Systeembeperkingen
Het systeem wordt in de volgende
situaties automatisch gedeactiveerd:
● diameter van het reservewiel te
klein
● storing in het rempedaal of in een
remlicht gedetecteerd
● storing in de sensoren, in het
elektronische of in het remsys‐
teem gedetecteerd
● aanhanger met een stekkeraan‐
sluiting gedetecteerd
● na een schok (bijv. aanrijding).
Systeem door een werkplaats
laten controleren.
We adviseren u om het systeem te
deactiveren in een situatie waarin het
contact ingeschakeld is en de actieve
noodrem een risico vormt zoals:
● vervoer van lange voorwerpen op
een imperial
● in een automatische wasstraat
● de auto op een rollenbank in een
werkplaats zetten
● de auto slepen
● na een schok op de voorruit nabij
de camera
● na een vervorming van de voor‐
bumper, bijv. tijdens het inparke‐
ren
● bij aankoppelen van een aanhan‐
ger, vooral aanhangers zonder
eigen remsysteem
● rijden met sneeuwkettingen
Storing
Als het systeem niet beschikbaar is
als gevolg van systeembeperkingen
of bedrijfsomstandigheden, brandt
m op het Driver Information Center.
In bepaalde situaties brandt m in
combinatie met een bericht dat de
sensor niets waarneemt. Bij auto's die
alleen zijn uitgerust met een camera
is het systeem gedeactiveerd. Bij
systemen met camera en radar kan
het systeem in een beperkte modus
werken. Dit wordt mogelijk veroor‐
zaakt door beperkt zicht als gevolg
van het weer of door een werkelijke
verstopping van de sensor. Contro‐
Rijden en bediening
leer in dat geval of de camera of de
radarmodule is bedekt met vuil of
andere vreemde voorwerpen.
In zeldzame gevallen zoals initialise‐
ren van de sensor, boordspanning
buiten het reguliere bereik enz., is het
systeem wellicht niet beschikbaar of
werkt het in een beperkte modus. Dit
wordt niet aan de bestuurder gemeld.
Als er een storing optreedt, licht m
op, verschijnt er een bericht met de
storing en klinkt er een geluidssig‐
naal. De hulp van een werkplaats
inroepen.
Roep als m en C verschijnen na
uitschakelen en weer starten van de
motor de hulp van een werkplaats in.
Als er ten minste één veiligheidsgor‐
del van de voorstoelen niet is omge‐
daan, lichten m en a op. Het
systeem wordt gedeactiveerd totdat
alle veiligheidsgordels zijn omge‐
daan.
Boordinformatie 3 90.
167