Pagina 1
Gebruikershandleiding Hoe een PDF van de gebruikershandleiding verkregen kan worden PDF-bestanden van de gebruikershandleiding en aanvullend materiaal voor dit product kan van de Roland website gedownload worden. • JUPITER-50 Gebruikershandleiding (dit document) • Parametergids * • MIDI-implementatie * * Deze worden niet met het product meegeleverd, u kunt deze zonodig downloaden.
Roland Service Centrum of een gehoorverlies kunnen veroorzaken. erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op Gebruik het apparaat niet gedurende langere tijd De adapter niet met natte handen aanslui- op een hoog of oncomfortabel volumeniveau.
• Dit apparaat kan storing in radio en televisieont- • Wanneer u een expressiepedaal bedient, of tij- de data niet meer hersteld worden, en Roland is vangst veroorzaken. Gebruik dit apparaat niet in dens het openen en sluiten van het USB-geheu- niet aansprakelijk voor dit soort verlies van data.
Technology of trillingen bloot. Properties Limited (TPL) werd ontwikkeld. Roland • Bewaar de USB-stick niet in direct zonlicht, in heeft een licentie voor deze technologie van de afgesloten voertuigen of soortgelijke locaties.
Behavior Modeling technologie Het blijft niet bij de fysieke modellering van de instrumenten. Roland gaat een stap verder, en modelleert het onderscheidende gedrag van het instrument, dat reageert op de manier waarop de uitvoerende speelt, hetgeen in natuurgetrouwe, expressieve klanken in Realtime resulteert.
Pagina 9
Snelle start SuperNATURAL SuperNATURAL Acoustic Tone Synth Tone Voorbeeld: Voorbeeld: Piano klanken orgelklanken Dit zijn de ultieme piano klanken, Deze hebben de combo orgelklan- ken van instrumenten als de VK met een natuurlijke Decay serie of de V-Combo meegekregen. en zonder gradaties in hun klankveranderingen.
MEMO U kunt ook [MANUAL] knop ook gebruiken om de JUPITER-50 op eenvoudige wijze in een status te plaatsen waarin alleen het Upper Part te horen zal zijn. Deze knop komt van pas wanneer u de klank van een specifieke Live Set wilt controleren, of als u een registratie helemaal vanuit het niets wilt creëren.
Pagina 11
Snelle start Een vioolklank spelen Een vioolklank Live Set selecteren Een lijst met Live Sets die aan Strings zijn Druk op de [MANUAL] knop . toegewezen wordt weergegeven. Druk op de UPPER [STRINGS] knop . Draai aan de draaiknop om ‘1782 Violin 3’ te selecteren, en druk op de [ENTER] knop .
Pagina 12
02 Over de klanken van de JUPITER-50 Een Synth klank spelen Een Synth klank Live Set selecteren Druk op de [MANUAL] knop . Ga naar de Live Set lijst voor ‘SYNTH BRASS’ . Draai aan de draaiknop om ‘0004 Jupiter Brass 4’ te selecteren, en druk op de [ENTER] knop .
Controllers gebruiken om het geluid te wijzigen Snelle start Uw hand bewegen om de toonhoogte of het volume te wijzigen pag . 51 Druk op de D-BEAM [PITCH], Knop Uitleg [VOLUME] of [ASSIGNABLE] De toonhoogte verandert als u uw hand [PITCH] knop knop .
Uw favoriete klanken kunnen als een registratie worden opgeslagen. Naast het Upper Part heeft de JUPITER-50 een Solo Part en een Percussion/Lower Part. U kunt één SuperNATURAL Tone aan elk van deze drie Parts toewijzen, en deze instellingen samen als een registratie opslaan.
Snelle start Een registratie creëren Gebruik de klankselectie knoppen van elk Part om de gewenste klank te selecteren . Upper Part Solo Part Percussion/Lower Part Specificeer de aan/uit status en volume-instelling van Gebruik de schuifregelaars ieder Part . . om het volume van elk Part aan te passen.
04 Registraties zijn gemakkelijk voor live optredens Een klank voor het Percussion/Lower Part selecteren In het Top scherm (p .35) drukt u op de [LOWER TONE] knop zodat deze verlicht is . Het Percussion/Lower Part wordt aangezet. De cursor verplaatst naar het klanknummer voor het Percussion/Lower Part. Druk op de [ENTER] knop .
Voorbeeld van het creëren van een registratie Snelle start Piano en strijkersklanken stapelen Druk op de [MANUAL] knop . Selecteer de gewenste pianoklank voor het Upper Part . Druk op de [LOWER TONE] knop en selecteer de gewenste strijkersklank . De piano en strijkers worden gestapeld.
Behavior Modeling technologie Het blijft niet bij de fysieke modellering van de instrumenten. Roland gaat een stap verder, en modelleert het onderscheidende gedrag van het instrument, dat reageert op de manier waarop de uitvoerende speelt, hetgeen in natuurgetrouwe, expressieve klanken in Realtime resulteert.
Pagina 19
(WAV, AIFF, MP3) ook van de USB-stick worden afgespeeld, zodat u deze als achtergrondtracks voor uw uitvoering kunt gebruiken. De JUPITER-50 beschikt ook over een USB MIDI/AUDIO aansluiting naar de computer. Zelfs als u zich in een productie studio bevindt, zult u genieten van dezelfde bekende opstelling die u tijdens...
Tone Wat is een Tone? Hoewel een Tone de kleinste geluidseenheid die door de JUPITER-50 verwerkt kan worden is, kan deze zich beroemen op een buitensporig krachtige structuur, gebaseerd op SuperNATURAL klanken. ‘SuperNATURAL Acoustic Tones’ reproduceren niet alleen de klank van een akoestisch instrument, maar analyseren automatisch – op een manier die voor elke verschillende Tone geschikt is –...
Kennismaking met de JUPITER-50 Tones De ‘Tone’ is de kleinste geluidseenheid die op de JUPITER-50 wordt gebruikt. Er zijn vier types Tones, zoals in onderstaande tabel wordt getoond. Deze Tones zijn de elementen waaruit de Registraties (p.23) en Live Sets (p.22) worden opgebouwd.
Parts Een Live Set bestaat uit de Tones die aan de vier Layers zijn De JUPITER-50 heeft drie Parts: Solo, Upper, Percussion/Lower. U toegewezen, instellingen voor vier MFX eenheden en instellingen kunt een Tone of Live Set aan elk Part toewijzen en dat dan spelen.
Kennismaking met de JUPITER-50 Registraties Een registratie bestaat uit deze drie Parts: Solo, Upper en Percussion/Lower. In een registratie worden de instellingen voor de klank die voor elk Part is geselecteerd opgeslagen, alsmede de instellingen voor het Solo Part en Percussion/Lower Part.
Kennismaking met de JUPITER-50 Over geheugen Het gebied waarin klanken en andere instellingen worden opgeslagen, wordt ‘geheugen’ genoemd. Het geheugen is in drie gebieden verdeeld: tijdelijk geheugen (het tijdelijke gebied), herschrijfbaar geheugen en niet herschrijfbaar geheugen. JUPITER-50 Tijdelijk gebied Selecteer...
Steek USB-stick in MP3/WAV/AIFF U kunt ook uw spel op de JUPITER-50 opnemen, en dit als een WAV-bestand in een USB-stick opslaan (p.68). OPMERKING • Let op dat uw vingers of tenen niet tussen het bewegende deel en het apparaat bekneld raken, als u het deksel van het USB-geheugen opent en sluit.
Paneelbeschrijvingen Bovenpaneel Nummer Gebied Naam Uitleg Pagina USB-geheugen USB MEMORY poort Sluit hier een USB-stick (apart verkrijgbaar) aan. Door uw hand boven de D-BEAM te bewegen, kunt u verscheidene effecten D-BEAM controller op het geluid toepassen. [PITCH] knop Als dit aan is, regelt de D-BEAM controller de toonhoogte. D-BEAM [VOLUME] knop Als dit aan is, regelt de D-BEAM controller het volume.
Pagina 27
Paneelbeschrijvingen Nummer Gebied Naam Uitleg Pagina knoppen Toegang tot het WRITE scherm. Gebruik deze knoppen om waardes te bewerken. Om de verandering sneller te laten optreden, houdt u één knop ingedrukt, en drukt u op de tegenover- [DEC]/[INC] knoppen gestelde knop. U kunt de waarde ook sneller laten veranderen door de [SHIFT] knop ingedrukt te houden en één van deze knoppen in te drukken.
DISPLAY CONTRAST knop MIDI- USB COMPUTER poort aansluitingen Past het contrast van het scherm aan. Met een USB-kabel kunt u de JUPITER-50 op de computer aansluiten p.80). Voor het aansluiten van FOOT PEDAL Jacks HOLD Jack CTRL 1, CTRL 2 Jacks Hier kunt u een pedaalschakelaar Hier kunt u een expressiepedaal (EV-5, apart verkrijgbaar) of een pedaalschakelaar (zoals één uit de DP serie, apart...
Pagina 29
Als u onzeker bent over de verbindingsmethode, raadpleegt u het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur. Deze zijn op de ‘Informatie’ pagina te vinden. Locaties die niet geschikt zijn voor aansluiting: • Waterleidingen (kan tot schokken of...
Wees voorzichtig en zorg dat uw vingers niet bekneld raken tijdens het opzetten van de standaard. Als u de JUPITER-50 op een standaard wilt plaatsen, gebruik dan de Roland KS-G8, KS-18Z of KS-12. Plaats het instrument als volgt op de standaard.
OPMERKING In de fabrieksinstellingen wordt de JUPITER-50 automatisch uitgezet, vier uur nadat u het apparaat voor het laatst heeft bespeeld of bediend. Als u niet wilt dat het apparaat automatisch wordt uitgezet, verandert u de ‘Auto Off’ instelling in ‘OFF’ , zoals op p.79 wordt beschreven.
Basisbediening In deze sectie worden de basis knoppen en knophandelingen, die voor bediening van de JUPITER-50 worden gebruikt, uitgelegd. [MENU] knop Functie knoppen [WRITE] knop [SONG] knop Geeft toegang tot het Menu Deze functie knoppen worden Geeft toegang tot een scherm Geeft toegang tot een scherm scherm.
Basisbediening Een waarde bewerken Om de waarde die door de cursor wordt gemarkeerd te bewerken, gebruikt u één van de volgende controllers. • Waarde draaiknop • [DEC] [INC] knoppen Waarde draaiknop Als de knop naar rechts wordt gedraaid neemt de waarde toe, en als deze naar links wordt gedraaid neemt de waarde af. Als u de [SHIFT] knop ingedrukt houdt terwijl u aan de waarde draaiknop draait, verandert de waarde in grotere stappen.
Sla de Live set op. pag . 75 SYSTEM SETUP scherm Sla de Live set op. Een naam toewijzen Op de JUPITER-50 kunt u de volgende items van een naam voorzien: • Registratie • Live Set • User Arpeggio stijl • Song...
Tussen schermen navigeren Op de JUPITER-50 navigeert u tussen schermen door elke knop, of de functieknoppen die aan verschillende eigenschappen zijn toegewezen, in te drukken. Hier leggen we uit hoe er tussen schermen genavigeerd kan worden. De uitleg in deze handleiding bevat illustraties die weergeven wat er normaalgesproken in het scherm getoond zal worden. Het apparaat kan echter een nieuwere, verbeterde versie van het systeem bevatten (bijvoorbeeld nieuwere klanken hebben), dus wat u daadwerkelijk in het scherm ziet kan soms niet overeenkomen met dat wat in de handleiding verschijnt.
Tussen schermen navigeren REGISTRATION scherm LIVE SET (UPPER) scherm In het Menu scherm kiest u ‘Edit’ ‘Registration’ . In het Menu scherm kiest u ‘Edit” “Live Set (UPPER)’ . Hier kunt u het volume van de registratie bekijken, en de Bekijk de naam en het volume van de Tones die aan elke Layer van instellingen voor volume en Pan voor ieder Part.
Druk op de [VISUAL CONTROL] knop . Gebruikersdata in een USB-stick opslaan. Het VISUAL CONTROL scherm verschijnt als u op de [VISUAL CONTROL] knop drukt. Hier kunt u de JUPITER-50 gebruiken om Restore pag . 70 videoapparatuur die Visual Control ondersteunt te besturen.
Van registratie veranderen Een registratie wordt gebruikt om de klanken die voor elk Part zijn Van Bank veranderen geselecteerd, alsmede verscheidene aan uitvoering gerelateerde instellingen (systeem parameters uitgezonderd) op te slaan. Door van registratie te veranderen, kunt u de klanken van de Elke Bank bevat vier registraties.
Set 8 MEMO • Met de [MANUAL] knop kunt u de JUPITER-50 gemakkelijk in een status plaatsen waarin alleen het Upper Part te horen is. De knop komt ook van pas als u de klank van een Live Set wilt Set 1 beluisteren of als u met het creëren van een registratie wilt...
De klank voor elk Part selecteren (Live Sets/Tones selecteren) Klankknoppen en klank categorieën De JUPITER-50 heeft drie Parts: Solo, Upper en Percussion/Lower. U kunt een Tone of Live Set aan elk Part toewijzen, en dit spelen. De klankknoppen corresponderen als volgt met de klank categorieën:...
De klank voor elk Part selecteren (Live Sets/Tones selecteren) De Part Sound knoppen gebruiken om de De Tone van het Percussion/Lower Tone van het Solo Part te veranderen Part veranderen U kunt de Part Sound knoppen gebruiken om de Tone van het Solo De klank van het Percussion/Lower Part kan vanuit de Tone lijst Part te veranderen.
De klank voor elk Part selecteren (Live Sets/Tones selecteren) Klankknoppen en klank categorieën De Variatie klanken direct veranderen De Lower Tone kan ook geselecteerd worden door de [LOWER (Alternate knop) TONE] knop ingedrukt te houden en één van de Upper Part klanknoppen in te drukken.
Drumklanken en geluidseffecten spelen (Percussion/Lower) De JUPITER-50 biedt een “Percussion’ functie, waarmee u een Drumklanken over het volledige verscheidenheid aan drumklanken en geluidseffecten kunt spelen. klavier spelen (Drums/SFX) Percussieklanken en stem frases U kunt het volledige klavier gebruiken om verschillende spelen (Manual Percussion) drumklanken en geluidseffecten (SFX) te spelen.
Split gebruiken Een ‘split’ is een instelling waarbij het klavier in zones is verdeeld, Split aanzetten die elk een ander Part spelen. Lower Part Upper Part Solo Part Druk op de [SPLIT] knop of [SOLO SPLIT] knop . Split of Solo Split wordt aangezet (de knop is verlicht). Lower Split Point (B3) Om dit uit te zetten, drukt u nog een keer op de [SPLIT] of [SOLO SPLIT] knop .
Split gebruiken Het verband tussen Split en Parts De volgende tabel laat zien hoe de Split status de Parts die aan het klavier zijn toegewezen bepaalt. [PERC] [SPLIT] [SOLO SPLIT] [LOWER TONE] Solo Upper Percussion/Lower Het splitspunt veranderen U kunt het punt (Splitspunt of Solo splitspunt) waarop het klavier is verdeeld, wanneer Split of Solo Split aan is, veranderen. Het splitspunt is de hoogste toets van het Percussion/Lower Part.
De klavierinstellingen veranderen De toonhoogte met octaven Transponeren veranderen Transpose is een functie die de toonhoogtereeks van het klavier in stappen van halve tonen verschuift. Door de OCTAVE [DOWN] knop of OCTAVE [UP] knop in te drukken Door deze instelling te gebruiken, kan een transponerend kunt u de toonhoogtereeks van het klavier in stappen van een instrument zoals een trompet of klarinet gespeeld worden op de octaaf verschuiven.
De Arpeggiator gebruiken De JUPITER-50 heeft een Arpeggiator die automatisch arpeggio’s Het arpeggio vasthouden (HOLD) speelt. Als u noten op het klavier indrukt, worden die noten automatisch als een arpeggio gespeeld. Met de Hold functie kunt u het arpeggio door laten gaan, zelfs Arpeggio’s kunnen in het Percussion/Lower Part (als Lower Tone...
De Arpeggiator gebruiken De Arpeggiator instellingen Specificeert de luidheid waarop de noten die u speelt klinken. Als u wilt dat de noten klinken volgens de sterkte waarmee u de bewerken toets daadwerkelijk aanslaat, kiest u ‘REAL’ . Velocity REAL, 1–127 Als u wilt dat de noten op een vaststaand volume klinken, ongeacht hoe sterk u de Hier wordt uitgelegd hoe gedetailleerde Arpeggiator instellingen...
De Arpeggiator gebruiken Naast Note Events kunnen in totaal 500 Events aan Control Een arpeggio stijl van een MIDI-bestand Change boodschappen, Channel Pressure en Pitch Bend geïmporteerd worden. Als u meer dan het toegestane aantal creëren (Import) Events probeert te importeren, verschijnt de boodschap ‘Too Much Data!’...
Spelen met toegevoegde harmonie De Harmony Intelligence functie voegt een passende harmonie aan Het Harmony Intelligence type de hoogste noten van het Upper Part toe, gebaseerd op de noten die u in het Percussion/Lower Part speelt. veranderen Als u Harmony Intelligence aanzet, wordt Split (p.44) ook aangezet. De rechter klavierzone speelt de klank van het Upper Part, en de linker klavierzone speelt de klank van het Percussion/Lower Part.
De uitvoering besturen Voor details over het aanpassen van de gevoeligheid kijkt u bij Uw hand bewegen om de ‘D BEAM Sens’ (p.76). toonhoogte of het volume te De toonhoogte veranderen / wijzigen (D-BEAM controller) vibrato toepassen (Pitch Bend/ U kunt de D-BEAM controller gebruiken door uw hand er modulatiehendel) simpelweg boven te bewegen.
De uitvoering besturen De knoppen en draaiknoppen gebruiken Pedalen gebruiken om de klank te wijzigen ([S1] [S2] Met de JUPITER-50 kunt u Hold pedalen (zoals één uit de DP serie, apart verkrijgbaar) en expressiepedalen (EV-5, apart verkrijgbaar) knoppen / [C1]-[C2] knoppen) aansluiten.
Besturing van het Rotary-effect en Reverb Het Rotary-effect voegt modulatie, gelijk aan de modulatie die Besturing van Reverb door roterende luidsprekers wordt geproduceerd, aan het geluid toe. Reverb past de galm die een klank heeft als deze in een zaal of andere akoestische omgeving wordt gespeeld toe.
REGISTRATION Envelope ‘REGISTRATION scherm’ (p.36). SOLO EDIT VIBRATO Vibrato • Voor een lijst met alle parameters kunt u de ‘JUPITER-50 VELOCITY Velocity Parameter Guide’ (PDF bestand) van ‘JUPITER-50’ in de ‘Owner’s Manuals’ lijst op de Roland website downloaden Mono/Poly schakelaar MISC (http://www.roland.com/support/en/).
Een Registratie bewerken Een registratie opslaan Een registratie een naam geven Bewerkingen die u in een registratie aanbrengt zijn tijdelijk, en Als u de registratie een andere naam wilt geven, drukt u bij gaan verloren als u de stroom uitzet of een andere registratie stap 2 op de [F5] (RENAME) knop.
Een Registratie bewerken Een registratie initialiseren Hier wordt uitgelegd hoe de op dat moment geselecteerde registratie geïnitialiseerd kan worden. MEMO • Het initialiseren van de registratie is van invloed op de data in het tijdelijke gebied (p.24). • Als u de parameters van alle klanken opnieuw op de fabrieksinstellingen wilt zetten, gebruikt u Factory Reset (p.79).
• Portamento, enz. (UPPER) scherm’ (p.36). Voor een SuperNATURAL Acoustic Tone • Voor een lijst met alle parameters kunt u de ‘JUPITER-50 • ruisniveau Parameter Guide’ (PDF bestand) van ‘JUPITER-50’ in de ‘Owner’s Manuals’ lijst op de Roland website downloaden • Variatie, enz.
Een Live Set bewerken De Tones van een Live Set veranderen De MFX (Multi-effects) veranderen Hier ziet u hoe de Tones in een Live Set veranderd kunnen worden. Iedere Live Set bevat vier MFX (multi-effects) processors. In het LIVE SET (UPPER) scherm (p .36) verplaatst u de Het ‘LIVE SET EFFECTS scherm’...
Een Live Set bewerken De effect zendniveaus en effect De Reverb bewerken uitgangsniveaus aanpassen Om de instellingen van de Reverb te bewerken, gaat u naar het Reverb parameterscherm. U kunt het niveau waarop het geluid van elke Layer naar MFX wordt In het LIVE SET (UPPER) scherm (p .36) drukt u op de [F3] gestuurd, en het uitgangsniveau van het geluid dat door het effect (EFFECT) knop .
Een Live Set bewerken De Tones die aan een Layer zijn Meerdere Live Set parameters toegewezen bewerken (Tone Modify) gelijktijdig aanpassen (Tone Blender) Hier ziet u hoe de klank van elke Layer gewijzigd kan worden. Met de Tone Blender functie kunt u schakelen tussen de begin- waardes (de huidig gespecificeerde Live Set parameterwaardes) U kunt geselecteerde parameters voor elke klank wijzigen (Modify en de waardes van de bestemming (die u naar wens kunt instellen)
Een Live Set bewerken Stel de waardes voor de bestemming in (onderste helft Handige manieren om de Tone Blender van het scherm) . te gebruiken Geeft de huidige waardes aan. De klank die door de Tone Blender is gecreëerd opslaan Nadat u de waarde draaiknop heeft gebruikt om een klank die u bevalt te verkrijgen, kunt u die status als een Live Set opslaan.
Een Live Set bewerken Een Live Set opslaan Het opslaan van een Live Set annuleren U kunt de opslag handeling annuleren door één van de volgende Bewerkingen die u in een Live Set aanbrengt zijn tijdelijk. Deze dingen te doen. gaan verloren als u de stroom uitzet of een andere Live Set selecteert.
Een Live Set bewerken Een Live Set initialiseren Een Layer kopiëren Hier wordt uitgelegd hoe de op dat moment geselecteerde Live Set Hier ziet u hoe een Layer naar een andere Layer gekopieerd kan geïnitialiseerd kan worden. worden. Dit is een handige manier voor het creëren van een variatie, MEMO gebaseerd op een bewerkte Layer.
• Steek de USB-stick voorzichtig helemaal in, totdat deze stevig op zijn plaats zit. • Gebruik een USB-stick van Roland. Een juiste werking kan niet gegarandeerd worden als een ander USB-apparaat wordt Het SONG LIST scherm verschijnt. Een lijst met geluidsbestanden in gebruikt.
[F3] (SET TOP) knop (start) of [F4] (SET END) wordt een zware last op de JUPITER-50 geplaatst, en knop (eind). in sommige gevallen kan dit veroorzaken dat niet alle uitvoeringsdata van het klavier geheel verwerkt kan worden.
De USB Memory Song Player/Recorder gebruiken Geluidsbestanden opeenvolgend Een map creëren afspelen (Chain Play) Zo creëert u een nieuwe map, binnen de map die op dat moment is geselecteerd. Hier ziet u hoe de geluidsbestanden in dezelfde map In dit voorbeeld creëren we een nieuwe map binnen de geluidsmap opeenvolgende afgespeeld kunnen worden.
De USB Memory Song Player/Recorder gebruiken Een geluidsbestand of map verwijderen Een geluidsbestand of map verplaatsen Hier ziet u hoe een ongewenst geluidsbestand of een map Hier ziet u hoe een geluidsbestand of een map naar een andere verwijderd kan worden. map verplaatst wordt.
Uw spel op het klavier kan in een USB-stick worden opgenomen. Het geluid dat via de AUDIO IN Jack en USB COMPUTER poort van de JUPITER-50 wordt ingevoerd, kan ook worden opgenomen. Maak instellingen voor de opname, en druk dan op de OPMERKING ] (Play) knop .
De meegeleverde USB-geheugenbeveiliging gebruiken U kunt de meegeleverde USB-geheugenbeveiliging gebruiken om diefstal van de USB-stick die op de JUPITER-50 is aangesloten te voorkomen. OPMERKING • U moet de meegeleverde schroeven gebruiken. • U moet de meegeleverde inbussleutel gebruiken om de schroeven te verwijderen. Als een stuk gereedschap dat niet met de schroefkoppen overeenkomt wordt gebruikt, zullen deze beschadigen.
Als u de Restore handeling uitvoert, gaan alle instellingen die op De boodschap ‘Are you sure?’ verschijnt. dat moment in de JUPITER-50 zijn opgeslagen verloren. Als u de huidige instellingen wilt behouden, slaat u deze in een andere Om te initialiseren drukt u op de [F5] (OK) knop .
Het REGISTRATION SET EXCHANGE scherm verschijnt. Zet de JUPITER-50 uit . Specificeer de nummers van de registratiesets die u wilt Verwijder de USB-stick uit de JUPITER-50, en sluit deze op uitwisselen . de computer aan . Druk op de [F6] (EXEC) knop .
Geluidsdata importeren/exporteren OPMERKING Zet nooit de stroom uit terwijl de export handeling wordt uitgevoerd. Van de registraties, Live Sets en Tones die in de JUPITER-50 zijn opgeslagen, kunt u de gewenste items selecteren en deze naar een Geluidsdata importeren USB-stick exporteren.
Instellingen en handige functies MEMO Een geëxporteerd bestand een andere U kunt ook Live Sets en Tones die van de JUPITER-80 zijn naam geven geëxporteerd importeren. Geluidsdata die u gemarkeerd heeft In het scherm waar u het te importeren gegevensbestand selecteert, kunt u het gegevensbestand een andere naam geven.
Instellingen en handige functies Registraties uitwisselen Hier ziet u hoe de nummers van twee registraties uitgewisseld kunnen worden. In het UTILITY MENU scherm (p .37) kiest u ‘Reg Move/ Exchang’ en drukt u op de [ENTER] knop . Selecteer één van de registraties die u wilt uitwisselen . Druk op de [F2] (EXCHG) knop om het controlevakje te selecteren .
De systeeminstellingen van de JUPITER-50 Systeeminstellingen maken Systeemparameters Deze instellingen worden op de gehele JUPITER-50 toegepast. U In deze sectie wordt uitgelegd wat elke systeemparameter doet, en kunt hier bijvoorbeeld de stemming instellen en specificeren hoe hoe de parameters zijn georganiseerd.
Als u een externe sequencer met de Keyboard Controller sectie en geluidsge- Afhankelijk van het pedaalmodel, kan nerator sectie van de JUPITER-50 gebruikt, dient u de Local Switch op OFF in te Pedal 1 Polarity het resultaat van het indrukken of STANDARD, stellen, vanwege het volgende.
Pagina 77
ID nummers verzonden als de Sync Mode ‘SLAVE’ is. van beide apparaten overeenkomen. Dit specificeert of de JUPITER-50 aan tempo data van de MIDI Als dit op ‘ON’ staat, worden MIDI-boodschappen IN-aansluiting of aan tempo data van de USB-aansluiting...
INFORMATION tion [01] 1-1–[08] 4-4 apparaat aanzet. Manual Registration Hier kunt u informatie bekijken, zoals de versie van de JUPITER-50 Specificeert of Manual of Single Part Play Registration MANUAL, software en de hoeveelheid vrije ruimte die in de USB-stick wordt geselecteerd als de [MANUAL]...
De stroom na bepaalde tijd (Factory Reset) automatisch uitschakelen (Auto Off) Deze ‘Factory Reset’ handeling stelt alle instellingen van de JUPITER-50 opnieuw op In de fabrieksinstellingen wordt de JUPITER-50 automatisch de fabrieksinstellingen in. uitgeschakeld als u gedurende vier uur niet heeft gespeeld of het apparaat heeft bediend.
• Gebruik een USB-kabel die USB 2.0 Hi-Speed ondersteunt. • Gebruik een computer met een USB-aansluiting die USB 2.0 Hi-Speed ondersteunt. • Zet de JUPITER-50 aan voordat u de DAW software op de computer opstart. Zet de JUPITER-50 niet aan of uit terwijl de DAW software actief is.
Als U kunt externe MIDI-apparaten op de MIDI OUT-aansluiting van een MIDI-kabel tussen apparaten die met MIDI-aansluitingen zijn de JUPITER-50 aansluiten, en de JUPITER-50 gebruiken om de uitgerust is aangesloten, kunt u meerdere apparaten vanaf één aangesloten MIDI-apparaten te besturen.
Een extern MIDI-apparaat aansluiten Het zendkanaal specificeren Gedetailleerde instellingen voor externe Parts Stel het zendkanaal van de JUPITER-50 zo in, dat het overeenkomt met het kanaal dat het externe MIDI-apparaat voor ontvangst gebruikt. Hier kunt u gedetailleerde instellingen maken voor de...
U moet het zendkanaal van het externe MIDI-apparaat met het Druk op de [F5] (OK) knop . ontvangstkanaal van de JUPITER-50 overeen laten komen. In een boodschap wordt ‘Completed!’ getoond en de instelling In het SYSTEM SETUP scherm (p .75) drukt u op de [F4] wordt opgeslagen.
Een extern MIDI-apparaat aansluiten Synchroniseren met een extern MIDI-apparaat Hier ziet u hoe het tempo van de JUPITER-50 met een extern MIDI-apparaat gesynchroniseerd kan worden. Aansluitvoorbeeld MIDI-apparaat MIDI OUT-aansluiting MIDI IN-aansluiting MIDI OUT- JUPITER-50 aansluiting MIDI IN- aansluiting In het SYSTEM SETUP scherm (p .75) drukt u op de [F5] (SYNC) knop .
U heeft een MIDI-kabel (apart verkrijgbaar) nodig om de JUPITER-50 op het Visual Control compatibele apparaat aan te sluiten. Aansluitvoorbeeld Gebruik een MIDI-kabel om de MIDI OUT-aansluiting van de JUPITER-50 (p.28) op de MIDI IN-aansluiting van het Visual Control compatibele apparaat aan te sluiten.
Program Change boodschappen gebruikt om van afbeelding te veranderen, dus zou u dit op OFF laten staan. Specificeert of de JUPITER-50 geluid produceert (ON) of niet (OFF), als u noten speelt binnen de zones die voor Keyboard Range Lower en Keyboard Range Upper zijn gespecificeerd.
SONAR besturen (ACT) Als u SONAR gebruikt, kunt u de JUPITER-50 als een controller voor SONAR gebruiken, door simpelweg de ‘ACT’ functie van de JUPITER-50 aan te zetten. Wat is ACT? ACT (Active Controller Technology) is een functie waarmee u SONAR vanaf een extern apparaat, zoals de JUPITER-50, kunt bedienen.
Lijst van parameters 0010:Pure Vintage EP1–0025:Clav CA Combo Voor een lijst van alle parameters kunt u de ‘JUPITER-50 Parametergids’ (PDF bestand) van ‘JUPITER-50’ in de ‘Owner’s Manuals’ lijst op de Roland website downloaden. (http://www.roland.com/support/en/). Een Key-Off geluid, kenmerkend voor dat instrument, is hoorbaar als u de toets loslaat.
Lijst van parameters Parameter Waarde Uitleg Parameter Waarde Uitleg Percussion Normal Volume van de percussieklank als Past de onderscheidende nuance 0–15 Growl Sens (CC18) 0–127 Level Percussion Soft op NORM is ingesteld. (Growl) van de ademruis aan. De percussieklank verdwijnt FAST direct, hetgeen een scherpe Attack produceert.
Pagina 90
Lijst van parameters 0048:Harp, 0093:APS Harp Parameter Waarde Uitleg Past de kenmerkende nuance (Growl) Door de Glissando modus (CC19) aan te zetten, kunt u ervoor zorgen dat alleen de Growl Sens (CC18) 0–127 aan, die optreedt wanneer er op een noten binnen een specifieke ladder klinken.
Pagina 91
Lijst van parameters Parameter Waarde Uitleg Parameter Waarde Uitleg Past de hoeveelheid ademruis voor het Past het volume van het ronkende Noise Level (CC16) -64– +63 Drone Level koperinstrument aan. -64– +63 geluidseffect dat door CC80 ten gehore wordt gebracht aan. Past de kenmerkende nuance (Growl) Growl Sens (CC18) 0–127...
Lijst van parameters Control Change Assign List De klank van de SuperNATURAL Acoustic Tone kan bestuurd worden door een gespecificeerde Control Change (CC) te ontvangen. De parameters die door CC16-CC19 worden bestuurd, zijn hetzelfde als de parameters die in ‘De Tones die aan een Layer zijn toegewezen bewerken (SuperNATURAL Acoustic Tones)’...
Pagina 93
Lijst van parameters AFTERTOUCH SuperNATURAL CC01 (System Control 1 CC65 CC76 (System Control 2 Acoustic Tone Source) *1 Source) *2 0001 Concert Grand Portamento – Vibrato – 0002 Grand Piano1 Portamento – Vibrato – 0003 Grand Piano2 Portamento – Vibrato –...
Pagina 94
Lijst van parameters SuperNATURAL CC16 CC17 CC18 CC19 CC80 CC81 CC82 CC83 Acoustic Tone 0049 Timpani – Roll Speed Mute (*4) – Flam Accent Roll – – 0050 Strings – – – – Staccato Pizzicato Tremolo Fall 0051 Trumpet Noise Level –...
Pagina 95
Lijst van parameters AFTERTOUCH SuperNATURAL CC01 (System Control 1 CC65 CC76 (System Control 2 Acoustic Tone Source) *1 Source) *2 0049 Timpani – – Roll Sw+Dynamics (*3) – 0050 Strings Portamento – Dynamics+Vibrato Level 0051 Trumpet Portamento – Dynamics+Vibrato Vibrato 0052 Flugel Horn Portamento...
Pagina 96
Lijst van parameters SuperNATURAL CC16 CC17 CC18 CC19 CC80 CC81 CC82 CC83 Acoustic Tone 0104 APS Oboe Noise Level – Growl Sens Bend Mode (*8) Staccato – – – 0105 APS English Horn Noise Level – Growl Sens Bend Mode (*8) Staccato –...
Pagina 97
Lijst van parameters AFTERTOUCH SuperNATURAL CC01 (System Control 1 CC65 CC76 (System Control 2 Acoustic Tone Source) *1 Source) *2 0104 APS Oboe Portamento – Dynamics+Vibrato Vibrato 0105 APS English Horn Portamento – Dynamics+Vibrato Vibrato 0106 APS Bassoon Portamento – Dynamics+Vibrato Vibrato 0107...
Controleer of er geen probleem met de MIDI-kabel die op de MIDI IN van de MIDI Offline! De MIDI IN-aansluiting was defect. JUPITER-50 is aangesloten is, en of de kabel niet is losgekoppeld. Move or Exchange Not U heeft Move of Exchange niet geselecteerd.
één kant is helemaal naar één kant is gepanned. gepanned Als u hoge noten speelt op de JUPITER-50, kunnen er noten Noten die in een hoog Dit komt gewoonlijk doordat u de hoogte noot die de JUPITER-50 zijn die niet klinken, waarvan de toonhoogte daalt of stijgt of...
Pagina 101
(Normaalgesproken, als u een USB-stick koopt, is deze als FAT worden niet weergegeven geformatteerd, zodat u deze meteen kunt gebruiken). Echter, de JUPITER-50 kan een USB-stick die in een ander formaat dan FAT (bijv. NTFS) is geformatteerd niet herkennen. Het bestandstype van het geluidsbestand is misschien een type Gebruik een geluidsbestand van het type dat bij ‘Songbestanden...
Geluidsbestand: WAV (44.1 kHz, 16/bit lineair, stereo) opname USB Flash geheugen (apart verkrijgbaar) Extern geheugen * Gebruik USB Flash geheugen dat door Roland wordt verkocht. Een juiste werking kan niet gegarandeerd worden als andere producten worden gebruikt. Overige Preset: 128 stijlen...
Informatie Indien u een reparatiedienst nodig heeft, neemt u contact op met een Roland Service Centrum in de buurt of erkend Roland distributeur in uw land. Deze zijn hieronder te vinden. TAIWAN ECUADOR RUSSIA OMAN AFRICA EUROPE ROLAND TAIWAN ENTERPRISE...