Download Print deze pagina

Hyundai i20 N Instructieboekje pagina 386

Advertenties

Noodsituaties
Slepen in een noodgeval
Voor
Achter
Als er nauwelijks beweging in de auto
zit, ga dan niet onnodig door met slepen.
We raden u aan contact op te nemen
met een officiële HYUNDAI-dealer of een
deskundig bergingsbedrijf voor hulp.
Als dit niet mogelijk is, mag de auto tijde-
lijk worden gesleept met een sleepkabel
of -ketting die aan het trekhaak aan de
voor- of achterzijde van de auto is beves-
tigd.
Wees uiterst voorzichtig bij het slepen
van de auto met een kabel of een ketting.
Laat een ervaren bestuurder in de
gesleepte auto achter om te sturen en de
remmen te bedienen.
Op deze manier slepen mag alleen op
verharde wegen, over een korte afstand
en met lage snelheden. Bovendien moe-
ten de wielen, aandrijfassen, transmissie,
stuurinrichting en remmen in orde zijn.
8-32
OPMERKING
Wanneer de auto wordtgesleept, moet
de bestuurder inde auto blijven om te
sturen en remmen. Er mogen zich geen
passagiers in de auto bevinden.
Volg altijd onderstaande voorzorgsmaat-
regelen bij slepen in een noodgeval:
Zet het contact in stand ACC, zodat het
stuurwiel niet vergrendeld wordt.
Zet de selectiehendel in stand N
(neutraal).
OBC3N080010
Ontgrendel de parkeerrem.
Vanwege de verminderde remwerking,
moet het rempedaal krachtiger worden
bediend.
Het sturen gaat zwaarder omdat de
stuurbekrachtiging niet werkt.
Gebruik een voertuig dat zwaarder is
dan dat van uzelf om uw voertuig te
slepen.
De bestuurders van beide auto's dienen
goed met elkaar te communiceren.
OBC3N080011
Controleer voor het slepen of de
sleepogen niet gebroken of op een
andere manier beschadigd zijn.
Bevestig de kabel of ketting goed aan
de sleepogen.
Voorkom schokbewegingen tijdens
het slepen. Sleep met een gelijkmatige
kracht.

Advertenties

loading