Inhoudsopgave
Advertenties
116
Klimaatregeling
Klimaatregeling
Klimaatregelsystemen ............... 116
klimaatregelsysteem ............... 116
Hulpverwarming ...................... 120
tie temperatuur ....................... 120
Luchtroosters ............................. 122
Verstelbare luchtroosters ........ 122
Vaste luchtroosters .................. 123
Onderhoud ................................. 123
Luchtinlaat ............................... 123
aanzetten ............................... 124
Service .................................... 124
Klimaatregelsystemen
Elektronisch
klimaatregelsysteem
Klimaatregeling met één zone.
Klimaatregeling met twee zones.
Dankzij de twee zones van de
klimaatregeling kunt u de tempera-
tuur aan de bestuurders- en passa-
gierskant voorin afzonderlijk regelen.
Bedieningsorganen voor:
● temperatuur A
● koeling A/C
● automatische modus AUTO
● maximale koeling A/C Max
● luchtdebiet C
● ontwasemen en ontdooien h
● achterruit- en buitenspiegelver-
warming e
● handmatig bediende luchtrecir-
culatie n
Verwarmbare achterruit e 3 27.
Verwarmbare buitenspiegels e
3 24.
Voorruitverwarming 9 3 28.
Verwarmde stoelen q 3 36.
In de automatische modus worden
temperatuur, luchtdebiet en luchtver-
deling automatisch geregeld.
Geactiveerde functies worden aange-
geven op de statusbalk op het Info-
Display of met leds in de toetsen.
De elektronische klimaatregeling
(ECC) werkt alleen optimaal bij een
draaiende motor.
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
