Gebruiksvoorwaarden
Snelheidsaanpassing in bochten is
klaar voor gebruik als aan de
volgende voorwaarden is voldaan:
● De rijsnelheid ligt tussen
70 km/u en 180 km/u.
● Het Drive Assist is geactiveerd.
● De auto rijdt op een weg met
aparte rijstroken zoals een auto‐
weg of een autosnelweg.
Inschakelen
Snelheidsaanpassing in bochten
wordt geactiveerd via Drive Assist.
Druk op _ en activeer Drive Assist
op het Info-Display.
Druk op het stuurwiel achtereenvol‐
gens op , totdat de Drive Assist-
modus wordt geselecteerd.
Het scherm Drive Assist verschijnt op
het Driver Information Center.
Info-Display 3 87.
Bediening
Het systeem bewaakt de bochten. Als
het systeem waarneemt dat de
huidige snelheid niet voor de hoek
van de bocht geschikt is, past het de
snelheid geleidelijk aan.
Rijden en bediening
Uitschakelen
Druk achtereenvolgens op , totdat
de modus voor uitschakelen van
assistentie is geselecteerd.
Parkeerhulp
Algemene informatie
9 Waarschuwing
De bestuurder is zelf geheel
verantwoordelijk voor het inparke‐
ren.
Controleer bij het achteruit- en
vooruitrijden en het gebruik van de
parkeerhulp de zone rondom de
auto.
Parkeerhulp voor-achter
De parkeerhulp voor-achter meet de
afstand tussen de auto en voorgele‐
gen obstakels en achter de auto. Het
systeem waarschuwt voor obstakels
in de richting van de auto en in de
detectiezone van de sensoren met
geluidssignalen en een melding op
het display.
169