knipperen stopt wanneer het stuur‐
wiel in tegengestelde richting wordt
gedraaid of wanneer de richtingaan‐
wijzerhendel met de hand wordt
teruggezet in de neutraalstand.
Na 20 seconden neemt het volume
van het geluidssignaal toe als de
snelheid hoger dan 80 km/u is.
U kunt kortstondig knipperen door de
richtingaanwijzerhendel net voor het
weerstandspunt vast te houden. De
richtingaanwijzers zullen dan knippe‐
ren totdat de richtingaanwijzerhendel
wordt losgelaten.
Druk kort op de richtingaanwijzerhen‐
del zonder het weerstandspunt te
passeren om drie knippersignalen te
geven.
Mistlampen voor
Draai het stelwiel naar voren/
achteren om in/uit te schakelen.
Lichtschakelaar in stand AUTO: bij
het inschakelen van de mistlampen
worden de koplampen automatisch
ingeschakeld.
Mistachterlicht
Afhankelijk van de versie:
Verlichting
Draai het stelwiel naar voren/
achteren om in/uit te schakelen.
101