Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Een Ritmepatroon Creëren; Een Ritmepatroon Initialiseren - Roland JUNO-STAGE Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Hoofdstuk 4. De Song Player gebruiken
Een ritmepatroon creëren
Naast het gebruik van de Preset ritmepatronen, kunt u uw eigen ritme-
patronen vrijelijk creëren.
Een ritmepatroon kan door middel van step-recording vanaf het toet-
senbord of met gebruik van de VALUE knop en andere knoppen om
data in te voeren, gecreëerd worden.
Het is handig om noten via het toetsenbord in te voeren, als u, in
plaats van gebaseerd op een bestaand patroon, een ritmepatroon he-
lemaal vanuit het niets creëert. Omgekeerd is het handig om de draai-
knop of knoppen te gebruiken om noten in te voeren, die u in een be-
staand ritmepatroon bewerkt.

Een ritmepatroon initialiseren

Als u een ritmepatroon helemaal vanuit het niets creëert (in plaats van
met een bestaand ritmepatroon te beginnen), begint u met het initiali-
seren van een ritmepatroon.
1.
In het RHYTHM PATTERN scherm, drukt u op [6 (PTN EDIT)].
Het RHYTHM PATTERN EDIT scherm verschijnt.
fig.disp-r-ptnedit.eps
2.
Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk op [5 (INIT)].
Een bevestigingsbericht verschijnt.
Initialisatie wordt geannuleerd als u op [6 (CANCEL)] drukt.
3.
Druk op [7 (EXEC)].
Het ritmepatroon wordt geïnitialiseerd.
Step-recording via het toetsenbord
1.
In het RHYTHM PATTERN EDIT scherm, drukt u op [2 (SETUP)].
Het Rhythm Setup venster zal geopend worden.
2.
Gebruik de cursor knoppen om de cursor naar de parameter die
u wilt bewerken te verplaatsen.
Gebruik de VALUE knop of [DEC] [INC] om de waarde in te stel-
3.
len.
Indicatie
Waarde
End Step
1–32
Input
REAL,
Velocity
1–127
76
Uitleg
Specificeert het aantal stappen.
Specificeert de velocity van de
noten.
Kies 'REAL' als u de velocity
waarmee u de toetsen werkelijk
indrukt wilt invoeren. Anders
specificeert u de gewenste
waarde.
p (piano) = 60,
mf (mezzo forte) = 90,
f (forte) = 120.
4.
Druk op [7 (CLOSE)] om het Rhythm Setup venster te sluiten.
U keert naar het RHYTHM PATTERN EDIT scherm terug.
Druk op [7 (STP REC)] om het markeringsteken (✔) te laten ver-
5.
dwijnen.
Nu bent u gereed voor step-recording.
Ga als volgt verder met step-recording.
• Gebruik de cursor knoppen om naar de locatie, waarop u
een noot wilt invoeren te gaan.
• De tones van een in het RHYTHM GROUP scherm geselec-
teerde ritmeset wordt aan het toetsenbord toegewezen.
Gebruik het toetsenbord om noten in te voeren.
• Druk op [3 (TIE)] om een verbinding in te voeren.
• Druk op [4 (REST)] om een rust in te voeren.
• Om een noot te verwijderen, houdt u [SHIFT] ingedrukt, en,
drukt u op [7 (CLR NOTE)].
• Om alle noten op de huidige stap te verwijderen, houdt u
[SHIFT] ingedrukt, en, drukt u op [6 (CLR STEP)].
• Om het patroon dat u invoert van te voren te bekijken, drukt u
op [5 (PREVU)] om een markeringsteken weer te geven.
Maximaal zestien ritme tones kunnen in één patroon worden
gebruikt.
Als u alles heeft ingevoerd, drukt u op [6 (EXIT)].
6.
De draaiknop en knoppen voor invoer gebruiken
Bij deze methode gebruikt u de cursor knoppen om de stap en de in te
voeren tone te specificeren, en de VALUE knop of [DEC] [INC] om de
velocity van de noot te specificeren.
Deze methode is handig als u een bestaand patroon bewerkt of wij-
zigt.
1.
In het RHYTHM PATTERN EDIT scherm, drukt u op [7 (STP REC)] om
het markeringsteken (✔) te verwijderen.
Ga als volgt met step-recording verder.
• Gebruik de cursor knoppen om de stap en de tone die u wilt
invoeren te specificeren.
* Wanneer deze methode voor invoer wordt gebruikt, kan het
toetsenbord niet gebruikt worden om de tone te specificeren.
(in tegenstelling tot step-recording, kan het toetsenbord geen
noten invoeren).
* Gebruik de VALUE knop of [DEC] [INC] om de velocity
waarde in te voeren.
* Door de VALUE knop helemaal naar rechts te draaien )of
[INC] te gebruiken om de waarde maximaal te verhogen',
kunt u een boog invoeren.
* U kunt ook een boog invoeren door [3 (TIE)] in te drukken.
* Om een rust in te voeren, drukt u op [4 (REST)].
* Om het patroon dat u invoert van te voren te bekijken, drukt u
op [5 (PREVU)] om een markeringsteken (✔) weer te geven.
Maximaal zestien ritme tones kunnen in één patroon worden
gebruikt.
Als u klaar bent met invoeren, drukt u op [6 (EXIT)].
2.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave