Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Functies Aan [S1] [S2] Toewijzen; Portamento Besturen; Monofoon Spelen; Het 'Double-Bending' Van Een Gitarist Simuleren - Roland JUNO-STAGE Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Functies aan [S1] [S2] toewijzen

U kunt verscheidene, aan uitvoering gerelateerde functies aan [S1] en
[S2] toewijzen. Als u [S1] of [S2] aan of uitzet, wordt de toegewezen
functie ook aan of uitgezet.
Wanneer Split of Dual is geselec-
teerd (in de Performance mode),
voeren deze schakelaars de func-
tie die aan het op dat moment
geselecteerde Part ('huidige Part')
is toegewezen uit. Het Part, dat
met
wordt aangegeven is
het Part waarvoor [S1] [S2] zal werken.
Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op [S1] of [S2].
1.
Een scherm als het volgende verschijnt.
fig.DBeamAsgn_70
(Voorbeeldscherm in Patch mode)
2.
Gebruik [
] [
] om de gewenste parameter te selecteren.
'Switch 1' maakt instellingen voor [S1], en 'Switch 2' maakt
instellingen voor [S2].
Gebruik de VALUE knop of [DEC] [INC] om de instelling te specifi-
3.
ceren.
Voor details over de parameters en waardes, die toegewezen
kunnen worden, kijkt u bij '[3 [S1/S2]' (p.136) in de Perfor-
mance mode, en kijk bij 'Switch 1' (p.149) in de Patch mode.
4.
Druk op [EXIT] om naar het vorige scherm terug te keren.
In de Performance mode worden de [S1] [S2] instellingen als uit-
voeringsinstellingen opgeslagen. Als u deze instellingen wilt
behouden, drukt u op [WRITE] om deze in de Performance op te
slaan (p.133).
In de Patch mode worden de [S1] [S2] instellingen als systeemin-
stellingen opgeslagen. Om deze instellingen te behouden, drukt
u op [7 (WRITE)].

Portamento besturen

Bij stap 3 van bovenstaande procedure wijst u 'PORTAMENTO' aan
'Switch 1' of 'Switch 2' toe.
Als [S1] of [S2] wordt aan of uitgezet, zal Portamento ook aan of uit
worden gezet.
Dit is in het bijzonder effectief wanneer dit voor synth basgeluiden
wordt gebruikt.
Hoofdstuk 3. Veelzijdige uitvoeringsfuncties

Monofoon spelen

Bij stap 3 van bovenstaande procedure wijst u 'MONO/POLY' aan
'Switch 1' of 'Switch 2' toe.
Wanneer [S1] of [S2] wordt aan of uitgezet, zal er tussen Monofoon
en polyfoon spelen worden afgewisseld.
Dit is in het bijzonder effectief wanneer dit voor synth basgeluiden
wordt gebruikt.
Het 'Double-bending' van een gitarist
simuleren
Bij stap 3 hierboven stelt u 'Switch 1' of 'Switch 2' op 'BEND MODE'
in.
Als u [S1] of [S2] aan of uitzet, zal de 'BEND MODE' instelling
'CATCH+LAST' aan of uitgezet worden.
Als 'CATCH+LAST' aan staat, en u een akkoord speelt en de pitch
bend hendel gebruikt, wordt de pitch bend alleen op de laatst ge-
speelde noot toegepast. Bijvoorbeeld, als u een akkoord speelt in de
volgorde 'D' en 'C', zal door het naar rechts bewegen van de pitch
bend hendel alleen de toonhoogte van de 'C' noot worden verhoogd.
Dit is in het bijzonder effectief wanneer gebruikt voor een gitaar
geluid.
De snelheid van het Organ Rotary effect
veranderen
Als u wilt dat [S1] of [S2] de snelheid van het roterende effect veran-
deren, maakt u instellingen als volgt.
Hier wordt uitgelegd hoe [S1] gebruikt wordt voor besturing van het
effect. Als u [S2] wilt gebruiken, leest u simpelweg 'Switch 2' waar
'Switch 1' wordt genoemd.
In de Patch mode
1.
Wijs de systeeminstelling 'Switch 1' aan 'SYS CTRL 1 SRC' toe.
1) Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [S1].
Een instellingsvenster verschijnt.
2) Voor 'Switch 1' stelt u 'Assign' op 'SYS CTRL 1 SRC'
in.
In dit voorbeeld gebruiken we 'SYS CTRL 1 SRC'.
Selecteer de Patch waarop het effect toegepast moet worden.
2.
1) Druk op [PATCH] om naar het PATCH PLAY scherm te gaan.
2) Selecteer een Patch.
U wilt waarschijnlijk een orgel geluid selecteren.
3.
Maak effectinstellingen.
1 Druk op [EDIT] en selecteer 'EFFECT EDIT'.
Het EFFECT ROUTING scherm verschijnt.
2 Druk op [3 (MFX)].
Het MFX scherm verschijnt.
3 Kies '21:ROTARY' als het MFX type.
4 Druk op [4 (CTRL)].
55

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave