Hoofdstuk 6. Spelen met een microfoon
Een microfoon aansluiten
fig.mic-connect
Dynamische
microfoon
Afhankelijk van de positie van de microfoon, relatief aan de
luidsprekers, kan akoestische feedback optreden (een jankend of
huilend geluid). Als dit gebeurt, neemt u de volgende maatregelen:
• Verander de richting van de microfoon.
• Plaats de microfoon op meer afstand van de luidsprekers.
• Verlaag het volume.
Het volume van de microfoon aanpassen
Stel de [MIC VOLUME] knop in om het volume aan te passen.
Reverb op de microfoon toepassen
Druk op MIC IN [REVERB], zodat dit verlicht is.
1.
U kunt gedetailleerde instellingen maken voor de Reverb die op
de microfoon wordt toegepast. Zie 'Gedetailleerde instellingen
voor de MIC INPUT (MIC Input Setting)' (p.154).
Een condensator microfoon gebruiken
Als u een condensator microfoon, waarvoor fantoomvoeding is ver-
eist, wilt aansluiten, moet de fantoomvoeding instelling als volgt wor-
den veranderd.
• U moet deze instelling op 'OFF' laten staan, tenzij u een
condensator microfoon, waarvoor fantoomvoeding is vereist,
aansluit. Als een dynamische microfoon van fantoomvoeding
wordt voorzien, kunnen storingen optreden. Raadpleeg de
handleiding van de microfoon.
• Deze instelling kan niet worden opgeslagen. Fantoomvoeding is
op 'OFF' ingesteld, elke keer dat de JUNO-STAGE wordt
aangezet.
1.
Draai de [VOLUME] knop naar links, tot op de 'MIN' positie.
Druk op [MENU].
2.
Het Top menu venster verschijnt.
Gebruik [
] [
] om '2. Mic Input Setting' te selecteren, en
3.
druk op [ENTER].
4.
Gebruik de cursor knoppen om de cursor naar 'Phantom Power'
(Fantoomvoeding) te verplaatsen.
5.
Gebruik de VALUE knop of [DEC] [INC] om de instelling op 'ON' te
zetten.
Condensator
of
microfoon
De Vocoder gebruiken
De JUNO-STAGE gebruikt MFX voor simulatie van een vocoder.
1.
Druk op [PATCH], zodat dit verlicht is.
U bevindt zich in de Patch mode.
2.
Selecteer 'PRST 1027 VOCODER Ens' als de Patch.
Details over het selecteren van een Patch vindt u bij 'Patches
selecteren in de Patch mode' (p.45).
3.
Terwijl u op het toetsenbord speelt, spreekt of zingt u in de
microfoon.
De vocoder wordt op het geluid van de microfoon toegepast. Er
is geen geluid als u alleen op het toetsenbord speelt, zonder in
de microfoon te spreken/zingen.
Zelfs voor andere Patches dan PRST1027 kan het vocoder effect
worden toegepast, door '79: VOCODER' als het effect te
selecteren.
De Vocoder instellingen veranderen
1.
Selecteer 'PRST 1027 VOCODER Ens' als de Patch.
2.
Druk op [EDIT].
3.
Druk op [6 (EFFECT EDIT)] of gebruik de VALUE knop om 'EFFECT
EDIT' te selecteren, en druk op [ENTER].
Druk op [3 (MFX)].
4.
Het MFX scherm verschijnt. In dit geval zal '79: VOCODER' voor
MFX geselecteerd worden.
5.
Gebruik de cursor knoppen om de parameter die u wilt bewerken
te selecteren.
6.
Gebruik de VALUE knop of [DEC] [INC] om de waarde te
bewerken.
Parameter
Waarde
Mic Sens
0–127
Synth Level
0–127
Mic Mix
0–127
Level
0–127
Als u de bewerkte instellingen wilt bewaren, slaat u de Patch als
een User Patch op. Voor details, zie 'Een door u gecreëerde
Patch opslaan ([WRITE)])' (p.97).
Om naar het MIC INPUT scherm te gaan (p.154), houdt u
[SHIFT] ingedrukt, en, drukt u op MIC IN [REVERB]. Als u 'MIC
Mode' in het MIC INPUT scherm op 'VOCODER ONLY' instelt,
wordt het geluid van de microfoon uitgestuurd als u '79:
VOCODER' als het effect heeft geselecteerd.
Dit is handig als u wilt voorkomen dat ongewenste geluiden van
de microfoon worden uitgestuurd, bijvoorbeeld als u live speelt.
Uitleg
Past de invoer gevoeligheid van de
microfoon aan.
Past het ingangsniveau van het
instrument aan.
Past de hoeveelheid geluid van de
microfoon, dat aan de uitvoer van de
vocoder wordt toegevoegd aan.
Past het volumeniveau van het geluid
dat door de vocoder is gegaan aan.
87