Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk 10. Gedetailleerde bewerking voor Performances
CTRL SETTING (PERF) Parameters
[2 (TEMPO)]
Parameter
Waarde
Recommended
20–250
Tempo
[3 (S1/S2)]
Specificeert de functies die met de [S1] en [S2] knoppen bestuurd zullen worden.
Parameter
Waarde
Switch 1/Switch 2
TRANSPOSE UP
TRANSPOSE DOWN
TAP TEMPO
MONO/POLY
PORTAMENTO
HOLD
Assign
MFX1–3 SW
CHORUS SW
REVERB SW
SYS CTRL 1–4 SRC
BEND MODE
PART 1–16 KBD SW
LATCH
Type
MOMENTARY
[4 (DBASGN)]
Specificeert de functie die met de D Beam controller wordt bestuurd, als D BEAM [ASSIGNABLE] aan is..
Parameter
Waarde
CC01–31, 33–95
BEND UP
BEND DOWN
START/STOP
TAP TEMPO
Type
ARP GRID
ARP DURATION
ARP MOTIF
ARP OCTAVE UP
ARP OCTAVE DOWN
ARP STEP
AFTERTOUCH
136
Uitleg
Als het tempo van de JUNO-STAGE moet veranderen als u van Performance verandert, specificeert
deze instelling het tempo. Om deze instelling in te schakelen, moet de systeeminstelling 'Tempo
Override' (p.151) worden aangezet.
Uitleg
Verschuift de toonhoogte van het toetsenbord in stappen van halve tonen opwaarts (een maximum van zes
halve tonen)
Verschuift de toonhoogte van het toetsenbord in stappen van halve tonen neerwaarts (een maximum van vijf
halve tonen)
Wordt gebruikt om het tempo in te stellen op het interval waarmee u de knop indrukt.
Specificeer of de Patch polyfoon (POLY) of monofoon (MONO) zal spelen.
Zet Portamento aan/uit.
Zet de Hold aan/uit.
Zet de multi-effecten 1-3 aan/uit.
Zet de Chorus aan/uit.
Zet de Reverb aan/uit.
Verzend het MIDI bericht dat met de systeeminstelling 'Sys Ctrl 1-4 Source' is gespecificeerd (p.148).
Verandert de Bend mode (p.146)
De mode is 'Normal' als de knop uit is, en 'CATCH+LAST' als de knop aan is.
Zet de Keyboard Switch (p.134) van het gespecificeerde Part aan of uit.
De aan/uit status zal afwisselen, elke keer dat de knop wordt ingedrukt.
De toegewezen functie wordt aangezet als de knop wordt ingedrukt, en uitgezet als de knop wordt
losgelaten.
Uitleg
Controller nummer 1-31, 33-95
Bestuur de toonhoogte veranderring die door de Pitch Bend Range Up (p.101) instelling wordt
gespecificeerd.
Bestuur de toonhoogte veranderring die door de Pitch Bend Range Down (p.101) instelling wordt
gespecificeerd.
Start/stop de song of het ritmepatroon.
Specificeer het tempo volgens het interval waarmee u uw hand boven de D Beam beweegt (Tap Tempo).
Specificeer de maatsoort en de swing van het arpeggio.
Specificeer de tijdsduur van elke noot binnen het arpeggio.
Verander de opwaartse/neerwaartse variatie van het arpeggio.
Verschuif het octaaf van het arpeggio opwaarts (maximaal drie octaven)
Verschuif het octaaf van het arpeggio neerwaarts (maximaal drie octaven)
Bestuur de afspeelpositie van het arpeggio patroon.
Aftertouch
Advertenties
Inhoudsopgave
