Storing
Als de centrale vergrendeling niet met
de afstandsbediening kan worden
vergrendeld of ontgrendeld, kan dit
het gevolg zijn van het volgende:
● Storing in de afstandsbediening.
● De accuspanning is te laag.
● Overbelasting van de centrale
vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activering
van de afstandsbediening, waar‐
door de stroomvoorziening voor
korte tijd wordt onderbroken.
● Storing door radiogolven afkom‐
stig van externe zenders met een
hoog vermogen.
Handmatig ontgrendelen 3 10.
Elektronisch sleutelsysteem
9 Waarschuwing
De elektronische sleutel kan een
pacemaker verstoren.
Houd de elektronische sleutel uit
de buurt van de borst.
Voor een sleutelloze bediening van
de volgende functies:
● centrale vergrendeling 3 10
● contact inschakelen en motor
starten 3 129
De bestuurder hoeft alleen de elek‐
tronische sleutel bij zich te dragen.
Omwille van de beveiliging is de elek‐
tronische sleutel mogelijk uitgerust
met een bewegingssensor. Als dat
het geval is, kan de auto niet worden
gestart wanneer de elektronische
sleutel enige tijd niet is bewogen. Bij
een poging tot het starten van de auto
verschijnt er een bijbehorend bericht
Sleutels, portieren en ruiten
op het Driver Information Center.
Beweeg de elektronische sleutel en
probeer de auto nogmaals te starten.
De elektronische sleutel bevat ook de
functionaliteit van de handzender
3 8.
Handzender met zorg behandelen,
vochtvrij houden, beschermen tegen
hoge temperaturen en onnodig
gebruik vermijden.
Batterij elektronische sleutel
vervangen
Batterij meteen vervangen zodra het
systeem niet meer goed werkt of het
bereik ervan afneemt.
Bij een ontladen accu brandt C en
verschijnt er een waarschuwingsbe‐
richt op het Driver Information Center.
Driver Information Center 3 90.
9