Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Zaaidiepte Instellen; Zaaidiepte Met Verstelspindel Instellen - Amazone AD-P 2 Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

22.0
Zaaidiepte
Een van de belangrijkste voorwaarden voor hoge op-
brengsten is het nauwkeurig aanhouden van de
gewenste zaaidiepte.
De zaaidiepte wordt bepaald door de druk op de zaaipij-
pen, rijsnelheid en de toestand van de grond. De zaaibak
standaard uitgerust met een centrale schaardrukverstel-
ling, die de druk op alle zaaikouters gelijkmatig verstelt
I
Zaaidiepte steeds controleren voor u met
het werk begint:
Met de machine op het land ongeveer 30 m
met de gewenste werksnelheid rijden en
de zaaidiepte controleren en zonodig
bijstellen.
De centrale schaardrukverstelling kan met een verstel-
spindel (fig. 22.1) of met een hydraulische cilinder (fig.
22.4, extra uitvoering), worden bediend.
Met behulp van de hydraulische cilinder (Fig. 22.4) kan
bij de overgang van normale naar zware grond en omge-
keerd de druk op de zaaikouters tijdens het werk aan de
grondsoort worden aangepast en de ingestelde druk op
een wijzer (Fig. 22.3/1), die vanuit de trekkercabine goed
zichtbaar is, worden afgelezen.
22.1
Zaaidiepte met verstelspindel in-
stellen
De druk op de zaaipijpen en daarmee de zaaidiepte,
wordt door rechtsom draaien van de verstelspindel (Fig.
22.1/1) verhoogd, door linksom draaien verlaagd.
Als de schijfkouters (indien aanwezig) met dieptebe-
grenzers (extra toebehoren) zijn uitgerust, en kan de
gewenste zaaidiepte door het draaien aan de verstelspin-
del (Fig. 22.1/1) niet worden bereikt, dan moeten alle
dieptebegrenzers van de schijfkouters volgens hfdst.
22.3.1 worden versteld.
De fijninstelling moet dan weer met de verstelspindel
worden uitgevoerd.
F
De zaaidiepte moet na elke nieuwe
instelling worden gecontroleerd volgens
hfdst. 22.0!
instellen
1
Fig. 22.1
1
Fig. 22.2
1
Fig. 22.3
22 - 1
2
10t086
10t091
16i088
AD-PL B 145 06.02

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave