Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

12.2.1 Verklaringen Bij Het Schakelschema - Amazone AD-P 2 Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

12.2.1 Verklaringen bij het schakelschema

Aan de drukzijde kan de hydromotor van de ventilator (Fig.
12.2/1) gekoppeld worden aan een enkelwerkende of een
dubbelwerkende aansluiting (Fig. 12.2/8).
!
Veiligheidsaanwijzingen volgens hfdst. 3.6.4
opvolgen!
Om beschadiging van de hydromotor van de turbine te
voorkomen, mag de oliedruk in de retour (Fig. 12.2/6) 10
bar niet overschrijden. De retour daarom niet aan de
stuurschuif (Fig. 12.2/8) aansluiten, maar aan een druklo-
ze retour met grote opsteekkoppeling (Fig. 12.2/11)! Als
het noodzakelijk is een nieuwe retourleiding te installeren,
uitsluitend leidingen DN16, bijv. Ø20 x 2,0 mm gebruiken
en korte retourafstanden kiezen.
De hydrauliekolie moet op een geschikte plaats door een
oliefilter (Fig. 7.2/7) worden geleid.
De retour hydrauliekolie mag niet door een stuurschuif
worden geleid, omdat de oliedruk dan hoger wordt dan de
maximale druk van 10 bar.
Door de terugslagklep (Fig. 12.2/4) kan de turbine nalopen
als de stuurschuif (Fig. 12.2/8) wordt gesloten.
De hydrauliekolie mag niet te heet worden! Grote oliestro-
men in combinatie met kleine olietanks zorgen voor snelle
verhitting van de hydrauliekolie. De inhoud van de olietank
(Fig. 12.2/9) moet minstens tweemaal zo groot zijn als de
oliestroom. Bij te sterke verhitting moet door een vakkun-
dige monteur een oliekoeler in de trekker worden ingebou-
wd.
Verontreinigde deeltjes kunnen de hydromotor van de
ventilator (Fig. 12.2/1) en de drukbegrenzingsklep (Fig.
122/3) beschadigen. Daarom moeten de koppelingsdelen
bij het aansluiten van de hydromotor aan de trekkerhy-
drauliek schoon zijn, om verontreinigingen van de hydrau-
liekolie door vuildeeltjes te voorkomen.
Als het noodzakelijk is naast de hydromotor voor de
turbine nog een tweede hydromotor aan te sluiten, dan
moeten beide hydromotoren parallel worden geschakeld.
Bij het in serie schakelen van beide hydromotoren wordt
de toelaatbare oliedruk van 10 bar na de eerste hydromo-
tor altijd overschreden.
Als de hydromotor van de turbine op verschillende trek-
kers wordt aangesloten, dient u erop te letten of de
oliesoorten wel met elkaar mogen worden gemengd!
Ontoelaatbare vermenging van verschillende soorten hy-
drauliekolie kan leiden tot defecten aan het hydraulisch
systeem.
Fig. 12.3
12 - 3
1
16t051
AD-P B 123-2 06.02

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave