21.0
Tandwielkastinstelling voor de ge-
wenste zaaihoeveelheid vaststel-
len
Zaaimachine volgens. 20.0 instellen.
Zaadkast voor minstens 1/4 met zaad vullen.
De gewenste zaaihoeveelheid op de tandwielkast (Fig.
21.1/1) instellen.
Met de instelhendel van de tandwielkast (Fig. 21.1/2) kan
het toerental van de zaaias en daarmee de gezaaide
hoeveelheid, traploos worden ingesteld. Hoe hoger het
getal op de schaal (Fig. 21.1/3), dat met de instelhendel
van de tandwielkast wordt gekozen, hoe groter de gezaai-
de hoeveelheid.
I
Bij elke instelling van de instelhendel op
de tandwielkast met een afdraaiproef
controleren of bij het zaaien de gewenste
zaaihoeveelheid wordt uitgebracht.
Deze controle moet ook worden
uitgevoerd
- bij het omstellen van hoofdzaaiwiel naar
fijnzaaiwiel op omgekeerd
- voor het zaaien van een nieuwe partij
zaad (afwijkingen door korrelgrootte, kor-
relvorm, specifiek gewicht en ontsmet-
tingsmiddel).
2
Fig. 21.1
21 - 1
1
AD-P B 123 06.02
3