blijft constant branden zonder dat het voedingsmodus in de stand AAN zet en CMBS is uitgeschakeld - Laat uw voertuig gaat daarna uit. door een dealer controleren. •...
  • Pagina 121 uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg Bericht • • Gaat branden wanneer het CMBS- Blijft branden - Het gebied rondom de systeem zichzelf uitschakelt. camera is bedekt met vuil, modder, enz. Stop op een veilige plek en veeg de onderdelen schoon met een zachte doek. Voorsensorcamera BLZ.
  • Pagina 122 uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg Bericht • • Gaat branden wanneer het CMBS- Het controlelampje kan tijdelijk gaan branden systeem zichzelf uitschakelt. wanneer u door een afgesloten ruimte rijdt (bijvoorbeeld een tunnel). • Het gebied rondom de radarsensor is bedekt met vuil, modder, enz.
  • Pagina 123 uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg Bericht • Brandt enkele seconden wanneer u de voedingsmodus in de stand AAN zet en gaat daarna uit. — • Blijft branden zolang het dode hoek- informatiesysteem is uitgeschakeld. • • Controlelampje Gaat branden wanneer modder, sneeuw Gaat branden tijdens het rijden - dode hoek- of ijs zich ophoopt in de buurt van de...
  • Pagina 124 uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Waarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie De volgende meldingen worden alleen op de interface voor bestuurdersinformatie weergegeven. Druk op de knop (display/informatie) om de melding nogmaals te bekijken met het waarschuwingslampje systeemmelding ingeschakeld. Bericht Conditie Uitleg...
  • Pagina 125 uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Bericht Conditie Uitleg • Modellen met parkeersensorsysteem Controleer of het gebied rondom de sensor(en) bedekt is met • Verschijnt wanneer er een probleem is met het modder, ijs, sneeuw, enzovoort. Als het/de controlelampje(s) parkeersensorsysteem.
  • Pagina 126 uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Bericht Conditie Uitleg • • Wordt eenmalig weergegeven wanneer de De kans bestaat dat het wegdek bevroren en glad is. buitentemperatuur lager is dan 3 °C terwijl de voedingsmodus op AAN staat. • •...
  • Pagina 127 uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Bericht Conditie Uitleg • • Verschijnt wanneer er een probleem is met het Vermogen wordt verlaagd, zodat u misschien niet kunt afschermingsrooster en de temperatuur van de accelereren of uw huidige snelheid kunt handhaven. Laat het koelvloeistof in de radiateur te hoog is.
  • Pagina 128 uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Bericht Conditie Uitleg • • Verschijnt als Automatic Brake Hold automatisch wordt Trap het rempedaal onmiddellijk in. geannuleerd terwijl deze in werking is. • Verschijnt wanneer Automatic Brake Hold is uitgeschakeld. Automatic Brake Hold BLZ.
  • Pagina 129 uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Bericht Conditie Uitleg • Verschijnt als het voertuig wordt bestuurd op een manier die wijst op slaperigheid of onoplettendheid van de bestuurder. (wit) Driver Attention Monitor BLZ. 155 (amber) • Verschijnt wanneer een of meerdere veiligheidsgordels achterin wordt vergrendeld of ontgrendeld, of wanneer Waarschuwingslampje veiligheidsgordel BLZ.
  • Pagina 130 uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Modellen met onderhoudsherinneringssysteem Bericht Conditie Uitleg • • Verschijnt wanneer een of meer punten binnen 30 dagen De resterende dagen worden per dag afgeteld. Onderhoudsherinneringssysteem onderhoud vereisen. BLZ. 626 • • Verschijnt wanneer een of meer punten binnen 10 dagen Zorg dat het aangegeven onderhoud zo snel mogelijk wordt onderhoud vereisen.
  • Pagina 131 uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Bericht Conditie Uitleg • • Verschijnt wanneer er een probleem wordt ontdekt in het Wordt continu weergegeven - Laat uw voertuig door een sleutelloze toegangssysteem of sleutelloze startsysteem. dealer controleren. • • Verschijnt wanneer u het portier sluit met de Het bericht verdwijnt wanneer u de afstandsbediening weer in voedingsmodus in de stand AAN zonder de het voertuig brengt en het portier sluit.
  • Pagina 132 uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Bericht Conditie Uitleg • • Verschijnt als de batterij van de afstandsbediening te zwak Houd de afstandsbediening voor de knop POWER waarmee is om het voedingssysteem in te schakelen of als de sleutel contact moet worden gemaakt.
  • Pagina 133 uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Bericht Conditie Uitleg • • Verschijnt wanneer de temperatuur van het Uw voertuig heeft minder vermogen om te accelereren en het voedingssysteem te hoog is. kan moeilijker zijn om op een helling te starten. •...
  • Pagina 134 uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Bericht Conditie Uitleg • • Verschijnt wanneer de temperatuur van de U kunt de motor starten en het klimaatregelsysteem hoogspanningsaccu te laag is om te functioneren (ca. -30 °C gebruiken om het interieur te verwarmen, wat ook de of lager).
  • Pagina 135 uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Bericht Conditie Uitleg • • Verschijnt wanneer de volgende situaties zich voordoen en de De EV modus is beschikbaar zodra de toestand is verbeterd EV-modus is uitgeschakeld. of wanneer de oorzaak voor het annuleren van de EV- Limieten accutemperatuur overschreden.
  • Pagina 136 uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Bericht Conditie Uitleg • • Verschijnt wanneer het laadniveau van de Neem onmiddellijk contact op met een dealer. hoogspanningsaccu extreem laag is. • • Verschijnt wanneer u het gaspedaal intrapt in de Verwijder uw voet van het gaspedaal. Trap tijdens het schakelstand rijden het rempedaal in en schakel.
  • Pagina 137 uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Bericht Conditie Uitleg • • Verschijnt wanneer u probeert te schakelen zonder uw voet Haal uw voet van het gaspedaal en selecteer vervolgens een van het gaspedaal te halen. schakelknop. • • Verschijnt wanneer de knop wordt ingedrukt terwijl het Wacht tot het voertuig volledig stilstaat voordat u schakelt.
  • Pagina 138 Laat uw voertuig door een dealer controleren als de melding mist, etc.) rijdt ook niet verdwijnt nadat u de sensorafdekking hebt gereinigd. Radarsensor BLZ. 594 Honda Sensing BLZ. 539 • • Verschijnt als de temperatuur in de sensorcamera voor te Gebruik het klimaatregelsysteem om de camera af te koelen.
  • Pagina 139 uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Bericht Conditie Uitleg • • Verschijnt wanneer het systeem voorspelt dat het voertuig Het systeem houdt automatisch een veilige afstand aan ten rechtsvoor gaat invoegen en verlaagt uw rijsnelheid opzichte van het invoegende voertuig wanneer het systeem overeenkomstig het invoegende voertuig.
  • Pagina 140 uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Bericht Conditie Uitleg • • Verschijnt wanneer de afstand tussen uw voertuig en het ACC met LSF is automatisch geannuleerd. Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed voertuig voor u te kort is terwijl ACC met LSF actief is. Follow (LSF) BLZ.
  • Pagina 141 uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Bericht Conditie Uitleg • • Verschijnt wanneer het voertuig voor u weer gaat rijden, Druk op de knop RES/+ of −/SET of trap het gaspedaal in om nadat uw voertuig automatisch tot stilstand is gebracht weg te rijden.
  • Pagina 142 uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Bericht Conditie Uitleg • • Verschijnt wanneer op de knop –/SET wordt gedrukt ACC met LSF kan niet worden ingesteld. Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed terwijl het voertuig rijdt en het rempedaal is ingetrapt. Follow (LSF) BLZ.
  • Pagina 143 uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Bericht Conditie Uitleg • • Verschijnt wanneer het voertuig een gedetecteerde Neem onmiddellijk de besturing over en houd het voertuig in rijstrook gaat verlaten. het midden van de rijstrook. Het bericht verdwijnt na enige tijd.
  • Pagina 144 uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Bericht Conditie Uitleg • • Verschijnt wanneer het LKAS actief is of op de knop LKAS Neem passende maatregelen als ook andere systeemlampjes is gedrukt, maar er een probleem is met een systeem dat gaan branden, zoals die van het VSA-, ABS- en remsysteem.
  • Pagina 145 Meters en displays Meters De auto is uitgerust met een snelheidsmeter, een meter voor het laadniveau van de 1Snelheidsmeter hoogspanningsaccu, een POWER/CHARGE-meter, een brandstofmeter en bijbehorende Druk herhaaldelijk op de knop (display/informatie) tot controlelampjes. Deze worden weergegeven wanneer de voedingsmodus op AAN staat. het pictogram verschijnt op de interface voor bestuurdersinformatie.
  • Pagina 146 uuMeters en displaysuMeters ■ 1Meter laadniveau hoogspanningsaccu Meter laadniveau hoogspanningsaccu Het laadniveau van de hoogspanningsaccu kan afnemen Toont het resterende laadniveau van de hoogspanningsaccu. onder de volgende omstandigheden: • Wanneer de 12V-accu is vervangen. ■ • Wanneer de 12V-accu losgekoppeld is geweest. POWER/CHARGE-meter •...
  • Pagina 147 uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie Interface voor bestuurdersinformatie Op de interface voor bestuurdersinformatie worden de kilometerteller, de dagteller, de buitentemperatuurindicator en andere meters weergegeven. Het display geeft ook belangrijke meldingen weer, zoals waarschuwingen en andere nuttige informatie.
  • Pagina 148 uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie ■ Het display wijzigen ■ Belangrijkste schermen Druk op de knop (display/informatie) en druk vervolgens op om een andere weergave te kiezen. Druk op ENTER voor meer gedetailleerde informatie. Druk op Knop Druk op (Display/ ENTER.
  • Pagina 149 uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie ■ Dagteller Druk op de knop (TRIP) om een ander scherm te kiezen. Kilometerteller Dagteller A Dagteller B Omgevingstemperatuur Knop (TRIP) ■ Kilometerteller Geeft het totaal aantal kilometers of mijlen weer dat met het voertuig is gereden.
  • Pagina 150 uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie ■ 1Dagteller Dagteller Schakel tussen dagteller A en dagteller B door op de knop Geeft het totaal aantal kilometers of mijlen weer dat met het voertuig is gereden sinds de te drukken. dagteller voor het laatst op nul is gezet. Tellers A en B kunnen worden gebruikt om twee afzonderlijke ritten te meten.
  • Pagina 151 uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie ■ Meter voor het actuele brandstofverbruik Geeft het actuele brandstofverbruik weer in een staafdiagram in l/100 km of mpg. ■ Onderhoudsherinneringssysteem Toont het onderhoudsherinneringssysteem. 2 Onderhoudsherinneringssysteem BLZ. 626 ■ Herinnering veiligheidsgordel achter Wordt weergegeven wanneer de veiligheidsgordels achter vergrendeld of ontgrendeld zijn. ■...
  • Pagina 152 uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie ■ Gegevens gemiddeld brandstofverbruik Geeft het gemiddelde brandstofverbruik weer van de laatste drie rijcycli (1-3), en de actuele rijcyclus (0) in l/100 km of mpg. Telkens als u de voedingsmodus op AAN zet, wordt het display bijgewerkt en worden de oudste gegevens verwijderd.
  • Pagina 153 uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie ■ Eco Drive-display/Rijcyclusscore/Totale puntenaantal ■ Eco Drive-display Het voertuigpictogram op het display beweegt vooruit of achteruit tijdens het rijden. Hoe agressiever de acceleratie is, des te verder gaat het pictogram naar voren. Hoe agressiever de vertraging is, des te verder gaat het pictogram naar achteren. Houd het pictogram zoveel mogelijk bij het midden van de cirkel voor een rijstijl die zuiniger is.
  • Pagina 154 uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie ■ Rijcyclusscore/Totale puntenaantal Brandt enkele seconden wanneer u de voedingsmodus op VOERTUIG UIT zet. Beide hebben drie fasen. Afhankelijk van uw rijstijl nemen de bladpictogrammen en de meter toe of af om aan te geven dat u een andere fase van het brandstofverbruik hebt bereikt. Vooruit naar Vooruit naar Rijcyclusscore...
  • Pagina 155 uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie ■ 1Power Flow-monitor Power Flow-monitor Terwijl het voertuig stilstaat met draaiende motor kan het Geeft de voedingsstroom van de elektromotor en motor aan, wat de voedingsbron van het volgende verschijnen op de interface voor voertuig aangeeft en of de accu wordt opgeladen. bestuurdersinformatie.
  • Pagina 156 uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie ■ 1Driver Attention Monitor Driver Attention Monitor De Driver Attention Monitor kan niet altijd detecteren of de De Driver Attention Monitor analyseert de stuurbewegingen, om vast te stellen of de bestuurder moe of onoplettend is. bestuurder op een slaperige of onoplettende manier rijdt.
  • Pagina 157 uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie Als het aantal balkjes daalt tot twee, geeft de Driver Attention Monitor het witte koffiekopje (zonder balkjes) weer, om de bestuurder te waarschuwen dat zijn aandachtsniveau te laag is. Als het aantal balkjes tot een daalt, klinkt een geluidssignaal, gaat het stuurwiel trillen en de wordt het koffiekopje amberkleurig om de bestuurder te waarschuwen dat hij een pauze nodig...
  • Pagina 158 uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie ■ De Driver Attention Monitor wordt gereset wanneer • Het voedingssysteem wordt uitgeschakeld. • De bestuurder de veiligheidsgordel losmaakt en het portier opent terwijl het voertuig stilstaat. ■ 1De Driver Attention Monitor werkt indien De Driver Attention Monitor werkt indien •...
  • Pagina 159 uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie ■ AWD-koppelverdelingscontrole De controlelampjes op het display tonen de hoeveelheid koppel die wordt overgebracht naar de wielen rechtsvoor, linksvoor, rechtsachter en linksachter. 2 Real Time AWD met intelligent regelsysteem BLZ. 530 * Niet beschikbaar op alle modellen...
  • Pagina 160 uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie ■ Snelheidsalarm Schakelt het snelheidsalarm in en wijzigt de instellingen van het snelheidsalarm. Telkens wanneer u op de knop drukt, verandert de instelling voor het snelheidsalarm als volgt: Snelheidsalarm 1 Aan/Uit Snelheidsalarm 2 Aan/Uit Snelheidsinstelling [50 km/h ] van snelheidsalarm 1 Snelheidsinstelling [80 km/h ] van snelheidsalarm 2...
  • Pagina 161 uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie ■ 1Stapsgewijze navigatieaanwijzingen Stapsgewijze navigatieaanwijzingen Op de interface voor bestuurdersinformatie wordt een Geeft u stapsgewijze navigatieaanwijzingen naar de bestemming die is gekoppeld aan het kompas weergegeven wanneer de routebegeleiding niet navigatiesysteem. wordt gebruikt. 2 Raadpleeg de handleiding van het navigatiesysteem U kunt selecteren of de turn-by-turn-display wordt ingeschakeld gedurende een routebegeleiding.
  • Pagina 162 uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie Modellen met audiosysteem met kleurenscherm ■ 1Instelbare functies Instelbare functies Als u andere functies wilt aanpassen, drukt u op de knop Gebruik de interface voor bestuurdersinformatie om bepaalde functies aan te passen. Lijst met aanpasbare opties BLZ.
  • Pagina 163 uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie ■ Flowschema voor aanpassingen Druk op de knop ENTER Bandenspanning waarschuwing Waarschuwingsafstand tot voorligger ACC akoestisch signaal bij voorligger ACC invoegingswaarschuwing Setup bestuurdersassistentie ENTER Instelling Waarschuwingssysteem verlaten rijbaan Akoestisch signaal als LKAS uitschakelt Bestuurders aandachtsniveau monitor ENTER...
  • Pagina 164 uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie Taalkeuze Waarschuwing Instellen buitentemperatuur display Moment van resetten dagteller A Moment van resetten dagteller B Instellingen instrumentarium ENTER Instelling geluidssterkte alarm Achteruitrijversnelling - geluidssignaal Brandstofverbruik achtergrond Eenheden snelheid/afstand Sport-instelling E-voorspanner gordel Instellingen rijpositie ENTER Instelling ontgrendelen Instellingen Smart Entry ENTER Lichtflits sleutelloze toegang...
  • Pagina 165 uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie Tijdsduur dimmer interieurverl. Timer verlichting uit Instelling verlichting ENTER Gevoeligheid dashboard verlichting Koplamp integratie met wissers Instelling ontgrendelen Signaal openen / sluiten Portier instelling ENTER Security deurvergrendel timer Onderhoudsmelding reset Terug naar oorspronkelijke instellingen ENTER * Niet beschikbaar op alle modellen...
  • Pagina 166 uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie ■ Lijst met aanpasbare opties Instellingengroep Instelbare functies Beschrijving Selecteerbare instellingen Waarschuwings- systeem voor — Initialiseert het waarschuwingssysteem voor bandenspanning. Initialiseren/Annuleren bandenspan- ning Waarschuwingsafstand Wijzigt de afstand waarop het CMBS waarschuwt. Ver/Normaal /Dichtbij tot voorligger Zorgt ervoor dat het systeem een piepsignaal geeft wanneer ACC akoestisch signaal bij het systeem een voertuig detecteert of wanneer het voertuig...
  • Pagina 167 uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie Instellingengroep Instelbare functies Beschrijving Selecteerbare instellingen Engels /Frans/Spaans/Duits/ Italiaans/Portugees/ Taalkeuze Wijzigt de weergavetaal. Russisch/Fins/Noors/Zweeds/ Deens/Nederlands/Pools/ Turks Bepaalt of waarschuwingsberichten wel of niet worden Waarschuwing AAN/UIT weergegeven. Instellingen Instellen instrumentarium buitentemperatuur Past de temperatuurwaarde met een paar graden aan. -3 °C ~ ±0 °C ~ +3 °C display...
  • Pagina 168 uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie Instellingengroep Instelbare functies Beschrijving Selecteerbare instellingen Hiermee verandert u het volume van het alarm, zoals de Instelling geluidssterkte zoemers, waarschuwingen, het geluid van de Max/Gemiddeld /Min alarm richtingaanwijzers, enzovoort. Achteruitrijversnelling - Schakelt de waarschuwingstoon bij achteruitrijden in en uit. /UIT geluidssignaal Instellingen...
  • Pagina 169 uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie Instellingengroep Instelbare functies Beschrijving Selecteerbare instellingen Wijzigt welke portieren worden ontgrendeld wanneer u de Alleen best. portier Alle Instelling ontgrendelen handgreep van het bestuurdersportier grijpt. portieren Instellingen Smart Entry Lichtflits sleutelloze Zorgt ervoor dat enkele exterieurlichten knipperen bij het /UIT toegang ontgrendelen/vergrendelen van de portieren.
  • Pagina 170 uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie Instellingengroep Instelbare functies Beschrijving Selecteerbare instellingen Stelt in of bij het eerste gebruik van de afstandsbediening of Alleen best. portier /Alle Instelling ontgrendelen geïntegreerde sleutel het bestuurdersportier wordt portieren ontgrendeld of alle portieren worden ontgrendeld. VERGRENDELEN/ONTGRENDELEN- De buitenverlichting Portier instelling Signaal openen / sluiten...
  • Pagina 171 uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie ■ Voorbeeld van aanpassingsinstellingen Hierna volgen de stappen voor het wijzigen van de instelling Moment van resetten dagteller A in Na het vol tanken. De standaardinstelling voor Moment van resetten dagteller A is Handmatige reset. 1.
  • Pagina 172 uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie 4. Druk op tot Moment van resetten dagteller A wordt weergegeven op het display en druk vervolgens op de knop ENTER. Het display schakelt over naar het scherm Instellingen aanpassen waarin u Na het vol tanken, Als het contact is uitgezet, Handmatige reset of (verlaten) kunt...
  • Pagina 173 uuMeters en displaysuHead-updisplay Head-updisplay Toont de POWER/CHARGE-meter, de schakelstandindicator, het 1Head-updisplay verkeersbordenherkenningssysteem of de huidige modus voor ACC met LSF samen met de Als de head-updisplay werd weergegeven toen u tijdens uw voertuigsnelheid. Ze worden weergegeven wanneer de voedingsmodus AAN staat. vorige rit de voedingsmodus UIT schakelde, wordt de hoek van de head-updisplay automatisch aangepast volgens de instelling in het rijpositiegeheugensysteem wanneer de...
  • Pagina 174 uuMeters en displaysuHead-updisplay Het display toont ook de volgende waarschuwingen. Rijbaanassistentie • Waarschuwingslampje systeemmelding: Verschijnt wanneer een probleem wordt geconstateerd. Tegelijkertijd wordt een systeemmelding weergegeven op de interface voor bestuurdersinformatie. 2 Waarschuwings- en Waarschuwingslampje informatiemeldingen op interface voor systeemmelding bestuurdersinformatie BLZ. 123 •...
  • Pagina 175 uuMeters en displaysuHead-updisplay ■ Helderheid van het head-updisplay instellen Houd de knop HUD enkele seconden ingedrukt om de modus voor afstellen van de helderheid van het head-updisplay te openen. Gebruik de knop om in te stellen. Knop Knop HUD Knop...
  • Pagina 176 uuMeters en displaysuHead-updisplay ■ Inhoud van het head-updisplay wijzigen Om het aantal items dat samen met de voertuigsnelheid op het head-updisplay verschijnt te veranderen, doet u het volgende: Selecteer de inhoud van het head-updisplay door te drukken op de knoppen om het display te veranderen.
  • Pagina 177 uuMeters en displaysuHead-updisplay ■ Voertuigsnelheid Geeft uw rijsnelheid weer in km/h. ■ POWER/CHARGE-meter ■ Elektromotor De mate waarin de elektromotor wordt gevoed, wordt weergegeven door de waarden aan de POWER-zijde. ■ Accu wordt opgeladen De mate waarin de hoogspanningsaccu wordt opgeladen, wordt weergegeven door de waarden aan de CHARGE-zijde.
  • Pagina 178 uuMeters en displaysuHead-updisplay ■ 1Stapsgewijze navigatieaanwijzingen Stapsgewijze navigatieaanwijzingen Het head-updisplay toont een kompas wanneer de Geeft u stapsgewijze navigatieaanwijzingen naar de bestemming die is gekoppeld aan het routebegeleiding niet wordt gebruikt. navigatiesysteem. 2 Raadpleeg de handleiding van het navigatiesysteem U kunt selecteren of de turn-by-turn-display wordt ingeschakeld gedurende een routebegeleiding.
  • Pagina 180 Bedieningselementen In dit hoofdstuk wordt de werking uitgelegd van de verschillende bedieningselementen voor het rijden. Klok ............180 Ultrasone sensoren ......209 Knop achterruitverwarming/verwarmde Kantelsensor ........210 buitenspiegel ............236 De portieren vergrendelen en ontgrendelen Supervergrendeling ......211 Knop voorruitverwarming ....237 Sleutel..........
  • Pagina 181 Klok Klok instellen Modellen met navigatiesysteem 1Klok instellen De klok wordt automatisch bijgewerkt via het navigatiesysteem, zodat de tijd niet hoeft te De klok in de interface voor bestuurdersinformatie wordt worden aangepast. automatisch ingesteld samen met het klokdisplay van het audiosysteem.
  • Pagina 182 uuKlokuKlok instellen Modellen met display-audio ■ Het menu Instellingen op het audio-/ 1Het menu Instellingen op het audio-/informatiescherm informatiescherm gebruiken gebruiken 1. Selecteer het pictogram (Home) en selecteer U kunt het klokdisplay instellen op een 12-uurweergave of vervolgens Instellingen. 24-uurweergave en het klokdisplay in- en uitschakelen. 2.
  • Pagina 183 De portieren vergrendelen en ontgrendelen Sleutel Het voertuig wordt geleverd met de volgende sleutels: 1Sleutel Gebruik de sleutels om het voedingssysteem in en Alle sleutels beschikken over een startblokkeringssysteem. uit te schakelen en alle portieren en de achterklep te Afstandsbediening Het startblokkeringssysteem helpt om diefstal van het vergrendelen en te ontgrendelen.
  • Pagina 184 uuDe portieren vergrendelen en ontgrendelenuSleutel ■ 1Sleutelnummerplaatje Sleutelnummerplaatje Bewaar het sleutelnummerplaatje apart van de sleutel op een Bevat een nummer dat nodig is om een veilige plek buiten het voertuig. vervangende sleutel aan te schaffen. Neem contact op met een dealer wanneer een extra sleutel moet worden aangeschaft.
  • Pagina 185 uuDe portieren vergrendelen en ontgrendelenuLage signaalsterkte afstandsbediening Lage signaalsterkte afstandsbediening Het voertuig zendt radiogolven uit om de afstandsbediening te lokaliseren voor het 1Lage signaalsterkte afstandsbediening vergrendelen/ontgrendelen van de portieren en achterklep of om het voedingssysteem te De communicatie tussen de afstandsbediening en het activeren.
  • Pagina 186 uuDe portieren vergrendelen en ontgrendelenuPortieren van buitenaf vergrendelen/ontgrendelen Portieren van buitenaf vergrendelen/ontgrendelen ■ 1Portieren van buitenaf vergrendelen/ontgrendelen Sleutelloos toegangssysteem gebruiken Als de schakelaar voor interieurverlichting in de stand voor Wanneer u de afstandsbediening bij u draagt, kunt portieractivering staat, gaat de interieurverlichting branden u de portieren vergrendelen/ontgrendelen en de als u de portieren en de achterklep ontgrendelt.
  • Pagina 187 uuDe portieren vergrendelen en ontgrendelenuPortieren van buitenaf vergrendelen/ontgrendelen ■ De portieren en achterklep ontgrendelen 1Sleutelloos toegangssysteem gebruiken Pak de handgreep van het bestuurdersportier vast: • Laat de afstandsbediening niet in het voertuig achter Het bestuurdersportier wordt ontgrendeld. wanneer u het voertuig verlaat. Neem de Sommige exterieurlichten knipperen eenmaal.
  • Pagina 188 uuDe portieren vergrendelen en ontgrendelenuPortieren van buitenaf vergrendelen/ontgrendelen 1Sleutelloos toegangssysteem gebruiken De instellingen voor het knipperen van de lichten en voor de ontgrendelingsmodus kunnen worden aangepast met behulp van de interface voor bestuurdersinformatie of het audio-/informatiescherm. Modellen met audiosysteem met kleurenscherm Instelbare functies BLZ.
  • Pagina 189 uuDe portieren vergrendelen en ontgrendelenuPortieren van buitenaf vergrendelen/ontgrendelen ■ 1Afstandsbediening gebruiken Afstandsbediening gebruiken Als een portier of de achterklep niet binnen 30 seconden na ■ De portieren en achterklep vergrendelen ontgrendelen van het voertuig met de afstandsbediening Druk op de vergrendelingstoets. wordt geopend, worden de portieren en achterklep Vergrende- Sommige exterieurlichten knipperen driemaal,...
  • Pagina 190 uuDe portieren vergrendelen en ontgrendelenuPortieren van buitenaf vergrendelen/ontgrendelen 1Afstandsbediening gebruiken Modellen met het stuur rechts U kunt de portieren niet van buitenaf vergrendelen wanneer de afstandsbediening zich in het voertuig bevindt en de zoemer klinkt. Als u een portier wilt vergrendelen als de afstandsbediening zich nog in het voertuig bevindt, voert u een van onderstaande handelingen vier keer uit: •...
  • Pagina 191 uuDe portieren vergrendelen en ontgrendelenuPortieren van buitenaf vergrendelen/ontgrendelen ■ 1De portieren vergrendelen/ontgrendelen met een sleutel De portieren vergrendelen/ontgrendelen met een sleutel Als het bestuurdersportier wordt vergrendeld met behulp Als de knop voor vergrendelen of ontgrendelen op de afstandsbediening niet werkt, gebruikt van de sleutel, dan worden alle overige portieren en de u in plaats daarvan de sleutel.
  • Pagina 192 uuDe portieren vergrendelen en ontgrendelenuPortieren van buitenaf vergrendelen/ontgrendelen ■ 1Portier vergrendelen zonder sleutel Portier vergrendelen zonder sleutel Als het bestuurdersportier wordt vergrendeld, dan worden Als u niet beschikt over de sleutel of als u om een of andere reden een portier niet met behulp alle overige portieren en de achterklep tegelijkertijd van de sleutel kunt vergrendelen, kunt u het zonder sleutel vergrendelen.
  • Pagina 193 uuDe portieren vergrendelen en ontgrendelenuPortieren van binnenuit vergrendelen/ontgrendelen Portieren van binnenuit vergrendelen/ontgrendelen ■ 1Vergrendellip gebruiken Vergrendellip gebruiken Als het bestuurdersportier wordt vergrendeld met behulp ■ Portier vergrendelen van de vergrendelknop op het bestuurdersportier, dan Vergrendelen Vergrendellip Druk de vergrendellip naar voren. worden alle overige portieren en de achterklep tegelijkertijd vergrendeld.
  • Pagina 194 uuDe portieren vergrendelen en ontgrendelenuPortieren van binnenuit vergrendelen/ontgrendelen ■ 1Ontgrendelen met de binnenhendel van het voorportier Ontgrendelen met de binnenhendel van het voorportier De binnenste portierhandgrepen zijn ontworpen om de Trek aan de binnenhendel van het voorportier. inzittenden van de voorstoelen in staat te stellen het portier De deur wordt ontgrendeld en geopend in in één beweging te openen.
  • Pagina 195 uuDe portieren vergrendelen en ontgrendelenuKinderslot Kinderslot Het kinderslot voorkomt dat de achterportieren vanaf de binnenzijde worden geopend 1Kinderslot ongeacht de stand van de vergrendelknop. Om het portier van binnenuit te openen bij een ingeschakeld kinderslot moet de vergrendelknop in de ontgrendelde stand ■...
  • Pagina 196 Achterklep Voorzorgsmaatregelen voor openen/sluiten van de achterklep 1Voorzorgsmaatregelen voor openen/sluiten van de achterklep Zorg er steeds voor dat individuen en voorwerpen vrij zijn van de achterklep alvorens deze te WAARSCHUWING openen of te sluiten. Personen die zich in het pad bevinden van een Modellen zonder elektrisch bediende achterklep achterklep die wordt geopend of gesloten, •...
  • Pagina 197 uuAchterklepuAchterklep openen/sluiten Achterklep openen/sluiten De achterklep wordt ontgrendeld wanneer alle 1Achterklep openen/sluiten deuren ontgrendeld zijn of wanneer u de Laat de sleutel niet in het voertuig achter wanneer u uitstapt. ontgrendelknop voor de achterklep op de Neem de afstandsbediening mee. afstandsbediening indrukt.
  • Pagina 198 uuAchterklepuAchterklep openen/sluiten ■ 1Afstandsbediening gebruiken Afstandsbediening gebruiken Als u de achterklep met de afstandsbediening of sleutelloze Druk op de ontgrendelknop voor de achterklep om toegang hebt ontgrendeld en geopend, wordt de achterklep de achterklep te ontgrendelen. automatisch vergrendeld wanneer u deze sluit. Ontgrendelknop achterklep * Niet beschikbaar op alle modellen...
  • Pagina 199 uuAchterklepuDe elektrisch bediende achterklep openen/sluiten De elektrisch bediende achterklep openen/sluiten De elektrisch bediende achterklep kan worden bediend door op de knop voor elektrische 1De elektrisch bediende achterklep openen/sluiten bediening van de achterklep op de afstandsbediening te drukken, op de knop van de elektrisch WAARSCHUWING bediende achterklep op het instrumentenpaneel aan bestuurderszijde te drukken, op de buitenhandgreep of de knop op de achterklep zelf te drukken, of door uw voet onder het...
  • Pagina 200 uuAchterklepuDe elektrisch bediende achterklep openen/sluiten ■ 1Handsfree toegang gebruiken Handsfree toegang gebruiken Tijdens regen of in andere gevallen wanneer het voertuig nat Maak onder het midden van de achterbumper een wordt, kan de sensor uw voetbeweging mogelijk niet goed schopbeweging naar voren en achteren om de detecteren.
  • Pagina 201 Altijd: De elektrisch bediende achterklep wordt op hetzelfde moment ontgrendeld en geopend. Dit is de standaardinstelling. Wanneer u niet de originele Honda-accessoires gebruikt voor de elektrische bediening van de achterklep, is het mogelijk Wanneer ontgrendeld: De achterklep gaat open zodra alle portieren worden ontgrendeld.
  • Pagina 202 uuAchterklepuDe elektrisch bediende achterklep openen/sluiten ■ 1De elektrisch bediende achterklep openen/sluiten De knop voor elektrisch bediende achterklep gebruiken Als de elektrisch bediende achterklep weerstand ondervindt Om de elektrisch bediende achterklep te openen of bij het openen of sluiten, keert de automatische te sluiten, houdt u de knop voor elektrisch bediende omkeerfunctie de richting om.
  • Pagina 203 uuAchterklepuDe elektrisch bediende achterklep openen/sluiten ■ 1De buitenhandgreep van de achterklep gebruiken De buitenhandgreep van de achterklep gebruiken Laat de sleutel niet in het voertuig achter wanneer u uitstapt. Als u niet langer dan een seconde op de Neem de afstandsbediening mee. buitenhandgreep van de achterklep drukt, gaat de Zelfs als u de afstandsbediening niet hebt, kunt u toch de achterklep automatisch open.
  • Pagina 204 uuAchterklepuDe elektrisch bediende achterklep openen/sluiten ■ Knop voor achterklep binnen gebruiken Druk op de knop aan de binnenkant van de achterklep om de elektrisch bediende achterklep te Knop aan sluiten. binnenkant achterklep Als u nogmaals op de knop drukt terwijl de elektrisch bediende achterklep wordt gesloten, wordt het sluiten stopgezet.
  • Pagina 205 uuAchterklepuDe elektrisch bediende achterklep openen/sluiten ■ 1Programmeren stand achterklep Programmeren stand achterklep Als de achterklep slechts een beetje wordt geopend, kan de De mate waarin de elektrisch bediende achterklep stand kan niet worden geprogrammeerd, zelfs niet als u op automatisch opent kan worden geprogrammeerd. de knop aan de binnenkant van de achterklep drukt.
  • Pagina 206 uuAchterklepuDe elektrisch bediende achterklep openen/sluiten ■ 1Automatisch sluiten Automatisch sluiten De automatische sluitfunctie wordt niet geactiveerd als u op Als u de elektrisch bediende achterklep handmatig sluit, vergrendelt deze automatisch. de buitenhandgreep van de achterklep drukt, terwijl de elektrisch bediende achterklep wordt gesloten. ATTENTIE Forceer de achterklep niet wanneer de elektrisch bediende achterklep wordt vergrendeld.
  • Pagina 207 Beveiligingssysteem Startblokkeringssysteem Het startblokkeringssysteem zorgt ervoor dat het voedingssysteem niet kan worden gestart 1Startblokkeringssysteem met een sleutel die niet vooraf is geregistreerd. Iedere sleutel bevat elektronische zenders, die ATTENTIE gebruik maken van elektronische signalen om de sleutel te controleren. Als de sleutel in het voertuig wordt achtergelaten, kan dit leiden tot diefstal of per ongeluk bewegen van het voertuig.
  • Pagina 208 uuBeveiligingssysteemuBeveiligingssysteemalarm Beveiligingssysteemalarm Het beveiligingssysteemalarm wordt geactiveerd wanneer de achterklep, de motorkap of de 1Beveiligingssysteemalarm portieren worden geopend zonder de afstandsbediening of het sleutelloze toegangssysteem. Probeer het systeem niet te wijzigen of er andere voorzieningen aan toe te voegen. ■ Als het beveiligingssysteemalarm wordt geactiveerd Gebeurt dit wel, dan kan het systeem beschadigd raken en De claxon klinkt met tussenpozen en sommige exterieurlichten gaan knipperen.
  • Pagina 209 uuBeveiligingssysteemuBeveiligingssysteemalarm ■ Als het beveiligingssysteemalarm ingesteld wordt 1Beveiligingssysteemalarm Het controlelampje van het beveiligingssysteemalarm in het instrumentenpaneel knippert en Modellen met ultrasone sensoren of kantelsensor het knipperinterval verandert na ongeveer 15 seconden. Het systeem kan per ongeluk worden geactiveerd wanneer: • Het voertuig in een geautomatiseerde garage wordt ■...
  • Pagina 210 uuBeveiligingssysteemuUltrasone sensoren Ultrasone sensoren De ultrasone sensoren worden enkel geactiveerd wanneer het beveiligingssysteemalarm wordt 1Ultrasone sensoren ingesteld. Als de sensoren een indringer rond of in het voertuig detecteren of detecteren dat Ongeacht of de ultrasone sensoren wel of niet zijn een indringer het voertuig binnendringt via een ruit, activeert de sensor het alarm.
  • Pagina 211 uuBeveiligingssysteemuKantelsensor Kantelsensor De kantelsensor wordt alleen ingeschakeld als het alarmsysteem wordt ingesteld. Als iemand 1Kantelsensor het voertuig omhoog brengt om het voertuig te slepen, de wielen te verwijderen enz., gaat het Ongeacht of de kantelsensor wel of niet is geactiveerd, kan alarm af.
  • Pagina 212 uuBeveiligingssysteemuSupervergrendeling Supervergrendeling De supervergrendelingsfunctie schakelt de vergrendelknoppen uit op alle portieren. 1Supervergrendeling ■ WAARSCHUWING De supervergrendelingsfunctie activeren • Draai de sleutel in het bestuurdersportier binnen vijf seconden tweemaal naar de voorkant Niemand mag zich in het voertuig bevinden bij van het voertuig. het instellen van de supervergrendeling.
  • Pagina 213 Ruiten Elektrisch bediende ruiten openen/sluiten De elektrisch bediende ruiten kunnen met behulp van de portierschakelaars worden geopend 1Elektrisch bediende ruiten openen/sluiten en gesloten wanneer de voedingsmodus op AAN staat. WAARSCHUWING De schakelaars aan de bestuurderszijde kunnen worden gebruikt om alle ruiten te openen en Wanneer een elektrisch bediende ruit wordt te sluiten.
  • Pagina 214 uuRuitenuElektrisch bediende ruiten openen/sluiten ■ 1Elektrisch bediende ruiten openen/sluiten Ruiten openen/sluiten met de functie voor automatisch openen/ sluiten Automatisch omkeren Als een elektrisch bediende ruit tijdens het automatisch ■ Handmatige bediening sluiten op een obstakel stuit, stopt de beweging en beweegt Controlelampje Openen: Duw de schakelaar rustig naar beneden de ruit in tegenovergestelde richting.
  • Pagina 215 uuRuitenuElektrisch bediende ruiten openen/sluiten ■ 1Openen/sluiten van de ruiten met de afstandsbediening Openen/sluiten van de ruiten met de afstandsbediening Modellen met panoramadak Openen: Druk op de ontgrendelingstoets, druk Als u de ruiten opent/sluit met de afstandsbediening, gaat vervolgens binnen 10 seconden opnieuw op de het panoramadak automatisch samen met de ruiten open/ Vergrende- ontgrendelingstoets en houd de toets ingedrukt.
  • Pagina 216 Panoramadak Het panoramadak openen/sluiten Het panoramadak kan alleen worden bediend wanneer de voedingsmodus AAN staat. Gebruik 1Het panoramadak openen/sluiten de schakelaar aan de voorzijde van het plafond om het panoramadak te openen en te sluiten. WAARSCHUWING Het openen of sluiten van het panoramadak tegen handen of vingers kan ernstig letsel veroorzaken.
  • Pagina 217 uuPanoramadak uHet panoramadak openen/sluiten 1Het panoramadak openen/sluiten Wanneer een obstakel is geregistreerd, zorgt de automatische omkeerfunctie dat het panoramadak van richting verandert en dan stopt. De automatische omkeerfunctie kan geen obstakels waarnemen wanneer het panoramadak bijna is gesloten, om te zorgen dat deze volledig sluit.
  • Pagina 218 uuPanoramadak uHet panoramadak openen/sluiten ■ 1Met de schakelaar van het panoramadak Met de schakelaar van het panoramadak ■ Automatische bediening Comfortstand Openen Openen: Trek de schakelaar krachtig terug. Sluiten: Duw de schakelaar krachtig naar voren. Het panoramadak wordt automatisch volledig geopend of gesloten.
  • Pagina 219 uuPanoramadak uHet panoramadak openen/sluiten ■ 1De schakelaar van het zonnescherm gebruiken De schakelaar van het zonnescherm gebruiken Het zonnescherm kan worden geopend of gesloten om de ■ Automatische bediening hoeveelheid licht in het interieur aan te passen. Openen: Trek de schakelaar krachtig terug. Sluiten: Duw de schakelaar krachtig naar voren.
  • Pagina 220 De schakelaars rondom het stuurwiel bedienen Knop POWER ■ 1Knop POWER De voedingsmodus wijzigen Werkingsbereik van knop POWER U kunt het voedingssysteem starten wanneer de VOERTUIG UIT (STUURSLOT) afstandsbediening zich in het voertuig bevindt. De knop is uit. Werkingsbereik De voeding naar alle elektrische componenten is uitgeschakeld.
  • Pagina 221 uuDe schakelaars rondom het stuurwiel bedienenuKnop POWER ■ Automatisch voeding uit Als u het voertuig gedurende 30 tot 60 minuten verlaat met de transmissie in de stand de voedingsmodus in de stand ACCESSOIRE, gaat het voertuig automatisch in de stand die vergelijkbaar is met VOERTUIG UIT (STUURSLOT) om ontladen van de 12V-accu te voorkomen.
  • Pagina 222 uuDe schakelaars rondom het stuurwiel bedienenuKnop POWER ■ 1Herinnering afstandsbediening Herinnering afstandsbediening Wanneer de afstandsbediening zich binnen het Wanneer de voedingsmodus is ingesteld op een werkingsbereik van het systeem bevindt en alle portieren andere modus dan UIT en u de afstandsbediening gesloten zijn, wordt de waarschuwingsfunctie geannuleerd.
  • Pagina 223 uuDe schakelaars rondom het stuurwiel bedienenuRichtingaanwijzers Richtingaanwijzers De richtingaanwijzers kunnen worden gebruikt 1Richtingaanwijzers wanneer de voedingsmodus in de stand AAN staat. Het controlelampje van de richtingaanwijzer op het instrumentenpaneel knippert wanneer de richtingaanwijzer ■ (A): Richtingaanwijzer knippert. Druk de hendel bij het nemen van een afslag Controlelampjes BLZ.
  • Pagina 224 uuDe schakelaars rondom het stuurwiel bedienenuLichtschakelaars Lichtschakelaars ■ 1Lichtschakelaars Handmatige bediening Wanneer de voedingsmodus in de stand VOERTUIG UIT Door aan de lichtschakelaar te draaien, wordt de Grootlicht (STUURSLOT) laat staan terwijl de lichten zijn ingeschakeld, verlichting in- en uitgeschakeld, ongeacht de dan klinkt een zoemer wanneer het bestuurdersportier wordt instelling van de voedingsmodus.
  • Pagina 225 uuDe schakelaars rondom het stuurwiel bedienenuLichtschakelaars ■ 1Automatische bediening (automatische verlichtingsregeling) Automatische bediening (automatische verlichtingsregeling) Het wordt aanbevolen de verlichting handmatig in te De automatische verlichtingsregeling kan worden schakelen tijdens rijden in het donker, in dichte mist of in gebruikt wanneer de voedingsmodus op AAN staat. donkere gebieden zoals lange tunnels of parkeerplaatsen.
  • Pagina 226 uuDe schakelaars rondom het stuurwiel bedienenuLichtschakelaars ■ 1Koplampintegratie met wissers Koplampintegratie met wissers Deze functie wordt geactiveerd wanneer de koplampen uit De koplampen worden automatisch ingeschakeld wanneer de wissers meerdere malen binnen zijn in AUTO. De helderheid van het instrumentenpaneel een bepaald aantal intervallen worden gebruikt, terwijl de koplampschakelaar in de stand verandert niet wanneer de koplampen gaan branden.
  • Pagina 227 uuDe schakelaars rondom het stuurwiel bedienenuMistlampen Mistlampen ■ Mistlampen voor Kunnen worden gebruikt wanneer de parkeerlichten of koplampen ingeschakeld zijn. ■ Mistlamp achter Kan worden gebruikt wanneer de koplampen of de mistlampen voor ingeschakeld zijn. ■ Mistlampen voor en achter ■...
  • Pagina 228 uuDe schakelaars rondom het stuurwiel bedienenuActieve bochtenverlichting Actieve bochtenverlichting Verbeter het zicht van de bocht wanneer u een bocht neemt. Met de voedingsmodus in de 1Actieve bochtenverlichting stand AAN, de koplampen ingeschakeld en de voertuigsnelheid lager dan 40 km/h wordt de De actieve bochtenverlichting gaat na ongeveer vijf minuten bochtverlichting ingeschakeld wanneer u de richtingaanwijzers bedient of aan het stuurwiel automatisch uit.
  • Pagina 229 uuDe schakelaars rondom het stuurwiel bedienenuDagrijlicht Dagrijlicht De parkeerlichten/dagrijlichten gaan aan wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan: • De voedingsmodus op AAN staat. • De koplampschakelaar staat in de stand AUTO of OFF. Het dagrijlicht gaat uit wanneer de koplampen worden ingeschakeld of wanneer de koplampschakelaar in de stand AUTO staat en het buiten donkerder wordt.
  • Pagina 230 uuDe schakelaars rondom het stuurwiel bedienenuAutomatisch grootlicht Automatisch grootlicht De sensorcamera aan de voorkant detecteert de lichtbronnen vóór het voertuig zoals de lichten 1Automatisch grootlicht van een voor- of tegenligger, of straatverlichting. Wanneer u in het donker rijdt, schakelt het Het automatisch grootlicht-systeem werkt niet altijd in elke systeem automatisch tussen dimlicht en grootlicht, afhankelijk van de situatie.
  • Pagina 231 uuDe schakelaars rondom het stuurwiel bedienenuAutomatisch grootlicht ■ Automatisch schakelen tussen grootlicht en dimlicht 1Automatisch grootlicht gebruiken Wanneer automatisch grootlicht actief is, schakelen de koplampen tussen grootlicht en In de volgende gevallen schakelt het automatisch grootlicht- dimlicht onder de volgende voorwaarden. systeem de koplampen mogelijk niet goed of is het schakelmoment gewijzigd.
  • Pagina 232 uuDe schakelaars rondom het stuurwiel bedienenuAutomatisch grootlicht ■ 1Automatisch grootlicht uitschakelen Automatisch grootlicht uitschakelen Als u het automatisch grootlicht-systeem uitschakelt, werkt U kunt het automatisch grootlicht-systeem uitschakelen. Als u het systeem in of uit wilt het systeem niet totdat u het systeem inschakelt. schakelen, zet u de voedingsmodus in de stand AAN.
  • Pagina 233 uuDe schakelaars rondom het stuurwiel bedienenuRuitenwissers en ruitensproeiers Ruitenwissers en ruitensproeiers ■ 1Ruitenwissers en ruitensproeiers Voorruitwissers/-sproeiers ATTENTIE De voorruitwissers en -sproeiers kunnen worden Gebruik de ruitenwissers niet wanneer de voorruit droog is. gebruikt wanneer de voedingsmodus op AAN staat. Er komen krassen op de voorruit of de rubberen bladen raken beschadigd.
  • Pagina 234 uuDe schakelaars rondom het stuurwiel bedienenuRuitenwissers en ruitensproeiers ■ 1Ruitenwissers en ruitensproeiers Automatisch onderbroken ruitenwissers De ruitenwissermotor kan de werking van de motor tijdelijk Wanneer u de hendel naar beneden duwt in de stoppen om een overbelasting te vermijden. De werking van de stand AUTO, maken de voorruitwissers één wisslag ruitenwissers zal na enkele minuten opnieuw normaal worden, en schakelen dan over naar de automatische stand.
  • Pagina 235 uuDe schakelaars rondom het stuurwiel bedienenuRuitenwissers en ruitensproeiers ■ Achterruitwisser/-sproeier De achterruitwisser en -sproeier kunnen worden gebruikt wanneer de voedingsmodus op AAN staat. ■ Wisserschakelaar (OFF, INT, ON) Wijzig de instelling van de wisserschakelaar aan de hand van de hoeveelheid regen. ■...
  • Pagina 236 uuDe schakelaars rondom het stuurwiel bedienenuRuitenwissers en ruitensproeiers ■ 1Koplampsproeiers Koplampsproeiers De koplampsproeiers gebruiken dezelfde vloeistoftank als de Schakel de koplampen in en druk op de voorruitwissers. koplampsproeierknop om het systeem te activeren. De koplampsproeiers functioneren ook wanneer u de voorruitsproeiers voor de eerste maal inschakelt nadat de voedingsmodus op AAN is gezet.
  • Pagina 237 uuDe schakelaars rondom het stuurwiel bedienenuKnop achterruitverwarming/verwarmde buitenspiegel Knop achterruitverwarming/verwarmde buitenspiegel Druk op de knop van de achterruitverwarming en verwarmde buitenspiegel om de achterruit 1Knop achterruitverwarming/verwarmde buitenspiegel en de spiegels te ontwasemen wanneer de voedingsmodus op AAN staat. Dit systeem verbruikt veel stroom; schakel het dus uit De achterruitverwarming/verwarmde buitenspiegels wanneer de ruit is ontwasemd of ontdooid.
  • Pagina 238 uuDe schakelaars rondom het stuurwiel bedienenuKnop voorruitverwarming Knop voorruitverwarming Druk op de knop van de voorruitverwarming om de 1Knop voorruitverwarming voorruit te ontdooien bij de zone voor de ruststand Dit systeem verbruikt veel stroom; schakel het dus uit van de wissers en langs de rand aan de wanneer de ruit is ontwasemd.
  • Pagina 239 uuDe schakelaars rondom het stuurwiel bedienenuHelderheidsregeling Helderheidsregeling ■ 1Helderheidsregeling Afstellen van de helderheid van het instrumentenpaneel De helderheid van het instrumentenpaneel wordt verlaagd in Wanneer de helderheid van de meter is verlaagd, de volgende situaties: Knop (TRIP) kunt u de knop (TRIP) gebruiken om de •...
  • Pagina 240 uuDe schakelaars rondom het stuurwiel bedienenuHelderheidsregeling ■ Afstellen van de helderheid van het head-updisplay U kunt het head-updisplay bedienen door ongeveer Knop HUD één seconde op de knop HUD te drukken wanneer de voedingsmodus in de stand AAN staat. Wanneer het head-updisplay is ingeschakeld, houdt u de knop HUD ingeschakeld tot de indicator van Knop het helderheidsniveau op de interface voor...
  • Pagina 241 uuDe schakelaars rondom het stuurwiel bedienenuRijpositiegeheugensysteem Rijpositiegeheugensysteem Met het rijpositiegeheugensysteem kunt u de stoelposities (met uitzondering van elektrisch 1Rijpositiegeheugensysteem bediende lendensteun) van twee bestuurders opslaan. Via het audio-/informatiescherm kan de functie voor automatische verstelling van de voorstoel worden Wanneer u het bestuurdersportier ontgrendelt en opent met een afstandsbediening of het uitgeschakeld.
  • Pagina 242 uuDe schakelaars rondom het stuurwiel bedienenuRijpositiegeheugensysteem ■ 1Een positie opslaan in het geheugen Een positie opslaan in het geheugen Nadat op de knop SET is gedrukt, wordt het opslaan in de 1. Stel de voedingsmodus in op AAN. Stel de volgende gevallen geannuleerd: bestuurdersstoel in op de gewenste positie.
  • Pagina 243 uuDe schakelaars rondom het stuurwiel bedienenuHet stuurwiel verstellen Het stuurwiel verstellen De stuurwielhoogte en de afstand van het stuurwiel ten opzichte van het lichaam kunnen 1Het stuurwiel verstellen worden versteld, zodat het stuurwiel comfortabel kan worden beetgepakt en een correcte WAARSCHUWING rijhouding kan worden aangenomen.
  • Pagina 244 Spiegels Achteruitkijkspiegel Stel de hoek van de achteruitkijkspiegel af wanneer u in de correcte rijhouding zit. 1Spiegels Houd de binnen- en buitenspiegels schoon en afgesteld voor ■ het beste zicht. Achteruitkijkspiegel met dag- en nachtstanden Bedien de lip om van stand te veranderen. Verstel de spiegels voordat u gaat rijden.
  • Pagina 245 uuSpiegelsuElektrisch bediende buitenspiegels Elektrisch bediende buitenspiegels U kunt de buitenspiegels afstellen wanneer de Knop voedingsmodus op AAN staat. inklappen ■ Spiegelstand instellen L/R-keuzeschakelaar: Selecteer de linker- of de rechterspiegel. Zet de schakelaar na het instellen van de spiegel in de middenstand. Instelschakelaar spiegelpositie: Druk de schakelaar naar links, naar rechts, naar boven of naar beneden om de spiegel te bewegen.
  • Pagina 246 uuSpiegelsuElektrisch bediende buitenspiegels ■ Kantelfunctie buitenspiegel bij achteruitrijden Indien geactiveerd, kantelt de buitenspiegel aan de passagierszijde automatisch naar beneden wanneer de transmissie in de stand wordt gezet; zo wordt de zichtbaarheid aan de passagierszijde bij het achteruitrijden verbeterd. De spiegel keert automatisch terug naar de oorspronkelijke positie wanneer u de transmissie uit schakelt.
  • Pagina 247 uuSpiegelsuElektrisch bediende buitenspiegels ■ 1Buitenspiegels automatisch in- en uitklappen Buitenspiegels automatisch in- en uitklappen De buitenspiegels kunnen niet automatisch worden ■ De buitenspiegels inklappen uitgeklapt als ze werden ingeklapt met de inklapknop. Druk binnen tien seconden tweemaal op de vergrendelknop op de afstandsbediening en houd de knop ingedrukt.
  • Pagina 248 Stoelen Voorstoelen Schuif de bestuurdersstoel zo ver mogelijk naar 1Stoelen Zorg voor voldoende ruimte. achteren, maar zodanig dat u de volledige controle WAARSCHUWING over het voertuig behoudt. U moet rechtop kunnen zitten met uw rug tegen de rugleuning, de pedalen Te ver naar voren leunen in een voertuig met voldoende kunnen intrappen zonder naar voren te frontale airbags kan in ernstig of fataal letsel...
  • Pagina 249 uuStoelenuVoorstoelen ■ Handmatig bediende voorstoel(en) verstellen 1Handmatig bediende voorstoel(en) verstellen Wanneer een stoel eenmaal correct is afgesteld, kunt u deze naar voren en naar achteren wiegen om er zeker van te zijn dat de stoel op zijn plaats bevestigd is. Rugleuninghoek verstellen Trek de hendel omhoog...
  • Pagina 250 uuStoelenuVoorstoelen ■ Afstelschakelaar lendensteun Modellen met elektrisch bediende stoel voorin Druk op de bovenkant: Lendensteun omhoog bewegen. Druk op de onderkant: Lendensteun omlaag bewegen. Druk op de voorkant: Om de complete lendensteun te verhogen. Druk op de achterkant: Om de complete lendensteun te verlagen.
  • Pagina 251 uuStoelenuVoorstoelen ■ 1Rugleuningen verstellen Rugleuningen verstellen WAARSCHUWING Zet de rugleuning van de bestuurdersstoel in een comfortabele, rechtstandige positie en zorg daarbij Door de rugleuning te ver naar achteren te voor voldoende ruimte tussen uw borstkas en de plaatsen, neemt de kans op ernstig of dodelijk afdekking van de airbag in het midden van het letsel bij een ongeval toe.
  • Pagina 252 uuStoelenuAchterstoelen Achterstoelen ■ 1Achterstoelen De zitplaatsen verstellen Wanneer een stoel eenmaal correct is afgesteld, kunt u deze naar voren en naar achteren wiegen om er zeker van te zijn Hendel dat de stoel op zijn plaats bevestigd is. Rugleuninghoek verstellen Trek de hendel omhoog om de hoek te wijzigen.
  • Pagina 253 uuStoelenuAchterstoelen ■ 1Achterbank neerklappen Achterbank neerklappen WAARSCHUWING 1. Berg eerst de middelste veiligheidsgordel op. Vergrendelgesp Plaats de vergrendeltong in de sleuf aan de Zorg ervoor dat de rugleuningen veilig zijkant van de ankergesp. vergrendeld zijn vóór het rijden. 2. Laat de veiligheidsgordel aanspannen in de houder in het plafond.
  • Pagina 254 uuStoelenuEen juiste zithouding aannemen Een juiste zithouding aannemen Nadat alle inzittenden hun stoel en hoofdsteun hebben afgesteld en hun veiligheidsgordel 1Een juiste zithouding aannemen hebben omgedaan, is het van groot belang dat ze rechtop blijven zitten, goed naar achteren WAARSCHUWING in hun stoel en met de voeten op de vloer, totdat het voertuig veilig geheel tot stilstand is gekomen en het voedingssysteem is uitgeschakeld.
  • Pagina 255 uuStoelenuHoofdsteunen Hoofdsteunen Het voertuig is uitgerust met hoofdsteunen op alle stoelposities. ■ 1Afstellen van de hoofdsteunen op de voorstoelen Afstellen van de hoofdsteunen op de voorstoelen WAARSCHUWING Hoofdsteunen bieden de beste bescherming tegen whiplash en andere verwondingen door Verkeerd afgestelde hoofdsteunen werken niet aanrijdingen van achteren wanneer het achterhoofd effectief en kunnen bij een ongeval leiden tot van de inzittende op het midden van de hoofdsteun...
  • Pagina 256 uuStoelenuHoofdsteunen Hoofdsteun naar voren kantelen: Druk de achterkant naar voren. Hoofdsteun naar achteren kantelen: Duw de hoofdsteun naar achteren terwijl u de ontgrendelingsknop aan de zijkant indrukt. ■ 1Positie hoofdsteun achterbank verstellen Positie hoofdsteun achterbank verstellen Als u de hoofdsteun op de middelste stoel achterin gebruikt, Een passagier die op de stoel achterin zit, moet, trekt u de hoofdsteun naar de hoogste stand.
  • Pagina 257 uuStoelenuHoofdsteunen ■ 1De hoofdsteunen verwijderen en aanbrengen De hoofdsteunen verwijderen en aanbrengen WAARSCHUWING Hoofdsteunen kunnen worden verwijderd voor reinigings- of reparatiewerkzaamheden. Het niet aanbrengen, of niet correct De hoofdsteun verwijderen: aanbrengen, van de hoofdsteunen kan leiden Trek de hoofdsteun zo ver mogelijk omhoog. Druk vervolgens op de ontgrendelingsknop trek tot ernstig letsel bij een aanrijding.
  • Pagina 258 uuStoelenuArmsteun Armsteun ■ De armsteun van de voorstoel gebruiken Het consoledeksel kan als armsteun worden gebruikt. Verstellen: Schuif de armsteun in de gewenste positie. ■ De armsteun van de achterbank gebruiken Trek de armsteun in het midden van de rugleuning naar beneden.
  • Pagina 259 Comfortvoorzieningen interieur Interieurverlichting ■ 1Schakelaars interieurverlichting Schakelaars interieurverlichting In de stand voor portieractivering dooft de ■ interieurverlichting langzaam en gaat deze ongeveer De interieurverlichting gaat branden bij geopende 30 seconden nadat de portieren zijn gesloten uit. Stand voor portieractivering of gesloten portieren. De verlichting gaat na ongeveer 30 seconden uit in de ■...
  • Pagina 260 uuComfortvoorzieningen interieuruInterieurverlichting ■ 1Kaartleeslampjes Kaartleeslampjes Modellen met panoramadak ■ Voorstoel Voor Wanneer de schakelaar voor de interieurverlichting in de De kaartleeslampjes kunnen worden in- en stand voor portieractivering staat en een van de portieren is uitgeschakeld door op de knop geopend of de lichtschakelaar in de stand ON wordt gezet, (kaartleeslampje) te drukken.
  • Pagina 261 uuComfortvoorzieningen interieuruInterieurverlichting ■ 1Verlichting bagageruimte Verlichting bagageruimte De bagageruimteverlichting heeft geen aan/uit-schakelaar. De bagageruimteverlichting wordt ingeschakeld Als de achterklep gedurende langere tijd open blijft staan, wanneer u de achterklep opent. gaat deze automatisch binnen 30 minuten uit.
  • Pagina 262 uuComfortvoorzieningen interieuruOpbergvakken Opbergvakken ■ 1Handschoenenkastje Handschoenenkastje WAARSCHUWING Open het handschoenenkastje door aan de hendel te trekken. Een open handschoenenkastje kan tijdens een aanrijding ernstig letsel aan uw passagier toebrengen, ook al maakt deze gebruik van de veiligheidsgordel. Houd tijdens het rijden het handschoenenkastje steeds gesloten.
  • Pagina 263 uuComfortvoorzieningen interieuruOpbergvakken ■ Opbergruimte middenconsole Om te openen, trekt u de knop uit. U kunt de positie van de lade veranderen door deze naar voren of naar achteren te schuiven. Knop Lade ■ De lade verwijderen 1. Schuif de lade naar achteren. 2.
  • Pagina 264 uuComfortvoorzieningen interieuruOpbergvakken De lade inschuiven: Breng de lade in lijn met de sleuven aan de Sleuf achterkant van de consolebak en druk hem vervolgens helemaal omlaag tot hij zich in de vergrendelde stand bevindt. WORDT VERVOLGD...
  • Pagina 265 uuComfortvoorzieningen interieuruOpbergvakken ■ Vloerkastje bagageruimte Trek de klep in de vloer van de bagageruimte omhoog. Vloerkastje bagageruimte...
  • Pagina 266 uuComfortvoorzieningen interieuruOpbergvakken ■ 1Drankhouders Drankhouders ■ ATTENTIE Drankhouders voorstoel Gemorste vloeistoffen kunnen de stoelbekleding, de Bevinden zich in de console tussen de voorstoelen. vloerbedekking en elektrische onderdelen in het voertuig beschadigen. Wees voorzichtig bij gebruik van de drankhouders. Als u hete drank morst, kunt u brandwonden oplopen.
  • Pagina 267 uuComfortvoorzieningen interieuruOpbergvakken ■ Drankhouders achterportier Bevinden zich in de zijvakken van beide achterportieren.
  • Pagina 268 uuComfortvoorzieningen interieuruOpbergvakken ■ 1Jashaakje Jashaakje De jashaakjes zijn niet ontworpen voor grote of zware Op de handgrepen linksachter en rechtsachter zijn voorwerpen. jashaakjes aangebracht. Trek het haakje omlaag als u het wilt gebruiken. Op de deurstijlen links en rechts zijn kledinghaakjes aangebracht.
  • Pagina 269 uuComfortvoorzieningen interieuruOpbergvakken ■ 1Bevestigingspunten voor vastbinden Bevestigingspunten voor vastbinden Pak onder het rijden geen voorwerpen uit de bagageruimte. De bevestigingspunten in de vloer van de Losliggende voorwerpen kunnen letsel veroorzaken wanneer bagageruimte kunnen worden gebruikt voor de u hard moet remmen. bevestiging van een net voor het vastzetten voorwerpen.
  • Pagina 270 uuComfortvoorzieningen interieuruOpbergvakken ■ 1Zonnebrilhouder Zonnebrilhouder Zorg ervoor dat de houder gesloten is tijdens het rijden, Druk op de inkeping van de zonnebrilhouder en laat behalve voor toegang tot opgeborgen voorwerpen. los om de zonnebrilhouder te openen. Om de houder te sluiten drukt u hem dicht totdat hij wordt vergrendeld.
  • Pagina 271 uuComfortvoorzieningen interieuruOpbergvakken ■ 1Bagageruimteafdekking Bagageruimteafdekking Pak onder het rijden geen voorwerpen uit de bagageruimte. Met de bagageruimteafdekking kunt u voorwerpen Losliggende voorwerpen kunnen letsel veroorzaken wanneer in de bagageruimte verbergen en beschermen u hard moet remmen. tegen direct zonlicht. Stapel objecten in de bagageruimte niet hoger dan de ■...
  • Pagina 272 uuComfortvoorzieningen interieuruOpbergvakken ■ Intrekken: Bevestigingsstang Haak Schuif de stangen uit de haken en rol de bedekking langzaam terug tot deze volledig is ingetrokken. ■ Verwijderen: Druk een van de zijden van de behuizing naar binnen en til deze van zijn plaats.
  • Pagina 273 uuComfortvoorzieningen interieuruOverige comfortvoorzieningen in interieur Overige comfortvoorzieningen in interieur ■ 1Accessoirevoedingen Accessoirevoedingen ATTENTIE De accessoirevoedingen kunnen worden gebruikt wanneer de voedingsmodus op Steek geen voertuigaanstekerelement in de voeding. Dit kan ACCESSOIRE of AAN staat. tot oververhitting van de accessoirevoeding leiden. ■...
  • Pagina 274 uuComfortvoorzieningen interieuruOverige comfortvoorzieningen in interieur ■ 1Draadloze oplader Draadloze oplader WAARSCHUWING Voor gebruik van de draadloze oplader moet de voedingsmodus ACCESSOIRE of AAN zijn. Laad een apparaat dat geschikt is voor Qi draadloos opladen als volgt op via het gedeelte dat Metalen voorwerpen tussen het laadblok en het is aangegeven met de markering te laden apparaat worden heet en kunnen...
  • Pagina 275 uuComfortvoorzieningen interieuruOverige comfortvoorzieningen in interieur ■ Wanneer het apparaat niet begint op te laden 1Draadloze oplader Pas een van de oplossingen in de volgende tabel toe. ATTENTIE Plaats geen magnetische opnamemedia of precisie- Controlelampje Oorzaak Oplossing apparaten binnen het laadgebied tijdens het opladen. De gegevens op uw kaarten zoals creditcards kunnen Er is een obstakel tussen het Verwijder het obstakel.
  • Pagina 276 uuComfortvoorzieningen interieuruOverige comfortvoorzieningen in interieur 1Draadloze oplader Het laden kan kort worden onderbroken wanneer: • Alle portieren of de achterklep worden gesloten. Om problemen met de juiste werking van het sleutelloze toegangssysteem te voorkomen. • De positie van het apparaat wordt gewijzigd. Laad niet meer dan één apparaat tegelijk op binnen een laadgebied.
  • Pagina 277 uuComfortvoorzieningen interieuruOverige comfortvoorzieningen in interieur ■ 1Stuurwielverwarming Stuurwielverwarming Gebruik de stuurwielverwarming niet continu wanneer het De voedingsmodus moet AAN zijn om de voedingssysteem uitgeschakeld is. Onder dergelijke stuurwielverwarming te gebruiken. omstandigheden kan de 12V-accu zwakker worden, waardoor het moeilijk is het voedingssysteem in te Druk op de knop aan de rechterzijde van het schakelen.
  • Pagina 278 uuComfortvoorzieningen interieuruOverige comfortvoorzieningen in interieur ■ 1Verwarming voorstoelen Verwarming voorstoelen WAARSCHUWING De voedingsmodus moet AAN zijn om de stoelverwarming te gebruiken. Bij het gebruik van de stoelverwarming kunnen door hitte brandwonden ontstaan. Personen met een verminderd vermogen om temperatuur waar te nemen (bijv. personen met suikerziekte, beschadiging van de zenuwen van de onderste ledematen of verlamming) of een gevoelige huid wordt afgeraden...
  • Pagina 279 uuComfortvoorzieningen interieuruOverige comfortvoorzieningen in interieur ■ 1Achterbankverwarming Achterbankverwarming WAARSCHUWING De voedingsmodus moet AAN zijn om de stoelverwarming te gebruiken. Bij het gebruik van de stoelverwarming kunnen Er is geen verwarming op de middelste zitplaats van door hitte brandwonden ontstaan. de achterbank. Druk op de knop van de stoelverwarming: Personen met een verminderd vermogen om Eenmaal: De instelling HI (drie controlelampjes...
  • Pagina 280 Klimaatregelsysteem Automatische klimaatregeling gebruiken Het automatische klimaatregelsysteem regelt de binnentemperatuur die u selecteert. Het 1Automatische klimaatregeling gebruiken systeem selecteert tevens de juiste mix verwarmde of gekoelde lucht, waardoor de Modellen met display-audio binnentemperatuur zo snel mogelijk naar wens wordt verhoogd of verlaagd. Druk op de knop CLIMATE om informatie betreffende A/C, MODUS en ventilatieregeling weer te geven op het audio-/ Modellen met audiosysteem met kleurenscherm...
  • Pagina 281 uuKlimaatregelsysteemuAutomatische klimaatregeling gebruiken Modellen met display-audio De lucht stroomt De lucht stroomt De lucht De lucht stroomt uit de uit de stroomt uit de uit de vloer- en de ventilatieopeningen ventilatieopeningen vloerventi- voorruitontwase- in het dashboard en in de vloer, het latieroosters.
  • Pagina 282 uuKlimaatregelsysteemuAutomatische klimaatregeling gebruiken Gebruik het systeem wanneer het voedingssysteem is ingeschakeld. 1Automatische klimaatregeling gebruiken 1. Druk op de knop AUTO. Het controlelampje AUTO gaat uit, maar functies die niet zijn Modellen met audiosysteem met kleurenscherm gekoppeld aan de ingedrukte toets worden automatisch geregeld.
  • Pagina 283 uuKlimaatregelsysteemuAutomatische klimaatregeling gebruiken ■ 1Voorruit en ruiten ontdooien Voorruit en ruiten ontdooien Zorg voor uw eigen veiligheid dat u een goed zicht via Modellen met audiosysteem met kleurenscherm alle ruiten hebt voordat u gaat rijden. Druk op de knop (voorruitontwaseming) om het Stel de temperatuur niet in in de buurt van de boven- of airconditioningsysteem in te schakelen en het ondergrens.
  • Pagina 284 uuKlimaatregelsysteemuAutomatische klimaatregeling gebruiken ■ De ruiten snel ontdooien 1De ruiten snel ontdooien Modellen met audiosysteem met kleurenscherm Schakel na het ontdooien van de ruiten over op de frisse- 1. Druk op de knop (het controlelampje luchtmodus. Wanneer het systeem in de recirculatiemodus blijft staan, dan kunnen de ruiten beslaan door vocht.
  • Pagina 285 uuKlimaatregelsysteemuAutomatische klimaatregeling gebruiken ■ 1Synchronisatiemodus Synchronisatiemodus Wanneer u op de knop drukt, gaat het systeem over naar de synchronisatiemodus. Wanneer het systeem in gesynchroniseerde modus is ingesteld, kunnen de temperatuur aan bestuurderszijde en de temperatuur aan passagierszijde afzonderlijk worden ingesteld. Draaiknop Draaiknop temperatuur-...
  • Pagina 286 uuKlimaatregelsysteemuSensoren automatische klimaatregeling Sensoren automatische klimaatregeling Het automatische klimaatregelsysteem is uitgerust Sensor met sensoren. Bedek de sensoren niet en mors er geen vloeistof overheen. Sensor...
  • Pagina 288 Functies In dit hoofdstuk wordt het bedienen van technologiefuncties beschreven. Audiosysteem Noodoproep (eCall) Over uw audiosysteem......288 Automatische noodoproep ....479 USB-poort(en)........289 Handmatige noodoproep .....481 Aansluitcontact externe audio .... 290 Diefstalpreventie audiosysteem .... 291 Afstandsbediening van het audiosysteem........292 Basisbediening audiosysteem..295, 321 Audio-foutmeldingen......
  • Pagina 289 Audiosysteem Over uw audiosysteem Het audiosysteem bevat een AM/FM-radio. Het kan tevens afspelen vanaf USB-flashdrives en 1Over uw audiosysteem iPod-, iPhone- en Bluetooth®-apparaten. iPod, iPhone en iTunes zijn handelsmerken van Apple Inc. U kunt het audiosysteem bedienen met de knoppen en schakelaars op het paneel, de Werking met contact uit afstandsbediening op het stuurwiel of de pictogrammen op de interface van het Nadat u de voedingsmodus in de stand VOERTUIG UIT zet,...
  • Pagina 290 uuAudiosysteemuUSB-poort(en) USB-poort(en) Sluit de USB-stekker van de iPod of de USB-flashdrive aan op de USB-poort. 1USB-poort(en) ■ Aan de voorkant van de middenconsole Aan de voorkant van de middenconsole • Laat een iPod of USB-flashdrive niet in het voertuig achter. USB-poort (1,0 A) Ze kunnen beschadigd raken door direct zonlicht en hoge Met de USB-poort (1,0 A) kunt u audiobestanden...
  • Pagina 291 uuAudiosysteemuAansluitcontact externe audio ■ Aan de achterkant van de middenconsole Aan de achterkant van de middenconsole 1USB-poort(en) De USB-poorten (2,5 A) zijn alleen voor het opladen USB-poort (2,5A) van apparaten. Deze poort is uitsluitend bedoeld voor laden van de accu. U kunt geen muziek afspelen, zelfs niet als u een muziekspeler hebt aangesloten.
  • Pagina 292 uuAudiosysteemuDiefstalpreventie audiosysteem Diefstalpreventie audiosysteem Het audiosysteem wordt uitgeschakeld wanneer dit wordt ontkoppeld van de voedingsbron (bijvoorbeeld ontkoppelen van de accu of lege accu). Onder bepaalde omstandigheden wordt door het systeem mogelijk een invoerscherm voor de beveiligingscode weergegeven. Als dit gebeurt, dient u het audiosysteem opnieuw te activeren. ■...
  • Pagina 293 uuAudiosysteemuAfstandsbediening van het audiosysteem Afstandsbediening van het audiosysteem Hiermee kunt u het audiosysteem tijdens het rijden bedienen. De informatie wordt 1Afstandsbediening van het audiosysteem weergegeven op de interface voor bestuurdersinformatie of het head-updispplay Sommige modi worden alleen weergegeven als er een Knoppen bepaald apparaat of medium wordt gebruikt.
  • Pagina 294 uuAudiosysteemuAfstandsbediening van het audiosysteem • Bij het beluisteren van een iPod 1. Druk op het audioscherm van de interface voor bestuurdersinformatie op ENTER om de muzieklijst van de iPod weer te geven. 2. Druk op om een categorie te selecteren. 3.
  • Pagina 295 uuAudiosysteemuAfstandsbediening van het audiosysteem Knoppen • Bij het luisteren naar de radio Druk op : Om de volgende voorkeurradiozender te selecteren. Druk op : Om de vorige voorkeurradiozender te selecteren. Houd ingedrukt: Om de volgende krachtige zender te selecteren. Houd ingedrukt: Om de vorige krachtige zender te selecteren.
  • Pagina 296 Basisbediening audiosysteem Modellen met audiosysteem met kleurenscherm 1Basisbediening audiosysteem Voor gebruik van het audiosysteem moet de voedingsmodus op ACCESSOIRE of AAN staan. Deze weergaven worden gebruikt om te tonen hoe de Gebruik de selectieknop of de knop MENU/CLOCK Knop (Dag/Nacht) selectieknop moet worden bediend.
  • Pagina 297 uuBasisbediening audiosysteemu Knop MENU/CLOCK: Druk hierop om een modus Menu Display te selecteren. De beschikbare modi omvatten de achtergrond, het display, de klok, de taalinstellingen en de afspeelmodi. De afspeelmodi omvatten ook Scannen, Willekeurig, Herhalen, etc. Knop (Terug): Druk op deze knop om terug te gaan naar het vorige display. Knop TA: Druk op deze knop om de TA-zender te activeren.
  • Pagina 298 uuBasisbediening audiosysteemuAudio-/informatiescherm Audio-/informatiescherm Geeft de audiostatus en achtergrond weer. Vanaf dit scherm kunt u naar verschillende instelopties gaan. ■ Het display wijzigen Audio Audio-/informatiescherm Klok/Achtergrond WORDT VERVOLGD...
  • Pagina 299 uuBasisbediening audiosysteemuAudio-/informatiescherm ■ Audio Toont de huidige informatie over het audiosysteem. ■ Klok/Achtergrond Toont een klokscherm of een afbeelding die u hebt geïmporteerd. ■ Display wijzigen 1. Druk op de knop MENU/CLOCK. 2. Draai aan om Instellingen te selecteren en druk op 3.
  • Pagina 300 uuBasisbediening audiosysteemuAudio-/informatiescherm ■ 1Achtergrond instellen Achtergrond instellen • Wanneer u achtergrondbestanden importeert, moet de U kunt de achtergrond wijzigen, opslaan, en verwijderen op het audio-/informatiescherm. afbeelding zich in de rootdirectory van de USB-stick bevinden. Afbeeldingen in een map kunnen niet worden ■...
  • Pagina 301 uuBasisbediening audiosysteemuAudio-/informatiescherm ■ Achtergrond selecteren 1Achtergrond instellen 1. Druk op de knop MENU/CLOCK. Druk op de knop (Terug) om terug te keren naar het 2. Draai aan om Instellingen te selecteren en druk op vorige scherm. 3. Draai aan om Achtergrond te selecteren en druk op Wanneer het bestand groot is, duurt het een tijdje voordat 4.
  • Pagina 302 uuBasisbediening audiosysteemuGeluid instellen Geluid instellen Druk op de knop MENU/CLOCK, draai aan 1Geluid instellen Geluid te selecteren en druk op . Draai aan De SVC heeft vier modi: Uit, Laag, Medium en Hoog. om door de volgende opties te schuiven: SVC past het volumeniveau aan de voertuigsnelheid aan.
  • Pagina 303 uuBasisbediening audiosysteemuDisplay instellen Display instellen U kunt de helderheid of het kleurenthema van het audio-/informatiescherm wijzigen. 1De helderheid van het scherm wijzigen U kunt de instelling voor Contrast en Zwartniveau op ■ dezelfde manier wijzigen. De helderheid van het scherm wijzigen 1.
  • Pagina 304 uuBasisbediening audiosysteemuAM/FM-radio afspelen AM/FM-radio afspelen Knop RADIO Druk hierop om een band te selecteren. Audio-/informatiescherm Knop TA Knop VOL/ (Volume aan/uit) Selectieknop Druk hierop om het audiosysteem Draai aan deze knop om de in en uit te schakelen. radiofrequentie af te stellen. Draai aan de knop om het volume Druk op de knop en draai er te regelen.
  • Pagina 305 uuBasisbediening audiosysteemuAM/FM-radio afspelen FM-modus 1AM/FM-radio afspelen ■ Radio Data System (RDS) Het ST-controlelampje verschijnt op het display om stereo FM-uitzendingen aan te geven. Geeft u handige geautomatiseerde diensten die gekoppeld zijn aan uw voor RDS geschikte Stereoweergave is in AM niet beschikbaar. geselecteerde FM-zender.
  • Pagina 306 uuBasisbediening audiosysteemuAM/FM-radio afspelen ■ Alternatieve Frequentie (AF) 1Radio Data System (RDS) Verandert automatisch de frequentie van hetzelfde programma als u in een andere regio komt. Als het systeem geen enkele zender van Zenderlijst kan 1. Druk op de knop MENU/CLOCK. vinden, verschijnt er een bevestiging om de lijst te updaten.
  • Pagina 307 uuBasisbediening audiosysteemuAM/FM-radio afspelen ■ Knop verkeersbericht (TA) 1Radio Data System (RDS) Met de stand-byfunctie voor TA is het systeem in elke modus gereed voor verkeersberichten. De laatst ingeschakelde zender moet een zender zijn die geschikt is voor RDS. Wanneer u op de knop TA drukt, verschijnt het controlelampje TA op het display.
  • Pagina 308 uuBasisbediening audiosysteemuAM/FM-radio afspelen Behalve AM/FM/DAB-modus ■ Programmatype (PTY)/Nieuwsonderbrekingsfunctie Hiermee kan het systeem in elke modus onderbreken met een nieuwsbericht. De laatst ingeschakelde zender moet de zender met de code NEWS PTY zijn. Om de functie te activeren: Selecteer Nieuws in de RDS-instellingen en geef NEWS PTY weer voordat u andere modi inschakelt.
  • Pagina 309 uuBasisbediening audiosysteemuAM/FM-radio afspelen AM (LW/MW)-modus 1Zenderlijst ■ Zenderlijst Als het systeem geen enkele zender van Zenderlijst kan vinden, verschijnt er een bevestiging om de lijst te updaten. Geeft een overzicht van de krachtigste zenders op de gekozen band. Draai aan om Ja te selecteren, druk vervolgens op 1.
  • Pagina 310 uuBasisbediening audiosysteemuDAB (Digital Audio Broadcasting) afspelen DAB (Digital Audio Broadcasting) afspelen Audio-/informatiescherm De indicator voor de DAB- signaalsterkte wordt op het display weergegeven wanneer de DAB- band is geselecteerd. Knop RADIO Druk hierop om een band te selecteren. Knop VOL/ (Volume aan/uit) Selectieknop Druk hierop om het audiosysteem...
  • Pagina 311 uuBasisbediening audiosysteemuDAB (Digital Audio Broadcasting) afspelen ■ 1Servicelijst en ensemblelijst Servicelijst en ensemblelijst U kunt 12 DAB-zenders opslaan in het geheugen van ■ Een DAB-station vinden in de servicelijst of totaallijst de voorkeurstoets. Onder zowel DAB1 als DAB2 kunt u Een DAB-station vinden in de servicelijst: 6 zenders opslaan.
  • Pagina 312 uuBasisbediening audiosysteemuDAB (Digital Audio Broadcasting) afspelen ■ DAB-verbinding: Zoekt automatisch naar hetzelfde station in Totaal en stemt op dat station af. 1. Druk op de knop MENU/CLOCK. 2. Draai aan om Instellingen te selecteren en druk op 3. Draai aan om DAB-instellingen te selecteren en druk op 4.
  • Pagina 313 uuBasisbediening audiosysteemuiPod afspelen iPod afspelen Sluit de iPod met de USB-stekker aan op de USB-poort en druk op de knop MEDIA. 2 USB-poort(en) BLZ. 289 USB-indicator Audio-/informatiescherm Verschijnt wanneer een iPod is aangesloten. Albumafbeelding Knop MEDIA Druk hierop om iPod te selecteren (indien aangesloten).
  • Pagina 314 uuBasisbediening audiosysteemuiPod afspelen ■ 1iPod afspelen Een nummer van de iPod-muzieklijst selecteren met de selectieknop De beschikbare bedieningsfuncties kunnen variëren per model of versie. Sommige functies zijn mogelijk niet 1. Druk op om de iPod-muzieklijst weer te beschikbaar op het audiosysteem van het voertuig. geven.
  • Pagina 315 uuBasisbediening audiosysteemuiPod afspelen ■ 1Afspeelmodus selecteren Afspeelmodus selecteren Items van menu Afspeelmodus U kunt de modi Herhalen en Shuffle selecteren tijdens het afspelen van een nummer. Shuffle albums: Speelt alle beschikbare albums in Pictogrammen van de beschikbare modi verschijnen een geselecteerde categorie (afspeellijsten, artiesten, albums, boven de knoppen afspeelmodus.
  • Pagina 316 uuBasisbediening audiosysteemuAfspelen van een USB-flashdrive Afspelen van een USB-flashdrive Uw audiosysteem leest op een USB-flashdrive geluidsbestanden en speelt deze af in MP3-, WMA-, AAC - of WAV-indeling. Sluit de USB-flashdrive aan op de USB-poort en druk op de knop MEDIA. 2 USB-poort(en) BLZ.
  • Pagina 317 uuBasisbediening audiosysteemuAfspelen van een USB-flashdrive ■ 1Afspelen van een USB-flashdrive Een bestand uit een map selecteren met behulp van de selectieknop Gebruik de aanbevolen USB-flashdrives. Algemene informatie over het 1. Druk op om een maplijst weer te geven. audiosysteem BLZ. 385 Bestanden in WMA-indeling die zijn beveiligd door middel van DRM (Digital Rights Management) kunnen niet worden afgespeeld.
  • Pagina 318 uuBasisbediening audiosysteemuAfspelen van een USB-flashdrive ■ 1Afspeelmodus selecteren Afspeelmodus selecteren Items van menu Afspeelmodus U kunt de modi Herhalen, Willekeurig en Scannen selecteren tijdens het afspelen van een Herhalen bestand. Map herhalen: Herhaalt alle bestanden in de Pictogrammen van de beschikbare modi verschijnen huidige map.
  • Pagina 319 uuBasisbediening audiosysteemuAfspelen van Bluetooth®-audio Afspelen van Bluetooth®-audio Met het audiosysteem kunt u naar muziek op uw Bluetooth-compatibele telefoon luisteren. 1Afspelen van Bluetooth®-audio Deze functie is beschikbaar wanneer de telefoon gekoppeld en verbonden is met het HFT- Niet alle Bluetooth-telefoons met streaming audio- systeem van het voertuig.
  • Pagina 320 uuBasisbediening audiosysteemuAfspelen van Bluetooth®-audio ■ 1Bluetooth®-audiobestanden afspelen Bluetooth®-audiobestanden afspelen Om de audiobestanden af te spelen moet u wellicht uw 1. Zorg dat de telefoon gekoppeld is aan en Knop MEDIA telefoon bedienen. In dat geval dient u de verbonden is met HFT. bedieningsinstructies van de telefoonfabrikant op te volgen.
  • Pagina 321 uuBasisbediening audiosysteemuAfspelen van Bluetooth®-audio ■ 1Een nummer uit muziekzoeklijst selecteren met de selectieknop Een nummer uit muziekzoeklijst selecteren met de selectieknop Afhankelijk van het Bluetooth®-apparaat dat u aansluit, 1. Druk op om de muziekzoeklijst weer te worden sommige of alle categorieën mogelijk niet geven.
  • Pagina 322 Basisbediening audiosysteem Modellen met display-audio 1Basisbediening audiosysteem U kunt het audiosysteem gedurende 30 minuten gebruiken wanneer de voedingsmodus in de Items audiomenu stand VOERTUIG UIT staat. Het systeem wordt daarna automatisch uitgeschakeld. 2 Zenderlijst BLZ. 351, 352 Als u het systeem wilt blijven gebruiken, raden wij aan de voedingsmodus op ACCESSOIRE of 2 Muziekzoeklijst BLZ.
  • Pagina 323 uuBasisbediening audiosysteemuAudio-/informatiescherm Audio-/informatiescherm Geeft de audiostatus en achtergrond weer. Vanaf dit scherm kunt u naar verschillende instelopties gaan. ■ Het display wijzigen ■ 1Druk op de knop (display/informatie) Druk op de knop (display/informatie) Druk op de knop (display/informatie) om het display te wijzigen. U kunt de inhoud op de interface voor bestuurdersinformatie bewerken, verwijderen en eraan toevoegen.
  • Pagina 324 uuBasisbediening audiosysteemuAudio-/informatiescherm ■ Het scherm audio/informatie gebruiken 1Het scherm audio/informatie gebruiken Bediening via het aanraakscherm Beginscherm • Gebruik eenvoudige gebaren - waaronder aanraken, vegen en scrollen - om bepaalde audiofuncties te bedienen. • Tijdens het rijden kunnen bepaalde items grijs worden weergegeven om het risico van afleiding te verminderen.
  • Pagina 325 uuBasisbediening audiosysteemuAudio-/informatiescherm ■ Info Toont Tripcomputer, Spraak Info , Klok/achtergrond/Klok of Systeem/ apparaatinformatie. Selecteer MENU op het scherm Info menu om alle beschikbare opties te zien: Tripcomputer, Spraak Info , Klok/achtergrond/Klok en Systeem-/ apparaatinformatie. Ritcomputer: • Tab Huidige rit: Toont de huidige ritinformatie. •...
  • Pagina 326 Hiermee geeft u het scherm Aha weer. 2 Aha afspelen BLZ. 363 ■ App Center Geeft Honda App Center weer. 2 On-board apps BLZ. 369 ■ Schakelt de verkeersinformatie in en uit. ■ App Lijst Hiermee voegt u apps of widgets toe op het beginscherm of verwijdert u deze.
  • Pagina 327 uuBasisbediening audiosysteemuAudio-/informatiescherm ■ De pictogramindeling van het beginscherm wijzigen 1. Selecteer 2. Selecteer een pictogram en houd dit vast. Het scherm schakelt over naar het aanpassingsscherm. 3. Versleep het pictogram en zet het op de gewenste plaats. 4. Selecteer OK. Het scherm keert terug naar het beginscherm.
  • Pagina 328 uuBasisbediening audiosysteemuAudio-/informatiescherm ■ Volgorde bewerken 1Volgorde bewerken Om de volgorde van de pictogrammen op de interface voor bestuurdersinformatie te Er is een alternatieve methode om de volgorde van de bewerken, selecteert u eerst: pictogrammen te wijzigen. Selecteer eerst: 1. Volgorde bewerken 1.
  • Pagina 329 uuBasisbediening audiosysteemuAudio-/informatiescherm ■ Inhoud toevoegen 1Inhoud toevoegen U kunt pictogrammen toevoegen aan de interface voor bestuurdersinformatie. Om Pictogrammen die grijs worden weergegeven, kunnen niet pictogrammen toe te voegen, selecteert u eerst: worden geselecteerd. 1. Toevoegen Als een pictogram een plusteken bevat in de rechterbovenhoek, betekent dit dat het pictogram al is toegevoegd.
  • Pagina 330 uuBasisbediening audiosysteemuAudio-/informatiescherm ■ Inhoud verwijderen 1Inhoud verwijderen Om inhoud te verwijderen in de interface voor bestuurdersinformatie, selecteert u eerst: U kunt ook inhoud verwijderen door: 1. Verwijderen 1. Verwijderen of Volgorde bewerken te selecteren 2. Selecteer een pictogram dat u wilt verwijderen en houd het ingedrukt.
  • Pagina 331 uuBasisbediening audiosysteemuAudio-/informatiescherm ■ 1Achtergrond instellen Achtergrond instellen De achtergrond die is ingesteld met Klok-/ U kunt de achtergrond wijzigen, opslaan, en verwijderen op het audio-/informatiescherm. achtergrondtype kan niet worden weergegeven op de interface voor bestuurdersinformatie. ■ Achtergrond importeren • Wanneer u achtergrondbestanden importeert, moet de U kunt achtereenvolgens maximaal vijf afbeeldingen importeren als achtergrond vanaf een afbeelding zich in de rootdirectory van de USB-stick USB-stick.
  • Pagina 332 uuBasisbediening audiosysteemuAudio-/informatiescherm ■ Achtergrond selecteren 1Achtergrond instellen 1. Selecteer Instellingen. Selecteer Voorbeeld in het pop-up-menu om een 2. Selecteer Klok. voorbeeldweergave op een volledig scherm te zien. 3. Selecteer Klok-/achtergrondtype en open vervolgens de tab Achtergrond. Het scherm gaat naar de lijst met achtergronden. 4.
  • Pagina 333 uuBasisbediening audiosysteemuAudio-/informatiescherm ■ 1Beginscherm Beginscherm Het beginscherm heeft 5 pagina's (vast). U kunt geen extra ■ Naar een volgend scherm gaan pagina's toevoegen. Selecteer om vanuit elke pagina rechtstreeks terug te gaan naar de eerste pagina van het beginscherm. Vegen Pictogram Pictogram Huidige paginapositie...
  • Pagina 334 In dat geval gaat u terug naar het scherm voordat de browser werd gestart. Installeer alleen apps die zijn goedgekeurd door een Honda- dealer. Installatie van niet-goedgekeurde apps kan leiden tot een verhoogde kans op corruptie van voertuiggegevens en uw privacygegevens.
  • Pagina 335 uuBasisbediening audiosysteemuAudio-/informatiescherm ■ App- of widgetpictogrammen toevoegen aan het beginscherm App- of widgetpictogrammen kunnen worden toegevoegd aan het beginscherm. 1. Selecteer 2. Selecteer 3. Selecteer een lege ruimte en houd deze vast op het beginscherm. Het pop-up-menu verschijnt op het scherm. Selecteren en vasthouden.
  • Pagina 336 uuBasisbediening audiosysteemuAudio-/informatiescherm 5. Selecteer een app- of widgetpictogram dat u wilt toevoegen en houd het vast. Het scherm schakelt over naar het aanpassingsscherm. Selecteren en vasthouden. 6. Versleep het pictogram en zet het op de gewenste plaats. 7. Selecteer OK. Het scherm keert terug naar het beginscherm.
  • Pagina 337 uuBasisbediening audiosysteemuAudio-/informatiescherm ■ Pictogrammen verplaatsen op het beginscherm 1Pictogrammen verplaatsen op het beginscherm U kunt de locatie op het beginscherm wijzigen. U kunt de pictogrammen Telefoon, Info, Audio, 1. Selecteer een pictogram en houd dit vast. Instellingen, Navigatie , Connectiviteit smartphone, Het scherm schakelt over naar het aha, App Center, TA, App Lijst en (instrumentenpaneel) ook op dezelfde manier verplaatsen.
  • Pagina 338 uuBasisbediening audiosysteemuAudio-/informatiescherm ■ Pictogrammen op het beginscherm verwijderen 1Pictogrammen op het beginscherm verwijderen Pictogrammen op het beginscherm kunt u verwijderen. De pictogrammen Telefoon, Info, Audio, Instellingen, 1. Selecteer een pictogram en houd dit vast. Navigatie , Connectiviteit smartphone, aha, App Het scherm schakelt over naar het Center, TA, App Lijst en (instrumentenpaneel) kunnen...
  • Pagina 339 uuBasisbediening audiosysteemuAudio-/informatiescherm ■ De achtergrond van het beginscherm wijzigen Een achtergrond van het beginscherm kunt u wijzigen. 1. Selecteer een lege ruimte en houd deze vast op het beginscherm. Het pop-up-menu verschijnt op het scherm. 2. Selecteer Achtergr. wijzigen. Het pop-up-menu verschijnt op het scherm. 3.
  • Pagina 340 uuBasisbediening audiosysteemuAudio-/informatiescherm ■ Statusgedeelte 1. Veeg omlaag vanaf de bovenzijde van het scherm. Het statusgedeelte verschijnt. Vegen 2. Selecteer een item om de details te zien. 3. Selecteer of veeg omhoog vanaf de balk onderin om het gebied te sluiten. Statusgedeelte Balk WORDT VERVOLGD...
  • Pagina 341 uuBasisbediening audiosysteemuAudio-/informatiescherm ■ 1De scherminterface wijzigen De scherminterface wijzigen Nadat u de lay-out van de scherminterface hebt gewijzigd, U kunt het interface-ontwerp van het scherm wijzigen. kunt u de achtergrond wijzigen aan de hand van de volgende 1. Selecteer procedure. 2.
  • Pagina 342 uuBasisbediening audiosysteemuAudio-/informatiescherm ■ 1Menu aanpassen Menu aanpassen U kunt ook de onderstaande methode gebruiken om het U kunt menupictogrammen aan de rechterzijde van de schermen Audio, Telefoon en Info menupictogram te wijzigen: wijzigen. Selecteer Instellingen Systeem tabblad Home 1. Selecteer een van de drie pictogrammen (Audio/ Positie menupictogram Menupictogrammen Telefoon/Info) op het scherm en selecteer en...
  • Pagina 343 uuBasisbediening audiosysteemuAudio-/informatiescherm ■ 1Apps sluiten Apps sluiten Als een aantal apps op de achtergrond werken en er een U kunt bepaalde apps sluiten die op de achtergrond van het systeem draaien. probleem is met het audiosysteem, werken sommige van 1. Selecteer en houd dit vast.
  • Pagina 344 uuBasisbediening audiosysteemuGeluid instellen Geluid instellen 1. Selecteer 1Geluid instellen 2. Selecteer MENU. De SVC heeft vier modi: Uit, Laag, Medium en Hoog. 3. Selecteer Geluid. SVC past het volumeniveau aan de voertuigsnelheid aan. Wanneer u sneller gaat, neemt het audiovolume toe. Wanneer u vertraagt, neemt het audiovolume af.
  • Pagina 345 uuBasisbediening audiosysteemuDisplay instellen Display instellen U kunt de helderheid of het kleurenthema van het audio-/informatiescherm wijzigen. ■ 1De helderheid van het scherm wijzigen De helderheid van het scherm wijzigen U kunt de instelling voor Contrast en Zwartniveau op 1. Selecteer dezelfde manier wijzigen.
  • Pagina 346 uuBasisbediening audiosysteemuDisplay instellen ■ 1Een audiobron selecteren Een audiobron selecteren Als u voorgeïnstalleerde audio-apps start, wordt weergegeven op het scherm. Selecteer het bronpictogram. Scherm bronselectie Deze voorgeïnstalleerde apps kunnen niet worden weergegeven op het scherm voor bronselectie. U kunt deze audio-apps starten vanuit Wanneer u het scherm van Aha gebruikt en u een andere bron wilt selecteren, selecteert u BRON linksboven op het...
  • Pagina 347 uuBasisbediening audiosysteemuWerking spraakbediening* Modellen met navigatiesysteem Werking spraakbediening 1Werking spraakbediening* Uw voertuig beschikt over een spraakbedieningssysteem dat handsfree bediend kan worden. Zodra u op de knop drukt, vraagt een behulpzame stem Het spraakbedieningssysteem maakt gebruik van de knoppen (Spreken) en wat u wilt doen.
  • Pagina 348 uuBasisbediening audiosysteemuWerking spraakbediening* ■ ■ ■ Telefoonoproep Audio Scherm Spraakactivering Dit kan alleen worden gebruikt wanneer de Wanneer het systeem de opdracht Audio telefoon is aangesloten. Wanneer het systeem de herkent, verandert het scherm in het scherm opdracht Phone call herkent, verandert het spraakherkenning voor audio.
  • Pagina 349 uuBasisbediening audiosysteemuWerking spraakbediening* ■ • Spraakhulp ■ What am I listening to? Telefoonopdrachten Op het scherm wordt een lijst met de beschikbare ■ USB-opdrachten Het systeem accepteert deze opdrachten op het opdrachten weergegeven. • USB play specifieke scherm voor de spraakherkenning voor •...
  • Pagina 350 uuBasisbediening audiosysteemuWerking spraakbediening* ■ ■ Afspeelopdrachten ■ Opdrachten op scherm Klimaatregeling-opdrachten • Play artist <naam> • Climate control on Wanneer Opdrachten op scherm wordt • Play track/song <naam> • Climate control off gekozen, wordt het toelichtingsscherm • Play album <naam> •...
  • Pagina 351 uuBasisbediening audiosysteemuAM/FM-radio afspelen AM/FM-radio afspelen Audio-/informatiescherm Pictogram Scannen Selecteer dit pictogram om elke zender met een sterk signaal te scannen. Pictogram Openen/sluiten Pictogram (Audio) Toont/verbergt de detailinformatie. Selecteer om het scherm audio weer te geven. Pictogram (Terug) Pictogrammen Zoeken Selecteer dit pictogram om terug te gaan naar het vorige scherm.
  • Pagina 352 uuBasisbediening audiosysteemuAM/FM-radio afspelen ■ 1Voorkeuzegeheugen Voorkeuzegeheugen Het controlelampje ST verschijnt op het display om stereo Om een zender op te slaan: FM-uitzendingen aan te geven. 1. Stem de gekozen zender af. Stereoweergave is in AM niet beschikbaar. 2. Selecteer het voorkeuzenummer voor de zender die u wilt opslaan en houd dit ingedrukt. Audiomodus wijzigen Druk op op het stuurwiel of selecteer BRON op het...
  • Pagina 353 uuBasisbediening audiosysteemuAM/FM-radio afspelen ■ 1Radio Data System (RDS) Scannen Wanneer u een voor RDS geschikte FM-zender selecteert, Laat gedurende 10 seconden elk van de krachtigste zenders op de gekozen band horen. Om gaat de RDS automatisch aan en de frequentiedisplay het scannen uit te schakelen, selecteert u Annuleren of verandert in de zendernaam.
  • Pagina 354 uuBasisbediening audiosysteemuDAB (Digital Audio Broadcasting) afspelen DAB (Digital Audio Broadcasting) afspelen Audio-/informatiescherm Pictogram (Audio) Selecteer om het scherm audio weer te geven. Knop VOL/ AUDIO (Volume/Audio aan/uit) Pictogram Openen/sluiten Druk hierop om het audiosysteem in en uit te Toont/verbergt de schakelen.
  • Pagina 355 uuBasisbediening audiosysteemuDAB (Digital Audio Broadcasting) afspelen ■ 1Voorkeuzegeheugen Voorkeuzegeheugen Audiomodus wijzigen Een service opslaan: Druk op op het stuurwiel of selecteer BRON op het 1. Stem de gekozen service af. scherm. 2. Selecteer het voorkeuzenummer voor de service die u wilt opslaan en houd dit ingedrukt. Afstandsbediening van het audiosysteem BLZ.
  • Pagina 356 uuBasisbediening audiosysteemuDAB (Digital Audio Broadcasting) afspelen ■ Scannen Hiermee wordt elk(e) van de ensembles of services die kunnen worden ontvangen, gedurende 10 seconden getest. 1. Selecteer Scannen. 2. Selecteer Ensemble scannen of Service scannen. Om de scan te annuleren, selecteert u Scan annuleren. ■...
  • Pagina 357 uuBasisbediening audiosysteemuiPod afspelen iPod afspelen Sluit de iPod met uw USB-stekker aan op de USB-poort en selecteer de iPod-modus. 2 USB-poort(en) BLZ. 289 Audio-/informatiescherm Pictogram (Audio) Selecteer om het scherm audio weer te geven. Pictogram (Terug) Pictogram Openen/sluiten Selecteer dit pictogram om terug te gaan Toont/verbergt de detailinformatie.
  • Pagina 358 uuBasisbediening audiosysteemuiPod afspelen ■ 1iPod afspelen Een nummer selecteren in de muziekzoeklijst De beschikbare bedieningsfuncties kunnen variëren per 1. Selecteer MENU en Muziek zoeken. model of versie. Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar op het audiosysteem van het voertuig. In geval van een storing kan een foutmelding op het audio-/ informatiescherm verschijnen.
  • Pagina 359 uuBasisbediening audiosysteemuiPod afspelen ■ 1Afspeelmodus selecteren Afspeelmodus selecteren Items van menu Afspeelmodus Bij het afspelen van een bestand kunt u kiezen tussen shuffle- en herhalingsmodus. Willekeurig albums: Speelt in een geselecteerde lijst Selecteer een afspeelmodus. (afspeellijsten, artiesten, albums, nummers, podcasts, genres, componisten of audioboeken) alle beschikbare albums af in willekeurige volgorde.
  • Pagina 360 uuBasisbediening audiosysteemuSong By Voice (SBV) Song By Voice (SBV) Gebruik SBV om muziek te zoeken op en af te spelen vanaf uw USB-flashdrive of iPod met 1Song By Voice (SBV) gebruikmaking van spraakbediening. Instellingsopties: • Aan (fabrieksinstelling): Song By Voice -opdrachten zijn ■...
  • Pagina 361 uuBasisbediening audiosysteemuSong By Voice (SBV) ■ Naar muziek zoeken met SBV 1Naar muziek zoeken met SBV 1. Kies bij Song by Voice de instelling On. Lijst met opdrachten voor Song By Voice 2. Druk op de knop (Spreken) en zeg "Music Opdrachten bij Song By Voice BLZ.
  • Pagina 362 uuBasisbediening audiosysteemuSong By Voice (SBV) ■ 1Fonetische wijziging Fonetische wijziging De functie Fonetische wijziging Spraakgestuurd muziek Voeg fonetische wijzigingen van moeilijke of vreemde woorden toe, zodat SBV gemakkelijker kiezen is niet beschikbaar wanneer Song by Voice is artiesten, nummers, albums en componisten kan herkennen in spraakopdrachten bij het ingesteld op Uit.
  • Pagina 363 uuBasisbediening audiosysteemuSong By Voice (SBV) 8. Selecteer het te wijzigen item (bijvoorbeeld, Artist). De lijst van het geselecteerde item wordt op het scherm weergegeven. 9. Selecteer een te wijzigen vermelding. Het pop-up-menu verschijnt op het scherm. Selecteer Play om te luisteren naar de huidige fonetische wijziging.
  • Pagina 364 uuBasisbediening audiosysteemuAha afspelen afspelen kan worden weergegeven en gebruikt op het audio-/informatiescherm wanneer uw 1Aha afspelen smartphone is verbonden met het audiosysteem via Wi-Fi. van Harman is een cloudgebaseerde service waarmee 2 Wi-Fi-verbinding BLZ. 372 u uw favoriete webinhoud kunt indelen in live radiozenders. U kunt podcasts, internetradio, op locatie gebaseerde diensten en audio-updates van websites van sociale media openen.
  • Pagina 365 uuBasisbediening audiosysteemuAfspelen van een USB-flashdrive Afspelen van een USB-flashdrive Uw audiosysteem leest op een USB-flashdrive geluids- en videobestanden en speelt deze af in MP3-, WMA-, AAC -, WAV- of MP4-indeling. Sluit uw USB-flashdrive aan op de USB-poort en selecteer vervolgens de USB-modus. 2 USB-poort(en) BLZ.
  • Pagina 366 uuBasisbediening audiosysteemuAfspelen van een USB-flashdrive ■ 1Afspelen van een USB-flashdrive Een bestand uit de muziekzoeklijst selecteren Gebruik de aanbevolen USB-flashdrives. 1. Selecteer MENU en Muziek zoeken. Algemene informatie over het audiosysteem BLZ. 385 WMA-bestanden die beveiligd zijn door middel van DRM (Digital Rights Management) kunnen niet worden afgespeeld.
  • Pagina 367 uuBasisbediening audiosysteemuAfspelen van een USB-flashdrive ■ 1Afspeelmodus selecteren Afspeelmodus selecteren Items van menu Afspeelmodus U kunt tijdens het afspelen van een bestand de modi scan, herhalen en willekeurig selecteren. Scannen ■ Scannen Mappen scannen: Van het eerste bestand in alle 1.
  • Pagina 368 uuBasisbediening audiosysteemuAfspelen van Bluetooth®-audio Afspelen van Bluetooth®-audio Met het audiosysteem kunt u naar muziek op uw Bluetooth-compatibele telefoon luisteren. 1Afspelen van Bluetooth®-audio Deze functie is beschikbaar wanneer de telefoon gekoppeld en verbonden is met het HFT- Niet alle Bluetooth-telefoons met streaming audio- systeem van het voertuig.
  • Pagina 369 uuBasisbediening audiosysteemuAfspelen van Bluetooth®-audio ■ 1Bluetooth®-audiobestanden afspelen Bluetooth®-audiobestanden afspelen Om de audiobestanden af te spelen moet u wellicht uw 1. Zorg dat de telefoon gekoppeld is aan en telefoon bedienen. In dat geval dient u de verbonden is met het systeem. bedieningsinstructies van de telefoonfabrikant op te volgen.
  • Pagina 370 Houd u altijd aan de wetten van het land wanneer u dit apparaat gebruikt. • Toepassingen op de hoofdunit kunnen op elk moment worden gewijzigd. Dit kan betekenen dat ze niet beschikbaar zijn of anders werken. Honda is in dergelijke gevallen niet aansprakelijk.
  • Pagina 371 uuBasisbediening audiosysteemuSmartphone-verbinding Smartphone-verbinding Sommige van uw smartphone-apps kunnen worden weergegeven en gebruikt op het audio-/ 1Smartphone-verbinding informatiescherm wanneer de telefoon is aangesloten op het audiosysteem. U kunt uw Parkeer op een veilige plek voordat u uw telefoon aansluit en telefoon aansluiten met een kabel. terwijl u de weergegeven apps gebruikt.
  • Pagina 372 uuBasisbediening audiosysteemuSmartphone-verbinding Behalve iPhone ■ 1Uw smartphone aansluiten Uw smartphone aansluiten Terwijl de telefoon is aangesloten op de USB-poort, kan de 1. Sluit uw telefoon aan op het audiosysteem via telefoon worden opgeladen. Als de telefoon echter is Bluetooth®. overbelast met veel verschillende verwerkingstaken, kan de batterij leeg raken.
  • Pagina 373 uuBasisbediening audiosysteemuWi-Fi-verbinding Wi-Fi-verbinding U kunt het Display Audio-systeem verbinden met internet via Wi-Fi en door websites bladeren 1Wi-Fi-modus (instellen voor de eerste keer) of online diensten gebruiken op het audio-/informatiescherm. Als uw telefoon beschikt over U kunt de instelprocedure niet uitvoeren terwijl het voertuig draadloze hotspotmogelijkheden, kan het systeem door middel van "tethering"...
  • Pagina 374 uuBasisbediening audiosysteemuWi-Fi-verbinding 8. Selecteer Toevoegen. 1Wi-Fi-modus (nadat de eerste instelling is uitgevoerd) Geef, indien vereist, een wachtwoord voor uw iPhone-gebruikers telefoon in en selecteer Klaar. Mogelijk moet u opnieuw een eerste instelling voor de Wi-Fi- Als de verbinding is gelukt, wordt het verbinding uitvoeren nadat u uw telefoon hebt opgestart.
  • Pagina 375 uuBasisbediening audiosysteemuSiri Eyes Free Siri Eyes Free U kunt spreken met Siri met behulp van de knop (Spreken) op het stuurwiel wanneer uw 1Siri Eyes Free iPhone is gekoppeld aan het handsfree telefoonsysteem (HFT). Siri is een handelsmerk van Apple Inc. 2 Telefoon instellingen BLZ.
  • Pagina 376 Apple CarPlay uit of ontkoppelt u de USB-kabel van uw iPhone. Apple CarPlay instellen BLZ. 377 Apple CarPlay-pictogram Teruggaan naar het Selecteer het Honda- scherm met het Apple pictogram om terug te keren CarPlay-menu naar het beginscherm Wanneer uw iPhone is verbonden met Apple CarPlay, kan de Bluetooth®...
  • Pagina 377 Apple CarPlay, evenals nieuwe of gewijzigde overheidsverordeningen, kunnen leiden tot een vermindering of beëindiging van de functionaliteit en diensten van Apple CarPlay. Honda biedt geen enkele garantie ten aanzien van de toekomstige prestaties en functionaliteit van Apple CarPlay. Apps van derden kunnen worden gebruikt als ze compatibel zijn met Apple CarPlay.
  • Pagina 378 uuBasisbediening audiosysteemuApple CarPlay ■ 1Apple CarPlay instellen Apple CarPlay instellen U kunt ook de onderstaande methode gebruiken om Apple Gebruik de volgende procedure om Apple CarPlay in te stellen nadat u uw iPhone hebt CarPlay in te stellen: aangesloten op het systeem via de USB-poort van 1,5 A. Het gebruik van Apple CarPlay brengt Selecteer HOME Instellingen Smartphone...
  • Pagina 379 uuBasisbediening audiosysteemuApple CarPlay ■ 1Apple CarPlay bedienen met Siri Apple CarPlay bedienen met Siri Onderstaand ziet u enkele voorbeelden van vragen en Druk op de knop (spreken) en houd deze ingedrukt om Siri in te schakelen. opdrachten voor Siri. Knop (Spreken): •...
  • Pagina 380 uuBasisbediening audiosysteemuAndroid Auto Android Auto Wanneer u een Android-telefoon aansluit op het Display Audio-systeem via de USB-poort van 1Android Auto 1,5 A wordt Android Auto automatisch gestart. Wanneer de telefoon is verbonden via Android Om Android Auto te gebruiken, moet u de Android Auto- Auto, hebt u met het audio-/informatiescherm toegang tot de functies Telefoon, Google Maps app op Google Play downloaden naar uw smartphone.
  • Pagina 381 Parkeer het voertuig op een veilige plek om een zoekopdracht vermindering of beëindiging van de functionaliteit en uit te voeren of andere gegevens in te voeren. diensten van Android Auto. Honda biedt geen enkele garantie ten aanzien van de toekomstige prestaties en Modellen met navigatiesysteem functionaliteit van Android Auto.
  • Pagina 382 uuBasisbediening audiosysteemuAndroid Auto Muziek en audio Afspelen van Google Play Music en muziekapps die compatibel zijn met Android Auto. Druk op dit pictogram om te schakelen tussen muziekapps. Terugkeren naar het beginscherm. Spraak Android Auto bedienen met uw stem. ■ Automatisch koppelen Wanneer u een Android-telefoon aansluit op de eenheid via de USB-poort van 1,5 A, wordt Android Auto automatisch gestart.
  • Pagina 383 • Beantwoord sms. • Bel mijn vrouw. Knop (Beëindigen/terug): • Navigeer naar Honda. Druk hierop om de spraakherkenning uit te schakelen. • Speel mijn muziek af. Knop (Spreken): • Stuur een sms naar mijn vrouw. Druk op deze knop en houd deze ingedrukt om Android Auto met uw •...
  • Pagina 384 Audio-foutmeldingen iPod/USB-flashdrive Als een fout optreedt tijdens het afspelen van een iPod of USB-flashdrive, dan kunnen de volgende foutmeldingen worden getoond. Neem contact op met een dealer wanneer de foutmelding niet kan worden gewist. Foutmelding Oplossing Verschijnt wanneer er een probleem is met het audiosysteem. Controleer of het apparaat USB-fout *1, *2 compatibel is met het audiosysteem.
  • Pagina 385 uuAudio-foutmeldingenuAndroid/Apps Foutmelding Oplossing Verschijnt als een niet-ondersteund apparaat wordt aangesloten. Sluit als deze melding verschijnt Niet ondersteund *1, *2 wanneer een ondersteund apparaat is aangesloten, het apparaat opnieuw aan. Verschijnt wanneer het systeem niet communiceert met een aangesloten apparaat. Als deze Apparaat geen reactie melding verschijnt wanneer een apparaat is aangesloten, neem dan contact op met de leverancier van uw apparaat.
  • Pagina 386 Algemene informatie over het audiosysteem Compatibele iPod, iPhone en USB-flashdrives ■ 1Compatibiliteit van iPod- en iPhone-modellen Compatibiliteit van iPod- en iPhone-modellen Dit systeem werkt wellicht niet met alle softwareversies van Modellen met audiosysteem met kleurenscherm deze apparaten. Model iPod (5e generatie) iPod classic 80 GB/160 GB (geïntroduceerd in 2007) iPod classic 120 GB (geïntroduceerd in 2008) iPod classic 160 GB (geïntroduceerd in 2009)
  • Pagina 387 uuAlgemene informatie over het audiosysteemuCompatibele iPod, iPhone en USB-flashdrives ■ Aanbevolen apparaten Media USB-flashdrive Baseline Level 3 (MPEG4-AVC), Simple Level 5 Profiel (MP4-versie) (MPEG4) Bestandsextensie (MP4-versie) .mp4/.m4v Compatibele audio codec MPEG4 (ISO/IEC 14496 Compatibele video-codec MPEG4-AVC (H.264) Part.2) Bitsnelheid 10 Mbps (MPEG4-AVC) 8 Mbps (MPEG4) Maximaal beeld 720 x 576 pixels...
  • Pagina 388 uuAlgemene informatie over het audiosysteemuJuridische Informatie met betrekking tot Apple CarPlay/Android Auto Modellen met display-audio Juridische Informatie met betrekking tot Apple CarPlay/Android Auto ■ LICENTIE-/AANSPRAKELIJKHEIDSINFORMATIE BIJ GEBRUIKERSHANDLEIDING HET GEBRUIK VAN APPLE CARPLAY IS ONDERWORPEN AAN UW INSTEMMING MET DE GEBRUIKSVOORWAARDEN VAN CARPLAY, DIE ZIJN OPGENOMEN ALS ONDERDEEL VAN DE ALGEMENE VOORWAARDEN VAN APPLE iOS.
  • Pagina 389 ZOVER TOEGESTAAN DOOR DE TOEPASSELIJKE WETGEVING, BIJ U LIGT, EN DAT DE TOEPASSINGEN EN INFORMATIE OVER DE TOEPASSINGEN "ALS ZODANIG" EN "ZOALS BESCHIKBAAR" WORDEN GELEVERD, MET ALLE FOUTEN EN ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE. HONDA WIJST HIERBIJ ELKE VORM VAN GARANTIES EN/OF CONDITIES VAN DE HAND MET BETREKKING TOT DE TOEPASSINGEN EN INFORMATIE OVER DE TOEPASSINGEN, ZOWEL...
  • Pagina 390 De licentiegegevens en/of broncode van dergelijke FOSS vindt u via de volgende URL. KARAKTER. IN GEEN GEVAL ZULLEN DE AUTEURS OF AUTEURSRECHTHOUDERS AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR https://www.denso.com/global/en/opensource/tcu/honda/ ENIGE CLAIM, SCHADE OF ANDERE AANSPRAKELIJKHEID, OF HET NU EEN ACTIE VAN OVEREENKOMST, ONRECHTMATIGE DAAD OF ANDERSZINS BETREFT, DIE...
  • Pagina 391 Instelbare functies Modellen met audiosysteem met kleurenscherm 1Instelbare functies Gebruik het audio-/informatiescherm om bepaalde functies aan te passen. Wanneer u instellingen aanpast: • Zorg ervoor dat het voertuig volledig stilstaat. • Zet de transmissie in stand ■ Functies aanpassen 1Functies aanpassen Wanneer het voertuig volledig stilstaat met de voedingsmodus op AAN, drukt u op de knop Deze weergaven worden gebruikt om te tonen hoe de MENU/CLOCK, en selecteer vervolgens Instellingen.
  • Pagina 392 uuInstelbare functiesu ■ Flowschema voor aanpassingen Druk op de knop MENU/CLOCK. Klok instellen Geluid Instellingen RDS-instellingen Radiotekst Nieuws DAB-instellingen Radiotekst DAB-link FM-link Band selecteren Beide BANDIII L-BAND Bluetooth-instellingen Nieuw apparaat toevoegen Verbind een audio-apparaat Schermaanpassing Helderheid Contrast Zwartniveau WORDT VERVOLGD...
  • Pagina 393 uuInstelbare functiesu Display wijzigen Audio Achtergrond Achtergrond Selecteren Importeren Verwijderen Kleurenthema Blauw Rood Amber Paars Blauwgroen Taal Klokformaat Licentie...
  • Pagina 394 uuInstelbare functiesu Druk op de knop en draai aan om Telefooninstellingen te selecteren, en druk vervolgens op Bluetooth-instellingen Nieuw apparaat toevoegen Verbind een telefoon Verbind een audio-apparaat Koppel alle apparaten los Apparaat wissen Sleutel Snelkiezen Beltoon Mobiele telefoon Vast Beller-ID info Naam prioriteit Nummer prioriteit Systeem wissen...
  • Pagina 395 uuInstelbare functiesu ■ Lijst met aanpasbare opties Instellingengroep Instelbare functies Beschrijving Selecteerbare instellingen Klok instellen. Klok instellen — Klok BLZ. 180 Geluid instellen. Geluid BAS/MID/TRE/FAD/BAL/SVC 2 Geluid instellen BLZ. 301 Geeft de radiotekstinformatie van de geselecteerde Radiotekst Aan/Uit RDS-zender weer. Verandert automatisch de frequentie van hetzelfde /Uit programma als u in een andere regio komt.
  • Pagina 396 uuInstelbare functiesu Instellingengroep Instelbare functies Beschrijving Selecteerbare instellingen Koppelt een nieuwe telefoon aan HFT, bewerkt of Nieuw apparaat verwijdert een gekoppelde telefoon en maakt een code — toevoegen Bluetooth- voor een gekoppelde telefoon aan. Telefoon instellingen instellingen BLZ. 432 Verbind een audio- Verbindt, ontkoppelt of koppelt een Bluetooth®- —...
  • Pagina 397 uuInstelbare functiesu Instellingengroep Instelbare functies Beschrijving Selecteerbare instellingen Klok /Afbeelding 1/ Selecteren Wijzigt het type achtergrond. Afbeelding 2/Afbeelding 3 Importeert een afbeeldingsbestand voor een nieuwe Achtergrond Importeren — achtergrond. Achtergrond instellen BLZ. 299 Verwijdert een afbeeldingsbestand voor een Afbeelding 1/Afbeelding 2/ Verwijderen achtergrond.
  • Pagina 398 uuInstelbare functiesu Instellingengroep Instelbare functies Beschrijving Selecteerbare instellingen Nieuw apparaat Een nieuwe telefoon aan HFT koppelen. — toevoegen Telefoon instellingen BLZ. 432 Koppelt een nieuwe telefoon of verbindt een Verbind een telefoon — gekoppelde telefoon aan HFT. Telefoon instellingen BLZ. 432 Bluetooth- Verbind een audio- Verbindt een Bluetooth®-audioapparaat met HFT.
  • Pagina 399 Instelbare functies Modellen met display-audio 1Instelbare functies Gebruik het audio-/informatiescherm om bepaalde functies aan te passen. Wanneer u instellingen aanpast: • Zorg ervoor dat het voertuig volledig stilstaat. ■ Functies aanpassen • Zet de transmissie in stand Wanneer het voertuig volledig stilstaat met de voedingsmodus in de stand AAN, selecteer dan Zie het volgende voor het aanpassen van functies.
  • Pagina 400 uuInstelbare functiesu ■ Flowschema voor aanpassingen Klok Klok Klok/achtergrondtype Klok Selecteer Instellingen. Achtergrond Klokaanpassing Auto Tijdszone Auto Daglicht Klokformaat Klokweergave Superponeer de klokweergave Klokreset Andere Voorkeuren infoscherm Standaard Info Klok Klok/achtergrondtype Klok Achtergrond Klokaanpassing Auto Tijdszone Auto Daglicht Klokformaat Klokdisplay Superponeer de klokweergave Klokreset Andere...
  • Pagina 401 uuInstelbare functiesu Camera Achtercamera Vaste richtlijn Dynamische richtlijn Display parkeersensor Standaard Monitor kruisend verkeer Bluetooth / Wi-Fi Bluetooth Bluetooth aan/uit-status Bluetooth-apparaatlijst Bluetooth-appar.lijst Prioriteitsinstellingen van het apparaat Koppelcode bewerken Wi-Fi Wi-Fi aan/uit-status Wi-Fi apparatenlijst Wi-Fi informatie Standaard Telefoon Bluetooth-apparaatlijst Snelkiezen bewerken Beltoon Autom.
  • Pagina 402 uuInstelbare functiesu Audio FM/AM RDS-instellingen RDS INFO DAB-DAB-Link DAB-FM-Link Bandbereik Bluetooth Bluetooth-apparaatlijst Video Schermaanpassing Aanpassing beeldverhouding Overige Cover Art Audiobron pop-Up Geluid Standaard * Niet beschikbaar op alle modellen WORDT VERVOLGD...
  • Pagina 403 uuInstelbare functiesu Systeem Home Volgorde homescherm bewerken Positie menu-pictogram Configuratie van Instrumentenpaneel Instell. tachometer Scherm Scherminstellingen Helderheid Contrast Zwartniveau Achtergrondkleur Blauw Amber Rood Paars Blauwgroen Gevoeligheid aanraakscherm Geluid/pieptoon Volume begeleiding Volume tekstbericht Spraakherk. Volume Metervolume - Lijst lezen Metervolume - Alfabetisch lezen Verbale herinnering Piepvolume *1 : Verschijnt niet wanneer u het uiterlijk van de scherminterface wijzigt.
  • Pagina 404 uuInstelbare functiesu Spraakherk. Eén Druk Spraakbediening Spraakmelding Spraakgestuurd muziek kiezen Fonetische wijziging Spraakgestuurd muziek kiezen Fonetische wijziging Telefoonboek Autom. telefoonsync. Klok Klok/achtergrondtype Klok Achtergrond Klokaanpassing Auto Tijdszone Automatische zomertijd Klokformaat Klokweergave Superponeer de klokweergave Klokreset *1: Kloktype verschijnt wanneer u het uiterlijk van de scherminterface wijzigt. * Niet beschikbaar op alle modellen WORDT VERVOLGD...
  • Pagina 405 uuInstelbare functiesu Andere Taal Laatste scherm herinneren Geheugen vernieuwen Aanp. vernieuwingstijd Skin wijzigen Fabrieksdata herstellen Timeout klimaatscherm Detailinformatie Standaard *1 : Verschijnt niet wanneer u het uiterlijk van de scherminterface wijzigt.
  • Pagina 406 uuInstelbare functiesu Voertuig Bandenspanning waarschuwing Annuleren Initialiseren Setup bestuurdersassistentie Waarschuwingsafstand tot voorligger ACC akoestisch signaal bij voorligger Informatie blinde hoek Akoestisch signaal als LKAS uitschakelt Instelling Waarschuwingssysteem verlaten rijbaan ACC invoegingswaarschuwing Bestuurdersattentiecontrolesysteem Head-up waarschuwing Instellingen instrumentarium Waarschuwing Instellen buitentemperatuur display Moment van resetten dagteller A Moment van resetten dagteller B Instelling geluidssterkte alarm...
  • Pagina 407 uuInstelbare functiesu Instellingen Smart Entry Instelling ontgrendelen Lichtflits sleutelloze toegang Instelling verlichting Tijdsduur dimmer interieurverl. Timer verlichting uit Autom. binnenverlichtingsgevoeligheid Koplampintegratie met wissers Portier/ruitinstelling Instelling ontgrendelen Signaal openen / sluiten Security deurvergrendel timer Inklapbare deurspiegel auto Inst. stroom Achterklep Handsfree toegang Keyless open functie Openen met knop op achterkant Onderhoudsinformatie...
  • Pagina 408 uuInstelbare functiesu ■ Lijst met aanpasbare opties Instellingen- Selecteerbare Instelbare functies Beschrijving groep instellingen Klok-/ Klok achtergrondtype Achtergrond Kloktype Klokaanpassing Auto Tijdszone Klok Auto Daglicht Zie Info op BLZ. 408 Klokformaat Klok Klokweergave Superponeer de klokweergave Klokreset Andere Voorkeuren infoscherm Standaard worden met deze functie alle Standaard aangepaste items in de instellingengroep...
  • Pagina 409 uuInstelbare functiesu Instellin- Selecteerbare Instelbare functies Beschrijving gengroep instellingen Analoog/digitaal Klok Wijzigt het type klokdisplay. Klein digitaal/Uit Klok-/ • Wijzigt het type achtergrond. achtergrondtype • Importeert een afbeeldingsbestand voor een nieuwe Leeg/Galaxy Kloktype Achtergrond achtergrond. Metaalachtig • Verwijdert een afbeeldingsbestand voor een achtergrond.
  • Pagina 410 uuInstelbare functiesu Instellin- Selecteerbare Instelbare functies Beschrijving gengroep instellingen Klokweergave Selecteert of het klokdisplay gaat branden. /Uit Rechtsboven Superponeer de Linksboven/ Klok Wijzigt de locatie van het klokdisplay. klokweergave Rechtsonder/ Linksonder/Uit Klokreset Stelt alle klokinstellingen terug naar de fabrieksinstelling. Ja/Nee Info Selecteert het hoofdmenu wanneer de knop (display/...
  • Pagina 411 uuInstelbare functiesu Instellin- Selecteerbare Instelbare functies Beschrijving gengroep instellingen Selecteert of de vaste richtlijnen op de monitor van de Vaste richtlijn achteruitrijcamera worden weergegeven. /Uit Achteruitrijcamera voor multi-weergave BLZ. 616 Hiermee selecteert u of de geleidelijnen worden aangepast op Dynamische richtlijn /Uit basis van de beweging van het stuurwiel.
  • Pagina 412 uuInstelbare functiesu Instellingen- Selecteerbare Instelbare functies Beschrijving groep instellingen Bluetooth aan/uit-status Verandert de Bluetooth®-status. /Uit Koppelt een nieuwe telefoon aan HFT, bewerkt of Bluetooth-apparaatlijst verwijdert een gekoppelde telefoon. — 2 Telefoon instellingen BLZ. 455 Hiermee wordt het automatisch verbinding maken van het Status prioriteit systeem met een Bluetooth®-apparaat waaraan prioriteit is /Uit...
  • Pagina 413 uuInstelbare functiesu Instellin- Selecteerbare Instelbare functies Beschrijving gengroep instellingen Koppelt een nieuwe telefoon aan HFT, koppelt of ontkoppelt een Bluetooth- gekoppelde telefoon. — apparaatlijst 2 Telefoon instellingen BLZ. 455 Snelkiezen Bewerkt een snelkiesnummer of voegt dit toe of verwijdert dit. —...
  • Pagina 414 uuInstelbare functiesu Instel- Selecteerbare lingen- Instelbare functies Beschrijving instellingen groep TA-informatie Schakelt de verkeersinformatie in en uit. Aan/Uit Wordt in- en uitgeschakeld om automatisch de frequentie van hetzelfde programma te /Uit veranderen als u in een andere regio komt. RDS- FM/AM-modus Wordt in- en uitgeschakeld om dezelfde stations instellingen...
  • Pagina 415 uuInstelbare functiesu Instel- Selecteerbare lingen- Instelbare functies Beschrijving instellingen groep Helderheid Scherm Contrast Zie Systeem op BLZ. 415 Scherm- Zwartniveau aanpassing Kleur Wijzigt de kleur van het audio-/informatiescherm. — Video Kleur Tint Wijzigt de tint van het audio-/informatiescherm. — Selecteert de weergavemodus met een hoogte/ Origineel/ Aanpassing beeldverhouding breedte-verhouding uit Origineel, Normaal,...
  • Pagina 416 uuInstelbare functiesu Instellin- Selecteerbare Instelbare functies Beschrijving gengroep instellingen Volgorde homescherm Wijzigt de pictogramindeling van het beginscherm. — bewerken Hiermee wijzigt u de positie van de Positie menu-pictogram menupictogrammen op de schermen Audio, Telefoon — Home en Info. Configuratie van Hiermee wijzigt u de pictogramindeling op het scherm —...
  • Pagina 417 uuInstelbare functiesu Instellin- Selecteerbare Instelbare functies Beschrijving gengroep instellingen Wijzigt de achtergrondkleur van het audio-/ Blauw /amber/rood/ Achtergrondkleur informatiescherm. paars/blauwgroen Scherm Gevoeligheid aanraakscherm Hiermee stelt u de gevoeligheid van het aanraakscherm in. Hoog/laag Wijzigt het geluidsvolume. Volume begeleiding Regelt het volume van de begeleiding van het navigatiesysteem.
  • Pagina 418 uuInstelbare functiesu Instellin- Selecteerbare Instelbare functies Beschrijving gengroep instellingen Hiermee wijzigt u de instelling voor de werking van de Eén Druk Spraakbediening /Uit knop (Spreken) bij gebruik van de spraakbediening. Spraakmelding Schakelt de spraakaanwijzingen in en uit. /Uit Spraakgestuurd muziek kiezen Hiermee schakelt u Song By Voice in en uit.
  • Pagina 419 uuInstelbare functiesu Instellin- Instelbare functies Beschrijving Selecteerbare instellingen gengroep Klok Klok-/achtergrondtype Kloktype Achtergrond Klokaanpassing Auto Tijdszone Systeem Klok Automatische zomertijd Zie Info op BLZ. 408 Klokformaat Klokweergave Superponeer de klokweergave Klokreset *1: Verschijnt niet wanneer u het uiterlijk van de scherminterface wijzigt. *2: Verschijnt alleen wanneer u het uiterlijk van de scherminterface wijzigt.
  • Pagina 420 uuInstelbare functiesu Instellin- Instelbare functies Beschrijving Selecteerbare instellingen gengroep English (United Kingdom) Türkçe Taal Hiermee wijzigt u de displaytaal. Zie andere selecteerbare talen op het scherm. Laatste scherm herinneren Selecteert of het apparaat het laatste scherm onthoudt. Aan/Uit Schakelt het audiosysteem automatisch in en herstelt de fragmentatie van een geheugen wanneer de Geheugen vernieuwen /Uit...
  • Pagina 421 uuInstelbare functiesu Instellin- Instelbare functies Beschrijving Selecteerbare instellingen gengroep Initialiseert het waarschuwingssysteem voor Bandenspanning waarschuwing Annuleren/initialiseren bandenspanning. Waarschuwingsafstand Wijzigt de afstand waarop het CMBS waarschuwt. Ver/Normaal /Dichtbij tot voorligger Zorgt ervoor dat het systeem een piepsignaal geeft ACC akoestisch signaal wanneer het systeem een voertuig detecteert of wanneer Aan/Uit bij voorligger...
  • Pagina 422 uuInstelbare functiesu Instellin- Instelbare functies Beschrijving Selecteerbare instellingen gengroep Hiermee selecteert u of het waarschuwingsbericht wordt Waarschuwing Aan/Uit weergegeven op de interface voor bestuurdersinformatie. Instellen Past de temperatuurwaarde met een buitentemperatuur -3 °C ~ ±0 °C ~ +3 °C paar graden aan. display Moment van Wijzigt de instelling voor het resetten...
  • Pagina 423 uuInstelbare functiesu Instellin- Selecteerbare Instelbare functies Beschrijving gengroep instellingen Hiermee geeft u aan of het Stap voor stap display aan Navigatie gaat tijdens de routebegeleiding in meter- en head- /Uit updisplay Hiermee selecteert u of een pop-upwaarschuwing Verwittigingen nieuw Instellingen op het scherm verschijnt wanneer HFT een nieuw tekst-/ /Uit bericht...
  • Pagina 424 uuInstelbare functiesu Instellin- Instelbare functies Beschrijving Selecteerbare instellingen gengroep Tijdsduur dimmer Wijzigt hoe lang de interieurverlichting aan blijft nadat 15sec./30sec. /60sec. interieurverl. u de portieren hebt gesloten. Wijzigt hoe lang de buitenverlichting aan blijft nadat u Timer verlichting uit 0sec/15sec /30sec/60sec het bestuurdersportier hebt gesloten.
  • Pagina 425 uuInstelbare functiesu Instellingen- Instelbare functies Beschrijving Selecteerbare instellingen groep Verandert de instelling voor openen van de elektrisch Handsfree bediende achterklep door een snelle schopbeweging /Uit toegang onder de achterbumper. Inst. stroom Keyless open Verandert de instelling voor afstandsbediening voor Altijd /Wanneer ontgrendeld Achterklep functie...
  • Pagina 426 uuInstelbare functiesuAlle instellingen resetten naar de standaardinstellingen Alle instellingen resetten naar de standaardinstellingen Alle menu-instellingen en aangepaste instellingen terugzetten naar de standaard- 1Alle instellingen resetten naar de standaardinstellingen fabrieksinstelling. Zet als u het voertuig aan iemand anders overdraagt alle 1. Selecteer instellingen terug naar de fabriekstoestand en wis alle 2.
  • Pagina 427 Bluetooth® draadloze technologie Het woordmerk en de logo's van Bluetooth® zijn gedeponeerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik van deze merken door Honda Motor Co., Ltd. geschiedt onder licentie. Andere handelsmerken en handelsnamen zijn die van hun respectievelijke eigenaars.
  • Pagina 428 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT gebruiken ■ 1Display HFT-status Display HFT-status Het hangt af van het type telefoon welke informatie wordt Het audio-/informatiescherm bericht u wanneer er Status batterijniveau weergegeven op het audio-/informatiescherm. een inkomend gesprek is. Signaalsterkte Roamingstatus Bluetooth-indicator Verschijnt wanneer uw telefoon op HFT is aangesloten.
  • Pagina 429 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s HFT menu’s De voedingsmodus moet op ACCESSOIRE of AAN staan om HFT te gebruiken. 1HFT menu’s Om HFT te kunnen gebruiken moet u eerst uw Bluetooth- compatibele mobiele telefoon koppelen aan het systeem terwijl het voertuig geparkeerd is. Sommige functies zijn beperkt tijdens het rijden.
  • Pagina 430 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s Invoeren van te bellen telefoonnummer. Kiezen Opnieuw bellen Opnieuw bellen van laatst gebelde nummer in telefoonhistorie. Telefooninstellingen Bluetooth-instellingen Nieuw apparaat toevoegen Een telefoon aan het systeem koppelen. Verbind een telefoon Een telefoon met het systeem verbinden. Verbind een audio-apparaat Een Bluetooth®-audioapparaat met het systeem verbinden.
  • Pagina 431 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s Nieuwe toevoegen Een telefoonnummer kiezen uit de gesprekshistorie Snelkiezen Gesprekshistorie om als nummer voor snelkiezen op te slaan. Een telefoonnummer kiezen uit het telefoonboek om Telefoonboek als nummer voor snelkiezen op te slaan. Een telefoonnummer invoeren om als nummer voor Telefoonnummer snelkiezen op te slaan.
  • Pagina 432 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s Selecteer de beltoon die is opgeslagen in de Beltoon Mobiele telefoon aangesloten mobiele telefoon. Selecteer de beltoon die is opgeslagen in HFT. Vast Prioriteit geven aan de naam van de beller als de Beller-ID info Naam prioriteit beller-ID.
  • Pagina 433 Deze pictogrammen geven het volgende aan: telefoon naar Bluetooth®-apparaten. : De telefoon kan met HFT gebruikt worden. Selecteer vanaf de telefoon Honda HFT. : De telefoon is compatibel met Bluetooth® audio. 6. Het systeem geeft u een koppelingscode op het audio-/informatiescherm.
  • Pagina 434 Als uw telefoon niet verschijnt, selecteert u Telefoon niet gevonden? en zoekt u met de telefoon naar Bluetooth®-apparaten. Selecteer vanaf de telefoon Honda HFT. 7. Het systeem geeft u een koppelingscode op het audio-/informatiescherm. Geef een bevestiging als de koppelingscode op het scherm en uw telefoon overeenkomen.
  • Pagina 435 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ Een andere telefoon koppelen dan de momenteel gekoppelde telefoon 1. Druk op de knop of de knop 2. Draai aan om Telefooninstelling te selecteren en druk op 3. Draai aan om Bluetooth-instelling te selecteren en druk op 4.
  • Pagina 436 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ Instelling koppelingscode wijzigen 1. Druk op de knop of de knop 2. Draai aan om Telefooninstelling te selecteren en druk op 3. Draai aan om Bluetooth-instelling te selecteren en druk op 4. Draai aan om Sleutel te selecteren en druk op 5.
  • Pagina 437 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ Gekoppelde telefoon wissen 1. Druk op de knop of de knop 2. Draai aan om Telefooninstelling te selecteren en druk op 3. Draai aan om Bluetooth-instelling te selecteren en druk op 4. Draai aan om Apparaat wissen te selecteren en druk op Het scherm gaat naar de lijst met apparaten.
  • Pagina 438 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ 1Beltoon Beltoon Mobiele telef.: Afhankelijk van het merk en model van de U kunt de beltooninstelling wijzigen. mobiele telefoon, klinkt de beltoon die is opgeslagen in de 1. Druk op de knop of de knop telefoon wanneer deze is verbonden. 2.
  • Pagina 439 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ Systeem wissen Koppelingscodes, gekoppelde telefoons, alle opgeslagen nummers voor snelkiezen alle nummers in de gesprekshistorie en alle geïmporteerde telefoonboekgegevens worden gewist. 1. Druk op de knop of de knop 2. Draai aan om Telefooninstelling te selecteren en druk op 3.
  • Pagina 440 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ 1Automatische import van mobiele telefoonboek en Automatische import van mobiele telefoonboek en gesprekshistorie gesprekshistorie Wanneer u een persoon uit de lijst in het mobiele Wanneer uw telefoon gekoppeld wordt, worden de inhoud van het telefoonboek en de telefoonboek kiest, worden er tot drie gesprekshistorie automatisch naar HFT geïmporteerd.
  • Pagina 441 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ 1Snelkiezen Snelkiezen Wanneer op een voorkeurstoets wordt gedrukt, verschijnt Er kunnen per telefoon tot 20 nummers voor snelkiezen worden opgeslagen. het scherm Snelkiezen. Nummer voor snelkiezen opslaan: 1. Druk op de knop of de knop 2. Draai aan om Snelkiezen te selecteren en druk op 3.
  • Pagina 442 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ Een nummer voor snelkiezen bewerken 1. Druk op de knop of de knop 2. Draai aan om Telefooninstellingen te selecteren en druk op 3. Draai aan om Snelkiezen te selecteren en druk op 4. Kies een bestaande invoer voor snelkiezen. 5.
  • Pagina 443 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ 1Bellen Bellen Zodra een oproep is verbonden, kunt u de stem van de U kunt bellen door een telefoonnummer in te voeren of door het geïmporteerde telefoonboek, persoon die u belt via de audiospeakers horen. gesprekshistorie, snelkiezen of opnieuw bellen te gebruiken.
  • Pagina 444 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ Bellen via het geïmporteerde telefoonboek Wanneer uw telefoon gekoppeld wordt, wordt de inhoud van het telefoonboek automatisch naar HFT geïmporteerd. 1. Druk op de knop of de knop 2. Draai aan om Telefoonboek te selecteren en druk op 3.
  • Pagina 445 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ Bellen met opnieuw bellen 1Bellen met opnieuw bellen 1. Druk op de knop of de knop Houd de knop ingedrukt om het laatst gebelde nummer 2. Draai aan om Opnieuw bellen te selecteren uit de gesprekshistorie van uw telefoon opnieuw te kiezen. en druk op Het kiezen begint automatisch.
  • Pagina 446 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ Bellen met snelkiezen 1Bellen met snelkiezen 1. Druk op de knop of de knop Wanneer op een voorkeurstoets wordt gedrukt, verschijnt 2. Draai aan om Snelkiezen te selecteren en het scherm Snelkiezen. druk op Selecteer Overige om de lijst voor snelkiezen van een andere 3.
  • Pagina 447 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ 1Opties tijdens het bellen Opties tijdens het bellen Kiestonen: Beschikbaar op sommige telefoons. De volgende opties zijn beschikbaar tijdens het bellen. Oproepen wisselen: Zet het huidige gesprek in de wacht om het inkomende gesprek te beantwoorden. Dempen: Dempt uw stem.
  • Pagina 448 Handsfree telefoonsysteem Modellen met display-audio 1Handsfree telefoonsysteem Met behulp van het HFT-systeem (handsfree telefoonsysteem) kunt u via het audiosysteem van Plaats uw telefoon waar u een goede ontvangst krijgt. uw voertuig bellen en gebeld worden zonder dat u de mobiele telefoon vast hoeft te houden. Om gebruik te maken van HFT hebt u een Bluetooth-compatible mobiele telefoon nodig.
  • Pagina 449 (Beëindigen/terug): Druk hierop om een oproep te beëindigen, terug te gedeponeerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik van deze merken door Honda Motor Co., Ltd. keren naar het vorige commando of om een commando te annuleren. geschiedt onder licentie. Andere handelsmerken en Knop (Spreken): Druk hierop om naar Spraakactivering te gaan.
  • Pagina 450 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT gebruiken ■ 1Display HFT-status Display HFT-status Het hangt af van het type telefoon welke informatie wordt Het audio-/informatiescherm bericht u wanneer er een inkomend gesprek is. weergegeven op het audio-/informatiescherm. Bluetooth-indicator Verschijnt wanneer uw telefoon op Status batterijniveau HFT is aangesloten.
  • Pagina 451 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s HFT menu’s De voedingsmodus moet op ACCESSOIRE of AAN staan om het systeem te gebruiken. 1HFT menu’s Om HFT te kunnen gebruiken moet u eerst uw Bluetooth- ■ Telefooninstellingen scherm compatibele mobiele telefoon koppelen aan het systeem 1.
  • Pagina 452 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s Prioriteitsinstellingen van Status prioriteit aan/uit Schakelt het automatisch verbinden van het apparaat het systeem met een Bluetooth®- apparaat waaraan prioriteit is toegewezen aan of uit. Audio Selecteer het apparaat dat prioriteit heeft boven een of meer gekoppelde audioapparaten. Selecteer het apparaat dat prioriteit heeft Telefoon boven een of meer gekoppelde telefoons.
  • Pagina 453 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s Tekst/E-mail Tekst/e-mail inschakelen De functie voor tekstberichten/e-mail in- en uitschakelen. Account kiezen Selecteer een account voor sms- of e-mailberichten. Melding Nieuw bericht Selecteren of een pop-upwaarschuwing op het scherm verschijnt wanneer HFT een nieuw sms-/e-mailbericht ontvangt. Standaard Annuleren/Reset standaard alle aangepaste items in de groep Telefooninstellingen.
  • Pagina 454 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ Scherm Telefoonmenu 1. Selecteer 2. Selecteer MENU. (Bestaande invoerlijst) Het geselecteerde nummer in de snelkiesnummerlijst bellen. Snelkiezen Nieuwe invoer Manuele invoer Een telefoonnummer invoeren om als nummer voor snelkiezen op te slaan. Importeren van belgeschiedenis Een telefoonnummer kiezen uit de belgeschiedenis om als nummer voor snelkiezen op te slaan.
  • Pagina 455 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s Telefoonboek Weergeven van telefoonboek van gekoppelde telefoon. Opnw bellen Het laatst gebelde nummer opnieuw kiezen. Kiezen Invoeren van te bellen telefoonnummer. Belgeschiedenis Alle De laatste uitgaande, inkomende en gemiste oproepen weergeven. Gekozen De laatste uitgaande gesprekken weergeven. Ontvangen De laatste inkomende gesprekken weergeven.
  • Pagina 456 Er kunnen maximaal zes telefoons worden gekoppeld. vindbaar staat. • De batterij van uw telefoon kan sneller leeg raken dan 4. Selecteer Honda HFT op uw telefoon. gewoonlijk als de telefoon aan het systeem is gekoppeld. • Als u een telefoon vanaf dit audiosysteem wilt...
  • Pagina 457 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ Een andere telefoon koppelen dan de 1Een andere telefoon koppelen dan de momenteel gekoppelde momenteel gekoppelde telefoon telefoon 1. Ga naar het scherm Telefoon-instellingen. Als er geen andere telefoons worden gevonden of 2 Telefooninstellingen scherm BLZ. 450 gekoppeld als u probeert naar een andere telefoon over te 2.
  • Pagina 458 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ Gekoppelde telefoon wissen 1. Ga naar het scherm Telefoon-instellingen. 2 Telefooninstellingen scherm BLZ. 450 2. Selecteer Bluetooth-apparaatlijst. 3. Selecteer een telefoon die u wilt verwijderen. 4. Selecteer Verwijderen. 5. Op het display verschijnt een bevestigingsmelding. Selecteer Ja. WORDT VERVOLGD...
  • Pagina 459 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ 1Opties tekst-/e-mailberichten instellen Opties tekst-/e-mailberichten instellen Om de functie voor sms-/e-mailberichten te gebruiken, moet ■ De functie voor tekst-/e-mailberichten in- of u deze mogelijk eerst nog instellen op uw telefoon. uitschakelen 1. Ga naar het scherm Telefoon-instellingen. Sommige tekst-/e-mailfuncties zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van de mobiele telefoon.
  • Pagina 460 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ 1Beltoon Beltoon Vast: De vaste beltoon klinkt uit de luidsprekers. U kunt de beltooninstelling wijzigen. Mobiele telefoon: Afhankelijk van het merk en model van 1. Ga naar het scherm Telefoon-instellingen. de mobiele telefoon, klinkt de beltoon die is opgeslagen in 2 Telefooninstellingen scherm BLZ.
  • Pagina 461 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ 1Automatische import van telefoonboek van mobiele telefoon en Automatische import van telefoonboek van mobiele telefoon en belgeschiedenis belgeschiedenis ■ Wanneer u een naam selecteert in de telefoonboeklijst van Wanneer Autom. telefoonsynchr. is de mobiele telefoon, worden er tot drie ingesteld op Aan: categoriepictogrammen weergegeven.
  • Pagina 462 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ 1Snelkiezen Snelkiezen Druk als een spraaklabel is opgeslagen op de knop Er kunnen per telefoon tot 20 nummers voor snelkiezen worden opgeslagen. het nummer te bellen met gebruik van het spraaklabel. Zeg Nummer voor snelkiezen opslaan: de naam van het spraaklabel.
  • Pagina 463 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ Spraaklabel toevoegen aan een opgeslagen 1Snelkiezen nummer voor snelkiezen Vermijd het gebruik van dubbele spraaklabels. 1. Ga naar het scherm Telefoon-instellingen. Vermijd het gebruik van "Home" als spraaklabel. 2 Telefooninstellingen scherm BLZ. 450 Het is voor het systeem eenvoudiger om een langere naam te herkennen.
  • Pagina 464 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ Een nummer voor snelkiezen bewerken 1. Ga naar het scherm Telefoon-instellingen. 2 Telefooninstellingen scherm BLZ. 450 2. Selecteer Snelkiezen bewerken. 3. Kies een bestaande invoer voor snelkiezen. Selecteer Bewerken in het pop-upmenu. 4. Selecteer de gewenste instelling. ■...
  • Pagina 465 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ 1Fonetische wijziging telefoonboek Fonetische wijziging telefoonboek U kunt maximaal 20 items voor fonetische wijziging opslaan. Voeg fonetische wijzigingen of een nieuw spraaklabel toe aan de naam van de contactpersoon van de telefoon, zodat HFT gemakkelijker spraakopdrachten kan herkennen. ■...
  • Pagina 466 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s 7. Selecteer [New Voice Tag]. 8. Selecteer de naam van een contactpersoon waaraan u de fonetische wijziging wilt toevoegen. Het pop-up-menu verschijnt op het scherm. 9. Selecteer Modify. 10. Volg met Opnemen of de knop opdrachten om het spraaklabel te voltooien. 11.
  • Pagina 467 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ Een spraaklabel wijzigen 1Fonetische wijziging telefoonboek 1. Selecteer U kunt alleen namen van contactpersonen wijzigen of 2. Selecteer Instellingen. verwijderen voor de telefoon die op dat moment is 3. Selecteer Systeem. verbonden. 4. Selecteer het tabblad Voice Recogn. 5.
  • Pagina 468 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ Een gewijzigd spraaklabel verwijderen 1. Selecteer 2. Selecteer Instellingen. 3. Selecteer Systeem. 4. Selecteer het tabblad Voice Recogn. 5. Selecteer Phonebook Phonetic Modification. 6. Selecteer de telefoon waarvoor u fonetische wijziging wilt verwijderen. 7. Selecteer de naam van de contactpersoon die u wilt verwijderen.
  • Pagina 469 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ Alle gewijzigde spraaklabels verwijderen 1Bellen 1. Selecteer Nummers voor snelkiezen met een spraaklabel kunnen vanaf 2. Selecteer Instellingen. de meeste schermen via spraak worden gebeld. 3. Selecteer Systeem. Druk op de knop en zeg de naam van het spraaklabel. 4.
  • Pagina 470 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ Bellen via het geïmporteerde telefoonboek 1Bellen via het geïmporteerde telefoonboek 1. Selecteer U kunt ook Telefoonboek selecteren op het scherm 2. Selecteer Telefoonboek. Telefoonmenu. 3. Selecteer een naam. U kunt een opgeslagen nummer voor snelkiezen met U kunt ook zoeken op basis van letters.
  • Pagina 471 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ Bellen met een telefoonnummer 1Bellen met een telefoonnummer 1. Ga naar het scherm Telefoonmenu. U kunt een opgeslagen nummer voor snelkiezen met 2 Scherm Telefoonmenu BLZ. 453 spraaklabel bellen met spraakopdrachten. 2. Selecteer Kiezen. Snelkiezen BLZ. 461 3.
  • Pagina 472 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ Bellen met snelkiezen 1Bellen met snelkiezen 1. Ga naar het scherm Telefoonmenu. Druk als een spraaklabel is opgeslagen op de knop 2 Scherm Telefoonmenu BLZ. 453 het nummer te bellen met gebruik van het spraaklabel. 2. Selecteer Snelkiezen. Snelkiezen BLZ.
  • Pagina 473 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ 1Opties tijdens het bellen Opties tijdens het bellen Touch-tones: Beschikbaar op sommige telefoons. De volgende opties zijn beschikbaar tijdens het bellen. Dempen: Dempt uw stem. U kunt de pictogrammen op het audio-/informatiescherm Overdracht: Verbindt een gesprek van het systeem door naar uw telefoon. selecteren.
  • Pagina 474 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ 1Ontvangen van een tekst-/e-mailbericht Ontvangen van een tekst-/e-mailbericht , *1 Terwijl u rijdt, worden ontvangen berichten niet HFT kan nieuwe ontvangen tekst- of e-mailberichten weergeven, naast de 20 meest recentelijk weergegeven. U kunt ze alleen hardop laten voorlezen. ontvangen berichten op een verbonden mobiele telefoon.
  • Pagina 475 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ 1Een account voor sms- of e-mailberichten selecteren Een account voor sms- of e-mailberichten selecteren U kunt ook een e-mailaccount selecteren in het scherm met Als een gekoppelde telefoon accounts voor sms- of e-mailberichten bevat, kunt u één hiervan de mappenlijst of het scherm met de berichtenlijst.
  • Pagina 476 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ 1Berichten weergeven Berichten weergeven , *1 Het pictogram wordt weergegeven naast ongelezen ■ Tekstberichten weergeven Berichtenlijst berichten. 1. Ga naar het scherm Telefoonmenu. 2 Scherm Telefoonmenu BLZ. 453 Als u een bericht op de telefoon verwijdert, wordt het bericht ook verwijderd in het systeem.
  • Pagina 477 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ E-mailberichten weergeven Mappenlijst 1. Ga naar het scherm Telefoonmenu. 2 Scherm Telefoonmenu BLZ. 453 2. Selecteer Tekst/E-mail. Selecteer indien nodig Account kiezen. 3. Selecteer een map. 4. Selecteer een bericht. Het e-mailbericht wordt weergegeven. Het systeem begint het bericht automatisch voor te lezen.
  • Pagina 478 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ Een bericht lezen of het lezen van een 1Een bericht beantwoorden bericht stoppen De volgende berichten met vaste antwoorden zijn 1. Ga naar het scherm met het tekst- of beschikbaar: e-mailbericht. • Spreek later met u, nu aan het rijden. •...
  • Pagina 479 uuHandsfree telefoonsysteemuHFT menu’s ■ Een afzender bellen 1. Ga naar het scherm voor tekstberichten. 2. Selecteer Kiezen.
  • Pagina 480 Noodoproep (eCall) Automatische noodoproep Als uw voertuig bij een botsing betrokken is, 1Noodoproep (eCall) probeert de SRS-eenheid in het voertuig een Uw voertuig is uitgerust met het op 112 gebaseerde eCall verbinding tot stand te brengen met een servicesysteem. medewerker van een Public Safety Answering Point De op 112 gebaseerde eCall service is een openbare dienst (PSAP, alarmcentrale).
  • Pagina 481 uuNoodoproep (eCall) uAutomatische noodoproep Als het eCall systeem goed werkt, brandt het controlelampje groen. 1Noodoproep (eCall) • Groen: eCall systeem is gereed. Ontvangers van gegevens die door het op 112 gebaseerde • Knippert groen: eCall systeem is verbonden en voert een eCall met een PSAP-medewerker. eCall systeem in het voertuig zijn verwerkt, zijn de relevante •...
  • Pagina 482 uuNoodoproep (eCall) uHandmatige noodoproep Handmatige noodoproep Als u een noodoproep moet doen, kunt u 1Handmatige noodoproep handmatig een verbinding tot stand brengen: Druk NIET op de knop terwijl u rijdt. Als u contact met een Knop SOS annuleren Druk op de knop SOS en houd deze meer dan medewerker wilt, parkeert u het voertuig op een veilige plek Microfoon 0,5 seconden ingedrukt.
  • Pagina 483 uuNoodoproep (eCall) uHandmatige noodoproep Modellen voor Israël 1Noodoproep (eCall) Gegevensbescherming Het op 112 gebaseerde eCall systeem in het voertuig is ontworpen met de zekerheid dat: • Gegevens in het systeemgeheugen niet buiten het systeem beschikbaar zijn voordat een eCall wordt geactiveerd. •...
  • Pagina 484 Informatie Honda eCall Service: Als u vragen hebt over eCall, neem dan contact op met het kantoor in het land waar u woonachtig bent. Zie het onderhoudsboekje voor de lijst met kantoren.
  • Pagina 486 Voorzorgsmaatregelen tijdens het rijden ..501 Hoogspanningsaccu......... 537 Noodstopsignaal ..........603 Beeld koplampen afstellen ....... 538 Transmissie ............503 Uw voertuig parkeren Honda Sensing........... 539 Schakelen ............504 Bij stilstand ............604 Botsingsbeperkingssysteem (CMBS) ....542 SPORT-modus..........510 Parkeersensorsysteem ........606 Adaptive Cruise Control (ACC) met Flipper voor vertraging........
  • Pagina 487 Vóór het rijden Voorbereidingen voor het rijden Controleer de volgende items voordat u gaat rijden. ■ 1Controles buitenkant Controles buitenkant ATTENTIE • Controleer of er obstakels op de ruiten, buitenspiegels, buitenverlichting of andere Wanneer de portieren dichtgevroren zijn, gebruikt u warm onderdelen van het voertuig zitten.
  • Pagina 488 uuVóór het rijdenuVoorbereidingen voor het rijden ■ 1Controles binnenkant Controles binnenkant De lichtbundel van de koplampen is door de fabrikant • Berg alle voorwerpen aan boord zorgvuldig op of sjor ze zorgvuldig vast. afgesteld en hoeft niet bijgesteld te worden. Vervoert u Te veel bagage vervoeren, of bagage verkeerd laden, kan de rijeigenschappen, de echter regelmatig zware voorwerpen in de bagageruimte of stabiliteit, het remvermogen en de levensduur van uw voertuigbanden nadelig...
  • Pagina 489 uuVóór het rijdenuVoorbereidingen voor het rijden • Controleer of voorwerpen die achter de voorstoelen op de vloer zijn gelegd niet onder de voorstoelen kunnen doorrollen. Ze kunnen de bestuurder hinderen bij de bediening van de pedalen en het afstellen van de stoelen.
  • Pagina 490 uuVóór het rijdenuMaximum laadgewicht Maximum laadgewicht Wanneer u bagage inlaadt, mag het totale gewicht van het voertuig, alle passagiers en bagage 1Maximum laadgewicht niet het toegestane maximumgewicht overschrijden. WAARSCHUWING 2 Specificaties BLZ. 730 Overladen of onjuist laden kan de wegligging en De belasting voor de voor- en achterassen mag evenmin het toegestane maximumgewicht van de stabiliteit nadelig beïnvloeden en kan leiden de as overschrijden.
  • Pagina 491 Aanhanger/caravan trekken Voorbereiding voor trekken ■ 1Maximumtrekgewichten Maximumtrekgewichten WAARSCHUWING Uw voertuig kan een aanhanger/caravan trekken als u de maximumlaadgewichten zorgvuldig naleeft, de juiste uitrusting gebruikt en de richtlijnen voor het trekken opvolgt. Controleer vóór Overschrijding van het maximum laadgewicht of het rijden het maximumlaadgewicht.
  • Pagina 492 uuAanhanger/caravan trekkenuVoorbereiding voor trekken ■ Kogeldruk van de aanhanger/caravan De kogeldruk van de aanhanger/caravan mag nooit meer dan 100 kg bedragen. Dit is de hoeveelheid gewicht die de aanhanger/caravan op de trekhaak uitoefent wanneer deze volledig belast is. Als vuistregel voor een aanhangergewicht van minder dan 750 kg moet de kogeldruk 10 procent van de totale aanhanger zijn.
  • Pagina 493 uuAanhanger/caravan trekkenuVoorbereiding voor trekken ■ 1Trekuitrusting en accessoires Trekuitrusting en accessoires Controleer of alle uitrusting goed is geïnstalleerd en De trekuitrusting verschilt afhankelijk van de afmetingen van uw aanhanger/caravan, hoeveel onderhouden en dat deze voldoet aan de wet- en lading u vervoert en waar u met uw aanhanger/caravan rijdt. regelgeving van het land waar u rijdt.
  • Pagina 494 Achteruitrijlichten Verlichting (lichtgroen) (grijs) Mistlamp achter (geel) +B aanhanger (wit) Wij adviseren u een dealer de Honda kabelbundel en omvormer te laten installeren. Deze zijn ontworpen voor uw voertuig.
  • Pagina 495 uuAanhanger/caravan trekkenuVeilig rijden met een aanhanger/caravan Veilig rijden met een aanhanger/caravan ■ 1Veilig rijden met een aanhanger/caravan Wat u moet weten voordat u een aanhanger/caravan gaat trekken De rijsnelheid bij het slepen van een aanhanger/caravan is beperkt tot 100 km/h. •...
  • Pagina 496 uuAanhanger/caravan trekkenuVeilig rijden met een aanhanger/caravan ■ Treksnelheden en -versnellingen • Rijd langzamer dan gewoonlijk. • Houd de aangegeven snelheidslimieten voor voertuigen met aanhanger/caravan in acht. • Gebruik de -stand wanneer u een aanhanger/caravan op een vlakke weg trekt. ■ Draaien en remmen •...
  • Pagina 497 Richtlijnen voor off-road Algemene informatie Uw voertuig is in eerste instantie ontworpen voor gebruik op verharde wegen, maar door de 1Richtlijnen voor off-road hogere grondspeling kunt u er zo nu en dan mee op onverharde wegen rijden. Het voertuig is WAARSCHUWING niet ontworpen voor trail-blazing (paden banen) of andere uitdagende off-road-activiteiten.
  • Pagina 498 uuRichtlijnen voor off-roaduProblemen vermijden Problemen vermijden • Controleer uw voertuig voordat u de verharde weg verlaat en verzeker u ervan dat al het geplande onderhoud is voltooid. Let in het bijzonder op de conditie van de banden en controleer de bandenspanning. •...
  • Pagina 499 Tijdens het rijden De voeding inschakelen 1. Controleer of de parkeerrem is ingeschakeld. 1De voeding inschakelen Het controlelampje van de parkeerrem en het Houd uw voet stevig op het rempedaal wanneer u het remsysteem gaat gedurende 15 seconden voedingssysteem start. branden wanneer u de schakelaar van de De motor start moeizamer in koud weer en in dunnere lucht elektronische parkeerrem omhoog trekt.
  • Pagina 500 uuTijdens het rijdenuDe voeding inschakelen 3. Druk zonder het gaspedaal in te trappen op de 1De voeding inschakelen knop POWER terwijl u het rempedaal intrapt. Houd de afstandsbediening dicht bij de knop POWER als de 4. Controleer het controlelampje (Gereed). batterij in de afstandsbediening zwak is.
  • Pagina 501 uuTijdens het rijdenuDe voeding inschakelen ■ 1Vanuit stilstand wegrijden Vanuit stilstand wegrijden U kunt de parkeerrem ook vrijzetten door op de schakelaar 1. Trap het rempedaal in en druk tegelijkertijd op de knop POWER. van de elektronische parkeerrem te drukken terwijl u het 2.
  • Pagina 502 uuTijdens het rijdenuVoorzorgsmaatregelen tijdens het rijden Voorzorgsmaatregelen tijdens het rijden ■ 1Voorzorgsmaatregelen tijdens het rijden Richtlijnen voor het rijden met uw SUV LET OP: Rijd niet op een wegdek waar het water diep is. Het SUV's slaan aanmerkelijk vaker over de kop dan andere voertuigtypen. Om verlies van de rijden door diep water veroorzaakt schade aan de motor en controle over het voertuig of over de kop slaan te voorkomen: elektrische uitrusting en het voertuig gaat kapot.
  • Pagina 503 uuTijdens het rijdenuVoorzorgsmaatregelen tijdens het rijden ■ 1Voorzorgsmaatregelen tijdens het rijden In de regen Vermijd tijdens de eerste 1000 km plotselinge acceleratie of Bij regen is de weg glad. Vermijd hard remmen, snelle acceleratie en abrupt sturen en rijd extra volgas om schade aan het voedingssysteem of de aandrijflijn voorzichtig.
  • Pagina 504 uuTijdens het rijdenuTransmissie Transmissie ■ Kruipen Net als bij een conventioneel benzine-aangedreven voertuig met een automatische transmissie, kruipt dit voertuig. Houd het rempedaal goed ingetrapt wanneer u bent gestopt. ■ Kickdown Het gaspedaal snel intrappen bij het rijden op een helling kan tot gevolg hebben dat het voertuig op een wijze reageert die vergelijkbaar is met een voertuig met automatische transmissie, waardoor de voertuigsnelheid onverwacht kan toenemen.
  • Pagina 505 uuTijdens het rijdenuSchakelen Schakelen Pas de versnelling aan overeenkomstig uw rijomstandigheden. 1Schakelen ■ WAARSCHUWING Schakelknopposities Het voertuig kan wegrollen als het onbeheerd Parkeren wordt achtergelaten zonder te bevestigen dat Wordt gebruikt tijdens het parkeren of bij het in/ de parkeerstand is ingeschakeld. uitschakelen van de voeding.
  • Pagina 506 uuTijdens het rijdenuSchakelen ■ Knop (parkeren) 1Schakelen De gekozen versnelling wordt gewijzigd in De zoemer klinkt en er verschijnt een bericht op de interface wanneer u op de knop drukt terwijl het voor bestuurdersinformatie als u het gaspedaal intrapt bij de Knop voertuig is geparkeerd met de voedingsmodus in schakelstand...
  • Pagina 507 uuTijdens het rijdenuSchakelen ■ 1Schakelen Schakelen ATTENTIE Als u de transmissie van naar schakelt en omgekeerd, dient u het voertuig volledig te stoppen en het rempedaal ingetrapt te houden. Door te schakelen voordat het voertuig volledig stilstaat, kan Controlelampje flipper voor schade aan de transmissie ontstaan.
  • Pagina 508 uuTijdens het rijdenuSchakelen ■ Openen van het bestuurdersportier 1Openen van het bestuurdersportier Als u het bestuurdersportier opent onder de volgende omstandigheden, wordt de transmissie Het systeem is ontworpen om automatisch te schakelen naar automatisch in de stand gezet. de stand onder de beschreven omstandigheden, maar Als u de schakelstand handmatig wijzigt vanuit de stand met het rempedaal...
  • Pagina 509 uuTijdens het rijdenuSchakelen ■ Als u de transmissie in de stand wilt laten staan (wasstraatmodus) Met het voedingssysteem ingeschakeld: 1. Houd het rempedaal ingedrukt. 2. Selecteer 3. Druk binnen vijf seconden op de knop POWER. De voedingsmodus verandert in ACCESSOIRE. Hierdoor wordt de wasstraatmodus van het voertuig ingeschakeld die moet worden gebruikt wanneer het voertuig door een automatische wasstraat wordt getrokken en u of een medewerker niet in het voertuig mag blijven zitten.
  • Pagina 510 uuTijdens het rijdenuSchakelen ■ Restricties bij het selecteren van een schakelstand U kunt een schakelstand niet selecteren onder bepaalde omstandigheden die kunnen leiden tot een ongeval. Wanneer de 3. De schakelstand 1. Onder de volgende 2. Als u het volgende probeert De schakelstand transmissie staat in blijft/wordt gewijzigd...
  • Pagina 511 uuTijdens het rijdenuSPORT-modus SPORT-modus Controlelampje SPORT-modus Knop SPORT Drukken Als u de SPORT-modus wilt in/uitschakelen, drukt u op de knop SPORT. De SPORT-modus verbetert de motorprestaties. Deze modus is geschikt voor rijden op hellingen of door bochten op bergachtige wegen. De SPORT-modus wordt uitgeschakeld telkens wanneer u het voedingssysteem inschakelt, zelfs als u dit tijdens de laatste rit met uw voertuig hebt ingeschakeld.
  • Pagina 512 uuTijdens het rijdenuFlipper voor vertraging Flipper voor vertraging Zodra u het gaspedaal loslaat, kunt u de mate van vertraging regelen zonder uw handen van 1Flipper voor vertraging het stuurwiel te halen. Met behulp van de flipper voor vertraging op het stuurwiel kunt u LET OP achtereenvolgens door vier vertragingsfasen schakelen.
  • Pagina 513 uuTijdens het rijdenuFlipper voor vertraging Wanneer gebruiken Schakelstand is in Vertragingsfase Als de SPORT-modus UIT is, Als de SPORT-modus verschijnt de vertragingsfase. AAN is, verschijnen de vertragingsfase en M. Flipper Verhoog de vertragingsfase Verlaag de vertragingsfase door aan de flipper door aan de flipper (linkerkant) te trekken (rechterkant) te trekken...
  • Pagina 514 uuTijdens het rijdenuFlipper voor vertraging ■ Als de SPORT-modus UIT is Als u de flipper terugtrekt, verandert de mate van vertraging tijdelijk, en verschijnt de fase in de interface voor bestuurdersinformatie. Wanneer u de flipper voor vertraging wilt annuleren, trek dan gedurende enkele seconden aan de knop (rechterkant).
  • Pagina 515 uuTijdens het rijdenuECON-modus ECON-modus 1ECON-modus In de ECON-modus kent het klimaatregelsysteem grotere temperatuurschommelingen. Als u op de knop SPORT drukt terwijl de ECON-modus is ingeschakeld, krijgt de SPORT-modus prioriteit. SPORT-modus BLZ. 510 De knop ECON schakelt de ECON-modus in en uit. De ECON-modus helpt bij het verbeteren van uw brandstofzuinigheid door de prestaties van de motor en het klimaatregelsysteem aan te passen.
  • Pagina 516 uuTijdens het rijdenuAkoestisch voertuigwaarschuwingssysteem Akoestisch voertuigwaarschuwingssysteem Waarschuwt voetgangers wanneer een voertuig uitsluitend door elektriciteit wordt aangedreven en met een snelheid nadert van circa 25 km/h of minder.
  • Pagina 517 uuTijdens het rijdenuInstelbare snelheidsbegrenzer Instelbare snelheidsbegrenzer Dit systeem laat u een maximumsnelheid instellen, die niet kan worden overschreden, zelfs al 1Instelbare snelheidsbegrenzer trapt u het gaspedaal in. WAARSCHUWING De snelheidslimiet van het voertuig kan worden ingesteld tussen ongeveer 30 km/h en ongeveer 250 km/h.
  • Pagina 518 uuTijdens het rijdenuInstelbare snelheidsbegrenzer ■ 1De snelheidslimiet instellen De snelheidslimiet instellen Als u de snelheidslimiet instelt terwijl u minder dan 30 km/h rijdt, wordt de snelheidslimiet ingesteld op 30 km/h. Aan wanneer de instelbare snelheidsbegrenzer is De zoemer klinkt en de weergegeven snelheidslimiet ingesteld knippert als de voertuigsnelheid op een steile afdaling de limiet met 3 km/h of meer overschrijdt.
  • Pagina 519 uuTijdens het rijdenuInstelbare snelheidsbegrenzer ■ De snelheidslimiet aanpassen Verhoog of verlaag de snelheidslimiet met de knoppen RES/+ en –/SET op het stuurwiel. Snelheid verhogen Snelheid verlagen • Telkens wanneer u op de knop drukt, wordt de snelheidslimiet met ongeveer 1 km/h verhoogd of verlaagd.
  • Pagina 520 uuTijdens het rijdenuInstelbare snelheidsbegrenzer ■ 1Annuleren Annuleren De instelbare snelheidsbegrenzer schakelt over naar Adaptive Voor het annuleren van de instelbare Cruise Control (ACC) met LSF of intelligente Knop LIM snelheidsbegrenzer gaat u op een van de volgende snelheidsbegrenzer indien op de knop LIM wordt gedrukt. manieren te werk: •...
  • Pagina 521 uuTijdens het rijdenuIntelligente snelheidsbegrenzer Intelligente snelheidsbegrenzer Stelt automatisch de snelheidslimiet in die gedetecteerd wordt door het 1Intelligente snelheidsbegrenzer verkeersbordenherkenningssysteem. De snelheidslimiet kan niet worden overschreden, zelfs WAARSCHUWING niet als u het gaspedaal intrapt. Als u het gaspedaal volledig intrapt, kan de snelheidslimiet worden overschreden.
  • Pagina 522 uuTijdens het rijdenuIntelligente snelheidsbegrenzer 1Intelligente snelheidsbegrenzer Hoe gebruiken Het systeem is ontworpen om tekens te detecteren die Het controlelampje in het voldoen aan de normen van de Weense Conventie. Mogelijk instrumentenpaneel brandt worden niet alle verkeersborden gedetecteerd, maar alle De intelligente verkeersborden aan de rand van de weg zouden niet mogen snelheidsbegrenzer is gereed worden genegeerd.
  • Pagina 523 uuTijdens het rijdenuIntelligente snelheidsbegrenzer ■ 1Intelligente snelheidsbegrenzer De snelheidslimiet instellen Gebruik de intelligente snelheidsbegrenzer niet in gebieden van andere eenheden van de display-eenheid van de Aan wanneer de intelligente intelligente snelheidsbegrenzer. snelheidsbegrenzer is ingesteld op de Verander de weergegeven meting van de ingestelde snelheidslimiet die gedetecteerd wordt door voertuigsnelheid in dezelfde eenheden als de rijgebieden.
  • Pagina 524 uuTijdens het rijdenuIntelligente snelheidsbegrenzer ■ Wanneer het verkeersbordenherkenningssysteem het nieuwe verkeersbord met 1De snelheidslimiet instellen een snelheidslimiet detecteert De intelligente snelheidsbegrenzer kan ook in pauze De intelligente snelheidsbegrenzer wordt ingesteld op de snelheidslimiet die gedetecteerd geschakeld worden wanneer het wordt door het verkeersbordenherkenningssysteem. verkeersbordenherkenningssysteem alleen extra verkeersborden met een snelheidslimiet detecteert.
  • Pagina 525 uuTijdens het rijdenuIntelligente snelheidsbegrenzer ■ Wanneer het verkeersbordenherkenningssysteem het verkeersbord met de snelheidslimiet detecteert terwijl de intelligente snelheidsbegrenzer in pauze staat De snelheidsbegrenzingsfunctie en de waarschuwingsfunctie worden automatisch hervat. ■ Wanneer het verkeersbordenherkenningssysteem gedurende een bepaalde tijd het verkeersbord met de snelheidslimiet niet detecteert terwijl de intelligente snelheidsbegrenzer is ingeschakeld Tijdens het rijden wordt er niet alleen geen verkeersbord met een snelheidslimiet gedetecteerd door het verkeersbordenherkenningssysteem, maar wordt er bovendien mogelijk geen...
  • Pagina 526 uuTijdens het rijdenuIntelligente snelheidsbegrenzer ■ 1De snelheidslimiet aanpassen De snelheidslimiet aanpassen Een negatieve of positieve afwijking van de snelheidslimiet Verhoog of verlaag de snelheidslimiet met de knoppen RES/+ en –/SET op het stuurwiel. wordt automatisch gereset wanneer het verkeersbordenherkenningssysteem het verkeersbord met een nieuwe snelheidslimiet detecteert.
  • Pagina 527 uuTijdens het rijdenuIntelligente snelheidsbegrenzer ■ 1Annuleren Annuleren De intelligente snelheidsbegrenzer schakelt over naar Voor het annuleren van de intelligente Knop CANCEL Adaptive Cruise Control (ACC) met LSF of instelbare snelheidsbegrenzer gaat u op een van de volgende snelheidsbegrenzer indien op de knop LIM wordt gedrukt. manieren te werk: •...
  • Pagina 528 uuTijdens het rijdenuVoertuigstabiliteitsassistentiesysteem (VSA) Voertuigstabiliteitsassistentiesysteem (VSA) VSA helpt het voertuig in bochten te stabiliseren indien het voertuig meer of minder draait dan 1Voertuigstabiliteitsassistentiesysteem (VSA) was bedoeld. Het helpt ook bij het handhaven van tractie op gladde wegdekken. Dit gebeurt Het is mogelijk dat het VSA-systeem niet goed functioneert door regeling van het vermogen van benzinemotor en elektromotor en selectieve toepassing bij gemengde bandtypes en bandmaten.
  • Pagina 529 uuTijdens het rijdenuVoertuigstabiliteitsassistentiesysteem (VSA) ■ 1Voertuigstabiliteitsassistentiesysteem (VSA) VSA Aan en Uit Onder bepaalde ongewone omstandigheden, bijv. wanneer Deze knop bevindt zich onder het Controlelampje VSA OFF uw voertuig vastraakt in ondiepe modder of verse sneeuw, instrumentenpaneel aan bestuurderszijde. Als u kan het eenvoudiger zijn het voertuig los te krijgen met VSA VSA-functies gedeeltelijk wilt in- en uitschakelen, tijdelijk uitgeschakeld.
  • Pagina 530 uuTijdens het rijdenuAgile Handling Assist Agile Handling Assist Remt, indien nodig, licht op elk van de voor- en achterwielen als u aan het stuurwiel draait en 1Agile Handling Assist helpt de stabiliteit en prestaties van het voertuig tijdens het nemen van bochten te Het Agile Handling Assist-systeem kan niet in alle rijsituaties ondersteunen.
  • Pagina 531 uuTijdens het rijdenuReal Time AWD met intelligent regelsysteem Real Time AWD met intelligent regelsysteem Uw voertuig is uitgerust met het AWD-systeem. Wanneer het systeem een verlies van 1Real Time AWD met intelligent regelsysteem voorwieltractie detecteert, wordt automatisch een gedeelte van het vermogen overgebracht ATTENTIE naar de achterwielen.
  • Pagina 532 uuTijdens het rijdenuWaarschuwingssysteem voor bandenspanning Waarschuwingssysteem voor bandenspanning Het waarschuwingssysteem voor bandenspanning van dit voertuig meet niet rechtstreeks de 1Waarschuwingssysteem voor bandenspanning bandenspanning, maar controleert en vergelijkt de afrolradius en Het systeem controleert de banden niet tijdens het rijden bij omwentelingseigenschappen van elk wiel en elke band tijdens het rijden, om te bepalen of één lage snelheid.
  • Pagina 533 uuTijdens het rijdenuWaarschuwingssysteem voor bandenspanning Modellen met audiosysteem met kleurenscherm 1Waarschuwingssysteem voor bandenspanning U kunt het systeem initialiseren met de aangepaste Het controlelampje lage bandenspanning/waarschuwing functies op de interface voor bestuurdersinformatie. bandenspanning kan vertraagd gaan branden of helemaal niet gaan branden als: 1.
  • Pagina 534 uuTijdens het rijdenuWaarschuwingssysteem voor bandenspanning Modellen met display-audio U kunt het systeem initialiseren met de instelbare functie in het audio-informatiescherm. 1. Stel de voedingsmodus in op AAN. 2. Selecteer 3. Selecteer Instellingen. 4. Selecteer Voertuig. 5. Selecteer Bandenspanning waarschuwing. 6. Selecteer Annuleren of Initialiseren. •...
  • Pagina 535 uuTijdens het rijdenuDode hoek-informatiesysteem Dode hoek-informatiesysteem Is bedoeld om in een specifieke waarschuwingszone voertuigen te detecteren die zich naast 1Dode hoek-informatiesysteem uw voertuig bevinden; het gaat voornamelijk om gebieden waar het zicht wordt geblokkeerd, WAARSCHUWING de zogenaamde "dode hoeken". Als het systeem detecteert dat er voertuigen in de aangrenzende rijstroken uw voertuig van achteren naderen, gaat het betreffende U dient voordat u van rijstrook wisselt visueel te controlelampje gedurende enkele seconden branden wanneer u van rijstrook verandert.
  • Pagina 536 uuTijdens het rijdenuDode hoek-informatiesysteem ■ Hoe het systeem werkt 1Dode hoek-informatiesysteem U kunt de instelling van het dode hoek-informatiesysteem ● Radarsensoren detecteren een wijzigen. voertuig in de alarmzone Radarsensoren: Instelbare functies BLZ. 398 wanneer uw voertuig vooruit onder de rijdt met 20 km/h of sneller. hoeken van de Schakel het systeem uit wanneer u een aanhanger/caravan achterbumper...
  • Pagina 537 uuTijdens het rijdenuDode hoek-informatiesysteem ■ Wanneer het systeem een voertuig detecteert 1Dode hoek-informatiesysteem Waarschuwingslampje dode hoek- De werking van het dode hoek-informatiesysteem kan Gaat branden informatiesysteem: negatief worden beïnvloed wanneer: • Bevindt zich op de buitenspiegels aan beide zijden. Objecten (vangrails, lantaarnpalen, bomen, enz.) worden gedetecteerd.
  • Pagina 538 uuTijdens het rijdenuHoogspanningsaccu Hoogspanningsaccu De hoogspanningsaccu loopt geleidelijk leeg, zelfs als het voertuig niet in gebruik is. Al gevolg 1Hoogspanningsaccu hiervan wordt, als uw voertuig gedurende een langere periode staat geparkeerd, het Let erop dat u de hoogspanningsaccu niet te veel ontlaadt. laadniveau van de accu laag.
  • Pagina 539 uuTijdens het rijdenuBeeld koplampen afstellen Beeld koplampen afstellen Het besturen van een voertuig met het stuur rechts in rechts verkeer of een voertuig met het 1Beeld koplampen afstellen stuur links in links verkeer veroorzaakt schittering van koplampen bij tegenliggers. U dient met Zorgt dat u de tape niet op de verkeerde plek aanbrengt.
  • Pagina 540 Honda Sensing Honda Sensing is een bestuurdersondersteuningssysteem dat gebruik maakt van twee verschillende sensoren: een radarsensor in de voorgrille en een sensorcamera die aan de binnenkant van de voorruit is gemonteerd, achter de achteruitkijkspiegel. Honda Sensing heeft de volgende functies.
  • Pagina 541 uuHonda Sensingu ■ Schakelaars voor de ACC met LSF/LKAS ■ Knop MAIN Knop CANCEL Druk hierop om de standby-modus voor ACC met Knop RES/+ LSF en LKAS te activeren. Of druk hierop om deze systemen te annuleren. Afstandsknop ■ Knop LKAS Druk hierop om LKAS te activeren of te annuleren.
  • Pagina 542 uuHonda Sensingu ■ 1Inhoud op interface voor bestuurdersinformatie Inhoud op interface voor bestuurdersinformatie Op het head-up display kan de huidige status van elke U kunt de huidige status van ACC met LSF en LKAS functie worden weergegeven. zien. Head-updisplay BLZ. 172 Geeft aan dat ACC met LSF en LKAS kunnen worden geactiveerd.
  • Pagina 543 uuHonda SensinguBotsingsbeperkingssysteem (CMBS) Botsingsbeperkingssysteem (CMBS) Het systeem kan u assisteren wanneer het bepaalt dat er kans is op een botsing met een 1Botsingsbeperkingssysteem (CMBS) voertuig dat of een voetganger die vóór uw voertuig wordt gedetecteerd. Het CMBS is Belangrijke veiligheidsherinnering ontwikkeld om u te waarschuwen wanneer de kans op een botsing bestaat en om de Het CMBS is ontwikkeld om de ernst van een onvermijdbare voertuigsnelheid te verlagen om de ernst van de botsing te minimaliseren wanneer een botsing...
  • Pagina 544 uuHonda SensinguBotsingsbeperkingssysteem (CMBS) ■ 1Hoe het systeem werkt Hoe het systeem werkt Wanneer het CMBS wordt geactiveerd, kan het systeem Wanneer gebruiken automatisch remmen. Het systeem wordt geannuleerd wanneer uw voertuig stopt of er geen risico van een De camera bevindt mogelijke botsing wordt vastgesteld.
  • Pagina 545 uuHonda SensinguBotsingsbeperkingssysteem (CMBS) ■ Als het systeem wordt geactiveerd 1Hoe het systeem werkt De camera in het CMBS is tevens ontworpen om voetgangers Het systeem waarschuwt via geluidssignalen en meldingen op het display dat er een te detecteren. botsing kan ontstaan en stopt hiermee wanneer de botsing is vermeden. Onder bepaalde omstandigheden is het echter mogelijk dat Neem de juiste maatregelen om een botsing te voorkomen (remmen, van rijstrook deze functie voor voetgangersdetectie niet wordt...
  • Pagina 546 uuHonda SensinguBotsingsbeperkingssysteem (CMBS) ■ Waarschuwingsfasen bij botsingen Het systeem heeft drie waarschuwingsfasen voor een mogelijke botsing. Afhankelijk van de omstandigheden kan het echter gebeuren dat het CMBS niet alle fasen doorloopt voordat de laatste fase begint. CMBS De sensoren Afstand tussen voertuigen Elektronische Hoorbare en visuele detecteren een...
  • Pagina 547 uuHonda SensinguBotsingsbeperkingssysteem (CMBS) ■ 1Botsingsbeperkingssysteem (CMBS) CMBS in- en uitschakelen Het CMBS wordt mogelijk automatisch uitgeschakeld en het Druk op deze knop en houd de knop ingedrukt tot CMBS-controlelampje gaat branden en blijft branden onder de zoemer klinkt om het systeem in of uit te bepaalde omstandigheden.
  • Pagina 548 uuHonda SensinguBotsingsbeperkingssysteem (CMBS) ■ 1CMBS-omstandigheden en -beperkingen CMBS-omstandigheden en -beperkingen Laat het voertuig door een dealer controleren als u Het systeem wordt mogelijk automatisch uitgeschakeld en het CMBS-controlelampje gaat ongewoon gedrag van het systeem bemerkt (als het branden onder bepaalde omstandigheden. Onderstaand vindt u enkele voorbeelden van deze waarschuwingsbericht bijvoorbeeld te vaak wordt omstandigheden.
  • Pagina 549 uuHonda SensinguBotsingsbeperkingssysteem (CMBS) ■ Staat van het voertuig • De lenzen van de koplampen zijn vuil of de koplampen zijn niet goed afgesteld. • De voorruit is aan de buitenzijde bedekt met vuil, modder, bladeren, natte sneeuw, enz. • De binnenkant van de voorruit is beslagen. •...
  • Pagina 550 uuHonda SensinguBotsingsbeperkingssysteem (CMBS) ■ Detectiebeperkingen • Er steekt plotseling een voertuig of voetganger vóór u over. • De afstand tussen uw voertuig en het voertuig of de voetganger vóór u is te kort. • Een trager rijdend voertuig snijdt u af en remt plotseling. •...
  • Pagina 551 uuHonda SensinguBotsingsbeperkingssysteem (CMBS) Beperkingen die alleen gelden voor voetgangerdetectie • Als meerdere mensen vóór uw voertuig naast elkaar lopen. • Omgevingsomstandigheden of eigendommen van de voetganger wijzigen de vorm van de voetganger, waardoor het systeem de persoon niet kan herkennen als een voetganger. •...
  • Pagina 552 uuHonda SensinguBotsingsbeperkingssysteem (CMBS) ■ Met kleine kans op een botsing Het CMBS kan zelfs geactiveerd worden wanneer u zich bewust bent van een voertuig voor u of wanneer er geen voertuig voor u is. Sommige voorbeelden hiervan zijn: ■ Bij het inhalen Uw voertuig nadert een ander voertuig voor u en u wisselt van rijstrook om in te halen.
  • Pagina 553 uuHonda SensinguBotsingsbeperkingssysteem (CMBS) ■ In een bocht Tijdens het rijden door bochten komt uw voertuig op een punt waar een tegenligger recht vóór u rijdt. ■ Onder een lage brug bij hoge snelheid U rijdt op hoge snelheid onder een lage of smalle brug. ■...
  • Pagina 554 uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow (LSF) Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow (LSF) 1Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow (LSF) Dit systeem helpt bij het handhaven van een constante snelheid van het voertuig en een WAARSCHUWING ingestelde afstand tussen uw voertuig en een voertuig dat voor u is gedetecteerd.
  • Pagina 555 uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow (LSF) ■ Het systeem inschakelen 1Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow (LSF) Hoe gebruiken Wanneer op de knop MAIN wordt gedrukt, worden zowel ACC (groen) brandt op het ACC met LSF als het Lane Keeping Assist System (LKAS) in- of instrumentenpaneel.
  • Pagina 556 uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow (LSF) ■ 1Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow (LSF) De voertuigsnelheid instellen De controlelampjes van de Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow (LSF), Road Departure Mitigation, Aan wanneer ACC met LSF in werking treedt voertuigstabiliteitsregeling (VSA), voertuigstabiliteitsregeling (VSA) OFF, waarschuwingssysteem voor bandenspanning,...
  • Pagina 557 uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow (LSF) Wanneer ACC met LSF in werking treedt, Voertuigafstand instellen verschijnen het voertuigpictogram, de intervalbalken en de ingestelde snelheid op de interface voor bestuurdersinformatie. Bij gebruik van ACC met LSF wordt de ondersteuningsfunctie voor rechtuitrijden (een functie van het elektrische stuurbekrachtigingssysteem) geactiveerd.
  • Pagina 558 uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow (LSF) ■ 1Wanneer in bedrijf Wanneer in bedrijf Als het voertuig voor u plotseling vertraagt of een ander ■ Er is een voorliggend voertuig voertuig snijdt u af, weerklinkt de zoemer, verschijnt er een ACC met LSF controleert of een voorliggend voertuig binnen het bereik van ACC met LSF melding op de interface voor bestuurdersinformatie en gaan komt.
  • Pagina 559 uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow (LSF) ■ Er is geen voertuig voor u 1Wanneer in bedrijf Uw voertuig handhaaft de ingestelde snelheid, Zelfs als het interval tussen uw voertuig en het voertuig dat zonder dat u uw voet op het rempedaal of vóór u wordt gedetecteerd kort is, kan ACC met LSF onder gaspedaal hoeft te houden.
  • Pagina 560 uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow (LSF) ■ Een voertuig dat vóór u wordt gedetecteerd, is binnen bereik van ACC met LSF en 1Een voertuig dat vóór u wordt gedetecteerd, is binnen bereik van komt tot stilstand ACC met LSF en komt tot stilstand Uw voertuig wordt automatisch ook afgeremd tot WAARSCHUWING...
  • Pagina 561 uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow (LSF) ■ 1Omstandigheden en beperkingen van ACC met LSF Omstandigheden en beperkingen van ACC met LSF Als de radarsensor moet worden hersteld of verwijderd of als Onder bepaalde omstandigheden kan het systeem automatisch worden uitgeschakeld en het de radarsensorafdekking flink is beschadigd, schakelt u het ACC-controlelampje gaan branden.
  • Pagina 562 uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow (LSF) ■ Detectiebeperkingen • Er steekt plotseling een voertuig voor u over. • De afstand tussen uw voertuig en het voertuig voor u is te kort. • Een trager rijdend voertuig snijdt u af en remt plotseling. •...
  • Pagina 563 uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow (LSF) • Bij het rijden over een smalle ijzeren brug. • Wanneer het voertuig vóór u plotseling remt. • Wanneer het voertuig vóór u een unieke vorm heeft. Bestelwagen, De sensor detecteert het bovengedeelte van tankwagen, enz.
  • Pagina 564 uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow (LSF) ■ 1Voertuigsnelheid instellen Voertuigsnelheid instellen Als een voertuig dat vóór u wordt gedetecteerd, trager rijdt Verhoog of verlaag de voertuigsnelheid met de knop RES/+ of –/SET op het stuurwiel. dan uw verhoogde ingestelde snelheid, versnelt ACC met LSF uw voertuig wellicht niet.
  • Pagina 565 uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow (LSF) ■ De volgafstand instellen of wijzigen Druk op de afstandsknop om de volgafstand van ACC met LSF te wijzigen. Telkens wanneer u op de knop drukt, wordt geschakeld tussen de instellingen voor de volgafstand (de afstand tussen uw voertuig en het voertuig voor u) kort, middellang, lang en extra lang.
  • Pagina 566 uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow (LSF) Hoe hoger de voertuigsnelheid is, hoe groter de korte, middellange, lange of extra lange 1De volgafstand instellen of wijzigen volgafstand wordt. Zie de volgende voorbeelden ter referentie. De bestuurder dient in alle gevallen een voldoende remafstand aan te houden ten opzichte van het voertuig Bij de volgende ingestelde snelheid: vóór hem.
  • Pagina 567 uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow (LSF) ■ 1Annuleren Annuleren Hervatten van de vooraf ingestelde snelheid: Nadat u ACC Om ACC met LSF te annuleren, kunt u het volgende Knop met LSF hebt geannuleerd, kunt u de vooraf ingestelde CANCEL doen: snelheid hervatten terwijl deze nog steeds wordt...
  • Pagina 568 uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow (LSF) ■ Automatisch annuleren 1Automatisch annuleren De zoemer klinkt en er verschijnt een melding op de interface voor bestuurdersinformatie Zelfs als ACC met LSF automatisch is geannuleerd, kunt u wanneer ACC met LSF automatisch wordt geannuleerd. Elke van de volgende nog steeds de vooraf ingestelde snelheid hervatten.
  • Pagina 569 uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow (LSF) ■ Intelligente Adaptive Cruise Control-functie Kan al ver van tevoren voorspellen wanneer een voertuig gaat invoegen. Het systeem detecteert dat een voertuig in de aangrenzende rijstrook met langzamer rijdend verkeer voor u wil invoegen en past de snelheid van uw voertuig aan wanneer ACC met LSF is ingeschakeld.
  • Pagina 570 uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow (LSF) ■ Hoe het systeem wordt geactiveerd 1Intelligente Adaptive Cruise Control-functie Wanneer een voertuig dat vóór u invoegt sneller rijdt dan het voertuig daarvóór, en uw Wanneer het verkeer verandert van rechts naar links en u voertuig gaat sneller dan het voertuig dat invoegt (d.w.z.
  • Pagina 571 uuHonda SensinguLane Keeping Assist-systeem (LKAS) Lane Keeping Assist-systeem (LKAS) Helpt bij het sturen om te zorgen dat het voertuig in het midden van de gedetecteerde rijstrook 1Lane Keeping Assist-systeem (LKAS) blijft en waarschuwt via voelbare, hoorbare en visuele waarschuwingen dat het voertuig de Belangrijke veiligheidsinformatie rijstrook dreigt te verlaten.
  • Pagina 572 uuHonda SensinguLane Keeping Assist-systeem (LKAS) ■ 1Lane Keeping Assist-systeem (LKAS) Lane Keep Support-functie Het LKAS werkt mogelijk niet zoals bedoeld wanneer u Biedt hulp om het voertuig in het midden van de rijstrook te houden; wanneer het voertuig een regelmatig moet stoppen of op wegen met scherpe bochten. witte of gele lijn nadert, zal de stuurkracht van de elektrische stuurbekrachtiging sterker worden.
  • Pagina 573 uuHonda SensinguLane Keeping Assist-systeem (LKAS) ■ 1Wanneer kan het systeem worden gebruikt? Wanneer kan het systeem worden gebruikt? Als het voertuig naar de linker- of rechterrijstrook afwijkt Het systeem kan worden gebruikt wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan. doordat het systeem koppel overbrengt, dient u het LKAS uit •...
  • Pagina 574 uuHonda SensinguLane Keeping Assist-systeem (LKAS) 3. Houd uw voertuig tijdens het rijden in het midden van de rijstrook. De buitenste stippellijnen worden vaste lijnen als het systeem wordt ingeschakeld nadat de linker- en rechterrijstrookmarkeringen zijn gedetecteerd. ■ 1Annuleren Annuleren Met de knop MAIN wordt tevens de ACC met LSF in- en Om LKAS te annuleren: uitgeschakeld.
  • Pagina 575 uuHonda SensinguLane Keeping Assist-systeem (LKAS) ■ Het systeem wordt uitgeschakeld als u: • Stel de ruitenwissers in op HI. Wanneer de ruitenwissers worden uitgeschakeld of worden ingesteld op LO, schakelt het LKAS weer in. Modellen met ruitenwissers met automatisch wisinterval •...
  • Pagina 576 uuHonda SensinguLane Keeping Assist-systeem (LKAS) ■ Het LKAS kan automatisch worden geannuleerd wanneer: • De cameratemperatuur te hoog of te laag wordt. • De camera achter de achteruitkijkspiegel, of het gebied rondom de camera, inclusief de voorruit, vuil is. • Het ABS- of VSA-systeem ingeschakeld is.
  • Pagina 577 uuHonda SensinguLane Keeping Assist-systeem (LKAS) ■ Staat van het wegdek • Rijden op een besneeuwd of nat wegdek (rijstrookmarkeringen niet zichtbaar, voertuigsporen, reflectie van lichten, opspattend water, hoog contrast). • Bij het rijden op een weg met tijdelijke rijstrookmarkeringen. • Wanneer onduidelijke, meerdere of wisselende rijstrookmarkeringen zichtbaar zijn op het wegdek als gevolg van wegwerkzaamheden of oude rijstrookmarkeringen.
  • Pagina 578 uuHonda SensinguLane Keeping Assist-systeem (LKAS) • Wanneer voorwerpen op/langs de weg (stoep, vangrail, pylonen, enz.) worden herkend als witte lijnen (of gele lijnen). • Tijdens het rijden op wegen met dubbele lijnen. Rijstrook zonder wegmarkering ■ Staat van het voertuig •...
  • Pagina 579 uuHonda SensinguRoad Departure Mitigation-systeem Road Departure Mitigation-systeem Waarschuwt en assisteert u wanneer het systeem vaststelt dat het risico bestaat dat uw 1Road Departure Mitigation-systeem voertuig per ongeluk over gedetecteerde rijstrookmarkeringen of buitenste rand van het Belangrijke veiligheidsherinnering wegdek rijdt en/of van de weg af raakt. Net als alle assistentiesystemen kent het Road Departure Mitigation-systeem beperkingen.
  • Pagina 580 uuHonda SensinguRoad Departure Mitigation-systeem Als het systeem vaststelt dat de stuurinput onvoldoende is om uw voertuig op de weg te 1Road Departure Mitigation-systeem houden, kan het de remmen inschakelen. Als LKAS is uitgeschakeld en u Normaal of Vroeg uit de Tot remmen wordt alleen overgegaan wanneer de wegstrookmarkeringen aangepaste opties via de interface voor ononderbroken lijnen zijn.
  • Pagina 581 uuHonda SensinguRoad Departure Mitigation-systeem ■ 1Hoe het systeem wordt geactiveerd Hoe het systeem wordt geactiveerd Het Road Departure Mitigation-systeem kan zichzelf Het systeem is klaar om te beginnen met het zoeken naar rijstrookmarkeringen wanneer aan automatisch uitschakelen; het controlelampje gaat dan alle volgende voorwaarden is voldaan: branden en blijft branden.
  • Pagina 582 uuHonda SensinguRoad Departure Mitigation-systeem ■ 1Road Departure Mitigation-systeem aan en uit Road Departure Mitigation-systeem aan en uit Als u Alleen waarschuwing hebt gekozen bij de Druk op de knop van het Road Departure aangepaste opties met gebruikmaking van de interface voor Mitigation-systeem om het systeem in en uit te bestuurdersinformatie of het audio-/informatiescherm, schakelen.
  • Pagina 583 uuHonda SensinguRoad Departure Mitigation-systeem ■ Omstandigheden en beperkingen van het Road Departure Mitigation-systeem In bepaalde situaties kan het systeem de rijstrookmarkeringen en de positie van uw voertuig niet op de juiste wijze detecteren. Onderstaand vindt u enkele voorbeelden van deze omstandigheden.
  • Pagina 584 uuHonda SensinguRoad Departure Mitigation-systeem ■ Staat van het wegdek • Rijden op een besneeuwd of nat wegdek (rijstrookmarkeringen niet zichtbaar, voertuigsporen, reflectie van lichten, opspattend water, hoog contrast). • Bij het rijden op een weg met tijdelijke rijstrookmarkeringen. • Wanneer onduidelijke, meerdere of wisselende rijstrookmarkeringen zichtbaar zijn op het wegdek als gevolg van wegwerkzaamheden of oude rijstrookmarkeringen.
  • Pagina 585 In dat geval raden wij aan de voorruit te vervangen door een originele voorruit van Honda. Ook hele kleine reparaties binnen het gezichtsveld van de camera of een niet-originele voorruit kunnen een abnormale werking van het systeem veroorzaken.
  • Pagina 586 uuHonda SensinguVerkeersbordenherkenningssysteem Als het systeem geen verkeersborden detecteert terwijl u rijdt, is het mogelijk dat de 1Verkeersbordenherkenningssysteem onderstaande afbeelding wordt weergegeven. Om het risico te verkleinen dat een hoge binnentemperatuur het sensorsysteem van de camera uitschakelt, dient u bij het Interface voor bestuurdersinformatie Head-updisplay parkeren te kiezen voor een schaduwrijke plek of de...
  • Pagina 587 uuHonda SensinguVerkeersbordenherkenningssysteem 1Verkeersbordenherkenningssysteem Als uw voertuig de gedetecteerde snelheidslimiet overschrijdt, knippert in het display een pictogram met de snelheidslimiet die voor het huidige gebied geldt. De nauwkeurigheid van het systeem dat de bestuurder waarschuwt voor de snelheidslimiet is afhankelijk van bepaalde omstandigheden zoals de eenheid die wordt weergegeven op het verkeersbord en de snelheid en rijrichting van het voertuig.
  • Pagina 588 uuHonda SensinguVerkeersbordenherkenningssysteem ■ 1Omstandigheden en beperkingen van het Omstandigheden en beperkingen van het verkeersbordenherkenningssysteem verkeersbordenherkenningssysteem Wanneer het verkeersbordenherkenningssysteem niet werkt, Het verkeersbordenherkenningssysteem kan het verkeersbord in de volgende gevallen verschijnt op de interface voor bestuurdersinformatie. Als mogelijk niet herkennen. dit bericht niet verdwijnt, laat u het voertuig door een dealer controleren.
  • Pagina 589 uuHonda SensinguVerkeersbordenherkenningssysteem ■ De positie of de staat van het verkeersbord • Een verkeersbord is moeilijk te vinden, omdat het zich op een onlogische plaats bevindt. • Een verkeersbord staat op grote afstand van uw voertuig. • Een verkeersbord staat buiten de lichtbundel van de koplamp. •...
  • Pagina 590 uuHonda SensinguVerkeersbordenherkenningssysteem Het verkeersbordenherkenningssysteem werkt mogelijk niet goed in de volgende gevallen. Er wordt bijvoorbeeld een verkeersbord weergegeven dat niet overeenkomt met de huidige regels voor deze weg of een verkeersbord dat niet bestaat. Een snelheidslimiet-pictogram kan bij een hogere of lagere snelheid worden weergeven dan de huidige snelheidslimiet.
  • Pagina 591 uuHonda SensinguVerkeersbordenherkenningssysteem ■ Verkeersborden die worden weergegeven op de interface voor bestuurdersinformatie en het head-updisplay Er kunnen twee verkeersborden gelijktijdig naast elkaar worden weergegeven wanneer ze gedetecteerd worden. Het snelheidslimiet-pictogram wordt weergegeven op de rechterhelft van het scherm. Het inhaalverbod-pictogram verschijnt aan de linkerkant. Een eventueel extra pictogram dat de snelheidslimiet op basis van het weer (sneeuw, e.d.) of specifieke periode aangeeft, kan aan beide zijden worden weergegeven.
  • Pagina 592 uuHonda SensinguVerkeersbordenherkenningssysteem ■ Weergave van verkeersborden als de hoofdmodus is uitgeschakeld U kunt kleine verkeersbordpictogrammen continu laten weergeven op de interface voor bestuurdersinformatie en het head-updisplay , zelfs als de hoofdmodus niet is geselecteerd. * Niet beschikbaar op alle modellen...
  • Pagina 593 In dat geval raden wij aan de voorruit te vervangen door een Deze camera bevindt zich achter de originele voorruit van Honda. Ook hele kleine reparaties Voorsensorcamera achteruitkijkspiegel. binnen het gezichtsveld van de camera of een niet-originele...
  • Pagina 594 uuHonda SensinguVoorsensorcamera 1Voorsensorcamera Als de melding verschijnt: • Gebruik het klimaatregelsysteem om het interieur te koelen en gebruik zo nodig ook de ontdooiingsmodus met de luchtstroom naar de camera gericht. • Rijd met het voertuig om de temperatuur van de voorruit te verlagen, waardoor het gebied rond de camera ook afkoelt.
  • Pagina 595 uuHonda SensinguRadarsensor Radarsensor De radarsensor bevindt zich in de voorgrille. 1Radarsensor Voorkom dat de radarsensorafdekking beschadigd raakt. Om te zorgen dat het CMBS goed werkt: • Houd de radarsensorafdekking altijd schoon. • Gebruik nooit chemische oplosmiddelen of polijstpoeder voor het reinigen van de sensorafdekking. Reinig deze met water of een mild reinigingsmiddel.
  • Pagina 596 Remmen Remsysteem ■ 1Remsysteem Parkeerrem Als u het rempedaal intrapt, hoort u mogelijk een wervelend Gebruik de parkeerrem om te voorkomen dat het voertuig kan wegrollen als het is geparkeerd. geluid uit het motorcompartiment. Dit komt doordat het Wanneer de parkeerrem is ingeschakeld, kunt u deze handmatig of automatisch vrijzetten. remsysteem in werking is en is normaal.
  • Pagina 597 uuRemmenuRemsysteem ■ Werking van de functie automatische parkeerrem 1Parkeerrem Als de functie automatische parkeerrem is geactiveerd: In de volgende situaties wordt de parkeerrem automatisch • De parkeerrem wordt automatisch ingeschakeld wanneer u de voedingsmodus op UIT zet. bediend. • • Om te bevestigen dat de parkeerrem is ingeschakeld, controleert u of het controlelampje Wanneer het voertuig stopt met Automatic Brake Hold ingeschakeld gedurende meer dan 10 minuten.
  • Pagina 598 uuRemmenuRemsysteem ■ Activeren en deactiveren van de functie automatische parkeerrem 1Parkeerrem Voer, met de voedingsmodus in de stand AAN, de volgende stappen uit om de functie De parkeerrem kan niet automatisch worden uitgeschakeld automatische parkeerrem in of uit te schakelen. wanneer de volgende controlelampjes branden: •...
  • Pagina 599 uuRemmenuRemsysteem ■ 1Voetrem Voetrem Controleer de remmen nadat u door diep water bent Uw voertuig is uitgerust met schijfremmen op alle vier de wielen. Het gereden, of indien er veel water op het wegdek staat. Droog remondersteuningssysteem vergroot de remkracht wanneer u het rempedaal in een de remmen indien nodig door het rempedaal enkele malen noodsituatie hard intrapt.
  • Pagina 600 uuRemmenuRemsysteem ■ 1Automatic Brake Hold Automatic Brake Hold WAARSCHUWING Dit systeem houdt de rem ingeschakeld nadat de voet van het rempedaal is gehaald, totdat het gaspedaal wordt ingetrapt. U kunt dit systeem gebruiken wanneer het voertuig tijdelijk Wanneer Automatic Brake Hold is geactiveerd stilstaat, bijvoorbeeld voor een stoplicht en in druk verkeer.
  • Pagina 601 uuRemmenuRemsysteem ■ Het systeem wordt automatisch geannuleerd wanneer: 1Automatic Brake Hold • U de parkeerrem inschakelt. Terwijl het systeem is geactiveerd, kunt u het • U trapt het rempedaal in en zet de transmissie in de stand voedingssysteem uitschakelen of het voertuig op dezelfde manier als gewoonlijk parkeren.
  • Pagina 602 uuRemmenuAntiblokkeersysteem (ABS) Antiblokkeersysteem (ABS) ■ 1Antiblokkeersysteem (ABS) ATTENTIE Helpt te voorkomen dat de wielen blokkeren, en helpt u de controle over de besturing te Het is mogelijk dat het ABS niet correct functioneert als u behouden door de remmen - veel sneller dan u dat kunt - pompend te bedienen. onjuiste bandentypen of -maten gebruikt.
  • Pagina 603 uuRemmenuRemondersteuningssysteem Remondersteuningssysteem Is ontworpen om de bestuurder te helpen door meer remvermogen te genereren wanneer het rempedaal hard wordt ingetrapt tijdens een noodstop. ■ Werking van remondersteuningssysteem Trap het rempedaal stevig in voor krachtiger remmen.
  • Pagina 604 uuRemmenuNoodstopsignaal Noodstopsignaal Wordt ingeschakeld wanneer u hard remt bij een snelheid van ten minste 60 km/h, om 1Noodstopsignaal achteropkomende bestuurders via snel knipperende alarmknipperlichten te waarschuwen voor Het noodstopsignaal is geen systeem dat een botsing van onverwachts remmen. Dit kan helpen om achteropkomende bestuurders erop te attenderen achteren door te hard remmen kan voorkomen.
  • Pagina 605 Uw voertuig parkeren Bij stilstand 1. Trap het rempedaal stevig in. 1Uw voertuig parkeren 2. Trek terwijl het rempedaal is ingedrukt de schakelaar van de elektronische parkeerrem WAARSCHUWING langzaam omhoog, maar niet helemaal. 3. Zet de transmissie in Het voertuig kan wegrollen als het onbeheerd 4.
  • Pagina 606 uuUw voertuig parkerenuBij stilstand 1Bij stilstand ATTENTIE Het volgende kan schade toebrengen aan de aandrijflijn: • Gelijktijdig het gaspedaal en het rempedaal intrappen. • Naar schakelen voordat het voertuig volledig tot stilstand is gekomen. Als u bergopwaarts staat, houd het voertuig dan niet op zijn plaats door het gaspedaal in te trappen.
  • Pagina 607 uuUw voertuig parkerenuParkeersensorsysteem Parkeersensorsysteem De hoek- en middensensoren controleren op obstakels rond uw voertuig en de zoemer, de 1Parkeersensorsysteem interface voor bestuurdersinformatie en het audio-/informatiescherm informeren u over de Zelfs wanneer het systeem aan is, dient u voor het parkeren geschatte afstand tussen uw voertuig en het obstakel.
  • Pagina 608 uuUw voertuig parkerenuParkeersensorsysteem ■ Parkeersensorsysteem aan en uit 1Parkeersensorsysteem aan en uit Druk, met de voedingsmodus in de stand AAN, op Wanneer u de voedingsmodus in de stand AAN zet, staat het de knop van het parkeersensorsysteem om het systeem in de eerder geselecteerde conditie. systeem in of uit te schakelen.
  • Pagina 609 uuUw voertuig parkerenuParkeersensorsysteem ■ Werking scherm 1Werking scherm U kunt het display naar normale of gedeelde Als het parkeersensorsysteem is uitgeschakeld, of er een Normale weergave weergave schakelen door de omgeving van de tab storing in het systeem zit, verdwijnt de tab en de gaat het aan te raken, of het display van de camera.
  • Pagina 610 uuUw voertuig parkerenuParkeersensorsysteem ■ Wanneer de afstand tussen uw voertuig en obstakels kleiner wordt Duur van het Afstand tussen de bumper en het obstakel Interface voor onderbroken Controlelampje bestuurdersinformatie/audio-/ Hoeksensoren Middensensoren zoemsignaal informatiescherm Voor: Ongeveer 100-60 cm Gemiddeld — Knippert geel Achter: Ongeveer 110-60 cm Voor: Ongeveer 60-45 cm Kort...
  • Pagina 611 uuUw voertuig parkerenuParkeersensorsysteem ■ 1Alle sensoren achter uitschakelen Alle sensoren achter uitschakelen Wanneer u schakelt naar , knippert het controlelampje in 1. Verzeker u ervan dat het parkeersensorsysteem niet is geactiveerd. Zet de voedingsmodus de knop van het parkeersensorsysteem ter herinnering dat de in de stand VOERTUIG UIT.
  • Pagina 612 uuUw voertuig parkerenuUitparkeermonitor Uitparkeermonitor Controleert bij het achteruitrijden het gebied rondom de achterhoeken met behulp van de 1Uitparkeermonitor radarsensoren en waarschuwt als een naderend voertuig wordt gedetecteerd in het gebied WAARSCHUWING rondom een van de achterhoeken. De uitparkeermonitor kan niet alle naderende Het systeem is vooral handig wanneer u achteruit uit een parkeerruimte wilt wegrijden.
  • Pagina 613 uuUw voertuig parkerenuUitparkeermonitor ■ 1Uitparkeermonitor Hoe het systeem werkt Onder de volgende omstandigheden detecteert de Het systeem wordt ingeschakeld wanneer: uitparkeermonitor een naderend voertuig mogelijk niet of • De voedingsmodus op AAN staat. met vertraging, of wordt u gewaarschuwd zonder dat er een •...
  • Pagina 614 uuUw voertuig parkerenuUitparkeermonitor Het systeem detecteert geen voertuigen die direct van achteren naderen, en geeft geen 1Uitparkeermonitor waarschuwingen voor een gedetecteerd voertuig dat direct achter uw voertuig rijdt. Voor een juiste werking dient u het gebied rondom de hoek van de achterbumper altijd schoon te houden. Het systeem geeft geen waarschuwingen voor een voertuig dat van uw voertuig wegrijdt, en Breng geen stickers en dergelijke aan in het gebied rondom het kan waarschuwen voor voetgangers, fietsen of stilstaande objecten.
  • Pagina 615 uuUw voertuig parkerenuUitparkeermonitor ■ 1Wanneer het systeem een voertuig detecteert Wanneer het systeem een voertuig detecteert Als de rechtsonder verandert in in amber wanneer de transmissie in de stand , staat, heeft er zich mogelijk Pijl-pictogram modder, sneeuw of ijs in de buurt van de sensor verzameld. Het systeem is tijdelijk uitgeschakeld.
  • Pagina 616 uuUw voertuig parkerenuUitparkeermonitor ■ Uitparkeermonitor aan en uit Tik op het display om het systeem in en uit te schakelen. Het controlelampje (groen) gaat branden als het systeem is ingeschakeld. U kunt ook het systeem in- en uitschakelen met behulp van het audio-/informatiescherm. 2 Instelbare functies BLZ.
  • Pagina 617 Achteruitrijcamera voor multi-weergave Over uw achteruitrijcamera voor multi-weergave Het audio-/informatiescherm kan het achteruitzicht van uw voertuig weergeven. Het display 1Over uw achteruitrijcamera voor multi-weergave geeft automatisch het achteruitzicht weer wanneer de transmissie in de stand wordt gezet. Het zicht van de achteruitrijcamera is beperkt. U kunt niet de hoekuiteinden van de bumper zien of wat er onder de ■...
  • Pagina 618 uuAchteruitrijcamera voor multi-weergave uOver uw achteruitrijcamera voor multi-weergave U kunt drie verschillende cameramodi bekijken op het audio-/informatiescherm. 1Over uw achteruitrijcamera voor multi-weergave U kunt de instellingen voor Vaste richtlijn en Dynamische Raak het gewenste pictogram aan om een andere modus te kiezen. richtlijn wijzigen.
  • Pagina 619 Bijtanken Informatie over brandstof ■ Aanbevolen brandstof 1Informatie over brandstof EN 228-normen benzine/gasohol ATTENTIE Loodvrije premium benzine/gasohol tot E10 (90% benzine en 10% ethanol), Het gebruik van benzine die lood bevat, brengt de volgende research-octaangetal minstens 95 risico's met zich mee: •...
  • Pagina 620 uuBijtankenuBijtanken Bijtanken 1. Breng uw voertuig tot stilstand met de 1Bijtanken linkerachterzijde langs de brandstofpomp. WAARSCHUWING 2. Schakel het voedingssysteem uit. 3. Trek aan de ontgrendelhendel van de Benzine is bijzonder brandbaar en explosief. brandstoftankklep onder het dashboard aan de U kunt brandwonden oplopen of ernstig bestuurderszijde.
  • Pagina 621 Brandstofverbruik en CO -uitstoot Verbetering van het brandstofverbruik en verlaging van de CO -uitstoot 1Verbetering van het brandstofverbruik en verlaging van de CO uitstoot Het bereiken van een goed brandstofverbruik en het verlagen van de CO -uitstoot is De aanbevolen methode om het werkelijke afhankelijk van verschillende factoren, zoals de rijomstandigheden, het gewicht van de lading, brandstofverbruik tijdens het rijden te bepalen is directe de tijdsduur van stationair draaien, rijgewoonten, en de staat van het voertuig.
  • Pagina 622 Onderhoud In dit hoofdstuk wordt basisonderhoud beschreven. Voordat onderhoud wordt verricht Motorolie bijvullen ....... 645 Banden en wiel vervangen....667 Inspectie en onderhoud......622 Koelsysteem ........646 Banden wisselen........668 Veilig onderhoud ......... 623 Omvormerkoelvloeistof ......649 Tractie-hulpvoorzieningen voor sneeuw ...669 Onderdelen en vloeistoffen die bij Transmissievloeistof ......
  • Pagina 623 Voordat onderhoud wordt verricht Inspectie en onderhoud Voer alle opgesomde inspecties en onderhoud uit om uw voertuig in het belang van uw veiligheid in een goede staat te houden. Ontdekt u ongebruikelijke geluiden of geuren, onvoldoende remvloeistof, olieresten op de grond, enz., laat uw voertuig dan door een dealer inspecteren.
  • Pagina 624 uuVoordat onderhoud wordt verrichtuVeilig onderhoud Veilig onderhoud Enkele van de belangrijkste veiligheidsmaatregelen volgen hierna. We kunnen u echter niet 1Veilig onderhoud voor elk denkbaar gevaar waarschuwen dat zich bij het uitvoeren van onderhoud kan WAARSCHUWING voordoen. Alleen uzelf kunt bepalen of u een bepaalde taak al dan niet zelf kunt uitvoeren. Verkeerd onderhoud aan uw voertuig of ■...
  • Pagina 625 Raak de hoogspanningsaccu en de bedrading (oranje) niet aan. Onderdelen en vloeistoffen die bij onderhoudsbeurten worden gebruikt Voor het onderhoud van uw voertuig wordt het gebruik van originele onderdelen en vloeistoffen van Honda aanbevolen. Originele Honda-onderdelen worden volgens dezelfde hoge kwaliteitsnormen geproduceerd als Honda-voertuigen.
  • Pagina 626 uuVoordat onderhoud wordt verrichtuOver uw onderhoudsbeurt Over uw onderhoudsbeurt Als het onderhoudsherinneringssysteem in uw voertuig beschikbaar is, wordt u door de 1Over uw onderhoudsbeurt interface voor bestuurdersinformatie geïnformeerd wanneer uw voertuig toe is aan een Modellen met onderhoudsherinneringssysteem onderhoudsbeurt. Raadpleeg het onderhoudsboekje dat bij uw voertuig is meegeleverd voor Als u van plan bent om uw voertuig mee te nemen naar uitleg over de codes van de onderhoudspunten die op het display worden weergegeven.
  • Pagina 627 Onderhoudsherinneringssysteem Geeft informatie over de onderhoudspunten die moeten worden uitgevoerd. 1Onderhoudsherinneringssysteem Onderhoudspunten worden met een code en pictogram weergegeven. Het systeem meldt u U kunt ervoor kiezen om een overeenkomstig via de resterende dagen wanneer u het voertuig naar een dealer moet brengen. waarschuwingsbericht met het waarschuwingspictogram op de interface voor bestuurdersinformatie te laten weergeven.
  • Pagina 628 uuOnderhoudsherinneringssysteem ■ 1Onderhoudsmeldingsinformatie weergeven Onderhoudsmeldingsinformatie weergeven Op basis van de bedrijfstoestand van de motor en de staat 1. Stel de voedingsmodus in op AAN. van de motorolie berekent het systeem de resterende dagen 2. Druk meermaals op de knop (display/informatie) tot wordt weergegeven.
  • Pagina 629 uuOnderhoudsherinneringssysteem ■ Waarschuwingspictogrammen en onderhoudsmeldingsinformatie op de interface voor bestuurdersinformatie Waarschuwingspictogram Onderhoudsherinneringsinformatie Uitleg Informatie Service spoedig nodig Een of meer punten vergen binnen De resterende dagen worden per dag 30 dagen onderhoud. De resterende afgeteld. dagen worden geschat op basis van uw rijomstandigheden.
  • Pagina 630 uuOnderhoudsherinneringssysteem ■ 1Beschikbaarheid van het onderhoudsherinneringssysteem Onderhoudsmeldingspunten Als u van plan bent om uw voertuig mee te nemen naar De onderhoudspunten op de interface voor bestuurdersinformatie worden als codes en landen waar geen onderhoudsherinneringssysteem is, pictogrammen weergegeven. raadpleeg dan een dealer hoe u de Raadpleeg het onderhoudsboekje dat bij uw voertuig is meegeleverd voor uitleg over de onderhoudsmeldingsinformatie kunt noteren.
  • Pagina 631 uuOnderhoudsherinneringssysteem ■ 1Display resetten Display resetten ATTENTIE Reset het informatiedisplay van de onderhoudsmelding als u de onderhoudsbeurt hebt Het niet resetten van de onderhoudsmeldingsinformatie na uitgevoerd. een onderhoudsbeurt leidt tot onjuiste onderhoudsintervallen in het systeem. Dit kan ernstige mechanische problemen tot gevolg hebben. Knop ENTER Modellen met display-audio U kunt het informatiedisplay van het...
  • Pagina 632 Onderhoudsschema Als er bij uw voertuig een onderhoudsboekje is meegeleverd, kunt u daarin het onderhoudsschema voor uw voertuig vinden. Voor voertuigen zonder onderhoudsboekje raadpleegt u de volgende onderhoudsschema's. Het onderhoudsschema geeft het minimaal vereiste onderhoud aan dat u moet uitvoeren om ervoor te zorgen dat uw voertuig zonder problemen werkt.
  • Pagina 633 uuOnderhoudsschema Uitgezonderd modellen voor Europa en Oekraïne km X 1.000 Onderhoud na de aangegeven afstand of tijd - wat zich het eerst voordoet. maanden Motorolie verversen Normaal Iedere 10.000 km of ieder jaar Zware Iedere 5000 km of 6 maanden omstandigheden Motoroliefilter vervangen Normaal...
  • Pagina 634 uuOnderhoudsschema km X 1.000 Onderhoud na de aangegeven afstand of tijd - wat zich het eerst voordoet. maanden Transmissievloeistof vervangen Iedere 80.000 km of 4 jaar Achterdifferentieelvloeistof vervangen • • • Voor- en achterremmen controleren Iedere 10.000 km of 6 maanden Remvloeistof vervangen Iedere 3 jaar Stof- en pollenfilter vervangen...
  • Pagina 635 uuOnderhoudsschema Modellen voor Oekraïne km X 1.000 Onderhoud na de aangegeven afstand of tijd - wat zich het eerst voordoet. maanden Motorolie verversen Normaal • • • • • • • • • • • • • Zware Iedere 7500 km of 6 maanden omstandigheden Motoroliefilter vervangen Normaal...
  • Pagina 636 uuOnderhoudsschema km X 1.000 Onderhoud na de aangegeven afstand of tijd - wat zich het eerst voordoet. maanden Transmissievloeistof vervangen Iedere 75.000 km of iedere 5 jaar Achterdifferentieelvloeistof vervangen • • Voor- en achterremmen controleren • • • • • •...
  • Pagina 637 uuOnderhoudsschema Als u uw voertuig onder zware omstandigheden bestuurt, moet u de volgende items laten 1Onderhoudsschema onderhouden die in het onderhoudsschema als Zwaar zijn aangegeven. De conditie wordt als zwaar beschouwd wanneer u: A. Minder dan 8 km, of minder dan 16 km bij temperaturen Items Conditie onder het vriespunt per rit rijdt.
  • Pagina 638 uuOnderhoudsschema uOnderhoudsregistratie (voor voertuigen zonder onderhoudsboek) Onderhoudsregistratie (voor voertuigen zonder onderhoudsboek) Laat de dealer die uw onderhoud uitvoert alle vereiste onderhoudswerkzaamheden hieronder registreren. Bewaar de kwitanties van alle onderhoudswerkzaamheden die aan uw voertuig verricht zijn. Uitgezonderd modellen voor Europa en Oekraïne Km of maanden Datum Handtekening of stempel...
  • Pagina 639 uuOnderhoudsschema uOnderhoudsregistratie (voor voertuigen zonder onderhoudsboek) Modellen voor Oekraïne Km of maanden Datum Handtekening of stempel 15.000 km (of 12 mnd.) 30.000 km (of 24 mnd.) 45.000 km (of 36 mnd.) 60.000 km (of 48 mnd.) 75.000 km (of 60 mnd.) 90.000 km (of 72 mnd.) 105.000 km (of 84 mnd.) 120.000 km (of 96 mnd.)
  • Pagina 640 Onderhoud onder de motorkap Onderhoudspunten onder de motorkap Type met het stuur rechts Type met het stuur links Remvloeistof Remvloeistof (Zwarte dop) (Zwarte dop) Motorolievuldop 12V-accu Sproeiervloeistof (blauwe dop) Motoroliepeilstok (oranje) Vulreservoir Radiateurdop omvormerkoelvloeistof Reservetank motorkoelvloeistof...
  • Pagina 641 uuOnderhoud onder de motorkapuMotorkap openen Motorkap openen 1. Parkeer het voertuig op een vlakke ondergrond 1Motorkap openen Hendel motorkapontgrendeling en schakel de parkeerrem in. WAARSCHUWING 2. Trek aan de hendel van de motorkapontgrendeling onder het dashboard De motorkapsteun kan door de hitte van de aan de bestuurderszijde.
  • Pagina 642 uuOnderhoud onder de motorkapuMotorkap openen 1Motorkap openen • Pak het schuimrubber deel vast. • De motorkapsteun wordt erg heet. • Raadpleeg de gebruikershandleiding.
  • Pagina 643 2 Motorolie bijvullen BLZ. 645 duurzaamheid hebben. Modellen voor Europa en Oekraïne Originele motorolie Commerciële motorolie • • Honda-motorolie type 2.0 API-onderhoud SM of brandstofbesparende olie van hogere kwaliteit • ACEA C2/C3 Omgevingstemperatuur Omgevingstemperatuur *1: Samengesteld om de brandstofzuinigheid te verbeteren.
  • Pagina 644 Commerciële motorolie ● Originele Honda-motorolie ● ACEA C2/C3 Met roetfilter voor benzinemotor Omgevingstemperatuur Omgevingstemperatuur • • Honda-motorolie type 1.0 API-onderhoud SM of brandstofbesparende • Honda Green-olie olie van hogere kwaliteit • • Originele Honda-motorolie ACEA A5/B5 Zonder roetfilter voor benzinemotor...
  • Pagina 645 uuOnderhoud onder de motorkapuOliecontrole Oliecontrole We adviseren u het motoroliepeil telkens te controleren wanneer u benzine bijtankt. 1Oliecontrole Parkeer het voertuig op een vlakke ondergrond. Als het oliepeil vlak bij of onder de onderste markering staat, vul dan langzaam olie bij en let op dat u niet teveel vult. Schakel het voedingssysteem uit.
  • Pagina 646 uuOnderhoud onder de motorkapuMotorolie bijvullen Motorolie bijvullen 1. Draai de motorolievuldop los en verwijder deze. 1Motorolie bijvullen 2. Vul langzaam olie bij. ATTENTIE 3. Zet de motorolievuldop terug en draai deze goed vast. Vul de motorolie niet boven de bovenste markering bij. 4.
  • Pagina 647 Als een aanhoudende temperatuur van minder dan -30 °C afgekoeld zijn. wordt verwacht, moet het koelvloeistofmengsel worden 2. Controleer de hoeveelheid koelvloeistof in de gewijzigd in een hogere concentratie. Raadpleeg uw Honda- reservetank. dealer voor informatie over een geschikt Als het koelvloeistofpeil onder de MIN- koelvloeistofmengsel.
  • Pagina 648 uuOnderhoud onder de motorkapuKoelsysteem ■ 1Radiateur Radiateur ATTENTIE 1. Zorg ervoor dat de motor en de radiateur Giet de vloeistof zonder te morsen langzaam en voorzichtig afgekoeld zijn. in het gat. Veeg gemorste vloeistof direct op; deze kan 2. Draai de dop van de radiator 1/8 slag linksom en componenten in het motorcompartiment beschadigen.
  • Pagina 649 uuOnderhoud onder de motorkapuKoelsysteem ■ Radiateurdop • Open de dop nooit wanneer de koelvloeistof heet is. • Door de hete koelvloeistof zult u brandwonden oplopen. • De overdrukklep gaat open bij 108 kPa.
  • Pagina 650 Deze koelvloeistof is voorgemengd met 50% antivries en 50% water. Voeg geen onverdunde wordt verwacht, moet het koelvloeistofmengsel worden antivries of puur water toe. gewijzigd in een hogere concentratie. Raadpleeg uw Honda- dealer voor informatie over een geschikt We adviseren het omvormerkoelvloeistofpeil bij elke tankbeurt te controleren.
  • Pagina 651 uuOnderhoud onder de motorkapuOmvormerkoelvloeistof ■ Dop vulreservoir omvormerkoelvloeistof • Open de dop nooit wanneer de koelvloeistof heet is. • Door de hete koelvloeistof zult u brandwonden oplopen. • De overdrukklep gaat open bij 49 kPa.
  • Pagina 652 Volg het onderhoudsbeurten-tijdschema van uw voertuig op voor het verversen van de transmissievloeistoffen. transmissievloeistof. Een andere transmissievloeistof dan Honda ATF DW-1 kan de 2 Onderhoudsschema BLZ. 631 werking en levensduur van de transmissie van uw voertuig nadelig beïnvloeden en de transmissie beschadigen.
  • Pagina 653 uuOnderhoud onder de motorkapuRemvloeistof Remvloeistof 1Remvloeistof Gespecificeerde vloeistof: Remvloeistof met DOT 3 of DOT 4 ATTENTIE ■ Remvloeistof controleren Remvloeistof aangeduid als DOT 5 is niet geschikt voor het remsysteem van uw voertuig en kan ernstige schade Type met het stuur links veroorzaken.
  • Pagina 654 uuOnderhoud onder de motorkapuRuitsproeiervloeistof bijvullen Ruitsproeiervloeistof bijvullen Modellen met niveaumeter 1Ruitsproeiervloeistof bijvullen Controleer de hoeveelheid ruitensproeiervloeistof ATTENTIE aan de hand van de niveaumeter op de dop. Gebruik geen motorantivries of een azijn-wateroplossing in het voorruitsproeierreservoir. Staat het peil te laag, vul dan het sproeierreservoir. Antivries kan de lak van uw voertuig beschadigen.
  • Pagina 655 uuOnderhoud onder de motorkapuBrandstoffilter Brandstoffilter Vervang het brandstoffilter volgens de aanbevelingen voor tijd en afstand in het 1Brandstoffilter onderhoudsschema. Modellen met onderhoudsherinneringssysteem Het brandstoffilter moet volgens de onderhoudsmelding Laat het brandstoffilter door een gekwalificeerde monteur vervangen. Als niet correct met alle vervangen worden.
  • Pagina 656 Mistlampen voor trekt u regelmatig een aanhanger/caravan, laat dan de lichtbundels door een dealer of een gekwalificeerde monteur De mistlampen vóór zijn van het LED-type. Laat een geautoriseerde Honda-dealer de lampen bijstellen. inspecteren en vervangen.
  • Pagina 657 De lampen van de parkeerverlichting/het dagrijlicht zijn van het LED-type. Laat een geautoriseerde Honda-dealer de lampen inspecteren en vervangen. Actieve bochtenverlichting De lampen voor actieve bochtenverlichting zijn LED-lampen. Laat een geautoriseerde Honda- dealer de lampen inspecteren en vervangen. Richtingaanwijzers voor De lampen van de richtingaanwijzers vóór zijn van het LED-type.
  • Pagina 658 Gebruik bij vervanging de volgende lampen. 1Lampen achterlichten en achteruitrijlicht Achterlicht: LED De achterlichten zijn van het LED-type. Laat een geautoriseerde Honda-dealer de lampen inspecteren en Achteruitrijlicht: 16 W vervangen. 1. Verwijder de afdekking door de rand los te wrikken met een platte schroevendraaier.
  • Pagina 659 Honda-dealer de lampen inspecteren en vervangen. Hooggemonteerd remlicht De lamp van het hooggemonteerde remlicht is van het LED-type. Laat een geautoriseerde Honda-dealer de lampen inspecteren en vervangen. Mistlamp achter De mistlamp achter is een LED-lamp. Laat een geautoriseerde Honda-dealer de lampen inspecteren en vervangen.
  • Pagina 660 uuLampen vervangenuAndere lampen Andere lampen ■ ■ ■ Lampen bagageruimteverlichting Lampen make-upspiegelverlichting Lamp handschoenenkastje Gebruik bij vervanging de volgende lampen. Gebruik bij vervanging de volgende lamp. Gebruik bij vervanging de volgende lampen. Bagageruimteverlichting: 5 W Verlichting handschoenenkastje: 3,4 W Make-upspiegelverlichting: 1,4 W Trekken Hendel 1.
  • Pagina 661 Wisserbladen controleren en onderhouden Wisserbladen controleren Als het wisserbladrubber versleten is, laat dit strepen achter en kunnen de harde oppervlakken 1Wisserbladrubber van voorruit vervangen van het blad krassen op de ruit veroorzaken. ATTENTIE Laat de wisserarm niet op de voorruit vallen, hierdoor Wisserbladrubber van voorruit vervangen kunnen de wisserarm en/of de voorruit beschadigd raken.
  • Pagina 662 uuWisserbladen controleren en onderhoudenuWisserbladrubber van voorruit vervangen 4. Druk op het lipje, houd het vast en schuif de houder van de wisserarm. 5. Trek het uiteinde van het wisserblad in de richting van de pijl in de afbeelding totdat het Blad uit de einddop van de houder is geschoven.
  • Pagina 663 uuWisserbladen controleren en onderhoudenuWisserbladrubber van voorruit vervangen 7. Plaats de platte kant van het nieuwe wisserblad in het onderste deel van de houder. Schuif het blad helemaal in de houder. Blad 8. Breng het uiteinde van het wisserblad aan in de dop. 9.
  • Pagina 664 uuWisserbladen controleren en onderhoudenuWisserbladrubber achter vervangen Wisserbladrubber achter vervangen 1. Til de wisserarm van de ruit. 1Wisserbladrubber achter vervangen Wisserarm 2. Draai de onderkant van het wisserblad omhoog ATTENTIE tot deze los komt van de ruitenwisserarm. Laat de wisserarm niet vallen; dit kan de achterruit beschadigen.
  • Pagina 665 uuWisserbladen controleren en onderhoudenuWisserbladrubber achter vervangen 5. Schuif het nieuwe wisserblad op de houder. Verzeker u ervan dat het geheel goed vastzit Houder en monteer vervolgens het gemonteerde wisserblad op de wisserarm.
  • Pagina 666 Banden controleren en onderhouden Banden controleren Voor een veilig gebruik van het voertuig dienen de banden van het juiste type en de juiste maat 1Banden controleren en in goede staat te zijn, met voldoende profiel en de juiste spanning. WAARSCHUWING ■...
  • Pagina 667 uuBanden controleren en onderhoudenuSlijtage-indicatoren Slijtage-indicatoren De groef is ter plaatse van de slijtage-indicator 1Banden controleren 1,6 mm minder diep dan elders op de band. Is het Voorbeeld van een slijtage- Laat een dealer de banden controleren als u tijdens het rijden indicatiemarkering loopvlak zodanig versleten dat de slijtage-indicator een voortdurende trilling voelt.
  • Pagina 668 uuBanden controleren en onderhoudenuBanden en wiel vervangen Banden en wiel vervangen Vervang uw banden door radiaalbanden van dezelfde maat, dezelfde belastings- en 1Banden en wiel vervangen snelheidskwalificatie en met dezelfde maximumwaarde voor koude bandenspanning (zoals WAARSCHUWING aangegeven op de zijkant van de band). Wanneer banden met een afwijkende maat of constructie worden gemonteerd, kan dat ertoe leiden dat bepaalde voertuigsystemen zoals het Verkeerde banden op uw voertuig monteren ABS-systeem en voertuigstabiliteitsassistentiesysteem (VSA) niet naar behoren werken.
  • Pagina 669 uuBanden controleren en onderhoudenuBanden wisselen Banden wisselen Het wisselen van banden volgens het onderhoudsschema helpt de bandenslijtage gelijkmatiger 1Banden wisselen te verdelen en de levensduur van de banden te verlengen. Banden met een loopvlak met voorgeschreven draairichting mogen alleen van voor naar achter gewisseld worden (niet ■...
  • Pagina 670 uuBanden controleren en onderhoudenuTractie-hulpvoorzieningen voor sneeuw Tractie-hulpvoorzieningen voor sneeuw Monteer voor het rijden op besneeuwde of bevroren wegen winterbanden of 1Tractie-hulpvoorzieningen voor sneeuw sneeuwkettingen; pas uw snelheid aan en houd tijdens het rijden voldoende afstand tot de WAARSCHUWING overige verkeersdeelnemers. Gebruik van de verkeerde kettingen, of niet correct Bedien het stuurwiel en de remmen met de grootste zorgvuldigheid om slippen te voorkomen.
  • Pagina 671 12V-accu 12V-accu controleren De toestand van de accu wordt gecontroleerd door 112V-accu een sensor op de minpool van de accu. Als er een WAARSCHUWING probleem is met deze sensor, wordt op de interface voor bestuurdersinformatie een De accu stoot explosief waterstofgas uit tijdens waarschuwingsbericht weergegeven.
  • Pagina 672 uu12V-accuu12V-accu controleren 112V-accu Noodprocedures Ogen: Ten minste 15 minuten spoelen met water uit een kop of ander type container. (Water onder druk kan het oog beschadigen.) Bel onmiddellijk een arts. Huid: Verwijder besmette kleding. Spoel de huid met grote hoeveelheden water. Bel onmiddellijk een arts. Slikken: Drink water of melk.
  • Pagina 673 uu12V-accuu12V-accu opladen 12V-accu opladen Koppel de beide accukabels los om schade aan het elektrisch systeem van uw voertuig 112V-accu te voorkomen. Koppel altijd eerst de kabel aan de minpool (-) los en sluit deze als laatste De controlelampjes voor de Adaptive Cruise Control (ACC) weer aan.
  • Pagina 674 uu12V-accuu12V-accu vervangen 12V-accu vervangen Wanneer u de 12V-accu verwijdert en vervangt, dient u altijd de veiligheid bij onderhoud en 112V-accu vervangen de waarschuwingen bij het controleren van de accu in acht te nemen om mogelijke gevaren te ATTENTIE voorkomen. Een onjuist afgevoerde accu kan zeer schadelijk zijn voor het 2 Veilig onderhoud BLZ.
  • Pagina 675 uu12V-accuu12V-accu vervangen 4. Draai de moer aan beide zijden van de Moer accubeugel los met een sleutel. Steun 5. Trek de onderkant van elke accusteun uit het gat op de accuplaat en verwijder het samenstel van Moer de accubeugel en de steunen. 6.
  • Pagina 676 uu12V-accuuAcculabel Acculabel 1Acculabel GEVAAR • Houd vuur en vonken uit de buurt van de accu. Accu's produceren explosief gas dat explosies kan veroorzaken. • Draag een veiligheidsbril en rubberhandschoenen bij het hanteren van de accu; door blootstelling aan de accu- elektrolyt kunt u verbranden of blind worden.
  • Pagina 677 Verzorging van de afstandsbediening Knoopcel vervangen Als de indicator niet gaat branden wanneer op de knop wordt gedrukt, vervang dan de 1Knoopcel vervangen batterij. WAARSCHUWING Batterijtype: CR2032 RISICO OP CHEMISCHE BRANDWONDEN 1. Verwijder de geïntegreerde sleutel. Bij inslikken kan de batterij van de afstandsbediening ernstige interne brandwonden en zelfs dodelijk letsel veroorzaken.
  • Pagina 678 uuVerzorging van de afstandsbedieninguKnoopcel vervangen 1Knoopcel vervangen Een waarschuwing bevindt zich naast de knoopcel ATTENTIE Een onjuist afgevoerde batterij kan milieuschade veroorzaken. Volg altijd de lokale regels voor het afvoeren van accu's op. Dit symbool op de accu betekent dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld.
  • Pagina 679 Onderhoud van klimaatregelsysteem Airconditioning Om een goede en veilige werking van het klimaatregelsysteem te garanderen, mag het 1Onderhoud van klimaatregelsysteem koelsysteem alleen door een gekwalificeerde monteur worden onderhouden. ATTENTIE Uitgestoten koelmiddel is schadelijk voor het milieu. Repareer de verdamper (koelspiraal) van de airconditioning nooit en vervang deze nooit door Om de uitstoot van koelmiddel te voorkomen, mag u de een verdamper die is verwijderd uit een gebruikt of hergebruikt voertuig.
  • Pagina 680 uuOnderhoud van klimaatregelsysteemuStof- en pollenfilter Stof- en pollenfilter ■ 1Stof- en pollenfilter Wanneer het stof- en pollenfilter moet worden vervangen Als de luchtstroom van het klimaatregelsysteem duidelijk Vervang het stof- en pollenfilter volgens het aanbevolen onderhoudsschema van uw voertuig. afneemt en de ramen makkelijk beslaan, dient het filter Het is raadzaam om het filter zelfs eerder te vervangen als het voertuig in een stoffige wellicht te worden vervangen.
  • Pagina 681 uuOnderhoud van klimaatregelsysteemuStof- en pollenfilter 4. Druk op de lipjes op de hoeken van het filterhuisdeksel en verwijder het. Afdekking Drukken Drukken 5. Verwijder het filter uit de behuizing. Stof- en pollenfilter 6. Monteer een nieuw filter in de behuizing. Zorg dat de AIR FLOW-pijl omlaag wijst.
  • Pagina 682 Reinigen Interieurverzorging Gebruik een stofzuiger om stof te verwijderen voordat u dat met een doek doet. 1Interieurverzorging Gebruik een vochtige doek met een mengsel van een mild reinigingsmiddel en warm water om Mors geen vloeistoffen in het interieur van het voertuig. vuil te verwijderen.
  • Pagina 683 uuReinigenuInterieurverzorging ■ 1Ruiten reinigen Ruiten reinigen Aan de binnenzijde van de achterruit zijn draden Gebruik hierbij een glasreinigingsmiddel. aangebracht. Wrijf met een zachte doek in dezelfde richting als de draden om beschadiging van de draden te voorkomen. Zorg dat u geen vloeistoffen, zoals water of glasreinigingsmiddel, morst op of rondom de afdekking van zowel de sensorcamera voor als de regen-/lichtsensor ■...
  • Pagina 684 uuReinigenuExterieurverzorging Exterieurverzorging Verwijder na iedere rit het stof van de carrosserie. Inspecteer uw voertuig regelmatig op 1Voertuig wassen krassen in gelakte oppervlakken. Een kras in een gelakt oppervlak kan carrosserieroest tot Spuit geen water in de luchtinlaatroosters. Dit kan storingen gevolg hebben.
  • Pagina 685 uuReinigenuExterieurverzorging ■ 1Was aanbrengen Was aanbrengen ATTENTIE Een zorgvuldig aangebrachte autocarrosseriewaslaag helpt de lak van uw voertuig tegen de Chemische oplosmiddelen en krachtige reinigingsmiddelen elementen te beschermen. Was verdwijnt na verloop van tijd en na blootstelling van de autolak kunnen schade aan de lak, en aan metalen en kunststoffen aan de elementen;...
  • Pagina 686 uuReinigenuExterieurverzorging ■ Beslagen lenzen van de buitenverlichting De binnenzijde van de lenzen van de buitenverlichting (koplampen, remlichten, enz.) kan tijdelijk beslaan wanneer u in de regen hebt gereden of nadat het voertuig is gewassen in een wasstraat. In de lenzen kan ook condensatie ophopen als er een groot genoeg verschil is tussen de omgevingstemperatuur en de temperatuur in de lens (zoals ook de ruiten van het voertuig beslaan in regenachtige omstandigheden).
  • Pagina 687 Gebruik van een hoogspanningsaccu die onjuist is ontworpen, ontwikkeld of gefabriceerd, kan brand veroorzaken in uw voertuig. Een autobrand kan resulteren in een ongeval of lichamelijk letsel. Gebruik alleen een originele hoogspanningsaccu van Honda, of gelijkwaardig, in uw voertuig.
  • Pagina 688 Als u uw hoogspanningsaccu ooit moet vervangen als de garantie niet meer geldig is, gebruik dan alleen een originele hoogspanningsaccu van Honda. Een originele hoogspanningsaccu van Honda is speciaal ontworpen om te werken met het hybride voedingssysteem van uw voertuig en is dusdanig ontworpen, ontwikkeld en gefabriceerd dat situaties met te hoge ladingen worden voorkomen.
  • Pagina 690 Onverwachte gebeurtenissen In dit hoofdstuk worden problemen beschreven die soms kunnen optreden en maatregelen die u kunt nemen om de problemen te verhelpen. Gereedschappen Controlelampje, gaat branden/knipperen Als het controlelampje lage bandenspanning/ Controlelampje lage oliedruk brandt ...712 Soorten gereedschappen...... 690 waarschuwingssysteem bandenspanning Bij een lekke band Indien het controlelampje van het laadsysteem...
  • Pagina 691 Gereedschappen Soorten gereedschappen 1Soorten gereedschappen De gereedschappen zijn opgeborgen in de bagageruimte. Krik Wielmoersleutel/ krikhendel Verlengstuk van krikhendel Greep Schroevendraaier...
  • Pagina 692 Bij een lekke band Een lekke band tijdelijk repareren Als de band een grote snee of een andere ernstige beschadiging heeft, moet u het voertuig 1Een lekke band tijdelijk repareren laten wegslepen. Alleen als de band een kleine lekkage vertoont, bijvoorbeeld door een spijker, Gebruik de kit niet in de volgende omstandigheden.
  • Pagina 693 uuBij een lekke banduEen lekke band tijdelijk repareren ■ 1Voorbereidingen voor tijdelijke reparatie van lekke band Voorbereidingen voor tijdelijke reparatie van lekke band Lees aandachtig de handleiding die bij de kit is geleverd als u een band tijdelijk wilt repareren. Leegloopknop Houdbaarheidsdatum Schakelaar...
  • Pagina 694 uuBij een lekke banduEen lekke band tijdelijk repareren ■ 1Dichtingsmiddel en lucht injecteren Dichtingsmiddel en lucht injecteren WAARSCHUWING 1. Verwijder de ventieldop van de ventielstift van Ventielstift van band de band. Het bandendichtingsmiddel bevat schadelijke bestanddelen die dodelijk kunnen zijn bij inslikken.
  • Pagina 695 uuBij een lekke banduEen lekke band tijdelijk repareren 6. Sluit de compressor aan op de 1Dichtingsmiddel en lucht injecteren accessoirevoeding. WAARSCHUWING Zorg dat het snoer niet klem komt te zitten in een portier of raam. Door de motor te laten draaien in een (deels) 2 Accessoirevoedingen BLZ.
  • Pagina 696 In dit geval moet het voertuig worden weggesleept. ventieldop weer aan. 12. Plak het wieletiket op de vlakke ondergrond Bezoek een Honda-dealer voor een nieuwe fles met van het wiel. dichtingsmiddel en een juiste afvoer van de lege fles. De ondergrond van het wiel moet schoon zijn om ervoor te zorgen dat het label goed blijft zitten.
  • Pagina 697 uuBij een lekke banduEen lekke band tijdelijk repareren ■ Het dichtingsmiddel in de band verdelen 1. Plak het label met de snelheidslimiet op de Label met snelheidslimiet aangegeven locatie. 2. Rijd ongeveer 10 minuten met het voertuig. Rijd niet sneller dan 80 km/h. 3.
  • Pagina 698 uuBij een lekke banduEen lekke band tijdelijk repareren 4. Controleer de bandenspanning opnieuw met de meter op de luchtcompressor. Schakel de luchtcompressor niet in om de druk te controleren. 5. Als de bandenspanning: • Minder dan 120 kPa (1,2 bar): Niet oppompen of doorrijden.
  • Pagina 699 uuBij een lekke banduEen lekke band tijdelijk repareren • Hoger dan 120 kPa (1,2 bar), maar lager dan 1Het dichtingsmiddel in de band verdelen vóór: 240 kPa (2,4 bar)/achter: 220 kPa WAARSCHUWING (2,2 bar): Schakel de luchtcompressor in om de band op Door de motor te laten draaien in een (deels) te pompen tot de spanning vóór: 240 kPa afgesloten ruimte ontstaat er mogelijk een...
  • Pagina 700 uuBij een lekke banduEen lekke band tijdelijk repareren ■ 1Een zachte band oppompen Een zachte band oppompen WAARSCHUWING U kunt de kit gebruiken om een niet-lekke band met een te lage bandspanning op te pompen. 1. Neem de kit uit de bagageruimte. Voedingsstekker Door de motor te laten draaien in een (deels) 2 Voorbereidingen voor tijdelijke...
  • Pagina 701 uuBij een lekke banduEen lekke band tijdelijk repareren 6. Sluit de compressor aan op de accessoirevoeding. Zorg dat het snoer niet klem komt te zitten in een portier of raam. 2 Accessoirevoedingen BLZ. 272 7. Zet het voedingssysteem aan. Bij temperaturen onder het vriespunt start u het voertuig en laat u de motor draaien terwijl de lekkage van de band wordt verholpen.
  • Pagina 702 uuBij een lekke banduHanteren van de krik Hanteren van de krik ■ 1De krik plaatsen De krik plaatsen WAARSCHUWING 1. Parkeer het voertuig op een vaste, vlakke, Vloerafdekking slipvrije ondergrond en schakel de parkeerrem in. Het voertuig kan gemakkelijk van de krik rollen 2.
  • Pagina 703 uuBij een lekke banduHanteren van de krik 7. Plaats de krik onder het dichtstbijzijnde krikpunt 1De krik plaatsen bij het te verwisselen wiel. Gebruik de krik niet wanneer personen of bagage in het voertuig aanwezig zijn. Gebruik de bij uw voertuig geleverde krik. Andere krikken ondersteunen het gewicht (lading) wellicht niet of passen niet in het krikpunt.
  • Pagina 704 Voedingssysteem start niet De procedure controleren Wanneer het controlelampje ‘Gereed’ niet gaat branden en niet op de interface voor 1De procedure controleren bestuurdersinformatie verschijnt, controleer dan de volgende onderdelen en onderneem de Wanneer de motor onmiddellijk moet worden gestart, benodigde actie. gebruik dan een ander voertuig of hulpaccu om de motor met startkabels te starten.
  • Pagina 705 uuVoedingssysteem start nietuBij een zwakke batterij van de sleutelloze afstandsbediening Bij een zwakke batterij van de sleutelloze afstandsbediening Als de zoemer klinkt, wordt weergegeven op de interface voor bestuurdersinformatie, de knop POWER knippert en het controlelampje Gereed niet gaat branden, schakelt u het voedingssysteem als volgt in: 1.
  • Pagina 706 uuVoedingssysteem start nietuVoedingssysteem uit in geval van nood Voedingssysteem uit in geval van nood De knop POWER kan worden gebruikt om het voedingssysteem vanwege een noodsituatie uit 1Voedingssysteem uit in geval van nood te schakelen, zelfs tijdens het rijden. Als u het voedingssysteem moet uitschakelen, voer dan Druk tijdens het rijden de knop POWER niet in, tenzij het een van de volgende acties uit: absoluut noodzakelijk is om het voedingssysteem uit te...
  • Pagina 707 Als de accu leeg is ■ 1Als de accu leeg is Procedure voor starten met startkabels WAARSCHUWING Schakel de stroomtoevoer uit naar elektrische apparaten zoals het audiosysteem en de verlichting. Schakel het voedingssysteem uit en open vervolgens de motorkap. Een 12V-accu kan exploderen als u niet de 1.
  • Pagina 708 uuAls de accu leeg 2. Sluit de eerste hulpstartkabel aan op de pluspool 1Procedure voor starten met startkabels + van de 12V-accu. De controlelampjes voor de Adaptive Cruise Control (ACC) 3. Sluit het andere uiteinde van de eerste met Low Speed Follow (LSF), Road Departure Mitigation- hulpstartkabel aan op de +-pool van de systeem, voertuigstabiliteitsassistentiesysteem (VSA), VSA UIT, botsingsbeperkingssysteem (CMBS) en lage...
  • Pagina 709 uuAls de accu leeg ■ Als de motor eenmaal draait Als de motor van uw voertuig eenmaal draait, verwijder de startkabels dan in de onderstaande volgorde. 1. Maak de startkabel los van de massapool in uw voertuig. 2. Maak het andere uiteinde van de startkabel los van de - pool van de hulpaccu. 3.
  • Pagina 710 Oververhitting Wat te doen bij oververhitting Symptomen van oververhitting: • verschijnt op de interface voor bestuurdersinformatie. • verschijnt op de interface voor bestuurdersinformatie. • Er komt stoom of spuitende vloeistof uit het motorcompartiment. ■ verschijnt op de interface voor bestuurdersinformatie. verschijnt op de interface voor bestuurdersinformatie wanneer de temperatuur van het voedingssysteem hoog is.
  • Pagina 711 uuOververhittinguWat te doen bij oververhitting ■ 1Wat te doen bij oververhitting verschijnt op de interface voor bestuurdersinformatie. ■ WAARSCHUWING Wat eerst te doen 1. Parkeer het voertuig onmiddellijk op een veilige plek. Stoom en spuitende vloeistof uit een 2. Schakel alle stroomverbruikers uit en schakel de alarmknipperlichten in. oververhitte motor kunnen ernstige Geen stoom of spuitend water: Houd het voedingssysteem in de stand AAN en open brandwonden toebrengen.
  • Pagina 712 uuOververhittinguWat te doen bij oververhitting ■ Wat vervolgens te doen 1Wat te doen bij oververhitting 1. Controleer of de koelventilator werkt en schakel WAARSCHUWING het voedingssysteem uit zodra op de interface voor bestuurdersinformatie verdwijnt. Door de radiateurdop bij een hete motor te Reservetank Schakel het voedingssysteem onmiddellijk uit motorkoelvloeistof...
  • Pagina 713 Controlelampje, gaat branden/knipperen Controlelampje lage oliedruk brandt ■ Redenen voor branden van controlelampje 1Controlelampje lage oliedruk brandt Gaat aan wanneer de motoroliedruk te laag is. ATTENTIE ■ Wat te doen wanneer het controlelampje gaat branden Wanneer de motor blijft draaien bij een te lage oliedruk, 1.
  • Pagina 714 uuControlelampje, gaat branden/knipperenuStoringsindicatielamp brandt of knippert Storingsindicatielamp brandt of knippert ■ Redenen voor branden of knipperen van storingslampje 1Storingsindicatielamp brandt of knippert • Gaat aan wanneer er een probleem met het emissieregelsysteem van de ATTENTIE motor is. Wanneer u rijdt met een brandende storingsindicatielamp, •...
  • Pagina 715 uuControlelampje, gaat branden/knipperenuAls het rode controlelampje van het remsysteem gaat branden of knipperen Als het rode controlelampje van het remsysteem gaat branden of knipperen 1Als het rode controlelampje van het remsysteem gaat branden of knipperen ■ Redenen voor branden van controlelampje Laat het voertuig onmiddellijk repareren.
  • Pagina 716 uuControlelampje, gaat branden/knipperenuAls het rode remsysteemcontrolelampje brandt/knippert en het amber controlelampje brandt Als het rode remsysteemcontrolelampje brandt/ knippert en het amber controlelampje brandt 1Als het rode remsysteemcontrolelampje brandt/knippert en het ■ amber controlelampje brandt Als het controlelampje van het remsysteem (rood) gaat branden of knippert terwijl tegelijkertijd het controlelampje van het remsysteem Als u de parkeerrem inschakelt, kunt u deze mogelijk niet meer vrijzetten.
  • Pagina 717 uuControlelampje, gaat branden/knipperenuAls het systeemlampje van het elektrisch stuurbekrachtigingssysteem (EPS) gaat branden Als het systeemlampje van het elektrisch stuurbekrachtigingssysteem (EPS) gaat branden ■ Redenen voor branden van controlelampje • Gaat branden als er een probleem is met het EPS-systeem. • Als u het gaspedaal herhaaldelijk intrapt om de snelheid te verhogen terwijl de motor stationair draait, dan gaat het controlelampje branden.
  • Pagina 718 uuControlelampje, gaat branden/knipperenuAls het controlelampje lage bandenspanning/waarschuwingssysteem bandenspanning brandt of knippert Als het controlelampje lage bandenspanning/ waarschuwingssysteem bandenspanning brandt of 1Als het controlelampje lage bandenspanning/ knippert waarschuwingssysteem bandenspanning brandt of knippert ■ ATTENTIE Redenen voor branden of knipperen van controlelampje Door te rijden met een zeer lage bandenspanning kan de Eén van de banden heeft een zeer lage bandenspanning of het band oververhit raken.
  • Pagina 719 uuControlelampje, gaat branden/knipperenuAls het symbool laag oliepeil verschijnt Als het symbool laag oliepeil verschijnt ■ Redenen waarom het symbool verschijnt 1Als het symbool laag oliepeil verschijnt Gaat aan wanneer het motoroliepeil laag is. ATTENTIE ■ Wat te doen wanneer het symbool verschijnt Wanneer de motor blijft draaien met een laag oliepeil, heeft 1.
  • Pagina 720 Zekeringen Locaties van zekeringen Als er elektrische apparaten zijn die niet werken, zet de voedingsmodus dan op VOERTUIG UIT en controleer of er een bijbehorende zekering is doorgebrand. ■ Zekeringkast in motorcompartiment type A Bevindt zich bij de 12V-accu. Druk op de lipjes om de kast te openen. De locaties van de zekeringen worden weergegeven in onderstaande afbeelding.
  • Pagina 721 uuZekeringenuLocaties van zekeringen ■ Beschermd circuit en ampèrage zekering Beschermd circuit Ampère 15 A Beschermd circuit Ampère FI SUB 15 A OP BLOK 2 40 A REMLICHTEN 10 A 40 A IG HOLD 1 10 A ABS/VSA FSR 40 A IGPS (LAF) 7,5 A R/MOD1...
  • Pagina 722 uuZekeringenuLocaties van zekeringen ■ ■ Beschermd circuit en ampèrage zekering Zekeringkast in motorcompartiment type B Beschermd circuit Ampère A/C PTC1/2 (40 A) Bevindt zich binnen in de linkerzijde van de − (20 A) voorbumper. A/C PTC3/4 (40 A) EVTC (20 A) Hoofdventilator (40 A) Waterpomp motor...
  • Pagina 723 uuZekeringenuLocaties van zekeringen ■ Modellen met zekeringkast type C Beschermd circuit en ampèrage zekering ■ Zekeringkast type C in Beschermd circuit Ampère motorcompartiment Subzekering 100 A Bevindt zich dicht bij de + pool van de accu. Afdekking 1. Open de afdekking van de +-pool door aan het lipje te trekken.
  • Pagina 724 uuZekeringenuLocaties van zekeringen ■ Zekeringenkast interieur Bevindt zich onder het dashboard. De locaties van de zekeringen worden weergegeven in onderstaande afbeelding. Bepaal de locatie van de betreffende zekering aan de hand van het zekeringnummer in de afbeelding en de tabel. Type met het stuur links Modellen met het stuur rechts Zekeringkast...
  • Pagina 725 uuZekeringenuLocaties van zekeringen ■ Beschermd circuit en ampèrage zekering *1: Modellen met het stuur rechts Beschermd circuit Ampère *2: Type met het stuur links ONTGRENDELING PORTIER R 10 A Beschermd circuit Ampère P/W RR R 20 A ACCESSOIRE 10 A P/W DR 20 A ACC SLEUTELVERGRENDELING...
  • Pagina 726 uuZekeringenuZekeringen controleren en vervangen Zekeringen controleren en vervangen 1. Zet de voedingsmodus in de stand VOERTUIG 1Zekeringen controleren en vervangen UIT. Schakel de koplampen en accessoires uit. Doorgebrande ATTENTIE zekering 2. Verwijder het deksel van de zekeringenkast. Een zekering vervangen door een exemplaar met een hoger 3.
  • Pagina 727 Slepen in noodsituaties Bel een professionele sleepdienst indien uw voertuig weggesleept moet worden. 1Slepen in noodsituaties ATTENTIE Alle modellen Als u probeert uw voertuig aan de bumpers op te laten tillen ■ Voertuig met dieplader of te slepen, veroorzaakt dit ernstige beschadiging. De De bestuurder laadt uw voertuig achter op een transportvoertuig.
  • Pagina 728 Wanneer u de achterklep niet kunt openen ■ 1Wat te doen wanneer de achterklep niet kan worden geopend Wat te doen wanneer de achterklep niet kan worden geopend Volgende: Volg de onderstaande procedure wanneer de Neem na het uitvoeren van deze stappen contact op met een achterklep niet kan worden geopend.
  • Pagina 729 uuWanneer u de achterklep niet kunt openenu 2. Om de achterklep te openen, drukt u op de Modellen met elektrisch bediende achterklep achterklep terwijl u de hendel naar rechts duwt. Type met het stuur links Hendel Modellen met elektrisch bediende achterklep Modellen met het stuur rechts Hendel Modellen zonder elektrisch bediende achterklep...
  • Pagina 730 Informatie Dit hoofdstuk bevat informatie over voertuigspecificaties, locaties van identificatienummers en andere wettelijke vereisten. Specificaties ...........730 Identificatienummers Voertuigidentificatienummer (VIN), nummer benzinemotor, nummer elektromotor en transmissienummer ........733 Apparaten die radiogolven uitzenden ..734 Overzicht Conformiteitsverklaring ..766 * Niet beschikbaar op alle modellen...
  • Pagina 731 Specificaties ■ ■ ■ Voertuigspecificaties Brandstof Lampen Model CR-V EN 228-normen benzine/gasohol Koplampen (dimlicht) Loodvrije premium benzine/gasohol tot Rijklaar Koplampen (grootlicht) Type 1614-1669 kg E10 (90% benzine en 10% ethanol), voertuiggewicht Mistlampen voor 1672-1726 kg research-octaangetal minstens 95 zonder lading Richtingaanwijzers voor Brandstoftankinhoud 57 l Zie het certificatielabel op de sponning...
  • Pagina 732 Achter Massieve remschijf Transmissievloeistof ■ Parkeren Elektronische parkeerrem Motorkoelvloeistof Gespecificeerd Honda ATF DW-1 2,2 l Gespecificeerd Honda antivries/koelvloeistof type 2 alle seizoenen Capaciteit Verversen ■ Airconditioning 2,4 l Verhouding 50/50 met gedistilleerd water *1: 2WD-modellen 5,53 l Type koelmiddel HFO-1234yf (R-1234yf)
  • Pagina 733 uuSpecificatiesu ■ Montagepunt/achteroverhang van de Afmetingen trekhaak 958 mm 963 mm 1042 mm 1091 mm 807 mm 808 mm 784 mm (1) (2) (3) 785 mm 785 mm 786 mm 677 mm 678 mm 547 mm 548 mm *1: 2WD-modellen *2: AWD-modellen ■...
  • Pagina 734 Identificatienummers Voertuigidentificatienummer (VIN), nummer benzinemotor, nummer elektromotor en 1Voertuigidentificatienummer (VIN), nummer benzinemotor, transmissienummer nummer elektromotor en transmissienummer Het voertuigidentificatienummer (VIN) in het interieur Uw voertuig heeft een 17-cijferig voertuigidentificatienummer (VIN) dat wordt gebruikt voor bevindt zich onder de afdekking. registratie voor garantiedoeleinden en het kentekennummer en het verzekeren van uw voertuig.
  • Pagina 735 Siemensstrasse 12 D-93055 Regensburg Duitsland Maximum uitgangsvermogen: 66 dBuA/m bij 10 m Naam fabrikant: Continental Automotive GmbH Naam importeur: Frequentieband: Honda Motor Europe Ltd - Aalst Office 433,66 Mhz+/-16 kHz Postadres: 434,18 Mhz+/-16 kHz Wijngaardveld 1 (Noord V) 9300 Aalst - België...
  • Pagina 736 Afstandsbediening Startblokkeringssysteem http://www.hondalock.co.jp/eu_doc/hlik6-3t.pdf http://www.hondalock.co.jp/eu_doc/hlik6-1r.pdf Hierbij verklaart Honda Lock Mfg. Co., Ltd. dat het Hierbij verklaart Honda Lock Mfg. Co., Ltd. dat het radioapparaat type HLIK6-3T voldoet aan Richtlijn 2014/53/EU. radioapparaat type HLIK6-1R voldoet aan Richtlijn 2014/53/EU. De volledige tekst van de EU-verklaring van conformiteit is...
  • Pagina 737 5 GHz (W52, W53): 12,68 dBm EIRP 5 GHz (W56): 10,52 dBm EIRP 5 GHz (W58): 10,40 dBm EIRP Naam importeur: Honda Motor Europe Ltd - Aalst Office Postadres: Wijngaardveld 1 (Noord V) 9300 Aalst - België * Niet beschikbaar op alle modellen...
  • Pagina 738 Naam fabrikant: Veoneer US, Inc. Frequentieband: 76,0 - 77,0 GHz Frequentieband: Maximum uitgangsvermogen: 29,05 dBm 24,05 – 24,25 GHz Naam importeur: Honda Motor Europe Ltd - Aalst Office Maximum uitgangsvermogen: Postadres: 10 dBm piek Wijngaardveld 1 (Noord V) 9300 Aalst - België...
  • Pagina 739 7) EGNOS (Rx: 1575,42 MHz) Maximum uitgangsvermogen: 1) 2 W 2) 1 W 3) 0,25 W 4) 0,25 W Naam importeur: Honda Motor Europe Ltd - Aalst Office Postadres: Wijngaardveld 1 (Noord V) 9300 Aalst - België * Niet beschikbaar op alle modellen...
  • Pagina 740 Beoogd gebruik: RADIO-EENHEID (autoradiotuner) Postadres: 4261 Ikonobe-cho, Tsuzuki-ku, Yokohama-shi, Kanagawa-ken, 224-8520, Japan Naam importeur: Honda Motor Europe Ltd - Aalst Office Postadres: Wijngaardveld 1 (Noord V) 9300 Aalst - België * Niet beschikbaar op alle modellen WORDT VERVOLGD...
  • Pagina 741 Naam fabrikant: Continental Automotive GmbH Maximum uitgangsvermogen: 66 dBuA/m bij 10 m Frequentieband: Naam importeur: 433,66 Mhz+/-16 kHz Honda Motor Europe Ltd. 434,18 Mhz+/-16 kHz Postadres: Maximum uitgangsvermogen: 0 dBm Cain Road, Bracknell, Berkshire, RG12 1HL, Verenigd Koninkrijk Naam importeur: Honda Motor Europe Ltd.
  • Pagina 742 Afstandsbediening Startblokkeringssysteem www.hondalock.co.jp/uk_doc/hlik6-3t.pdf www.hondalock.co.jp/uk_doc/hlik6-1r.pdf Hierbij verklaart Honda Lock Mfg. Co., Ltd. dat het Hierbij verklaart Honda Lock Mfg. Co., Ltd. dat het radioapparaat type HLIK6-3T voldoet aan Radio Equipment radioapparaat type HLIK6-1R voldoet aan de Radio Equipment Regulations 2017 (Verordening inzake radio-apparatuur).
  • Pagina 743 Frequentieband: 2400 - 2483,5 MHz Frequentieband: Maximum uitgangsvermogen: Max. +4 dBm Naam importeur: 1575,42 MHz Honda Motor Europe Ltd. 2402 MHz - 2480 MHz Postadres: Maximum uitgangsvermogen: Cain Road, Bracknell, Berkshire, RG12 1HL, Verenigd Koninkrijk 2,4 GHz (BT): 0,4 dBm EIRP...
  • Pagina 744 24,05 – 24,25 GHz Frequentieband: 76,0 - 77,0 GHz Maximum uitgangsvermogen: Maximum uitgangsvermogen: 29,05 dBm 13 dBm piek Naam importeur: Honda Motor Europe Ltd. Naam importeur: Postadres: Honda Motor Europe Ltd. Cain Road, Bracknell, Berkshire, RG12 1HL, Verenigd Koninkrijk Postadres:...
  • Pagina 745 7) EGNOS (Rx: 1575,42 MHz) Maximum uitgangsvermogen: 1) 2 W 2) 1 W 3) 0,25 W 4) 0,25 W Naam importeur: Honda Motor Europe Ltd. Postadres: Cain Road, Bracknell, Berkshire, RG12 1HL, Verenigd Koninkrijk * Niet beschikbaar op alle modellen...
  • Pagina 746 Beoogd gebruik: Radio-eenheid (autoradiotuner) Postadres: 4261 Ikonobe-cho, Tsuzuki-ku, Yokohama-shi, Kanagawa-ken, 224-8520, Japan Naam fabrikant: Panasonic Corporation Naam importeur: Honda Motor Europe Ltd. Postadres: Cain Road, Bracknell, Berkshire, RG12 1HL, Verenigd Koninkrijk * Niet beschikbaar op alle modellen WORDT VERVOLGD...
  • Pagina 747 uuApparaten die radiogolven uitzendenu Modellen voor Servië Sleutelloos toegangssysteem...
  • Pagina 748 uuApparaten die radiogolven uitzendenu Modellen voor Servië Handsfree telefoon WORDT VERVOLGD...
  • Pagina 749 uuApparaten die radiogolven uitzendenu Modellen voor Servië Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow (LSF)/botsingsbeperkingssysteem (CMBS)
  • Pagina 750 uuApparaten die radiogolven uitzendenu Modellen voor Servië Dode hoek-informatiesysteem /Uitparkeermonitor Dit product is in overeenstemming met de technische voorschriften van Servië * Niet beschikbaar op alle modellen WORDT VERVOLGD...
  • Pagina 751 uuApparaten die radiogolven uitzendenu Modellen voor Servië Noodoproep (eCall)
  • Pagina 752 uuApparaten die radiogolven uitzendenu Modellen voor Servië Noodoproep (eCall) WORDT VERVOLGD...
  • Pagina 753 uuApparaten die radiogolven uitzendenu Modellen voor Servië Draadloze oplader * Niet beschikbaar op alle modellen...
  • Pagina 754 uuApparaten die radiogolven uitzendenu Modellen voor Oekraïne Sleutelloos toegangssysteem Postadres: Continental Automotive GmbH Siemensstrasse 12, D-93055, Regensburg, Duitsland Naam fabrikant: Continental Automotive GmbH Frequentieband: 125 kHz Maximum uitgangsvermogen: 19,77 dBμA/m bij 10 m Naam importeur: Pride Motor LLC Postadres: 12, Sagaydachnogo Str., Kyiv,04070, Oekraïne WORDT VERVOLGD...
  • Pagina 755 uuApparaten die radiogolven uitzendenu Modellen voor Oekraïne Sleutelloos toegangssysteem Postadres: Continental Automotive GmbH Siemensstrasse 12, D-93055, Regensburg, Duitsland Naam fabrikant: Continental Automotive GmbH Frequentieband: 433 MHz Maximum uitgangsvermogen: 434,79 MHz Naam importeur: Pride Motor LLC Postadres: 12, Sagaydachnogo Str., Kyiv,04070, Oekraïne...
  • Pagina 756 uuApparaten die radiogolven uitzendenu Modellen voor Oekraïne Handsfree telefoonsysteem Modellen met display-audio http://www.mitsubishielectric.com/bu/automotive/doc/ukr/nr-000_ukr.pdf [http://www.mitsubishielectric.com/bu/automotive/doc/ukr/nr-000_ukr.pdf] Postadres: Mitsubishi Electric Corporation 2-3-33, Miwa, Sanda-city, Hyogo, 669-1513, Japan Naam fabrikant: Mitsubishi Electric Corporation Frequentieband: 1574,42 MHz - 1576,42 MHz 2402 MHz - 2480 MHz Maximum uitgangsvermogen: 2,4 GHz: 12,15 dBm EIRP Naam importeur: Pride Motor LLC Postadres: 12, Sagaydachnogo Str., Kyiv,04070, Oekraïne...
  • Pagina 757 uuApparaten die radiogolven uitzendenu Modellen voor Oekraïne Handsfree telefoonsysteem Modellen met audiosysteem met kleurenscherm http://www.pioneer-car.eu/compliance [*] AVH-5568ZH, AVH-6968ZH http://www.pioneer-car.eu/compliance Postadres: Pioneer Corporation 28-8, Honkomagome 2-chome, Bunkyo-ku, Tokyo 113-0021, Japan Naam fabrikant: Pioneer Corporation Frequentieband: 2400-2483,5 MHz Maximum uitgangsvermogen: +4 dBm Naam importeur: Pride Motor LLC Postadres: 12, Sagaydachnogo Str., Kyiv,04070, Oekraïne...
  • Pagina 758 uuApparaten die radiogolven uitzendenu Modellen voor Oekraïne Handsfree telefoonsysteem Modellen met audiosysteem met kleurenscherm WORDT VERVOLGD...
  • Pagina 759 uuApparaten die radiogolven uitzendenu Modellen voor Oekraïne Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow (LSF)/botsingsbeperkingssysteem (CMBS) Postadres: Robert Bosch GmbH Daimlerstr. 6 Gebaude 107/1 71229 Leonberg, Duitsland Naam fabrikant: Robert Bosch GmbH Frequentieband: 76-77 GHz Maximum uitgangsvermogen: 28,7 dBm Naam importeur: Pride Motor LLC Postadres: 12, Sagaydachnogo Str., Kyiv,04070, Oekraïne...
  • Pagina 760 uuApparaten die radiogolven uitzendenu Modellen voor Oekraïne Dode hoek-informatiesysteem /Uitparkeermonitor https://www.veoneer.com/en/regulatory Veoneer bevestigt dat onderdeel 6234734 (24 GHz smalband) valt onder het Conformiteitscertificaat (CoC bijgevoegd) afgegeven in overeenstemming met de Technische Regeling (TR) Oekraïne nr. 355. Dit certificaat is afgegeven op 21 juni 2018 en is geldig voor een kalenderjaar, tot 20 juni 2019.
  • Pagina 761 uuApparaten die radiogolven uitzendenu Modellen voor Oekraïne Dode hoek-informatiesysteem /Uitparkeermonitor * Niet beschikbaar op alle modellen...
  • Pagina 762 uuApparaten die radiogolven uitzendenu Modellen voor Oekraïne Tuner https://service.panasonic.ua/ https://service.panasonic.ua/ CQ-TH28E0AJ, CQ-RH26R0TX Postadres: Panasonic Corporation 4261 Ikonobe-cho, Tsuzuki-ku, Yokohama City, 224-8520, Japan Naam fabrikant: Panasonic Corporation Naam importeur: Pride Motor LLC Postadres: 12, Sagaydachnogo Str., Kyiv,04070, Oekraïne WORDT VERVOLGD...
  • Pagina 763 uuApparaten die radiogolven uitzendenu Modellen voor Oekraïne Draadloze oplader Postadres: Omron Automotive Electronics, Co. Ltd. 6368 Nenjozaka, Okusa, Komaki, Aichi 485-0802, Japan Naam fabrikant: Omron Automotive Electronics, Co. Ltd. Frequentieband: 0,111 MHz, 0,114 MHz Maximum uitgangsvermogen: 0,111 MHz: 65,5 dBuV/m bij 3 m 0,114 MHz: 62,8 dBuV/m bij 3 m Naam importeur: Pride Motor LLC Postadres: 12, Sagaydachnogo Str., Kyiv,04070, Oekraïne...
  • Pagina 764 uuApparaten die radiogolven uitzendenu Modellen voor Oekraïne Draadloze oplader * Niet beschikbaar op alle modellen WORDT VERVOLGD...
  • Pagina 765 uuApparaten die radiogolven uitzendenu Modellen voor Israël Sleutelloos toegangssysteem Handsfree telefoonsysteem Dode hoek-informatiesysteem /Uitparkeermonitor Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow (LSF)/ botsingsbeperkingssysteem (CMBS) Draadloze oplader * Niet beschikbaar op alle modellen...
  • Pagina 766 uuApparaten die radiogolven uitzendenu Modellen voor Marokko Sleutelloos toegangssysteem Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow (LSF)/ Handsfree telefoonsysteem botsingsbeperkingssysteem (CMBS)
  • Pagina 767 Overzicht Conformiteitsverklaring * Niet beschikbaar op alle modellen...
  • Pagina 768 uuOverzicht Conformiteitsverklaring WORDT VERVOLGD...
  • Pagina 769 uuOverzicht Conformiteitsverklaring...
  • Pagina 770 uuOverzicht Conformiteitsverklaring WORDT VERVOLGD...
  • Pagina 771 uuOverzicht Conformiteitsverklaring Compressor UKCA conformiteitsverklaring in overeenstemming met de General Product Safety Regulations 2005 (Algemene voorschriften voor productveiligheid) Wij, SAMITOMO RUBBER INDUSTRIES, LTD., 6-9, 3-chome, Wakinohama-cho, Kobe 651-0071, Japan, verklaren hierbij dat de hieronder beschreven machine voldoet aan de algemene gezondheids- en veiligheidseisen die zijn vastgelegd in de General Product Safety Regulations 2005 op grond van het ontwerp en de constructie en in de configuratie die door ons op de markt wordt gebracht.
  • Pagina 772 Index Index Getallen Afspelen van Bluetooth®-audio ..Alle instellingen resetten naar de Afstandsbediening........standaardinstellingen ......... 12V-accu ............Afstandsbediening van het audiosysteem..Als de accu leeg is.......... Controlelampje laadsysteem ....Afstellen AM/FM-radio......... Onderhoud (12V-accu controleren)....Spiegels ............Android Auto..........Onderhoud (vervangen) ....... Stuurwiel .............
  • Pagina 773 Statusgebied ..........Informatie ........... USB-flashdrives......Meter ............Certificatielabel..........USB-poort(en) ..........Beveiligingssysteem ........CMBS (botsingsbeperkingssysteem)..... Automatic Brake Hold........Controlelampje beveiligingssysteemalarm ..Continu variabele transmissie ...... Controlelampje ........Controlelampje startblokkeringssysteem ..Controlelampje ‘Gereed’ ......Automatisch grootlicht ........ Kantelsensor..........Controlelampje eCall ........Controlelampje ........... Supervergrendeling ........
  • Pagina 774 Automatisch grootlicht ........ Transmissiesysteem ......Elektronische veiligheidsgordelspanners..Beveiligingssysteemalarm......Voedingssysteem ......... EPS-systeem (elektrische Botsingsbeperkingssysteem (CMBS) ..... Voertuigstabiliteitsassistentiesysteem (VSA) ..stuurbekrachtiging)........Dode hoek-informatiesysteem ..... Voertuigstabiliteitsregeling (VSA) OFF ..EV-controlelampje......... ECON-modus..........Waarschuwingslampje veiligheidsgordel ... EV-knop ............Elektrisch stuurbekrachtigingssysteem (EPS) ..Exterieur reinigen ......... EV-modus............
  • Pagina 775 Knop POWER..........HFT (handsfree telefoon)..... Knop SOS annuleren........Hill Start Assist-systeem........ Knop Trip............Kaartleeslampjes........... Honda Sensing........Knop voor verwarmde buitenspiegel ..Kantelfunctie buitenspiegel bij Honda TRK ............ Knop voorruitverwarming......achteruitrijden ..........Hoofdsteunen..........Koelsysteem........... Kantelsensor ..........Hoogspanningsaccu ........Reservetank bijvullen........Kickdown ............
  • Pagina 776 Koelvloeistof (motor) Richtingaanwijzer vóór......... Motorolie ............Oververhitting..........Richtingaanwijzers achter......Aanbevolen motorolie ........Kofferruimteafdekking ........ Verlichting handschoenenkastje ....Bijvullen ............Koolmonoxidegas ........... Verlichting make-upspiegel ......Controlelampje lage oliedruk ....Koplampen............ Zijrichtingaanwijzers/ Controleren ..........Actieve bochtenverlichting......waarschuwingsknipperlichten ....Symbool laag oliepeil ........Automatisch grootlicht ........
  • Pagina 777 Koelsysteem ..........Sleutels............Richtingaanwijzers........Lampen vervangen ........Portieren ontgrendelen ....... Controlelampjes (instrumentenpaneel) ..Olie ............. Portieren van buitenaf vergrendelen/ Richtlijnen voor het rijden met uw SUV ..Onder de motorkap........ontgrendelen ..........Richtlijnen voor off-road ......Onderhoudsherinneringssysteem....POWER/CHARGE-meter ......Rijden............. Radiateur ............
  • Pagina 778 Sleutels ............Storingsindicatielamp ......Achterportier openen lukt niet..... Stuurwiel ............Veilig rijden ............. Afstandsbediening........Afstellen ............Veiligheid van kinderen........Insluitpreventie ..........Stuurwielverwarming ........Kindersloten..........Nummerplaatje..........Supervergrendeling ........Veiligheidscontrole ......... Typen en functies ........Veiligheidsgordel met afneembaar Slijtage-indicatoren (band) ......verankeringspunt .......... Smartphone-verbinding .......
  • Pagina 779 Controlelampje grootlicht......Voedingssysteem Waarschuwingssysteem voor Controlelampje lichten aan......Start niet ............. bandenspanning ......... Dagrijlicht............ Voertuig slepen Controlelampje ........Interieur ............Noodsituatie..........Initialisatie............ Lampen vervangen ........Voertuigidentificatienummers ....Wasstraatmodus..........Lichtschakelaars .......... Voertuigsnelheid .......... Watt ............... Mistlamp achter .......... Voertuigstabiliteitsregeling (VSA) ....WAV...............
  • Pagina 780 Zekeringen ............ Controleren en vervangen ......Locaties ......Zijairbags ............Zijgordijnairbag ..........Zitverhogingen (voor kinderen) ....Zonnebrilhouder........... Zwangere vrouwen.........

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Cr-v