Parameter
Waarde
Switch 1
TRANSPOSE UP,
TRANSPOSE
DOWN, TAP
TEMPO,
MONO/POLY,
PORTAMENTO,
HOLD,
MFX1–3 SW
(Performance
Mode),
Assign
MFX SW (Patch
Mode), CHORUS
SW,
REVERB SW,
SYS CTRL 1–4
SRC,
BEND MODE,
PART 1–16 KBD
SW,
(Performance
Mode)
LATCH,
Type
MOMENTARY
Switch 2
Assign
(Hetzelfde als Switch 1)
Type
System Menu [4 (MIDI/SYNC)]
[2 (GENERL)]
Parameter
Waarde
Local Switch
OFF, ON
Device ID
17–32
Remote Keyboard
OFF, ON
Switch
Performance Control
1–16, OFF
Channel
Kbd Patch Rx/Tx
1–16
Channel
USB MIDI
USB-MIDI Thru
OFF, ON
Uitleg
De functie die aan [S1] is toegewezen.
TRANSPOSE UP: verhoog de toetsenreeks in stappen van halve tonen (maximaal 6 halve tonen)
TRANSPOSE DOWN: verlaag de toetsenreeks in stappen van halve tonen (maximaal 5 halve tonen)
TAP TEMPO: Tap Tempo (Stel het tempo in door de knop op het gewenste interval in te drukken)
MONO/POLY: schakelt de Patch tussen polyfoon (POLY) of monofoon (MONO) spelen
PORTAMENTO: zet Portamento aan/uit.
HOLD: zet Hold aan/uit.
MFX 1-3 SW: Multi-effect 1-3 schakelaar.
CHORUS SW: Chorus schakelaar.
REVERB SW: Reverb schakelaar
SYS CTRL 1-4 SRC: verzendt het MIDI bericht dat door 'Sys Ctrl 1-4 Source' is gespecificeerd.
BEND MODE: schakel de Bend mode (p.146)
'NORMAL' als de knop uit is, 'CATCH+LAST' als de knop aan is.
PART 1-6 KBD SW: zet de toetsenbord schakelaar (Keyboard Switch) (p.134) van het gespecificeerde
Part aan/uit.
De manier waarop [S1] zal werken als dit wordt ingedrukt
LATCH: De aan/uit status wordt afgewisseld, elke keer dat de knop wordt ingedrukt.
MOMENTARY: de status wordt op aan gezet als u de knop indrukt, en uitgezet als u de knop loslaat.
* Afhankelijk van de Assign instelling kan dit mogelijk niet beschikbaar zijn.
Uitleg
Bepaalt of de interne geluidsgenerator van de controller sectie (toetsenbord, pitch bend/modulatie hendel,
knoppen, D Beam controller, pedaal, enz.) is losgekoppeld (OFF) of niet (ON).
Normaalgesproken blijft dit op 'ON' staan, maar als u het toetsenbord en de regelaars van de JUNO-
STAGE wilt gebruiken om een externe geluidsmodule te besturen, zet u dit op 'OFF'.
Als u System Exclusive berichten wilt verzenden of ontvangen, stelt u deze parameter zo in, dat deze met
het Device ID nummer van het andere MIDI apparaat overeenkomt.
Zet deze parameter op 'ON' als u een extern MIDI toetsenbord wilt gebruiken, in plaats van het
toetsenbord van de JUNO-STAGE.
In dit geval kan het MIDI zendkanaal van het externe MIDI toetsenbord op elk kanaal worden ingesteld.
Normaalgesproken laat u deze parameter op 'OFF' staan.
* Zet dit op 'ON' als u de JUNO-STAGE vanaf een extern MIDI apparaat wilt besturen, als u speelt met
de Arpeggio functie.
Selecteert het MIDI ontvangstkanaal dat gebruikt wordt tijdens het veranderen van Performances, als MIDI
berichten (Program Change/Bank Select) van een extern MIDI apparaat worden verzonden.
Zet dit op 'OFF' als Performances niet vanaf een extern MIDI apparaat veranderd mogen worden.
* Als alleen een Program Change wordt ontvangen, en als de instelling van deze parameter samenvalt
met het MIDI ontvangstkanaal van een Part, gaat de prioriteit naar het veranderen van Performance.
Kanaal dat gebruikt wordt voor het verzenden en ontvangen van MIDI berichten voor het Keyboard Part
in Patch mode.
Als dit op 'ON' staat, zullen binnenkomende MIDI berichten opnieuw, zonder verandering, via de MIDI
OUT worden verzonden.
Hoofdstuk 11. Overige instellingen
149