Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Performance Bewerkingsschermen En Parameters; De Parts Die Geluid Zullen Produceren Selecteren (Keyboard Switch); De Reeks Van Elk Part Specificeren (Key Range) - Roland JUNO-STAGE Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Hoofdstuk 10. Gedetailleerde bewerking voor Performances

Performance bewerkingsschermen en parameters

PERFORM PLAY scherm
Knop
Inhoud
[2 (KBD SW)]
Opent het Keyboard Switch venster, waar de Parts die geluid zullen produceren geselecteerd kunnen worden.
[3 (CONTROL)]
Geeft toegang tot het CTRL SETTING (PERF) scherm, waar de controller instellingen bewerkt kunnen worden (p.135).
[4 (KEYRANG)]
Opent het Key Range venster, waar de Key Range voor elk Part gespecificeerd kan worden.
[5 (MIDI)]
Geeft toegang tot het MIDI FILTER scherm, waar MIDI ontvangst voor elk MIDI kanaal aan of uitgezet kan worden (p.138).
[6 (MIXER)]
Geeft toegang tot het PART MIXER scherm, waar het volume en de panning bewerkt kunnen worden (p.139).
Geeft toegang tot het PART VIEW scherm, waar een lijst met de instellingen van elk Part bekeken, welke tot in detail bewerkt
[7 (PARTVIEW)]
kunnen worden (p.140).
De Parts die geluid zullen produceren
selecteren (Keyboard Switch)
Hier ziet u, hoe de Parts die een Patch of ritmeset zullen spelen gese-
lecteerd worden.
Elk Part heeft een 'keyboard schakelaar', die bepaalt of het op het
toetsenbord gespeeld kan worden.
1.
In het PERFORM PLAY scherm, drukt u op [2 (KBD SW)].
Het Keyboard Switch venster zal geopend worden.
fig.disp-kbdsw.eps
2.
Gebruik [
] [
] om een Part te selecteren.
Gebruik de VALUE knop, [DEC] [INC] of [
3.
'OFF' te selecteren.
Als u op het toetsenbord speelt, zult u de Parts waarvan de
keyboard schakelaar op 'ON' staat, en het op dat moment
geselecteerde Part horen.
De volgende functie knoppen kunnen ook gebruikt worden om dit
aan/uit te zetten.
• Als [4 (1-2 ON)] wordt ingedrukt, worden Part 1 en Part 2
aangezet.
• Als [5 (10 ON)] wordt ingedrukt, wordt Part 10 aangezet.
• Als [6 (ALL OFF)] wordt ingedrukt, worden alle Parts uitgezet.
Herhaal stappen 2-3 om de Keyboard Switch voor elk Part dat u
4.
vanaf het toetsenbord wilt spelen op 'ON' te zetten.
5.
Druk op [7 (CLOSE)].
Het Keyboard Switch venster wordt afgesloten.
134
fig.disp-prfrmplay.eps
Als u op [PERFORM] drukt, zal het PERFORM PLAY scherm verschijnen.
Gebruik de [2]-[7] knoppen onder het beeldscherm om de functies die op de
onderste regel van het scherm worden weergegeven uit te voeren.
U kunt de functieknoppen niet gebruiken als FAVORITE [ON/OFF] is ingescha-
keld. Als u de functieknoppen wilt gebruiken, zet u FAVORITE [ON/OFF] uit.
De reeks van elk Part specificeren (Key
Range)
In de Performance mode kan de Key Range van elk Part gespecifi-
ceerd worden, zodat het toetsenbord in zestien zones verdeeld wordt,
en in elke zone een ander geluid gespeeld wordt. Het toetsenbord
wordt met de 'key range' instelling van het Part bepaald.
1.
fig.disp-kReeks.eps
2.
] [
] om 'ON' of
3.
4.
5.
In het PERFORM PLAY scherm, drukt u op [4 (KEYRANGE)].
Het Key Range venster wordt geopend.
Gebruik de cursor knoppen om de cursor naar de naam van het
Part te verplaatsen, en gebruik [
Part te selecteren.
Gebruik de cursor knoppen of [4 (KBDSW)]-[6 (UPPER)] om een
parameter te selecteren.
Gebruik de VALUE knop of [DEC] [INC] om de waarde in te stellen.
Parameter
Waarde
KBDSW
OFF, ON
LOWER
C - –(UPPER)
UPPER
(LOWER)–G9
Als de instellingen zijn gemaakt, drukt u op [7 (CLOSE)].
Het Key Range venster wordt afgesloten.
Door de key range van twee of meer Parts te laten overlappen,
kunnen deze Parts voor samenspel gestapeld worden.
] [
] om het te bewerken
Uitleg
Zet het geluid van het Part
aan/uit.
Specificeert de laagste limiet
van de key range
Specificeert de hoogste limiet
van de key range

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave