Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Alle Parameters Bekijken En Bewerken (Pro Edit) - Roland JUNO-STAGE Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Het ZOOM EDIT scherm verschijnt.
fig.disp-zoomedit.eps
Gebruik [2]-[5] om het gewenste bewerkingsscherm te selecteren.
4.
Door op [6 (PAGE)] te drukken, kunt u tussen de [2]-[5] schermen
schakelen.
Knop
Scherm
[2 (PCH ENV)]
PITCH ENVELOPE (p. 105)
[3 (TVF PRM)]
TVF PARAMETER (p. 106)
[4 (TVF ENV)]
TVF ENVELOPE (p. 107)
[5 (TVA ENV)]
TVA ENVELOPE (p. 109)
[6 (PAGE ↓)] [6 (PAGE ↑)]
[2 (STRUCT)]
STRUCTURE (p. 99)
[3 (LFO 1)]
LFO 1 (p. 113)
[4 (LFO 2)]
LFO 2 (p. 113)
[5 (STEPLFO)]
STEP LFO (p. 115)
5.
Gebruik de cursor knoppen om de parameter die u wilt bewerken
te selecteren.
6.
Druk op [TONE SWITCH/SELECT], zodat dit verlicht is, en gebruik
TONE SELECT [1]-[4] om de Tone die u wilt bewerken te selecte-
ren.
● Om dezelfde parameter voor meerdere Tones gelijktijdig te
bewerken
Druk TONE SELECT [1]-[4] corresponderend met de Tones die
u wilt bewerken tegelijk in, zodat deze rood oplichten.
● Om Tones aan/uit te zetten
Druk op TONE SWITCH [1]-[4] om elke Tone aan of uit te zet-
ten.
7.
Gebruik de VALUE knop of [DEC] [INC] om de waarde te bewer-
ken.
Als u meer dan één Tone voor bewerking heeft geselecteerd, zul-
len al deze Tones op dezelfde waarde worden ingesteld.
In PRO EDIT (p.95) kunt u bewerken, terwijl de relatieve verschil-
len tussen Tones behouden blijven.
8.
Herhaal stappen 4-7 om de Patch naar wens te bewerken.
9.
Als u de door u gemaakte veranderingen wilt opslaan, drukt u op
[WRITE]. (p.97).
Indien u besluit de veranderingen niet op te slaan, drukt u op
[EXIT] om het ZOOM EDIT scherm te verlaten.
Als u het ZOOM EDIT scherm verlaat zonder op te slaan, zal een
'*' in het PATCH PLAY scherm van de Patch mode worden weer-
gegeven.
Als u de stroom uitzet of een ander geluid selecteert wanneer het
'*'wordt weergegeven, zullen de door u bewerkte Patch instellin-
gen verloren gaan.
Hoofdstuk 8. Gedetailleerde bewerking van Patches
Alle parameters bekijken en bewerken (PRO
EDIT)
Dit toont de parameters van ZOOM EDIT, en laat u meer gedetailleer-
dere bewerkingen uitvoeren.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
fig.disp-proedit.eps
7.
8.
Voor details over de parameters, zie p.98 en verder.
In de Patch mode of Performance mode selecteert u de Patch die u
wilt bewerken.
Voor details, zie 'Patches in de Patch mode selecteren' (p.45) of
'Een Patch voor elk Part selecteren' (p.50).
Als u liever een Patch helemaal vanuit niets wilt creëren, in plaats
te beginnen met een bestaande Patch, voert u de Initialize hande-
ling uit (p.96).
Druk op [EDIT].
Druk op [3 (PATCH EDIT)] of gebruik de VALUE knop om '
PATCH EDIT' te selecteren, en druk op [ENTER].
Het ZOOM EDIT scherm verschijnt.
Druk op [7 (PRO EDIT)].
Het PRO EDIT scherm verschijnt.
Gebruik [3 (GRP ↑)] [4 (GRP ↓)] om tussen parametergroepen af
te wisselen.
Als alternatief kunt u tussen parametergroepen schakelen door [2
(GRP LIST)] in te drukken om naar het Patch Pro Edit Menu venster
te gaan, de VALUE knop, [DEC] [INC] of [
om de parametergroep te selecteren, en dan op [ENTER] te druk-
ken.
Gebruik de cursor knoppen om een parameter te selecteren.
Druk op [TONE SWITCH/SELECT], zodat dit verlicht is, en gebruik
TONE SELECT [1]-[4] om de Tone die u wilt bewerken te selecte-
ren.
● Om dezelfde parameter voor meerdere Tones gelijktijdig te
bewerken
Druk TONE SELECT [1]-[4] corresponderend met de Tones die
u wilt bewerken tegelijk in, zodat deze rood oplichten.
● Om Tones aan/uit te zetten
Druk op TONE SWITCH [1]-[4] om Tones aan of uit te zetten.
U zult de Tones bewerken waarbij een markeringsteken (✔)
wordt getoond, voor Tone nummers rechts boven in het
scherm.
Gebruik de VALUE knop of [DEC] [INC] om de waarde te bewer-
ken.
Als u meer dan één Tone heeft geselecteerd, zullen hun waardes
veranderen, terwijl hun relatieve verschillen behouden blijven.
] [
] gebruiken
95

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave