23 - 6
23.4
Markeurs op de juiste
lengte instellen
De zaaimachine is uitgerust met mar-
keurs voor het markeren van een
spoor midden voor de trekker.
Gemeten wordt de afstand vanuit het
midden van de machine of van de buiten-
ste zaaiende pijpen (zie Fig. 23.11).
De afstand „A" (Fig. 23.11) Markeurschijf tot midden machine bedraagt bij zaaimachines
AD-P 302 met 24 rijen / 12,5 cm rijenafstand: afstand A = 300,0 cm
AD-P 402 met 32 rijen / 12,5 cm rijenafstand: afstand A = 400,0 cm
AD-P 452 met 36 rijen / 12,5 cm rijenafstand: afstand A = 450,0 cm.
De afstand "B" (Fig. 23.11) Markeurschijf tot aan de buitenste zaaiende pijp bedraagt bij zaaimachines:
AD-P 302 met 24 rijen / 12,5 cm rijenafstand:afstand B = 156,0 cm
AD-P 402 met 32 rijen / 12,5 cm rijenafstand:afstand B = 206,0 cm
AD-P 452 met 36 rijen / 12,5 cm rijenafstand:afstand B = 231,0 cm.
AD-P B 123-2 06.02
Fig. 23.11
B
A