4.0
In bedrijfstellen
Voor u de machine in bedrijf stelt, de bedieningshandlei-
ding en de veiligheidsaanwijzingen lezen en opvolgen!
Maakt u zich vertrouwd met de juiste bediening en de
bedieningselementen. Laat geen ongeschoold persone-
el met de machine werken.
Houdt de machine in goede bedrijfstoestand. Ongeoor-
loofde veranderingen aan de machine kunnen de werking
en/of de veiligheid in gevaar brengen en de levensduur van
de machine verkorten. Aanspraak op schadevergoeding
door bedieningsfouten worden op voorhand afgewezen.
Er kan alleen aanspraak op garantievergoeding worden
gemaakt indien er uitsluitend originele AMAZONE onder-
delen en slijtdelen zijn gebruikt.
!
Niet met de handen in de zaadbak grijpen!
Gevaar voor verwonding door snijden- en
kneuzen!
I
Geen losse delen in de zaadbak leggen,
de doseerorganen er door worden
beschadigd.
!
Beknellinggevaar bij oponthoud tussen
trekker en machine!
Bij
het
machinecombinatie aan de trekker mag
niemand zich tussen trekker en machine
ophouden!
Bij het bedienen van de buitenbedienbare
hefinrichting niet tussen trekker en machine
gaan staan!
De op de machine aangebrachte
waarschuwingsstickers (Fig. 4.1.1) maakt u
attent op het gevaar wanneer u tussen
trekker en machine gaat staan!
4.1
Eerste montage
De losse delen die bij de aflevering zijn meegeleverd aan
de zaaimachine bevestigen:
-
Markeurs zie hoofdstuk 23.1
-
Exactegge en laadplatform zie hoofdstuk 24.1.
Opbouwzaaimachine op een grondbewerkingswerktuig
bevestigen:
zie hfdst. 6 tot hfdst. 8.
Turbine met aftakasaandrijving aansluiten:
zie hfdst. 11.
aankoppelen
van
Fig. 4.1
Fig. 4.1.1
de
4 - 1
1
2
10t073
AD-P B 123-2 06.02