20 - 2
20.1
In- en uitschakelen van de
zaaiwielen
In de stand „zaaiwiel in" is de kartelschroef (Fig. 20.3/
1) tot aan de aanslag ingeschroefd.
In de stand „zaaiwiel uit" is de kartelschroef (Fig20.4/
1) tot aan de aanslag (Fig. 20.4/2) uitgedraaid.
I
Kartelschroeven in stand „zaaiwiel in "of
„zaaiwiel uit "draaien.
Kartelschroeven nooit te vast indraaien
of te vast tegen de aanslag (Fig. 20.4/2)
draaien!
20.2
Zaaien met beide hoofdzaaiwielen
3
Fig. 20.5
Voor het zaaien met beide hoofdzaaiwielen (Fig. 20.5/1)
-
Handwiel (Fig. 20.7/1) zover verdraaien, tot de
kartelschroeven (Fig. 20.7/2) zichtbaar worden
-
Kartelschroeven (Fig. 20.5/2) van de hoofdzaaiwielen
indraaien
-
Kartelschroeven (Fig. 20.5/3) van het fijnzaadwiel
uitdraaien.
AD-P B 123-2 06.02
1
10w009
Fig. 20.3
2
1
10w008
Fig. 20.4
1
2
10w005