Bestuurder hulpsysteem
Uitgebreide achteruitkijkfunctie
Het beeld van de achteruitrijcamera blijft
op het scherm om u te helpen bij het
parkeren.
Zet de versnelling van R (Achteruit) in N
(Neutraal) of D (Rijden), het beeld van
de achteruitrijcamera verschijnt op het
scherm.
Wanneer de snelheid van het voertuig
hoger is dan 10 km/u, wordt het beeld
van de achteruitrijcamera uitgescha-
keld.
Zet de versnelling in P (Parkeren), het
beeld van de achteruitrijcamera wordt
uitgeschakeld.
Beeld van de achteruitrijcamera
tijdens het rijden
(indien van toepassing)
De bestuurder kan het beeld van de ach-
teruitrijcamera op het scherm controle-
ren tijdens het rijden, om te helpen bij het
veilig rijden.
7-56
Druk op de Parkeer/weergaveknop (1)
terwijl de versnelling in D (Drive) of N
(Neutral) staat, de achteruitrijcamera zal
tijdens het rijden op het scherm verschij-
nen.
Druk nogmaals op de Parkeer/weer-
gaveknop (1), de achteruitrijcamera tij-
dens het rijden gaat uit.
Druk op een van de toetsen van het
infotainmentsysteem (2) en de achter-
uitrijcamera tijdens het rijden wordt
uitgeschakeld.
Zet de versnelling in P (Park), de ach-
teruitrijcamera tijdens het rijden gaat
uit.
Als de versnelling in R (achteruit) wordt
gezet terwijl de achteruitrijcamera tij-
dens het rijden op het scherm wordt
weergegeven, schakelt het scherm
over naar achteruitweergave met par-
keergeleiding.
Wanneer tijdens het rijden het beeld
van de achteruitrijcamera op het
scherm wordt weergegeven, verschijnt
er een pictogram ( ) aan de rechter-
bovenzijde van het scherm om aan te
geven dat het beeld van de achteruit-
rijcamera wordt weergegeven.
OBC3070045