Inhoudsopgave
Advertenties
11.0
Turbine met
koppelingsasaandrijving
voor KE/KG
Wordt de AD-P in combinatie met een AMAZONE-rotor-
cultivator of een AMAZONE-rotoregge met wisseltand-
wiel- (Fig. 11.1) of schakelbare hoofdaandrijving (Fig.
11.2/1) gebruikt, kan de turbine (Fig. 11.3/1) van de AD-
P met het constante aftakastoerental van de trekker over
de hoofdtandwielkast worden aangedreven. De hoofd
aandrijfkast moet dan wel met een haakse aandrijving
worden uitgerust,
-
bij de hoofdaandrijving met wisseltandwielen
(zie bedieningshandleiding rotoreg) door vervangen
van het deksel van de tandwielkast (Fig. 11.1/1).
-
bij de schakelbare hoofdaandrijving moet de haakse
aandrijving op de doorgaande aftakasstomp (Fig.
11.2/3) van de tandwielkast worden opgestoken en
met een platte ring (Fig. 11.2/4) en een overslagpen
(Fig. 11.2/5) worden geborgd. Houder (Fig. 11.2/6)
eerst aan het deksle van het tandwielhuis met langere
bouten (Fig. 11.2/7) bevestigen. De bouten (Fig. 11.2/
8) dienen als afstandhouders.
!
Veiligheidsaanwijzingen volgens hfdst. 3.6.5
opvolgen!
Voordat u de koppelingsas (Fig. 11.3/2) op de haakse
aandrijving (Fig. 11.1/2 of Fig. 11.2.2) aansluit,
!
aftakas van de trekker uitschakelen,
trekkermotor stilzetten en
contactsleutel er uit nemen.
I
Voor begin van de werkzaamheden het
aftakastoerental van de trekker op 1000 t/
min brengen.
Het turbinetoerental bedraagt dan 3600 t/min.
De riemaandrijving (Fig. 11.3/3) is voorzien van een cen-
trifugaalkoppeling.
1
Fig. 11.1
5
6
7
4
2
Fig. 11.2
1
3
Fig. 11.3
11 - 1
2
8
1
3
2
AD-P B 123 06.02
Advertenties
Inhoudsopgave
