9 Waarschuwing
Controleer of de klep van de
oplaadaansluiting gesloten is.
Laat de oplaadkabel niet op het
huishoudstopcontact aangeslo‐
ten.
1. Schakel over naar P en schakel
de auto uit.
2. Druk op de klep van de oplaa‐
daansluiting om deze te ontgren‐
delen.
3. Haal zo nodig de oplaadkabel uit
de bagageruimte.
4. Sluit indien nodig de stekker van
de oplaadkabel aan op de bijbe‐
horende aansluiting van de
externe voedingsbron.
Oplaadkabel 3 200.
5. Verwijder zo nodig de bescherm‐
kap van de autostekker van de
oplaadkabel.
6. Sluit de autostekker van de
oplaadkabel aan op de oplaa‐
daansluiting van de auto.
Oplaadstatus 3 199.
Rijden en bediening
Het begin van het opladen wordt
aangegeven door het groen knippe‐
ren van het statuslampje op de oplaa‐
daansluiting en op de regeleenheid
van de oplaadkabel mits aanwezig.
197