232
Verzorging van de auto
Wiel verwisselen
De onderstaande voorbereidingen
treffen en de instructies opvolgen:
● Auto op een vlakke, stevige en
slipvrije ondergrond parkeren.
Voorwielen in de rechtuitstand
draaien.
● Parkeerrem aantrekken en
eerste versnelling, achteruitver‐
snelling of P inschakelen.
● Zet een stopblok onder het wiel
schuin tegenover het te vervan‐
gen wiel.
● Bij een zachte ondergrond, een
stevige plank (ongeveer 1 cm
dik) onder de krik leggen.
● Haal vóór het opkrikken van de
auto altijd eventuele zware objec‐
ten eruit.
● In de op te krikken auto mogen
zich geen personen of dieren
bevinden.
● Nooit onder een opgekrikte auto
kruipen.
● Opgekrikte auto niet starten.
● Reinig de wielbouten voordat u
ze vastdraait.
9 Waarschuwing
Smeer de wielbouten niet.
Aanhaalmomenten
9 Waarschuwing
Zorg ervoor dat u altijd de juiste
wielbouten gebruiken bij het
verwisselen van de wielen. Bij
montage van het reservewiel voor
tijdelijk gebruik kunt u ook de
bouten voor lichtmetalen velgen
gebruiken.
Afhankelijk van het materiaal van de
velg zijn er twee verschillende bouten
beschikbaar.
Het aanhaalmoment voor lichtmeta‐
len velgen is 115 Nm.
Het aanhaalmoment voor stalen
velgen is 115 Nm.
Gebruik de juiste wielbouten voor de
desbetreffende velgen.
Kriksteunpunten
De getoonde kriksteunpunten gelden
bij het gebruik van opnamearmen en
kriks voor het vervangen van winter-/
zomerbanden.