Instellingen voor de D Beam controller en andere controllers maken
Een verscheidenheid aan functies kunnen aan controllers, zoals de D Beam controller, en de knoppen worden toegewezen.
CTRL SETTING (PERF) scherm
Knop
Inhoud
[2 (TEMPO)]
Specificeert het tempo van de Performance.
[3 (S1/S2)]
Specificeert de functies die met de [S1] en [S2] knoppen worden bestuurd.
[4 (DB ASGN)]
Specificeert de functie die door de D Beam controller wordt bestuurd.
Maakt instellingen voor wanneer de D Beam controller gebruikt wordt om Active Expression te besturen. Details over
deze parameters vindt u bij de systeeminstellingen '[4 (ATV EXP)]' (p.153).
[5 (DB EXP)]
Maakt instellingen voor wanneer de D Beam controller als een monofone synthesizer wordt gebruikt. Details over deze
parameters vindt u bij de systeeminstellingen '[3 (SYNTH)]' (p.152).
[6 (DB SYN)]
Geeft toegang tot het CONTROL SW (PERF) scherm, waar de controllers voor elk Part aan of uitgezet kunnen worden,
en de MIDI berichten die deze zullen verzenden gespecificeerd kunnen worden (p.137).
[7 (CTRL SW)]
Hoofdstuk 10. Gedetailleerde bewerking voor Performances
* Dit zijn systeeminstellingen. Om deze op te slaan, drukt u op [7 (WRITE)] in het bewerkingsscherm.
* Dit zijn systeeminstellingen. Om deze op te slaan, drukt u op [7 (WRITE)] in het bewerkingsscherm
* '[7 (CTRL SW)]' wordt niet getoond als [5 (DB EXP)] of [6 (DB SYN)] geselecteerd zijn.
fig.disp-ctrlset.eps
In het PERFORMANCE PLAY scherm, drukt u op [3 (CONTROL)] om naar dit
scherm te gaan.
Gebruik de cursor knoppen om de parameter die u wilt bewerken te selecteren,
en Gebruik de VALUE knop of [DEC] [INC] om de waarde in te stellen.
De [2]-[7] knoppen onder het beeldscherm bieden toegang tot de
bewerkingsschermen, die op de onderste regel van het scherm worden
aangegeven.
Als de instellingen zijn gemaakt, drukt u op [EXIT] om naar het PERFORM PLAY
scherm terug te keren.
Voor meer over de D Beam instellingen kijkt u bij 'De D Beam controller
gebruiken om het geluid te wijzigen' (p.56).
135