24.1.1 Hydrauliekcilinder aansluiten
(extra toebehoren)
De hydrauliekcilinder (Fig. 24.4/1) is bij aflevering reeds
aan de exactegge gemonteerd. Sluit de hydrauliekslang
(Fig. 24.4/2) op de hydrauliekcilinder (Fig. 24.4/1) en op
de "aansluiteenheid II" (Fig. 24.5/1)aan waarmee uw
zaaimachine eveneens is uitgerust.
I
Leg de hydrauliekslang (Fig. 24.5/1) bij de
scharnierpunten van de draagarmen van
de exactegge in voldoende grote bocht,
zodat de slang door de bewegingen van de
exactegge niet kan afscheuren.
Sluit de hydrauliekslang (Fig. 24.5/1) van de "aansluiteen-
heid II" (Fig. 24.5/1) op een enkelwerkend regelventiel en
bedien de stuurschuif alleen vanuit de trekkercabine.
I
De hydraulische drukverstelling van de
exactegge is gekoppeld aan de centrale
drukverstelling van de zaaipijpen (indien
aanwezig) en aan de "aansluiteenheid II"
(Fig. 24.5/1) Als de druk op de zaaipijpen
wordt verhoogd neemt ook de druk op de
exactegge toe.
!
Bij het bedienen van het regelventiel in de
trekkercabine worden gelijktijdig de
hydrauliekcilinders van de drukverstelling
van de zaaipijpen en die van de exactegge
onder druk gezet!
Iedereen uit het gevarengebied wegsturen!
Gevaar voor verwondingen door bewegen-
de delen!
1
2
Fig. 24.4
1
Fig. 24.5
24 - 3
2
AD-P B 123 06.02