50.0
Onderhoud
!
Algemene veiligheidsaanwijzingen bij
onderhoudswerkzaamheden volgens hfdst.
3.6.6 lezen en in acht nemen.
!
Reparatiewerkzaamheden aan de turbine
en het hydraulisch systeem mogen alleen
door de dealer worden uitgevoerd!
50.1
Boutverbindingen controleren
Alle boutverbindingen van de machine moeten na de
eerste 10 draaiuren worden gecontroleerd en zo nodig
nagetrokken.
50.2
Machine reinigen
De machine kan met een waterstraal of een hogedrukrei-
niger worden schoon gemaakt.
!
Als u het stof van ontsmettingsmiddelen
met perslucht verwijdert, denk er dan aan
dat stof giftig is en adem dit stof niet in!
F
Zaadresten regelmatig uit de doseereenheid
verwijderen. Zaadbak vooraf ledigen.
Gezwollen en kiemende zaadresten in de
doseereenheid
uitzaaihoeveelheid beïnvloeden of de
beweging van de zaaiwielen blokkeren en
tot breuk van de zaaiwielen leiden.
Voor het reinigen van de doseereenheid moeten
-
de doorzichtige kunststofkap (Fig. 50.1/1) (Fig. 16.1/
1),
-
de venturikap (Fig. 50.1/2) (Fig. 16.1/2) en
-
de aftapklep worden geopend.
Om de aftapklep te openen achter de doseereenheid de
hendel (Fig. 50.1/3) naar beneden drukken en vastzetten.
Doseerwielen door enkele omwentelingen van het hand-
wiel ledigen.
Fig. 50.1
kunnen
de
1
2
50 - 1
3
11p016
AD-P B 123-2 06.02