Wis- en wasinstallatie
achterruit
Achterruitwisser
0 : uit
S : intervalwissen
R : ruit sproeien
Niet inschakelen wanneer de achter‐
ruit bevroren is.
Uitschakelen in wasstraten.
Als de voorruitwisser aanstaat, wordt
de achterruitwisser bij het inschake‐
len van de achteruitversnelling auto‐
matisch ingeschakeld.
Instrumenten en bedieningsorganen
Achterruitsproeier
Selecteer R.
Er wordt sproeiervloeistof op de
achterruit gespoten en de ruitenwis‐
ser werkt zo lang als R is geselec‐
teerd.
De achteruitkijkcamera wordt
schoongespoten wanneer de achter‐
ruitsproeier werkt.
Sproeiervloeistof 3 217.
Buitentemperatuur
De buitentemperatuur verschijnt op
de statusbalk op het Info-Display.
9 Waarschuwing
Ook bij een aanduiding van enkele
graden boven 0 °C kan het
wegdek al beijzeld zijn.
Systeeminstellingen 3 106.
Klok
De tijd verschijnt op de statusbalk op
het Info-Display.
Systeeminstellingen 3 106.
Elektrische aansluitingen
Er zit een 12V-aansluiting in de
middenconsole.
Afhankelijk van de versie zit er nog
een andere 12V-aansluiting in de
bagageruimte.
Het maximaal opgenomen vermogen
mag niet meer bedragen dan 120 W.
De 12V-aansluiting wordt ook
gedeactiveerd wanneer de accu‐
spanning laag is.
71