Inhoudsopgave
Advertenties
228
Verzorging van de auto
Sneeuwkettingen
Sneeuwkettingen zijn alleen toege‐
staan op de vooras.
Gebruik alleen sneeuwkettingen die
geschikt zijn voor het type banden
van de auto:
● Gebruik bij 16 inch en 17 inch
banden altijd kettingen met fijne
schakels waardoor het loopvlak
en de binnenkanten (inclusief
kettingslot) met niet meer dan 9
mm toenemen.
● Gebruik voor 18 inch banden
alleen sneeuwkettingen
Polaire PSGB 60.
Let op
Het gebruik van sneeuwkettingen en
de wettelijke maximumsnelheid zijn
vastgelegd in landspecifieke wetge‐
ving.
9 Waarschuwing
Beschadigingen kunnen een klap‐
band veroorzaken.
Ga bij het aanbrengen van de
sneeuwkettingen te werk volgens de
instructies van de fabrikant van de
sneeuwkettingen.
Na het aanbrengen van de sneeuw‐
kettingen moet u een stukje rijden,
stoppen en controleren of sneeuw‐
kettingen goed zijn aangebracht.
Compact reservewiel
Sneeuwkettingen mogen niet op het
tijdelijke reservewiel worden gebruikt.
Bandenreparatieset
Lichte beschadigingen van het loop‐
vlak van de banden kan met de
bandenreparatieset worden verhol‐
pen.
Vreemde voorwerpen niet uit de
banden verwijderen.
Beschadigingen die groter zijn dan
4 mm of die in de bandwang zitten,
kunnen niet met de bandenreparatie‐
set worden verholpen.
Afhankelijk van de versie zijn er twee
verschillende bandenreparatiesets
(type A en type B).
9 Waarschuwing
Niet sneller rijden dan 80 km/u.
Niet langdurig gebruiken.
Bestuurbaarheid en rijeigen‐
schappen worden mogelijk nade‐
lig beïnvloed.
Bij een lekke band:
Parkeerrem aantrekken en eerste
versnelling, achteruitversnelling of P
inschakelen.
De bandenreparatieset zit de baga‐
geruimte onder de vloerplaat. Afhan‐
kelijk van de versie is de locatie van
de bandenreparatieset onder de vloe‐
rafdekking verschillend.
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
