Handige functies van uw auto
Informatie
i
wanneer dat nodig is.
ming in de recirculatiemodus en zonder de
recirculatiemodus leiden tot te droge, ont-
ming van een muffe geur door stilstaande
WAARSCHUWING
Als het klimaatregelsysteem geduren-
de langere tijd in de recirculatiemo-
dus wordt gebruikt, kan dit leiden tot
slaperigheid van de inzittenden in de
cabine. Dit kan leiden tot verlies van
controle over de auto, wat kan leiden
tot een ongeval.
Als u het klimaatregelsysteem lange-
re tijd in de recirculatiemodus met
de airconditioning uitgeschakeld
gebruikt, kan de luchtvochtigheid in
de cabine toenemen.
Dit kan leiden tot condensvorming op
de voorruit en een slecht zicht.
Slaap niet in uw auto of blijf niet voor
langere tijd in uw auto geparkeerd
met de ramen dicht en de verwarming
of de airconditioning aan. Dit kan
het kooldioxidegehalte in de cabine
verhogen, wat kan leiden tot ernstig
letsel of de dood.
5-54
Aanjagerschakelaar
-
-
-
-
Draai de knop naar rechts om de
ventilatorsnelheid en de luchtstroom te
verhogen. Draai de knop naar links om
de ventilatorsnelheid en de luchtstroom
te verlagen.
Zet de aanjagerknop in stand "0" om de
aanjager uit te schakelen.
AANWIJZING
Wanneer de aanjager wordt bediend
terwijl het contact in stand ON staat,
kan de accu ontladen raken. Bedien de
aanjager wanneer de motor draait.
Airconditioning
(indien van toepassing)
Druk op de toets A/C om de airconditioning
in te schakelen (het controlelampje gaat
branden). Druk nogmaals op de toets om
de airconditioning uit te schakelen.
OBC3050106TU
OBC3050107TU