Rijden met uw auto
Toestand van het ISG-systeem
Het ISG-systeem werkt onder de volgen-
de voorwaarde:
De veiligheidsgordel van de bestuurder
is vastgemaakt.
Het bestuurdersportier en de motorkap
zijn gesloten.
De remdruk is toereikend.
De accusensor is geactiveerd en de
accu is voldoende geladen
Buitentemperatuur is niet te laag of te
hoog
De auto wordt met een constante snel-
heid gereden en stopt
Het klimaatregelsysteem voldoet aan
de voorwaarden
De auto is voldoende opgewarmd
Het stuurwiel staat niet in een scherpe
hoek
Het voertuig staat niet op grote hoogte
De voorruitontwaseming is uitgescha-
keld
Wanneer er voldoende tijd is verstre-
ken nadat de overgang naar R (Achter-
uit) werd vrijgelaten
6-48
De remdruk is te laag.
U heeft de maximale uitschakeltijd van
de motor overschreden
De airconditioning is ingeschakeld met
de ventilatorsnelheid op de hoogste
stand
De ramen kunnen beslaan en de air-
conditioning staat aan.
De accu is niet in optimale conditie.
Het koel- en verwarmingsvermogen
van het klimaatregelsysteem is onvol-
doende
Uw voertuig beweegt na stilstand.
De groene AUTO STOP-indicator (
het instrumentenpaneel zal gedurende 5
seconden knipperen.
AANWIJZING
Als het ISG-systeem niet aan die bed-
rijfsvoorwaarde voldoet, wordt het
ISG-systeem gedeactiveerd.
-
) op