Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Over De Functie Knoppen; [Shift] Functies; Een Waarde Bewerken; Een Waarde Veranderen - Roland JUNO-STAGE Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Over de functie knoppen

De zes [KBD/ORG/2]-[VOCAL/PAD/7] knoppen onder het beeld-
scherm voeren verscheidene functies uit (functie knoppen) en hun wer-
king verschilt, afhankelijk van het scherm. De functies worden onder in
het scherm getoond, en de corresponderende functie knoppen zullen
oplichten.
* Wanneer indicaties als [7 (EXIT0] in deze handleiding
verschijnen, geeft het getal de naam van de knop aan, en de
tekst tussen haakjes geeft de functie naam die in het scherm
wordt weergegeven aan.
fig.FButtons
Venster
De iets kleinere schermen die tijdelijk in de normale schermen
verschijnen, worden vensters genoemd. Verschillende soorten
vensters verschijnen, afhankelijk van de situatie. Sommige tonen
lijsten, in anderen kunt u instellingen maken, en weer anderen
vragen u een handeling te bevestigen.
fig.Tempo
Druk op [EXIT] of [7 (Close)] om het venster te sluiten. Sommige
vensters sluiten automatisch, nadat een handeling is uitgevoerd.

[SHIFT] functies

fig.VALUE
Door [SHIFT] ingedrukt te houden en een andere knop in te drukken,
krijgt u toegang tot het scherm, waarin instellingen gerelateerd aan
die knop gemaakt kunnen worden. (Met andere woorden: [SHIFT]
voorziet in een shortcut naar het corresponderende scherm).
Bijvoorbeeld, als u [SHIFT] ingedrukt houdt, en op [SOLO SYNTH]
drukt, zal het Solo Synth scherm verschijnen.
Voor details raadpleegt u de pagina waar een bepaalde functie
wordt uitgelegd.
Hoofdstuk 1. Overzicht
In sommige schermen verandert de handeling van de functie knoppen
als [SHIFT] wordt ingedrukt. In dit geval zal door het indrukken van
[SHIFT] de naam van de functies die onder in het scherm worden
getoond veranderen. Om een functie uit te voeren, houdt u [SHIFT]
ingedrukt en, drukt u op de corresponderende functie knop.

Een waarde bewerken

De cursor verplaatsen
Een enkel scherm of venster toont meerdere parameters of onderdelen
voor selectie. Om de instelling van een parameter te bewerken, ver-
plaatst u de cursor naar de waarde van die parameter. Om een
onderdeel te selecteren, verplaatst u de cursor naar dat onderdeel.
Wanneer met de cursor geselecteerd, wordt een parameterwaarde of
andere selectie gemarkeerd.
fig.CursorScreen
Verplaats de cursor met [
], [
pen).
[
]: verplaatst de cursor omhoog
[
]: verplaatst de cursor naar beneden
[
]: verplaatst de cursor naar links
[
]: verplaatst de cursor naar rechts
Als u één cursorknop ingedrukt houdt, terwijl ook de cursorknop
voor de tegengestelde richting wordt ingedrukt, zal de cursor
sneller in de richting van de eerst ingedrukte cursor knop
bewegen.

Een waarde veranderen

Om de waarde te veranderen, gebruikt u de VALUE knop of [DEC]
[INC].
fig.VALUE
VALUE knop
Als de VALUE knop met de klok mee wordt gedraaid, neemt de waar-
de toe, tegen de klok in neemt de waarde af.
De waarde zal met grotere stappen veranderen als u [SHIFT] inge-
drukt houdt, terwijl u aan de VALUE knop draait.
[INC] en [DEC]
Als [INC] wordt ingedrukt, neemt de waarde toe, en als [DEC] wordt
ingedrukt neemt deze af.
Cursor
], [
] en [
] (cursor knop-
43

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave