Inhoudsopgave
Advertenties
40 - 2
Verlichting
Zaaimachine met de wettelijk verplichte verlichting
uitrusten en de verlichting voor het transport
controleren op goede werking.
De opsteekverlichting moet voor het transport van de
zaaimachine op een openbare weg op de aan de
zijkant bevestigde verlichtingdragers van de
zaaimachine worden gestoken. Aan de bovenkant
voor de verlichting in rijrichting en beneden voor de
verlichting naar achteren. Tijdens het werk op het
land moet de opsteekverlichting worden verwijderd.
De zaaimachine kan ook met de vast gemonteerde
verlichting (Fig. 15.3, extra toebehoren), die ook op
het land niet wordt afgenomen, worden uitgerust.
Door
de
aan
waarschuwingsborden, kunnen de in Fig. 15.1 en
Fig. 15.2 afgebeelde waarschuwingsborden vervallen.
AD-P
Fig. 40.3
AD-P B 123-2 06.02
de
houders
bevestigde
Exactegge
Draagbalken met de buitenste toestrijkerelementen
van de exactegge naar het midden schuiven (zie
hfdst. precisietoestrijker) en alle naar achteren
stekende tanden van de exactegge met de
beschermplaat (Fig. 15.2/2, extra toebehoren)
afdekken. Een tweede set verlichtingsdelen (Fig.
15.2/3) aan de draagbalk van de exactegge monteren
(niet nodig bij de vast gemonteerde verlichting).
Transporthoogte
Zaaimachine bij het transport zo ver heffen, dat de
volgende afstanden niet worden overschreden:
-
Afstand bovenkant achterlichten tot rijbaan max.
1550 mm
-
Afstand reflectoren tot rijbaan max. 900 mm.
15i040
15i030
Advertenties
Inhoudsopgave
