Werking Blind-Spot Safety-
systeem
Waarschuwing
Om de bestuurder te waarschuwen
dat een voertuig wordt gedetecteerd,
gaat het waarschuwingslampje op de
buitenspiegel branden.
De functie werkt wanneer de snelheid
van uw voertuig hoger is dan 20 km/u
en de snelheid van het voertuig in de
dode hoek hoger is dan 10 km/u.
De Collision warning werkt wanneer de
richtingaanwijzer in de richting van het
gedetecteerde voertuig.
Om de bestuurder te waarschuwen
voor een aanrijding knippert het waar-
schuwingslampje op de buitenspiegel.
Tegelijkertijd klinkt er een geluidssig-
naal.
Wanneer de richtingaanwijzer wordt
uitgeschakeld of u van rijstrook verwij-
dert, wordt de botsingswaarschuwing
geannuleerd en keert de functie terug
naar de staat van voertuigdetectie.
WAARSCHUWING
Het detectiebereik van de achterste
hoekradar wordt bepaald door de
standaard wegbreedte, dus op een
smalle weg kan de functie andere
auto's in de volgende rijstrook detec-
teren en u waarschuwen. Op een bre-
de weg kan de functie daarentegen
een voertuig dat op de volgende rij-
strook rijdt mogelijk niet detecteren
en u niet waarschuwen.
Wanneer het waarschuwingsknipper-
licht brandt, werkt de botsingswaar-
schuwing door de richtingaanwijzer
niet.
OBC3N070005
Informatie
07
7-25