158
Rijden en bediening
Druk op OK om de huidige rijsnelheid
op te slaan en de cruise control te
activeren. Op het scherm van de
adaptieve cruise control verschijnen
de ingestelde snelheid en een wege‐
lement in groen. U kunt het gaspedaal
loslaten.
Of verplaats het kartelwieltje naar
- om de snelheid te verhogen
of ! om de snelheid te verlagen en
sla deze snelheid op. De cruise
control wordt onmiddellijk geacti‐
veerd als het kartelwieltje omhoog of
omlaag wordt verplaatst. Op het
scherm van de adaptieve cruise
control verschijnen de ingestelde
snelheid en het wegelement in groen.
Zelf een snelheid instellen
De ingestelde snelheid kan worden
gewijzigd door het stelwiel naar -
te verplaatsen om de snelheid te
verhogen of naar ! om de snelheid
te verlagen. Duw het stelwiel
herhaalde malen kort in een bepaalde
stand om de snelheid in kleine stapjes
te wijzigen of houd het stelwiel in een
bepaalde stand vast om de snelheid
in grote stappen te wijzigen.
Snelheid van snelheidslimietdetectie
overnemen
Een gedetecteerde maximumsnel‐
heid kan worden gebruikt als een
nieuwe waarde voor de adaptieve
cruise control.
Wanneer u het maximumsnelheids‐
bord passeert,
verschijnt OK? automatisch.
Druk op OK op het stuurwiel om de
voorgestelde snelheid op te slaan.
De voorgestelde snelheid verschijnt
als nieuwe ingestelde snelheid.
Na passeren van het maximumsnel‐
heidsbord
Druk op OK op het stuurwiel.
OK? verschijnt
Druk op OK om de voorgestelde snel‐
heid op te slaan.
De voorgestelde snelheid verschijnt
als nieuwe ingestelde snelheid.