Hoofdstuk 10. Gedetailleerde bewerking voor
Performances
De Performances van de JUNO-STAGE zijn in twee groepen onderge-
bracht:
User en Preset
USER
Dit is een groep herschrijfbare Performances binnen de JUNO-STAGE.
De Performances die u creëert, kunnen in deze groep worden opge-
slagen. Vanuit de fabriek bevat de JUNO-STAGE al 64 Performances.
PRST (Preset)
Dit is een groep niet herschrijfbare Performances binnen de JUNO-
STAGE.
Hoewel deze Performances niet overschreven kunnen worden, staat
het u vrij de instellingen van de huidig geselecteerde Performance te
bewerken, en de gewijzigde instellingen in de User Performance
groep op te slaan.
Hoe een Performance wordt
bewerkt
Een Performance bevat de Patch (ritmeset) toewijzingen voor alle
Parts, en bevat instellingen als volume en pan voor elk Part.
Als u van Performance verandert, worden de instellingen voor Parts 1-
16 die deze bevat opgeroepen, samen met verscheidene andere in-
stellingen die bepalen hoe de JUNO-STAGE op uw manier van spelen
reageert.
Druk op [PERFORM].
1.
Het PERFORM PLAY scherm verschijnt.
2.
Selecteer de Performance die u wilt bewerken.
Voor details over het selecteren van een Performance, kijkt u bij
'Een Performance selecteren' (p.49).
3.
Gebruik de functie knoppen om naar het gewenste
bewerkingsscherm te gaan.
Voor details raadpleegt u de uitleg van elke pagina.
Gebruik de cursor knoppen om de parameter die u wilt bewerken
4.
te selecteren.
5.
Gebruik de VALUE knop of [DEC] [INC] om de waarde te
bewerken.
6.
Als u klaar bent met bewerken, drukt u op [EXIT].
U keert naar het PERFORM PLAY scherm terug.
Als u naar het PERFORM PLAY scherm terugkeert zonder de
veranderingen die u maakte op te slaan, wordt een '*' links van
de Performance groep weergegeven.
Als de stroom wordt uitgezet of een ander geluid wordt
geselecteerd, terwijl het '*' wordt weergegeven, zullen de
veranderingen die u maakte genegeerd worden. Om de
veranderingen te behouden, moet de Performance worden
opgeslagen (p.133).
132
Een Performance initialiseren
Zo worden de instellingen van de huidig geselecteerde Performance
op hun standaard waardes teruggezet.
Initialisatie is alleen van invloed op de op dat moment
geselecteerde Performance. Als u alle instellingen opnieuw op
die van de fabriek wilt zetten, voert u de Factory Reset handeling
uit (p.155).
1.
In het PERFORM PLAY scherm selecteert u de Performance die u
wilt initialiseren.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [7 (INIT)].
2.
Het Performance Initialize venster verschijnt.
Gebruik [
] [
] om de gewenste initialisatie methode te
3.
selecteren.
Instelling
Inhoud
Brengt de instellingen van de huidig
Default
geselecteerde Performance naar de
standaard waardes terug.
Initialiseert de volgende parameter.
Cutoff Offset,
Resonance Offset,
Attack Time Offset,
Sound Control
Release Time Offset,
Decay Time Offset,
Vibrato Rate,
Vibrato Depth,
Vibrato Delay
Druk op [7 (SELECT)].
4.
Een bevestigingsbericht verschijnt.
Indien u besluit te annuleren, drukt u op [6 (CANCEL)].
5.
Druk op [7 (EXEC)] om de instellingen te initialiseren.