Het vergrendelen van de deur in
geval van nood
In geval van nood (lege accu, enz.). kunt
u de deur handmatig vergrendelen met
behulp van de noodsleutel.
1. Open het portier
2. Steek de noodsleutel in het noodslot
aan de achterkant van de deur en draai
de sleutel in horizontale positie
3. Sluit het portier
Waarschuwing voor de
achterpassagier (ROA)
Deze functie voorkomt dat de bestuurder
een passagier op de achterbank laat
zitten.
Als uw voertuig is uitgerust met extra
navigatie, raadpleeg dan de apart mee-
geleverde handleiding van het infotain-
mentsysteem.
OBC3050006
AANWIJZING
Wanneer de bestuurder de motor uit-
schakelt en het bestuurdersportier opent
na het openen en sluiten van een achter-
deur, verschijnt een waarschuwingsbe-
richt "Check rear seats".
WAARSCHUWING
Het alarmsysteem voor passagiers op
de achterbank geeft informatie aan
de bestuurder om de achterbank te
controleren, maar het detecteert niet of
er zich een voorwerp of passagier op de
achterbank bevindt. Controleer altijd de
achterbank bij het verlaten van de auto.
OPMERKING
De geschiedenis van het openen en
sluiten van het portier wordt geïnitia-
liseerd als de bestuurder de motor uit-
schakelt en het portier van het voertuig
vergrendelt. Ook als het achterportier
niet opnieuw geopend wordt, toch kan
het alarm afgaan als er een eerdere
registratie is. Als de bestuurder bijvoor-
beeld het portier niet vergrendelt en
deze opent om uit te stappen nadat het
alarm is afgegaan, kan het alarm afgaan.
05
OCN7050135L
5-17