200
Rijden en bediening
Oplaadstatus
Als de auto op het stopcontact aange‐
sloten is en het contact uitgeschakeld
is, geeft de lamp oplaadstatus het
volgende aan:
● Brandt wit: welkomstverlichting
bij openen van de klep van de
oplaadaansluiting
● Brandt groen: opladen voltooid
● Knippert groen: er wordt opgela‐
den
● Brandt blauw: programmeerbaar
opladen actief
● Brandt rood: defect
Een defect wordt mogelijk veroor‐
zaakt door de auto of de elektrische
installatie bij de klant.
Er zitten andere lampen oplaadstatus
op de regeleenheid van de basishuis‐
houdkabel (mode 2) / verbeterde
huishoudkabel (mode 2).
Oplaadkabel 3 193.
Tijdsgestuurde oplading 3 199.
Brandstof
Brandstof voor
benzinemotoren
Gebruik alleen loodvrije brandstof die
voldoet aan de Europese norm
EN 228 of E DIN 51626-1 of gelijk‐
waardig.
De motor kan draaien op brandstof
met een ethanolgehalte van maxi‐
maal 10% (bijv. E10).
Brandstof met het aanbevolen
octaangetal gebruiken. Bij een lager
octaangetal kunnen het motorvermo‐
gen en -koppel lager zijn en neemt het
brandstofverbruik iets toe.
Let op
De enige toegestane benzine-addi‐
tieven zijn additieven die voldoen
aan de norm B715001.