002d 002d • Maak het apparaat of de adapter niet open, en voer • Wanneer het apparaat met een door Roland aanbe- geen interne modificaties uit. (De enige uitzondering volen rack of standaard wordt gebruikt, moet het hierop is wanneer in deze handleiding specifieke...
Pagina 4
VOORZICHTIG 012b 101b • Zorg, dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar • Deze JUNO-STAGE is alleen te gebruiken met een materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, Roland standaard KS-12. Wanneer andere frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen. standaards worden gebruikt, kan het apparaat instabiel staan, en kunnen mogelijke verwondingen optreden.
(bijvoorbeeld als het aan het geheugen gerela- teerde circuit zelf niet werkt) kan de data tot onze spijt niet • Het gebruik van dit apparaat in de nabijheid van meer hersteld worden. Roland is niet verantwoordelijk voor versterkers (of andere apparatuur die grote stroom transfor- dataverlies.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN Auteursrecht • Wanneer u het apparaat moet transporteren, verpakt u het in de originele doos (inclusief schokabsorberend • Het onbevoegd opnemen, verspreiden, verkopen, uitlenen, materiaal). Anders zult u soortgelijk verpakkingsmateriaal publiekelijk uitvoeren, uitzenden of soortgelijke hande- moeten gebruiken. lingen van een volledig werk of gedeelte daarvan •...
Inhoud HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN......3 BELANGRIJKE OPMERKINGEN..............5 Introductie Paneelbeschrijvingen ................14 Voorpaneel..........................14 Achterpaneel ..........................16 Voorbereidingen.................. 18 Een Wave uitbreidingskaart installeren ..................18 Waarschuwingen bij het installeren van een Wave uitbreidingskaart ..........18 Een uitbreidingskaart installeren ..................... 18 De geïnstalleerde uitbreidingskaart controleren ................
Pagina 8
Met één enkele knop van favoriet veranderen ([FAVORITE UP/ASSIGNABLE]) ........48 Een pedaal gebruiken om favorieten te selecteren (PATCH SELECT pedaal) ......... 48 De JUNO-STAGE in de Performance mode bespelen ..............49 Een Performance selecteren ......................49 Een Part selecteren........................50 Een Patch voor elk Part selecteren ....................
Pagina 9
Inhoud Portamento besturen ........................55 Monofoon spelen ......................... 55 Het ‘Double-bending’ van een gitarist simuleren ................55 De snelheid van het Organ Rotary effect veranderen................. 55 De D Beam controller gebruiken om het geluid te wijzigen............56 SOLO SYNTH ..........................57 ACTIVE EXPRESSION........................
Pagina 10
Over MIDI..........................88 Over MIDI aansluitingen........................ 88 MIDI kanalen en multimbrale geluidsgenerators ............... 88 De JUNO-STAGE als Master Keyboard gebruiken (MIDI Controller Mode) ........89 Het zendkanaal specificeren ......................89 Gedetailleerde instellingen in MIDI Controller mode ................. 89 De JUNO-STAGE vanaf een extern MIDI apparaat spelen ............90 Het ontvangstkanaal instellen ......................
Pagina 11
Inhoud Functies van Patch parameters....................98 Instelling die voor de gehele Patch gelden ..................98 Golfvormen/Pitch/Pitch Envelope wijzigen ..................103 De helderheid van het geluid met een filter wijzigen (TVF/TVF Envelope) .......... 106 Het volume aanpassen (TVA/TVA Envelope) .................. 108 Matrix Control instellingen/Diverse instellingen ................
Pagina 12
User data in USB geheugen opslaan ..................144 Types data die opgeslagen kunnen worden ................... 144 Data in USB geheugen opslaan (User Backup) ................144 In USB opgeslagen data in de JUNO-STAGE terugzetten (User Restore) ..........144 Systeeminstellingen ....................... 145 Procedure voor het maken van systeeminstellingen................145 De veranderingen die u in de systeeminstellingen heeft aangebracht opslaan (WRITE) ......
* Steek het USB geheugen voorzichtig helemaal in – totdat het stevig op zijn plaats zit. KEYBOARD * Sluit het USB geheugen aan, nadat de stroom van de JUNO-STAGE is aangezet, Ontkoppel het USB geheugen nooit, terwijl de JUNO- [SPLIT] STAGE is ingeschakeld.
Pagina 15
Paneelbeschrijvingen [C. CANCEL/MINUS ONE] Zet de Center Cancel of Minus-One functie aan/uit (p.73). [SONG LIST] Beeldscherm Toont de songlijst als een USB geheugen is aangesloten. Dit toont informatie over de handeling die u uitvoert. PATCH/PERFORM NUMBER weergave LEVEL [ Hier wordt het nummer van de op dat moment geselecteerde Patch of Gebruik deze knoppen om het volume van het ritme patroon of de song Performance getoond.
USB MIDI aansluiting toegewezen kunnen worden. * Gebruik alleen het gespecificeerde expressiepedaal (EV-5, apart Gebruik deze aansluiting om de JUNO-STAGE via een USB kabel op een verkrijgbaar). Als een ander expressiepedaal wordt aangesloten, computer aan te sluiten (p.92). kunnen storingen ontstaan en kan het apparaat beschadigen.
JUNO-STAGE en alle aangesloten apparaten uit, en Wave uitbreidingskaarten bevatten Wave data, Patches en ritme sets, koppelt u alle kabels, inclusief de adapter, van de JUNO-STAGE en door deze kaarten in de JUNO-STAGE te installeren, kunt u het los. geluidspalet aanzienlijk uitbreiden.
Installatie gereedschap Zorg, dat de [POWER] schakelaar op OFF staat. Verbind het bijgeleverde netsnoer met de adapter. Sluit de adapter op de DC IN jack van de JUNO-STAGE aan, en steek het netsnoer in een stopcontact. fig.AC-setsuzoku.eps Gebruik de schroef, die u bij stap 2 heeft verwijderd om het deksel weer op zijn plaats vast te zetten.
Om het geluid van de JUNO-STAGE volledig tot zijn recht te laten komen, raden wij u aan een stereo versterker/luidspreker systeem te gebruiken. Als u een mono systeem gebruikt, maakt u aansluitingen op de OUTPUT L/MONO jack van de JUNO- STAGE.
De bijgeleverde kabel en Pad gebruiken U kunt de bijgeleverde kabel en pad gebruiken als een draagbaar geluidsapparaat op de JUNO-STAGE wordt aangesloten. Lees ‘Opmerkingen bij gebruik van het Music Player Pad’ (behorende bij het Pad). Music Player kabel (accessoire) Voor details over pedaalinstellingen kijkt u bij ‘Control Pedal Assign’...
Zet alle aangesloten geluidsapparaten aan. voorkomen. Terwijl u het toetsenbord bespeelt, en naar het geluid luistert, fig.CoverLock.eps verhoogt u het volume van de JUNO-STAGE en het volume van de aangesloten apparatuur geleidelijk, totdat het gewenste volume is bereikt. fig.Volume Waarschuwing •...
SNELLE START De demo songs beluisteren Hier ziet u, hoe de demo songs beluisterd kunnen worden. fig.panel-demo.eps Zet de JUNO-STAGE aan, volgens de beschrijving van ‘De stroom aan/uitzetten’ (p.22). fig.disp-demo.eps Druk op [PLAY]. Het DEMO PLAY scherm verschijnt. De demo song wordt afgespeeld.
Hier ziet u, hoe u op de JUNO-STAGE piano kunt spelen. Als u op [PIANO MODE] drukt, wordt de JUNO-STAGE ingesteld op ‘Piano mode’, welke de ideale instellingen voor piano uitvoeringen bevat. U kunt een akoestische piano of elektrische piano als geluid kiezen, en verdere gedetailleerde instellingen voor deze geluiden maken.
Pagina 26
SNELLE START Het toetsenbord bespelen ■ Een Patch uit een lijst selecteren Hier ziet u, hoe u toegang krijgt tot een lijst met Patches, die in de piano mode geselecteerd kunnen worden. fig.disp-pianolist.eps In het PIANO MODE scherm, drukt u op [6 (LIST)]. Druk op [2 (AC.PIANO)] of [3 (EL.PIANO)].
Pagina 27
Het toetsenbord bespelen ■ Het effect dat op het elektrische pianogeluid wordt toegepast selecteren U kunt kiezen uit effecten die vaak op elektrische piano worden toegepast. De parameters, die bewerkt kunnen worden, zijn afhankelijk van het effect dat u selecteert. In het PIANO MODE scherm, drukt u op [3 (EL.PIANO)].
Geluiden selecteren (Patches) Op de JUNO-STAGE worden de gespeelde geluiden ‘Patches’ genoemd. De JUNO-STAGE bevat een grote verscheidenheid aan Patches, zoals ‘piano’, ‘gitaar’ of ‘brass’ Patches. Deze worden ‘Preset Patches’ genoemd. U kunt ook uw eigen Patches creëren en opslaan (‘User Patches’).
Geluiden selecteren ■ Een Patch van een uitbreidingskaart selecteren Met de JUNO-STAGE kunt u maximaal twee aparte uitbreidingskaarten installeren, en daarvan Patches selecte- ren. Voor details over de installatie van een uitbreidingskaart, zie ‘Een uitbreidingskaart installeren’ (p.18). Patch groep Patch nummer/naam Druk op [PATCH].
SNELLE START Geluiden selecteren Veelgebruikte geluiden registreren en selecteren (FAVORITE) Geluiden, die u vaak gebruikt kunnen in ‘Favorite’ geregistreerd worden, zodat deze wanneer gewenst direct geselecteerd kunnen worden. De favoriete geluiden kunnen onder de tien knoppen [0]-[9] worden opgeslagen. ■ Een Patch registreren Druk op [PATCH].
Druk op [PERFORM]. Het PERFORM PLAY scherm verschijnt. fig.disp-split.eps Patch nummer Druk op [SPLIT], zodat dit verlicht is. De JUNO-STAGE bevindt zich nu in de Split mode. [PART SELECT] licht op, en het PART SELECT scherm ver- schijnt. fig.split.eps Splitspunt (C4)
SNELLE START Geluiden selecteren Het splitspunt veranderen Als u zich in Split bevindt, kunt u het splitspunt (de locatie waarop het toetsenbord wordt verdeeld) veranderen. Druk op [SPLIT] om Split aan te zetten. Terwijl u [SPLIT] ingedrukt houdt, drukt u op de toets die u als splitspunt wilt toewijzen. De toets die u indrukt wordt het nieuwe splitspunt.
Geluiden selecteren Het geluid in Real Time wijzigen De Pitch Bend/Modulatie hendel gebruiken om het geluid te wijzigen fig.lever.eps Pitch bend Modulatie Terwijl u op het toetsenbord speelt, kunt u de toonhoogte verlagen door de hendel naar links te bewegen of de toonhoogte verhogen door de hendel naar rechts te bewegen.
SNELLE START Geluiden selecteren De toonhoogte met stappen van een halve toon veranderen ([TRANSPOSE]) Met de transpose functie kan de toonhoogte van het toetsenbord in stappen van halve tonen worden veranderd. U kunt dit gebruiken als u een transponerend instrument, zoals een trompet of klarinet, wilt uitvoeren op de toon- hoogtes die in de bladmuziek worden aangegeven.
Geluiden selecteren De knoppen gebruiken om het geluid te wijzigen (SOUND MODIFY) fig.panel-sndmod.eps Als u aan een knop draait, zal het corresponderende instellingsvenster worden geopend. Het venster wordt gesloten, kort nadat u de knop loslaat. Afhankelijk van de instellingen van de Patch, kan het draaien aan een knop soms geen effect hebben op het geluid.
Pagina 36
SNELLE START Geluiden selecteren ■ De geluidskwaliteit wijzigen ([CUTOFF]/[RESONANCE] knoppen) U kunt de instellingen van het filter, dat een specifieke frequentieregio van het geluid afkapt of omhoog- duwt, aanpassen. Knop Uitleg Past de filter (cutoff frequentie) waarop het filter in werking treedt aan. [CUTOFF] Door de knop naar rechts te draaien wordt het geluid helderder en door de knop naar links te draaien wordt het geluid donkerder.
Patch of ritme set aan elk Part toewijzen, en deze als een ensem- ble gebruiken of geluiden stapelen om rijke texturen te creëren. Van de zestien Parts in een Performance op de JUNO-STAGE is Part 1 Controller sectie aan ‘UPPER’ toegewezen, en Part 2 aan ‘LOWER’ toegewezen (p.51).
Pagina 39
Gebruik de LFO om cyclische veranderingen (modulatie) in een geluid Patches zijn de basale geluidsconfiguraties, die u tijdens een uitvoe- te creëren. De JUNO-STAGE heeft twee LFO’s. Deze kunnen apart of ring speelt. Elke Patch kan geconfigureerd worden door maximaal samen toegepast worden om de WG (toonhoogte), TVF (filter), en/of vier Tones te combineren.
Hoofdstuk 1. Overzicht Het aantal toegepaste stemmen berekenen Over de effecten De JUNO-STAGE kan 128 noten gelijktijdig spelen. De polyfonie of De JUNO-STAGE heeft ingebouwde effectprocessors, en de instellin- het aantal stemmen (geluiden) verwijst niet alleen naar het aantal gen van elke processor kan individueel bewerkt worden.
Als u een Patch of Performance bewerkt, wijzigt u niet rechtsreeks de data in het geheugen, maar De geluidsgenerator van de JUNO-STAGE kan in één van deze twee roept u de data in het tijdelijk gebied op, waar deze wordt bewerkt.
Hoofdstuk 1. Overzicht In sommige schermen verandert de handeling van de functie knoppen Over de functie knoppen als [SHIFT] wordt ingedrukt. In dit geval zal door het indrukken van [SHIFT] de naam van de functies die onder in het scherm worden De zes [KBD/ORG/2]-[VOCAL/PAD/7] knoppen onder het beeld- getoond veranderen.
• Voor snellere toenames in waardes houdt u [INC] ingedrukt, en, drukt u op [DEC]. Om de waarde sneller te laten afnemen, houdt Op de JUNO-STAGE kan elke Patch, ritmeset, en Performance van u [DEC] ingedrukt en, drukt u op [INC].
‘ritmesets’ genoemd. • ‘Patches uit de Patch lijst selecteren’ (p.46). De Patches die in de JUNO-STAGE zijn gebouwd, zijn in drie groe- • Patches op nummer selecteren ([NUMERIC])’ (p.46) pen onderverdeeld: User, Preset, en GM. Ook kunnen twee uitbrei- •...
U kunt een Patch lijst bekijken, en een Patch uit die lijst selecteren. Patch nummer is veranderd. Druk op [PATCH]. De JUNO-STAGE gaat naar de Patch mode, en het PATCH PLAY scherm verschijnt. Een pedaal gebruiken om Patches te selecteren (PATCH SELECT pedaal) Druk op één van de [RHYTHM]-[BASS] (categorie groep) knoppen...
Hoofdstuk 2. Geluiden selecteren Een Patch beluisteren ([PREVIEW]) Favoriete Patches of Performances registreren en oproepen (FAVORITE) U kunt de [PREVIEW] knop indrukken en ingedrukt houden om de Patch of ritmeset te beluisteren, met gebruik van een passende frase Als er geluiden zijn die u regelmatig gebruikt tijdens optredens, kunt u die voor elk type (categorie) Patch beschikbaar is.
Gebruik [0]-[9] om een Favorites nummer te selecteren. veranderen ([FAVORITE UP/ASSIGNABLE]) Afhankelijk van het favoriete geluid dat u geselecteerd heeft, zal de JUNO-STAGE naar de Patch mode of de Performance mode Druk op [FAVORITE UP/ASSIGNABLE]. gaan. U gaat naar de volgende favoriet, die geregistreerd is na de hui- dig geselecteerde favoriet.
Hoofdstuk 2. Geluiden selecteren De JUNO-STAGE in de Een Performance selecteren Performance mode bespelen De Performances van de JUNO-STAGE zijn in twee groepen verdeeld: User en Preset. Een Performance bevat Patch (of ritmeset) toewijzingen voor elk Part, alsmede volume en pan instellingen.
Hoofdstuk 2. Geluiden selecteren Als u in plaats van [ENTER] op [EXIT] drukt, keert u naar het vorige Een Part selecteren scherm terug, zonder dat het Performance nummer is veranderd. Het op dat moment geselecteerde Part wordt het ‘huidige Part’ ge- Performances op nummer selecteren noemd.
Hoofdstuk 2. Geluiden selecteren Druk op [SPLIT], zodat dit verlicht is. Gestapelde geluiden spelen (DUAL) De Split keyboard mode wordt geselecteerd. [PART SELECT] licht op, en het PART SELECT scherm verschijnt. ‘Dual’ verwijst naar een instelling, waarbij twee Patches samen klin- fig.disp-pfrm-splt.eps ken.
(+3) maken. Een instellingsvenster opent als u één van deze knoppen indrukt, Er is één Transpose instelling voor de gehele JUNO-STAGE. De en zal sluiten, kort nadat u de knop loslaat. veranderde instelling zal onthouden worden, zelfs als u van Als u een andere waarde dan ‘0’...
G en B, C en E, F en G#, Bb en C#, en Eb en F#. Druk op [MENU]. Op de JUNO-STAGE kan de Arabische stemming in de toonsoorten G, C, en F worden gebruikt. Gebruik [ ] om ‘1.
Hoofdstuk 3. Veelzijdige uitvoeringsfuncties De toonhoogte in Real Time De aanslag van het toetsenbord aanpassen veranderen (Pitch Bend/Modulatie hendel) U kunt het instrument zo instellen, dat alle noten op een vaststaand vo- lume klinken, ongeacht de sterkte (velocity) waarmee u de toetsen be- Als de hendel naar links wordt bewogen, terwijl een toets ingedrukt speelt of de manier waarop het toetsenbord op uw aanslag reageert.
Hoofdstuk 3. Veelzijdige uitvoeringsfuncties Functies aan [S1] [S2] toewijzen Monofoon spelen Bij stap 3 van bovenstaande procedure wijst u ‘MONO/POLY’ aan U kunt verscheidene, aan uitvoering gerelateerde functies aan [S1] en ‘Switch 1’ of ‘Switch 2’ toe. [S2] toewijzen. Als u [S1] of [S2] aan of uitzet, wordt de toegewezen functie ook aan of uitgezet.
Op de JUNO-STAGE kan de D Beam controller niet alleen voor • In het EFFECT ROUTING scherm (p.80) van de geselecteerde het wijzigen van geluiden worden gebruikt, maar ook voor het bestu- Patch controleert u of ‘PATCH OUT’...
Druk op [EXIT] om naar het vorige scherm terug te keren. SOLO SYNTH Instellingen voor de Active Expression worden als systeeminstel- Op de JUNO-STAGE kan een mono synthesizer gespeeld worden, lingen opgeslagen. waarvan de toonhoogte door de D Beam controller wordt bestuurd.
(SOUND MODIFY) Op de JUNO-STAGE kunt u de twee ENVELOPE knoppen gebruiken om de A (Attack) en R (Release) tijden van de op dat moment geselec- U kunt de SOUND MODIFY knoppen gebruiken om het geluid in Real teerde Patch aan te passen.
Knob Parameter Waarde Uitleg schakelaars (DP serie, apart verkrijgbaar) of voetschakelaars (apart Past het geluid van de lage verkrijgbaar) kunnen op de JUNO-STAGE worden aangesloten. reeks aan. Door de knop naar rechts te Druk op [MENU]. [LOW] Low Gain -15–0–+15...
[EXIT]. gebruiken. De JUNO-STAGE biedt 128 Preset arpeggio en 128 User arpeggio Als het tempo instellingsvenster open is, kunt u de VALUE knop of stijlen. U kunt de User arpeggio stijlen, die als fabrieksinstellingen be- [DEC] [INC] gebruiken om de tempo instelling direct te verande- schikbaar zijn, herschrijven.
Hoofdstuk 3. Veelzijdige uitvoeringsfuncties Arpeggio instellingen Druk op [ARPEGGIO], zodat dit verlicht is. Als alternatief kunt u ook [SHIFT] ingedrukt houden en op [ARPEGGIO] drukken. Het ARPEGGIO STYLE scherm verschijnt. Door [SHIFT] ingedrukt te houden en op [ARPEGGIO] te drukken, kunt u naar het ARPEGGIO STYLE scherm gaan zonder de Arpeggio functie aan of uit te zetten.
Hoofdstuk 3. Veelzijdige uitvoeringsfuncties Stijgende/dalende variaties selecteren Een Arpeggio Stijl creëren (Motif) Naast de ingebouwde arpeggio stijlen, bent u vrij om uw eigen stijlen Dit selecteert de methode die gebruikt wordt om geluiden te spelen te creëren. (Motif) als u meer noten heeft dan voor de Arpeggio Stijl geprogram- Er zijn grofweg twee manieren om arpeggio stijlen te creëren.
User geheugen van op [7 (CLR NOTE)]. de JUNO-STAGE worden opgeslagen. • Om alle noten op de huidige stap te wissen, houdt u [SHIFT] ingedrukt, en, drukt u op [6 (CLR STEP)].
één enkele toets op het toetsenbord in te drukken. De Druk op [CHORD MEMORY], zodat dit verlicht is. Anders kunt u JUNO-STAGE kan 64 Preset akkoordvormen en 64 User akkoordvor- ook [SHIFT] ingedrukt houden en op [CHORD MEMORY] drukken.
Om de akkoordvorm op te slaan, drukt u op [7 (EXEC)]. worden. • Als u een noot per ongeluk invoert, drukt u op [4 (DELETE)]. Zet de JUNO-STAGE nooit uit, terwijl data wordt opgeslagen. Een noot kan ook gewist worden door dezelfde toets in te drukken.
Als u de JUNO-STAGE bijvoorbeeld samen met een Edirol Motion dive. Bedieningen op de JUNO-STAGE Tokyo Performance Package gebruikt, kunt u de volgende dingen doen.
Hoofdstuk 3. Veelzijdige uitvoeringsfuncties Op V-LINK compatibele apparaten, zoals de Edirol DV-7PR/P=1, V-LINK instellingen (V-LINK SETUP) wordt alleen Note Tx Channel A gebruikt. In het motion dive.tokyo pakket correspondeert het Note Tx Druk op [V-LINK] om naar het V-LINK scherm te gaan. kanaal als volgt.
U kunt op het toetsenbord meespelen met de begeleiding van de mu- ziek die door de Song Player wordt gespeeld. • Sluit het USB geheugen pas aan, nadat de JUNO-STAGE is aan- gezet. Song Player (p.68) • Het USB geheugen mag nooit ontkoppeld worden, terwijl de Dit speelt songs (geluidsbestanden of SMF data) dat in een USB ge- stroom aan staat.
Gaat naar de volgende song. MIDI aansluiting verzonden. [PLAY] Speelt de song af. • Gebruik de JUNO-STAGE in de Performance mode als SMF wor- den afgespeeld. [STOP] Stopt het afspelen van de song. • Als u op het toetsenbord wilt spelen, terwijl een SMF wordt afge-...
Hoofdstuk 4. De Song Player gebruiken Het tempo van de song veranderen (SMF) SONG INFORMATION scherm fig.disp-songinfo.eps Het tempo van SMF songs kan veranderd worden. Selecteer de song. Druk op [TAP TEMPO]. Het tempo instellingsvenster zal geopend worden. Gebruik [ ] om van scherm te veranderen.
Hoofdstuk 4. De Song Player gebruiken SONG LEVEL EDIT scherm Een speellijst selecteren en spelen Voor een SMF Song Voer de volgende stappen uit, nadat stappen 1-3 van ‘Een song fig.disp-snglvl-smf.eps selecteren en afspelen ([SONG LIST])’ (p.69) zijn uitgevoerd. Druk op [2 (PLAYLIST)]. Het PLAYLIST SELECT scherm verschijnt.
Hoofdstuk 4. De Song Player gebruiken PLAYLIST INFORMATION scherm De song volgorde veranderen fig.disp-playlistinfo.eps Zo wordt de volgorde van de op dat moment geselecteerde song ver- anderd. In het SONG SELECT scherm (p.70), drukt u op [5 (CHANGE)] om naar het Change Order venster te gaan. Gebruik [ ] om van scherm te veranderen.
U kunt een MP3 speler of ander geluidsapparaat op de EXT INPUT lijst opgeslagen. jack van de JUNO-STAGE aansluiten, en songs daarvan afspelen. Als u [C. CANCEL/MINUS ONE] aan zet, zal de Center Cancel op In het SONG SELECT scherm (p.70), drukt u op [7 (WRITE)] om het het afspeelgeluid van het apparaat dat op de EXT INPUT jack is aan- volgende venster te openen.
In de Performance mode wordt deze instelling voor elke Perfor- Wat is een ritmepatroon? mance opgeslagen. De JUNO-STAGE bevat 256 Preset ritmepatronen. Door het eenvou- Het tempo van het ritmepatroon verande- digweg indrukken van de functie knoppen [2]-[7] kunt u een grote va- riëteit aan ritmepatronen spelen.
Hoofdstuk 4. De Song Player gebruiken GM001–009: Preset (GM) Parameter Waarde Uitleg XP-A 001–: Uitbreidingskaart Dit specificeert de tijdsduur van elke noot XP-B 001–: Uitbreidingskaart in het ritmepatroon. U kunt specificeren of elke noot een korte tijdsduur zal hebben voor een Een ritmepatroon bewerken staccato gevoel of een langere tijdsduur, voor een tenuto gevoel.
Hoofdstuk 4. De Song Player gebruiken Druk op [7 (CLOSE)] om het Rhythm Setup venster te sluiten. Een ritmepatroon creëren U keert naar het RHYTHM PATTERN EDIT scherm terug. Naast het gebruik van de Preset ritmepatronen, kunt u uw eigen ritme- Druk op [7 (STP REC)] om het markeringsteken (✔) te laten ver- dwijnen.
Hoofdstuk 4. De Song Player gebruiken Een ritmepatroon opslaan (WRITE) Een ritmegroep creëren Het ritmepatroon dat u creëert is tijdelijk, en zal verloren gaan als u Naast de ritmegroepen die geboden worden, kunt u uw eigen ritme- de stroom uitzet of een ander patroon selecteert. Als u het door u ge- groepen creëren.
Dit is handig als iemand op drums meespeelt, terwijl de Song Player van de JUNO-STAGE wordt gebruikt om een song af te spelen. Gedetailleerde instellingen voor volume en de tone van het klik- geluid, dat via de SONG/CLICK OUT jack wordt uitgevoerd, kunnen gemaakt worden, en ook kan gespecificeerd worden wat er via de SONG/CLICK OUT jack wordt uitgevoerd.
VALUE knop of [DEC] [INC] om het gewenste effecttype te selecteren. De ingebouwde effecten van de JUNO-STAGE kunnen als één geheel Gebruik de cursorknoppen om de cursor te verplaatsen naar de aan en uit worden gezet. Zet deze op OFF als u het onverwerkte ge- parameter die u wilt bewerken.
Hoofdstuk 5. Effecten op het geluid toepassen Effecten toepassen in de Patch mode In de Patch mode kunt u één multi-effect (MFX), één Chorus en één Reverb gebruiken. Signaalstroom en parameters (EFFECT ROUTING) Hier kunnen algehele instellingen voor effecten gemaakt worden, zoals de uitvoerbestemming en het niveau van de verscheidene signalen. fig.Routing Details over het maken van instellingen vindt u bij ‘Effect instellingen maken’...
Pagina 81
Hoofdstuk 5. Effecten op het geluid toepassen Parameter Reeks Uitleg Type Reverb 0 (OFF): Reverb wordt niet gebruikt. 1 (REVERB): basis Reverb 2 (SRV ROOM): Reverb die de weerkaatsing van een ruimte meer gedetailleerd simuleert. Reverb Type 0–5 3 (SRV HALL): Reverb die de weerkaatsing van een zaal meer gedetailleerder simuleert. 4 (SRV PLATE): simulatie van een plaat echo (een Reverb apparaat dat een metalen plaat gebruikt) 5 (GM2 REV): GM2 Reverb...
Hoofdstuk 5. Effecten op het geluid toepassen Effecten toepassen in de Performance mode In de Performance mode kunt u drie multi-effecten (MFX1, MFX2, MFX3), één Chorus en één Reverb toepassen. De drie multi-effecten, Chorus en Reverb kunnen allen de effectinstellingen van de Performance gebruiken of de effectinstellingen van de Patch of ritmeset die aan het gespecificeerd Part is toegewezen.
Pagina 83
Hoofdstuk 5. Effecten op het geluid toepassen Parameter Bereik Uitleg Chorus parameters die door de Performance worden gebruikt PRF, UP (P1), PRF: gebruik de Chorus instellingen van de Performance Chorus Source LO (P2), UP (P1)-P16: gebruik de Chorus instellingen van de Patch of ritmeset die aan het P3–P16 gespecificeerde Part zijn toegewezen.
Om het volume of de delay tijd van het multi-effect vanaf een extern MIDI apparaat te besturen, moet u normaalgesproken System Exclusive berichten (MIDI berichten specifiek van de JUNO-STAGE) verzenden. System Exclusive berichten zijn echter ingewikkelder in te stellen, en voor deze berichten moet een grotere hoeveelheid data worden verzonden.
Pagina 85
Hoofdstuk 5. Effecten op het geluid toepassen Parameter Reeks Uitleg Specificeert het MIDI bericht dat de corresponderende MFX Control parameter zal besturen. OFF: MFX wordt niet gebruikt OFF, CC01-31: Controller nummer 1-31 CC01–31, Source (1–4) CC33–95, CC33-95: Controller nummer 33-95 PITCH BEND, (Control Source) PITCH BEND: pitch bend...
Hoofdstuk 5. Effecten op het geluid toepassen Specificeren hoe multi-effecten gecombineerd worden (MFX STRUCTURE) Hier kunt u specificeren hoe MFX 1-3 gecombineerd zullen worden. Deze parameter bestaat niet in de Patch mode. fig. In het MFX scherm *p.84) of MFX CTRL scherm (p.84), drukt u op [5 (STRUCT)] om naar het MFX STRUCTURE scherm te gaan.
Hoofdstuk 6. Spelen met een microfoon Een microfoon aansluiten De Vocoder gebruiken De JUNO-STAGE gebruikt MFX voor simulatie van een vocoder. fig.mic-connect Druk op [PATCH], zodat dit verlicht is. Dynamische Condensator U bevindt zich in de Patch mode. microfoon microfoon Selecteer ‘PRST 1027 VOCODER Ens’...
Tel het verzendende apparaat zo in, dat het op kanaal 1 en 2 ver- zendt, stel geluidsmodule A in op het ontvangen van alleen kanaal De JUNO-STAGE is uitgerust met de volgende types MIDI aansluitin- 1,en stel geluidsmodule B in op het ontvangen van alleen kanaal 2.
Keyboard gebruiken (MIDI Controller Mode) fig.disp-midicontroll.eps U kunt externe MIDI apparaten op de MIDI OUT van de JUNO-STAGE aansluiten, en de JUNO-STAGE gebruiken om de aangesloten MIDI apparaten te besturen. U kunt het toetsenbord op de Split (p.51) of Dual (p.51) modes Aansluit voorbeeld instellen, zelfs in de MIDI Controller mode.
MIDI apparaat, raadpleegt u de gebruikershandleiding van het apparaat. JUNO-STAGE Als u de JUNO-STAGE in de Performance mode gebruikt, zult u ook instellingen in het MIDI FILTER scherm moeten maken om het Het ontvangstkanaal instellen ‘Rx (Receive Switch)’, ‘PC (Receive Program Change)’, en ‘BS (Receive Bank Select)’...
Om de instellingen op te slaan, drukt u op [WRITE]. fig.midi-sync_e.eps MIDI IN MIDI OUT Synchronisatie data verzenden Als u wilt dat een extern MIDI apparaat aan de werking van de JUNO-STAGE gesynchroniseerd wordt, maakt u de volgende instellin- gen. MIDI sequencer Parameter Waarde MIDI IN...
• Een USB kabel wordt niet bijgeleverd. Raadpleeg de hande- laar waar u de JUNO-STAGE heeft aangeschaft. • Zet de JUNO-STAGE aan voordat de MIDI toepassing op de computer wordt opgestart. Zet de stroom van de JUNO-STAGE niet aan of uit, terwijl de MIDI toepassing in werking is.
De USB driver specificeren Librarian/Playlist Editor gebruiken Hier ziet u, hoe de USB driver, die gebruikt zal worden wanneer de JUNO-STAGE via de USB MIDI aansluiting op de computer is aange- Met de bijgeleverde JUNO-STAGE Editor/Librarian/Playlist Editor sloten, gespecificeerd wordt.
● Kies een Patch die dicht ligt bij hetgeen u in uw hoofd heeft parameters werken uitgelegd. (p.45). De Patches van de JUNO-STAGE zijn in drie groepen ondergebracht: User, Preset, en GM. U kunt ook maximaal twee Wave uitbreidings- Als u een nieuwe Patch probeert te creëren, zal het moeilijk kaarten installeren (SRX serie, apart verkrijgbaar).
Hoofdstuk 8. Gedetailleerde bewerking van Patches Het ZOOM EDIT scherm verschijnt. Alle parameters bekijken en bewerken (PRO fig.disp-zoomedit.eps EDIT) Dit toont de parameters van ZOOM EDIT, en laat u meer gedetailleer- dere bewerkingen uitvoeren. Gebruik [2]-[5] om het gewenste bewerkingsscherm te selecteren. Voor details over de parameters, zie p.98 en verder.
Hoofdstuk 8. Gedetailleerde bewerking van Patches Herhaal stappen 5-8 om de parameters naar wens te bewerken. Patch (Tone) instellingen kopiëren 10. Als u de gewijzigde instellingen wilt opslaan, drukt u op [WRITE] (p.97). Hier ziet u, hoe de Tone instellingen van een gewenste Patch naar de Indien u besluit de veranderingen niet op te slaan, drukt u op op dat moment geselecteerde Patch gekopieerd kunnen worden.
Patch selecteert. Als u de gewijzigde het resultaat tegen verwachting kan zijn. De interne golfvormen van de JUNO-STAGE kunnen in de volgende Patch wilt behouden, moet deze in het interne User geheugen worden twee types gecategoriseerd worden: opgeslagen.
Hoofdstuk 8. Gedetailleerde bewerking van Patches Functies van Patch parameters Instelling die voor de gehele Patch gelden GENERAL Parameters die met ( ) worden aangegeven kunnen via ZOOM EDIT ZOOM (p.94) worden bewerkt. Parameters gemarkeerd met een ‘★’ kunnen met gebruik van gespecificeerde MIDI berichten worden bestuurd.) Parameter Waarde...
Pagina 99
Hoofdstuk 8. Gedetailleerde bewerking van Patches De manier waarop een Tone klinkt veranderen (Structure)) Parameter Waarde Uitleg Struct 1 & 2, 3 & 4 Bepaalt hoe Tone 1 en 2 of Tone 3 en 4 zijn verbonden. De volgende 10 combinatie types zijn beschikbaar. (Structure Type) TYPE 01–TYPE 10 Struct 1&2, 3&4...
Pagina 100
Hoofdstuk 8. Gedetailleerde bewerking van Patches Parameter Waarde Uitleg Specificeert de hoeveelheid boost die wordt toegepast (als het structuur type TYPE 03 of TYPE 04 is) Booster 1&2, 3&4 0, +6, De booster vervormt het geluid door het ingangssignaal omhoog te duwen, waardoor (Booster Gain) +12, +18 een distortion effect wordt geproduceerd dat vaak voor een elektrische gitaar wordt...
Pagina 101
Hoofdstuk 8. Gedetailleerde bewerking van Patches Parameter Waarde Omschrijving Velocity Sens Offset -63–+63 Cutoff V-Sens, Level V-Sens (p. 107, p. 108) PORTAMENTO Portamento is een effect dat de toonhoogte van de eerst gespeelde toets naar de volgende gespeelde toets op vloeiende wijze verandert. fig.PortaStart.e Portamento Start: PITCH Portamento Start: NOTE...
Pagina 102
Hoofdstuk 8. Gedetailleerde bewerking van Patches KEY RANGE U kunt het nootnummer gebruiken om de manier waarop elke Tone wordt gespeeld te besturen. fig.TMT-K.e De Tone die in De Tone die in Niveau de lage reeks klinkt de hoge reeks klinkt Toonhoog Key Fade Upper Key Fade Lower...
Hoofdstuk 8. Gedetailleerde bewerking van Patches Golfvormen/Pitch/Pitch Envelope wijzigen WAVE PARAMETER Parameters gemarkeerd met een ‘★’ kunnen met gebruik van gespecificeerde MIDI berichten worden bestuurd. (Matrix Control, p.110). Parameter Waarde Uitleg Groep voor de golfvorm die de basis van de Tone vormt. INT: intern opgeslagen golfvorm Wave Group INT, EXP...
Pagina 104
Hoofdstuk 8. Gedetailleerde bewerking van Patches WAVE PITCH Parameters gemarkeerd met een ‘★’ kunnen met gebruik van gespecificeerde MIDI berichten worden bestuurd. (Matrix Control, p.110). Parameter Waarde Uitleg Tone Coarse Tune ★ -48–+48 Toonhoogte van het geluid van de Tone (in halve tonen, +/- 4 octaven) Toonhoogte van het geluid van de Tone (in stappen van 1 cent.
Pagina 105
Hoofdstuk 8. Gedetailleerde bewerking van Patches WAVE PITCH ENV Parameters aangeduid met ( ) kunnen via ZOOM EDIT (p.94) bewerkt ZOOM worden. Parameters gemarkeerd met een ‘★’ kunnen met gebruik van gespecificeerde MIDI berichten worden bestuurd. (Matrix Control, p.110).) Parameter Waarde Uitleg Diepte van de Pitch Envelope...
Hoofdstuk 8. Gedetailleerde bewerking van Patches De helderheid van het geluid met een filter wijzigen (TVF/TVF Envelope) Een filter kapt een specifieke frequentieregio af of duwt deze omhoog om de helderheid, dikte en andere kwaliteiten van het geluid te veranderen. TVF PARAMETER Parameters aangeduid met ( ) kunnen via ZOOM EDIT (p.94) bewerkt worden.
Pagina 107
Hoofdstuk 8. Gedetailleerde bewerking van Patches Parameter Waarde Uitleg Curve die bepaalt hoe de dynamiek op het toetsenbord (velocity) de cutoff frequentie beïnvloedt. Zet dit op ‘FIX’ als u niet wilt dat de Cutoff frequentie door de toetsenbord velocity wordt beïnvloed. Cutoff V- FIX, 1–7 Curve...
Hoofdstuk 8. Gedetailleerde bewerking van Patches Het volume aanpassen (TVA/TVA Envelope) TVA PARAMETER Parameters gemarkeerd met een “★” kunnen met gebruik van gespecificeerde MIDI berichten worden bestuurd. (Matrix Control, p.110).) Parameter Waarde Uitleg Volume van de Tone Tone Level ★ 0–127 Deze instelling is hoofdzakelijk bruikbaar om de volumebalans tussen Tones aan te passen.
Pagina 109
Hoofdstuk 8. Gedetailleerde bewerking van Patches Parameter Waarde Uitleg Gebruik deze parameter als u wilt dat de stereo locatie willekeurig verandert, elke keer dat u een toets indrukt. Random Pan Depth 0–63 Hogere instellingen produceren een grotere hoeveelheid verandering. Deze instelling maakt dat de panning tussen links en rechts afwisselt, elke keer dat een toets wordt ingedrukt.
Tone instellingen in Real Time veranderen, door Patches te spelen. • Als u algemene controllers voor de gehele JUNO-STAGE wilt gebruiken, selecteert u ‘SYS CTRL1’- ‘SYS CTRL 4’. MIDI berichten die gebruikt worden als System Control 1-4, worden met de System Ctrl 1-4 Source parameters (p.148) ingesteld.
Pagina 111
Tone zal klinken. 0–127, Note Time Specificeer dit als een nootwaarde als u de delay met het tempo van de JUNO-STAGE wilt synchroniseren. fig.ToneDly1.e Tone Delay Mode: NORM...
Pagina 112
Hoofdstuk 8. Gedetailleerde bewerking van Patches Parameter Waarde Uitleg Wanneer een Loop golfvorm (p.97) is geselecteerd, zal het geluid normaalgesproken doorgaan zolang de toets wordt ingedrukt. Als u wilt dat het geluid natuurlijk wegsterft, zelfs als de toets ingedrukt blijft, stelt u dit op ‘NSUS’ in. Tone Env Mode NSUS, SUST * Als een one-shot type golfvorm (p.97) is geselecteerd, zal deze niet doorklinken, zelfs als deze...
Hoofdstuk 8. Gedetailleerde bewerking van Patches Geluiden moduleren / Output instelling Een LFO (Low Frequency Oscillator) veroorzaakt verandering binnen een cyclus in een geluid. Elke Tone heeft twee LFO’s (LFO1/LFO2), en deze kunnen gebruikt worden om de toonhoogte, cutoff frequentie, en het volume cyclisch te veranderen om modulatie effecten als Vibrato, Wah, en Tre- molo te creëren.
Hoofdstuk 8. Gedetailleerde bewerking van Patches Parameters aangeduid met ( ) kunnen via ZOOM EDIT (p.97) bewerkt ZOOM worden. Parameters gemarkeerd met een “★” kunnen met gebruik van gespecificeerde MIDI berichten worden bestuurd. (Matrix Control, p.110).) Parameter Waarde Uitleg Fade Mode Hoe de LFO wordt toegepast ON <, ON >, OFF <, OFF >...
Hoofdstuk 8. Gedetailleerde bewerking van Patches STEP LFO Parameters aangeduid met ( ) kunnen via ZOOM EDIT (p.97) bewerkt worden. ZOOM Parameter Waarde Uitleg Als een LFO golfvorm uit de data gespecificeerd bij LFO Step 1-16 gegenereerd wordt, specificeert u of Step Type het niveau abrupt op elke stap zal veranderen of lineair verbonden zal worden.
• Patch bewerking wordt in de Patch mode gedaan. Als u op [EDIT] drukt, gaat u naar de Patch mode. • Als u een Hold pedaal wilt gebruiken, adviseren wij u een Roland DP-10 te gebruiken. Met de DP-10 kan de resonantie van het geluid worden aangepast door middel van de diepte waarmee het pedaal wordt ingedrukt.
Hoofdstuk 8. Gedetailleerde bewerking van Patches PIANO PATCH LIJST scherm In het PIANO MODE scherm, drukt u op [6 (LIST)] om naar het PIANO PATCH LIST scherm te gaan. fig.disp-pianolist.eps U kunt [ ] gebruiken om ‘AC.PIANO’ of ‘EL.PIANO’ te kiezen.
Hoofdstuk 8. Gedetailleerde bewerking van Patches De hoeveelheid resonantie aanpassen (Resonance) Als op een akoestische piano het demper pedaal wordt ingedrukt, kunnen de snaren van andere gespeelde noten meetrillen, hetgeen een rijke en ruimtelijke resonantie creëert. Deze parameter past de mate van resonantie aan. In het PIANO MODE (AC.PIANO) scherm gebruikt u [ ] om de cursor naar ‘Resonance’...
De Patch die in de lijst is geselecteerd als u op [7 (WRITE)] drukt, zal de Patch zijn die geselecteerd wordt als u, de volgende keer dat u de JUNO-STAGE aanzet, op [PIANO MODE] drukt. Zet nooit de stroom uit, terwijl data wordt opgeslagen.
‘Bewerken’ is het proces van het wijzigen van waardes van de Druk op de [2]-[5] knoppen om het gewenste bewerkingsscherm te selecteren. verscheidene JUNO-STAGE instellingen (parameters). In dit hoofdstuk wordt de procedure voor het bewerken van een ritmeset uitgelegd, en Knop Scherm beschrijft de functie van de ritmeset parameters.
Hoofdstuk 9. Gedetailleerde instellingen voor een ritmeset Gebruik de VALUE knop of [DEC] [INC] om de waarde te Alle parameter bekijken en bewerken bewerken. (PRO EDIT) Als u meer dan één golf voor bewerking heeft geselecteerd, zullen hun waardes veranderen, terwijl hun relatieve verschillen Dit toont de parameters van ZOOM EDIT, en u kunt hier meer behouden blijven.
Hoofdstuk 9. Gedetailleerde instellingen voor een ritmeset Een ritmeset initialiseren Ritmeset instellingen (Rhythm Tone) kopiëren Hier ziet u, hoe de instellingen van de huidig geselecteerde Patch (ritmeset) op hun standaard waardes teruggezet worden (initialisatie). Hier ziet u, hoe de tone instellingen van een gewenste ritmeset naar Het is ook mogelijk alleen een specifieke toets (ritme tone) van de de op dat moment geselecteerde Patch gekopieerd kunnen worden.
Patch (ritmeset) selecteert. Als u de De interne golfvormen van de JUNO-STAGE kunnen in de volgende door u gewijzigde ritmeset wilt behouden, moet deze in het interne twee types gecategoriseerd worden: User geheugen worden opgeslagen.
Hoofdstuk 9. Gedetailleerde instellingen voor een ritmeset Functies van ritmeset parameters Instellingen die voor de gehele ritmeset hetzelfde zijn GENERAL Parameter Waarde Uitleg Rhythm Level 0–127 Volume van de ritmeset. U kunt een naam, bestaande uit maximaal 12 tekens, aan de ritme tone toewijzen. Rhythm Tone Name Druk op [ ] om de cursor te verplaatsen, en gebruik de VALUE knop of [DEC] [INC] om de tekens te...
Hoofdstuk 9. Gedetailleerde instellingen voor een ritmeset Parameter Waarde Uitleg Specificeer voor elke ritme tone hoe pan berichten ontvangen zullen worden. CONTINUOUS: wanneer Pan berichten worden ontvangen, zal de stereopositie van de tone veranderd worden. CONTINUOUS, Tone Receive Pan Mode KEY-ON: de pan van de tone wordt alleen veranderd als de volgende noot wordt gespeeld.
Pagina 126
Hoofdstuk 9. Gedetailleerde instellingen voor een ritmeset WAVE PITCH Parameter Waarde Uitleg Toonhoogte waarop een ritme tone klinkt. 0 (C -)– Tone Coarse Tune Stel de Coarse Tuning in voor Waves waaruit de ritme tones zijn opgebouwd, met de Wave 127 (G9) Coarse Tune parameter (p.127).
Hoofdstuk 9. Gedetailleerde instellingen voor een ritmeset WAVE MIX Parameters WAVE MIX LV/PN Parameter Waarde Uitleg Wave Level 0–127 Volume van de golfvorm. Wave Pan L64–0–63R Links/rechts positie van de golfvorm. Gebruik deze instelling om de panning van de golfvorm te laten veranderen, elke keer dat een toets wordt ingedrukt (ON) of niet (OFF).
Hoofdstuk 9. Gedetailleerde instellingen voor een ritmeset De helderheid van een geluid met een filter wijzigen (TVF/TVF Envelope) Een filter kapt een specifieke frequentie af of duwt deze omhoog om de helderheid, dikte of andere kwaliteiten van het geluid te veranderen. TVF PARAMETER Parameters aangeduid met ( ) kunnen via ZOOM EDIT (p.120) bewerkt worden.
Pagina 129
Hoofdstuk 9. Gedetailleerde instellingen voor een ritmeset Parameter Waarde Uitleg Hiermee kan de toetsenbord velocity de hoeveelheid Resonance wijzigen. Resonance V-Sens -63–+63 Als u wilt dat sterk gespeelde noten een sterker resonantie effect hebben, stelt u deze parameter op positieve (+) instellingen in. TVF ENVELOPE Parameters aangeduid met ( ) kunnen via ZOOM EDIT (p.120) bewerkt worden..
Hoofdstuk 9. Gedetailleerde instellingen voor een ritmeset Het volume aanpassen (TVA/TVA Envelope) TVA PARAMETER Parameter Waarde Uitleg Volume van de ritme tone Tone Level 0–127 Deze instelling is hoofdzakelijk bruikbaar om de volumebalans tussen Tones aan te passen. Curve die bepaalt hoe de dynamiek op het toetsenbord (velocity) het volume beïnvloedt. Zet dit op ‘FIX’...
Hoofdstuk 9. Gedetailleerde instellingen voor een ritmeset Uitvoer instellingen (OUTPUT) Parameter Waarde Uitleg Specificeert voor elke ritmeset hoe het directe geluid wordt uitgestuurd. MFX: Uitvoer in stereo via de multi-effecten. U kunt ook Chorus of Reverb op het geluid dat MFX, door de multi-effecten gaat toepassen.
Als u van Performance verandert, worden de instellingen voor Parts 1- Attack Time Offset, 16 die deze bevat opgeroepen, samen met verscheidene andere in- Sound Control Release Time Offset, stellingen die bepalen hoe de JUNO-STAGE op uw manier van spelen Decay Time Offset, reageert. Vibrato Rate, Vibrato Depth, Druk op [PERFORM].
Hoofdstuk 10. Gedetailleerde bewerking voor Performances De Patch die aan een Part is Een door u gecreëerde Performance toegewezen bewerken opslaan ([WRITE]) Als u een Patch (ritmeset) in de Performance mode gebruikt, worden Veranderingen die u aanbrengt zijn tijdelijk, en zullen verloren gaan zijn effecten en een aantal andere instellingen door de instellingen als u de stroom uitzet of een andere Performance selecteert.
Hoofdstuk 10. Gedetailleerde bewerking voor Performances Performance bewerkingsschermen en parameters PERFORM PLAY scherm fig.disp-prfrmplay.eps Als u op [PERFORM] drukt, zal het PERFORM PLAY scherm verschijnen. Gebruik de [2]-[7] knoppen onder het beeldscherm om de functies die op de onderste regel van het scherm worden weergegeven uit te voeren. U kunt de functieknoppen niet gebruiken als FAVORITE [ON/OFF] is ingescha- keld.
Hoofdstuk 10. Gedetailleerde bewerking voor Performances Instellingen voor de D Beam controller en andere controllers maken Een verscheidenheid aan functies kunnen aan controllers, zoals de D Beam controller, en de knoppen worden toegewezen. CTRL SETTING (PERF) scherm fig.disp-ctrlset.eps In het PERFORMANCE PLAY scherm, drukt u op [3 (CONTROL)] om naar dit scherm te gaan.
CTRL SETTING (PERF) Parameters [2 (TEMPO)] Parameter Waarde Uitleg Als het tempo van de JUNO-STAGE moet veranderen als u van Performance verandert, specificeert Recommended 20–250 deze instelling het tempo. Om deze instelling in te schakelen, moet de systeeminstelling ‘Tempo Tempo Override’...
Pagina 137
Hoofdstuk 10. Gedetailleerde bewerking voor Performances Parameter Waarde Uitleg Specificeert de lage limiet van de D Beam controller reeks. Reeks Min 0–127 Er is geen effect als de positie van uw hand boven de D Beam controller hoger is dan deze instelling. Minimaal bereik Specificeert de hoogste limiet van de D Beam controller reeks.
Hoofdstuk 10. Gedetailleerde bewerking voor Performances Ontvangst van MIDI berichten op elk MIDI kanaal inschakelen/uitschakelen (Part) Parts 1-16 van een Performance corresponderen met MIDI kanalen 1-16 van MIDI berichten die van een extern MIDI apparaat worden ontvangen. Voor elk kanaal kunt u specificeren of de ontvangst van MIDI berichten ingeschakeld is (ON) of uitgeschakeld is (OFF). De ontvangst kan ook voor alleen specifieke types berichten worden ingeschakeld.
Opent het Part Mute venster, waar specifieke Parts gedempt (mute) kunnen worden. Specifieke Parts dempen (Mute) Als u een song afspeelt van een extern MIDI apparaat dat op de JUNO-STAGE is aangesloten, wilt u het afspelen van specifieke Parts op een bepaald moment misschien dempen (mute).
Hoofdstuk 10. Gedetailleerde bewerking voor Performances Gedetailleerde instellingen voor elk Part (PART VIEW) In het PART VIEW scherm kunt u een lijst met de instellingen van de Parts in de Performance mode bekijken. In het PART VIEW scherm kunt u de Patch die aan elk Part is toegewezen bekijken en bewerken, samen met instellingen als volume en pan voor vier Parts tegelijk.
Pagina 141
Hoofdstuk 10. Gedetailleerde bewerking voor Performances [4 (PITCH)] Parameter Waarde Uitleg Toonhoogte van het geluid van het Part (in eenheden van 1 octaaf). Octave -3–+3 * Als een ritmeset aan een Part is toegewezen kan deze parameter niet gewijzigd worden. Coarse -48–+48 Toonhoogte van het geluid van het Part (in halve tonen, +/- 4 octaven)
Pagina 142
Hoofdstuk 10. Gedetailleerde bewerking voor Performances [PAGE ↓] - [2 (OFFSET)] De waardes die hier worden ingesteld, zijn van toepassing op de parameters van de Patches/ritmesets van de verscheidene Parts, en worden gebruikt voor het corrigeren van de Tone. Parameter Waarde Uitleg Cutoff...
Pagina 143
Het aantal stemmen dat wordt gebruikt berekenen De JUNO-STAGE kan maximaal 128 noten gelijktijdig spelen. De polyfonie of het aantal stemmen (geluiden), refereert niet alleen aan het aantal geluiden dat feitelijk gespeeld wordt, maar verandert volgens het aantal tones dat in de Patches wordt gebruikt, en het aantal golven (Waves) dat in de tones wordt gebruikt.
User data in USB geheugen opslaan Systeeminstellingen of gebruikersdata kan in een USB geheugen worden opgeslagen. Sluit het USB geheugen aan, nadat de JUNO-STAGE is aangezet. Verwijder het USB geheugen nooit, terwijl de stroom is aangezet. Types data die opgeslagen kunnen...
Hoofdstuk 11. Overige instellingen Systeeminstellingen Hier kunnen ‘systeeminstellingen’ worden gemaakt, die van invloed zijn op de werking van de gehele JUNO-STAGE, zoals de stemming, en hoe MIDI berichten ontvangen zullen worden. Procedure voor het maken van De veranderingen die u in de...
Scale Tune voor Patch Mode Met de JUNO-STAGE kunt u het toetsenbord bespelen met gebruik van andere stemmingen dan de gelijkzwevende. De toonhoogte wordt in eenheden van centen, relatief aan de gelijkzwevende stemming, gespecificeerd. Eén cent is 1/100 van een halve toon.
Pagina 147
Hold Pedal Polarity parameter op ‘REVERSE’ in. Als u een Roland pedaal gebruikt (zonder polariteit schakelaar), stelt u deze parameter op ‘STANDARD’ in. Bepaalt of de HOLD PEDAL jack ondersteuning voor halfpedaal biedt (ON) of niet (OFF).
Pagina 148
MIDI bericht dat voor matrix control wordt gebruikt moet veranderen, is simpelweg een ander MIDI bericht als de Sys Ctrl 1 Source te kiezen. Met andere woorden, de System Controls kunnen globale Matrix Control/Multi-effects Control voor de gehele JUNO-STAGE genoemd worden.
Normaalgesproken laat u deze parameter op ‘OFF’ staan. Switch * Zet dit op ‘ON’ als u de JUNO-STAGE vanaf een extern MIDI apparaat wilt besturen, als u speelt met de Arpeggio functie. Selecteert het MIDI ontvangstkanaal dat gebruikt wordt tijdens het veranderen van Performances, als MIDI berichten (Program Change/Bank Select) van een extern MIDI apparaat worden verzonden.
Pagina 150
MASTER, Sync Mode SLAVE, SLAVE: de JUNO-STAGE is de slaaf (Slave). Kies deze instelling als u wilt dat de JUNO-STAGE REMOTE werkt volgens MIDI Clock berichten die van een extern apparaat worden ontvangen. REMOTE: de JUNO-STAGE voert MIDI Start, Continue, en Stop berichten van een extern apparaat uit, maar zal zijn eigen tempo instelling gebruiken.
Hoofdstuk 11. Overige instellingen System Menu [5 (CLICK/PLAYER)] [2 (CLICKOUT)] Parameter Waarde Uitleg Click Setting CLICK: Als SMF data wordt afgespeeld, zal de SONG/CLICK OUT een klikgeluid uitsturen. De SONG/CLICK OUT voert ofwel het klikgeluid uit (terwijl SMF data wordt gespeeld) of de song (terwijl geluidsdata wordt gespeeld).
Pagina 152
Hoofdstuk 11. Overige instellingen Parameter Waarde Uitleg Pulsbreedte van de golfvorm Osc 1 Pulse Width 0–127 Door het cyclisch moduleren van de pulsbreedte kunnen subtiele veranderingen in klank worden gecreëerd. Osc 1 Coarse Tune -48–+48 Toonhoogte van het geluid van de tone (in halve tonen, +/- 4 octaven) Osc 1 Fine Tune -50–+50 Toonhoogte van het geluid van de tone (in stappen van een cent)
Pagina 153
Hoofdstuk 11. Overige instellingen [4 (ATV EXP)] Parameter Waarde Uitleg Laagste limiet van de reeks van de Active Expression. Reeks Min 0–127 Het effect wordt toegepast als de positie van uw hand boven de D Beam controller lager dan deze waarde is. Minimaal bereik Hoogste limiet van de reeks van de Active Expression.
Hoofdstuk 11. Overige instellingen Gedetailleerde instellingen voor de MIC INPUT (MIC Input Setting) Hier ziet u, hoe instellingen voor de MIC INPUT jack worden gemaakt, en hoe de Reverb gespecificeerd kan worden, die op de aangesloten microfoon toegepast zal worden. Druk op [MENU].
Om de Factory Reset uit te voeren, drukt u op [7 (EXEC)]. Indien u besluit te annuleren, drukt u op [6 (CANCEL)]. Nadat de Factory Reset is voltooid, zal het volgende scherm verschijnen. fig.disp-.eps Zet de stroom van de JUNO-STAGE uit, en dan weer aan.
Hoofdstuk 11. Overige instellingen De demo songs afspelen Druk op [MENU]. Het Top Menu scherm verschijnt. Gebruik de [ ] om ‘5. Demo Play’ te selecteren, en druk op [ENTER]. Het DEMO MENU scherm verschijnt. Het toetsenbord kan niet bespeeld worden, terwijl het DEMO MENU scherm of het DEMO PLAY scherm wordt getoond.
Probleemoplossing Als de JUNO-STAGE niet naar verwachting werkt, controleert u eerst de volgende punten. Als hiermee het probleem niet is opgelost, raadpleegt u uw handelaar of een Roland Service Station bij u in de buurt. * Wanneer, tijdens een handeling, een bericht in het scherm wordt weergegeven, kijkt u bij ‘Storingsmeldingen’ (p.162).
• Zelfs als de zendniveaus naar elk effect op 0 zijn ingesteld, de interne effecten van de JUNO-STAGE zijn in stereo, dus als u worden effecten niet toegepast als de Multi-effects Output Level, effecten op een Patch heeft toegepast, zelfs als de Pan geheel op het Chorus Level of Reverb Level op 0 is ingesteld.
De JUNO-STAGE kan USB geheugen gebruiken dat als FAT is hoorbaar zijn. geformatteerd. Als het USB geheugen met gebruik van een andere methode werd geformatteerd, formatteert u het opnieuw Multi-effect 43: DELAY of een andere delay tijd waarde is met gebruik van FAT.
MIDI toetsenbord op de MIDI IN is Controleer het formaat van het USB geheugen. aangesloten. De JUNO-STAGE kan USB geheugen gebruiken dat als FAT is Controleer of het MIDI Transmit kanaal van het externe MIDI geformatteerd. Als het USB geheugen met gebruik van een...
Controleer of er geen probleem met de MIDI kabel die op MIDI Offline! De MIDI IN verbinding is verbroken. de MIDI IN van de JUNO-STAGE is aangesloten is, en of de kabel niet ontkoppeld is. Now Playing! De Song Player speelt op dit moment.
Effects List Multi-Effects parameters (MFX1–3, MFX) De multi-effecten bieden 79 verschillende soorten effecten. Sommige effecten bestaan uit twee of meer verschillende effecten, die in serie zijn verbonden. Parameters die met een kruis ‘#’ worden aangegeven, kunnen met gebruik van een Multi-Effects Control (p.84) of Matrix Control (p.110) worden bestuurd. (Twee instellingsonderdelen zullen gelijktijdig veranderen bij ‘#1’...
Pagina 164
Als 3D effecten worden gebruikt De volgende 3D effecten gebruiken RSS (Roland Sound Space) technologie om een ruimtelijkheid te creëren die niet door delay, Reverb, Chorus, enz. geproduceerd kan worden.
Pagina 165
Effects List EQUALIZER ISOLATOR Dit is een vierbands equalizer (laag, mid x 2, hoog). Dit is een equalizer die het volume grotelijks afkapt, zodat een speciaal effect op het geluid toegepast kan worden door het volume in verschillende reeksen fig.MFX-01 af te kappen.
Pagina 166
Effects List SUPER FILTER STEP FILTER Dit is een filter met een extreem scherpe helling. De cutoff frequentie kan Dit is een filter waarvan de cutoff frequentie in stappen gemoduleerd kan cyclisch gevarieerd worden. worden. U kunt het patroon specificeren volgens welk de cutoff frequentie zal veranderen.
Pagina 167
Effects List Parameter Waarde Uitleg AUTO WAH Input Sync Volumeniveau waarop Reset wordt 0–127 Threshold toegepast. Bestuurt een filter op cyclische wijze om een cyclische verandering in timbre Punt waarop Vowel (klinker) 1/2 te creëren. veranderen. 49 of minder: Vowel (klinker) 1 heeft fig.MFX-08 een langere tijdsduur.
Pagina 168
Effects List Parameter Waarde Uitleg PHASER Selecteert of de linker en rechter fase van de modulatie hetzelfde Een in fase verschoven geluid wordt aan het originele geluid toegevoegd, en zijn of tegenovergesteld. INVERSE: de linker en gemoduleerd. rechter fases zijn fig.MFX-11 INVERSE, tegengesteld.
Effects List INFINITE PHASER STEP RING MODULATOR Een Phaser die de frequentie waarop het geluid wordt gemoduleerd Dit is een ring modulator die een16-staps sequens gebruikt om de frequentie doorlopend verhoogt/verlaagt. waarop modulatie wordt toegepast te variëren. fig.MFX-14 fig.MFX-16 L in L out L in L out...
Pagina 170
Effects List AUTO PAN SLICER Moduleert de stereo locatie van het geluid op cyclische wijze. Door het geluid opeenvolgend af te kappen, verandert dit effect een conventioneel geluid in een geluid dat als een achtergrond frase gespeeld fig.MFX-18a lijkt te worden. Dit is in het bijzonder effectief wanneer dit op sustain-type L in L out Auto Pan...
Pagina 171
Effects List Parameter Waarde Uitleg ROTARY Lage snelheid rotatie van de Woofer Slow Speed 0.05–10.00 Hz woofer. het Rotary effect simuleert het geluid van de roterende luidsprekers die vaak Hoge snelheid rotatie van de Woofer Fast Speed 0.05–10.00 Hz met de elektrische orgels uit het verleden werden gebruikt. Omdat de woofer.
Pagina 172
Effects List FLANGER Parameter Waarde Uitleg Type filter Dit is een stereo flanger. (De LFO heeft dezelfde fase voor links en rechts). OFF: er wordt geen filter gebruikt. Deze produceert een metaalachtige resonantie, die stijgt en daalt, als een Filter Type OFF, LPF, HPF LPF: kapt de frequentiereeks vliegtuig dat stijgt of landt.
Effects List TREMOLO CHORUS 3D CHORUS Dit is een Chorus effect met toegevoegde Tremolo )cyclische modulatie van Dit past een 3D effect op het Chorus geluid toe. Het Chorus geluid wordt op volume’. 90 graden links en 90 graden rechts gepositioneerd. fig.MFX-27 fig.MFX-29 L in...
Pagina 174
Effects List Parameter Waarde Uitleg 3D FLANGER Past de delay tijd vanaf het directe Pre Delay 0.0–100 msec geluid, totdat het flanger geluid Dit past een 3D effect op het flanger geluid toe. Het flanger geluid wordt op hoorbaar wordt aan. 90 graden links en 90 graden rechts gepositioneerd.
Pagina 175
Effects List 2 BAND FLANGER 2 BAND STEP FLANGER Een Chorus effect waarmee een effect onafhankelijk op de lage en hoge Een step flanger waarmee een effect onafhankelijk op de lage en hoge frequentiereeksen toegepast kan worden. frequentiereeksen toegepast kan worden. fig.MFX-33 fig.MFX-34 L in...
Pagina 176
Effects List OVERDRIVE VS DISTORTION Creëert een zachte vervorming, gelijkend op hetgeen door buizenversterkers Dit is een distortion effect dat zware vervorming biedt. De parameters zijn wordt geproduceerd. hetzelfde als die van ‘37: VS OVERDRIVE’. fig.MFX-35 fig.MFX-38 L in L out L in L out Pan L...
Pagina 177
Effects List Specificaties van elk luidsprekertype LIMITER De luidsprekerkolom geeft de diameter van elk luidsprekereenheid aan (in Comprimeert signalen die een gespecificeerd volumeniveau overschrijden, en inches), en het aantal eenheden. voorkomt dat vervorming kan optreden. Type Behuizing Luidspreker fig.MFX-41 Kleine behuizing met open L in L out Limiter...
Pagina 178
Effects List DELAY LONG DELAY Dit is een stereo delay. Een delay die in een lange delay tijd voorziet. Als Feedback Mode op NORMAL staat: fig.MFX-44 2-Band fig.MFX-43a L in L out Balance D 2-Band L in L out Pan L Long Delay Delay Balance W...
Pagina 179
Effects List SERIAL DELAY MODULATION DELAY Deze delay verbindt twee delay eenheden in serie. Feedback kan Voegt modulatie aan het vertraagde geluid toe. onafhankelijk op elke delay eenheid worden toegepast, zodat complexe Als feedback NORMAL is: delay geluiden geproduceerd kunnen worden. fig.MFX-46a Balance D fig.MFX-45...
Pagina 180
Effects List Parameter Waarde Uitleg 3TAP PAN DELAY Level 0–127 Uitgangsniveau. Produceert drie delay geluiden: midden, links, en rechts. fig.MFX-47 MULTI TAP DELAY Balance D 2-Band L in L out Dit effect biedt vier delays. Alle Delay Time parameters kunnen ingesteld Left Tap Balance W worden op een nootlengte, gebaseerd op het geselecteerde tempo.
Pagina 181
Effects List REVERSE DELAY SHUFFLE DELAY Dit is een omgekeerde delay, die een omgekeerd en vertraagd geluid aan Voegt een shuffle aan het delay geluid toe, zodat het geluid een springerig het invoergeluid toevoegt. Een top delay is direct achter de omgekeerde delay effect met een swing gevoel krijgt.
Pagina 182
Effects List Parameter Waarde Uitleg 3D DELAY Past de snelheid waarmee de Delay Time van de huidige instelling in Dit past een 3D effect op het delay geluid toe. Het delay geluid wordt op 90 een gespecificeerde nieuwe instelling verandert aan. graden links en 90 graden rechts gepositioneerd.
Pagina 183
Een virtuele band echo die een realistisch band delay geluid produceert. Dit Naast een lo-fi effect voegt dit verschillende types ruis toe, zoals witte ruis en simuleert de band echo sectie van een Roland RE-201 Space Echo. disk ruis. fig.MFX-55 fig.MFX-56...
Pagina 184
Effects List Parameter Waarde Uitleg LOFI COMPRESS Level 0–127 Uitgangsniveau. Dit is een effect dat de geluidskwaliteit opzettelijk degradeert, voor creatieve doeleinden. TELEPHONE fig.MFX-57 2-Band L in L out Compressor Lo-Fi Dit effect produceert een gedempt geluid, als dat wat door een telefoon is te horen.
Pagina 185
Effects List Parameter Waarde Uitleg PITCH SHIFTER Stereo locatie van het Pitch Shift Pitch1 Pan # L64-63R 1 geluid. Een stereo pitch shifter. Volume van het Pitch Shift 1 Pitch1 Level 0–127 fig.MFX-61 geluid. Pitch2 Coarse #2 -24-+12 semi L in 2-Band EQ L out Pitch2 Fine #2...
Pagina 186
Effects List Parameter Waarde Uitleg REVERB Past de tijd aan vanaf het moment dat Gate Time 5–500 msec de Reverb hoorbaar is, tot deze Voegt weerkaatsing aan het geluid toe, simuleert een akoestische verdwijnt. ruimte. Low Gain -15–+15 dB Gain van de lage reeks. High Gain -15–+15 dB Gain van de hoge reeks...
Pagina 187
Effects List OVERDRIVE → DELAY DISTORTION → FLANGER De parameters zijn feitelijk hetzelfde als die van fig.MFX-68 ’67: OVERDRIVE → FLANGER, met uitzondering van de volgende L out L in Balance D twee. Balance W Overdrive Drive → Distortion Drive, Overdrive Delay Overdrive Pan →...
Pagina 188
Effects List ENHANCER → FLANGER CHORUS → DELAY fig.MFX-73 fig.MFX-75 Balance D Balance D L in L out Enhancer L in L out Feedback Balance D Balance W Balance W Balance W Flanger Chorus Delay Balance W Balance W Balance W Feedback R in R out...
Pagina 189
Effects List fig.MFX-78 Parameter Waarde Uitleg 3-Band Past de proportie van het delay geluid L in L out Delay dat in het effect wordt teruggevoerd -98–+98% Feedback # aan. Negatieve (-) instellingen keren de fase om. Sym. Resonance Past de frequentie waarboven geluid dat in het effect wordt teruggevoerd 200–8000 Hz, 3-Band...
Effects List Chorus parameters De Chorus effecteenheid van de JUNO-STAGE kan ook als een stereo delay eenheid worden gebruikt. Met deze instellingen kunt u een Chorus of delay, en de karakteristieken van het geselecteerde effect type selecteren. Parameter Waarde Uitleg Als u de delay tijd als een nootwaarde specificeert, zal het Selecteert Chorus of Delay.
Effects List Reverb parameters Met deze instellingen kunt u het gewenste type Reverb, en zijn karakteristieken selecteren. Parameter Waarde Uitleg Parameter Waarde Uitleg Past de hoeveelheid demping aan, die op de Type Reverb met LF Damp geselecteerde frequentiereeks LF Damp 00 (OFF): Reverb wordt niet gebruikt.
Now Friends Twilight Airy Wurly Airy Wurly London Stage Ocean London Stage Ocean Vinstage Pno Jupiters Vinstage Pno Jupiters Only Roland Blizzard Only Roland Blizzard Vienna 1781 Horizon Vienna 1781 Horizon The Leader Buzz The Leader Buzz Rotary / Bs...
Patch lijst USER (User groep) User 1–128 (CC#0 = 87, CC#32 = 0 ), User129–256 (CC#0 = 87, CC#32 = 1 ) Naam Voice Categorie Naam Voice Categorie Naam Voice Categorie 88StageGrand AC.Piano HPF Slicer Pulsating Moogy Bass 1 Synth Bass Juno-Grand AC.Piano Choir Aahs 1...
Pagina 194
Patch lijst PRST (Preset Group) Preset 001–128 (CC#0= 87, CC#32 =64 PC=1-128), Preset 129–256 (CC#0= 87, CC#32 =65 PC=1–128) Naam Voice Categorie Naam Voice Categorie Naam Voice Categorie Naam Voice Categorie 88StageGrand AC.Piano FM EP mix EL.Piano SuperDistORG Organ Punker 2 Dist.Guitar Juno-Grand AC.Piano...
Pagina 195
Patch lijst Preset 257–384 (CC#0= 87, CC#32 =66 PC=1–128), Preset 385-512 (CC#0= 87, CC#32 =67 PC=1–128) Naam Voice Categorie Naam Voice Categorie Naam Voice Categorie Naam Voice Categorie OilDrum Bass Synth Bass Biggie Bows Strings Simple Tutti AC.Brass X-Sink Delay Hard Lead Dust Bass Synth Bass...
Pagina 196
Patch lijst Preset 513–640 (CC#0= 87, CC#32 =68 PC=1–128), Preset 641-768 (CC#0= 87, CC#32 =69 PC=1–128) Naam Voice Categorie Naam Voice Categorie Naam Voice Categorie Naam Voice Categorie Mini Growl Soft Lead Euro Teuro Pulsating ResoSweep Dn Synth FX Pressyn Other Synth Evangelized Soft Lead...
Pagina 197
Patch lijst Preset 769–896 (CC#0= 87, CC#32 =70 PC=1-128), Preset 897–1024 (CC#0= 87, CC#32 =71 PC=1–128) Preset 1025–1027 (CC#0= 87, CC#32 =72 PC=1– 3) Naam Voice Categorie Naam Voice Categorie Naam Voice Categorie Naam Voice Categorie Phat Strings Bright Pad Choir&Str Grand 1 AC.Piano...
Pagina 198
Patch lijst GM (GM2 Group) Naam Categorie Voices Naam Categorie Voices Naam Categorie Voices Piano 1 AC.PIANO Chorus Gt. EL.GUITAR French Horns AC.BRASS Piano 1w AC.PIANO Mid Tone GTR EL.GUITAR Fr.Horn 2 AC.BRASS European Pf AC.PIANO Muted Gt. EL.GUITAR Brass 1 AC.BRASS Piano 2 AC.PIANO...
Ritmeset lijst USER (User groep) PRST (Preset groep) GM (GM2 groep) Naam Naam Naam SF Std Kit SF Std Kit GM2 STANDARD WD Std Kit WD Std Kit GM2 ROOM LD Std Kit LD Std Kit GM2 POWER TY Std Kit TY Std Kit GM2 ELECTRIC StandardKit1...
Golfvorm lijst Bij golfvorm nummers 0001-0027 en 0061-0087 worden nootnummers 91-108 op Damper Free ingesteld om de karakteristieken van een akoestische piano accuraat te reproduceren. Golf naam Golf naam Golf naam Golf naam Golf naam HM-Pno*mpA L Pop P*ff A M Wurly DI f A Positive '8 Sitar Drn A...
Pagina 210
Golfvorm lijst Golf naam Golf naam Golf naam Golf naam Golf naam Garage Bass Trumpet B JV Strings R Jazz Doos B TB DstSqr 1C SH-101 Bs A Trumpet C JV Strings A Jazz Doos C Dist SquareA SH-101 Bs B Wide Tp A JV Strings C Jz Doos Lp A...
Pagina 211
Golfvorm lijst Golf naam Golf naam Golf naam Golf naam Golf naam Gallop Syn Mtl Atk1 SH32 Kick 1041 Reg.Snr1 f L 1121 TR808 Snr 3 Vint.Phone Syn Mtl Atk2 TR707 Kick 1042 Reg.Snr1 f R 1122 TR808 Snr 4 Office Phone Syn Swt Atk1 TR909 Kick 6...
Pagina 212
Golfvorm lijst Golf naam Golf naam Golf naam 1201 SF HT Flm f 1281 Noise OHH 2 1361 Conga Lo Op 1202 SF HT Flm ff 1282 Crash Cym1 p 1362 Conga Slp Op 1203 Reg.F.Tom p 1283 Crash Cym1 f 1363 Conga Efx 1204...
Arpeggio stijl lijst PRST (Preset groep) Naam Naam Seq Ptn 54 (P) Key Bckng3 (1-3) USER (User groep) Seq Ptn 55 (P) 1/1 Nrte Trg (1) * Arpeggio Styles zijn gemeenschappelijk Seq Ptn 56 (P) 1/2 Nrte Trg (1) voor de Preset groep en User groep. Seq Ptn 57 (P) 1/4 Nrte Trg (1) Seq Ptn 58 (P)
Ritme groep lijst PRST (Preset groep) USER (User groep) * Ritme groepen zijn gemeenschappelijk voor de Preset groep en User groep. Naam Aanbevolen ritmeset Pop 1 PRST001 SF Std Kit Pop 2 PRST002 WD Std Kit Pop 3 PRST005 StandardKit1 Pop 4 PRST006 StandardKit2...
Rhythm Pattern List PRST (Preset groep) USER (User groep) * Ritme groepen zijn gemeenschappelijk voor de Preset groep en User groep. * Aanbevolen tempo worden tussen haakjes () getoond. Naam Aanbevolen Naam Aanbevolen Naam Aanbevolen ritmeset ritmeset ritmeset Pop 1-1 (120) PRST:001 Pop 8-1 (130) PRST:004...
Pagina 216
Rhythm Pattern List Naam Aanbevolen Naam Aanbevolen ritmeset ritmeset Trance 2-A (143) PRST:018 NuTeknica A (110) PRST:020 Kit-Euro:POP Nu Technica Trance 2-B (142) NuTeknica B (110) Trance 2-C (135) NuTeknica C (110) Trance 2-D (140) NuTeknica D (110) Trance 2-E (130) NuTeknica E (110) Trance 2-F (154) NuTeknica F (110)
00H - 7FH (0 - 127) vv = note off velocity: 00H - 7FH (0 - 127) * JUNO-STAGE receives it as ACTIVE EXPRESSION. * Not received when the Tone Env Mode parameter (PATCH/MISC and RHYTHM/ ❍Foot type (Controller number 4) CONTROL) is NSUS/NO-SUS.
Pagina 218
MIDI Implementatie ❍Expression (Controller number 11) ❍Release Time (Controller number 72) Status 2nd byte 3rd byte Status 2nd byte 3rd byte n = MIDI channel number: 0H - FH (ch.1 - 16) n = MIDI channel number: 0H - FH (ch.1 - 16) vv = Expression: 00H - 7FH (0 - 127) vv = Release Time value (relative change): 00H - 40H - 7FH (-64 - 0 - +63),...
MIDI Implementatie ❍General Purpose Controller 6 (Controller number 81) Data entry MSB, LSB MSB, LSB Notes Status 2nd byte 3rd byte 00H, 00H mmH, llH Pitch Bend Sensitivity mm: 00H - 18H (0 - 24 semitones) n = MIDI channel number: 0H - FH (ch.1 - 16) ll: ignored (processed as 00H) vv = Control value:...
Pagina 220
MIDI Implementatie ■Channel Mode Messages ●POLY (Controller number 127) Status 2nd byte 3rd byte * Not received in Performance mode when the Receive Switch parameter (PERFORM/ MIDI) is OFF. n = MIDI channel number: 0H - FH (ch.1 - 16) ●All Sounds Off (Controller number 120) * The same processing will be carried out as when All Notes Off is received.
Pagina 221
= ID number: an ID number (manufacturer ID) to indicate the manufacturer whose ID number (Universal Non-realtime Message) Exclusive message this is. Roland’s manufacturer ID is 41H. Device ID (Broadcast) ID numbers 7EH and 7FH are extensions of the MIDI standard;...
Pagina 222
MIDI Implementatie ●Global Parameter Control ❍Channel Pressure Status Data byte Status * Not received in Patch mode and Piano mode. 7FH, 7FH, 09H, 01H, 0nH, ppH, rrH ❍Reverb Parameters Byte Explanation Status Data byte Status Exclusive status 7FH, 7FH, 04H, 05H, 01H, 01H, ID number (universal realtime message) 01H, 01H, 01H, ppH, vvH Device ID (Broadcast)
Pagina 223
Device ID (Broadcast) ID number (Roland) Sub ID#1 (Key-Based Instrument Control) Device ID (dev: 00H - 1FH, 7FH) Sub ID#2 (Controller) Model ID #1 (JUNO-STAGE) MIDI Channel (00 - 0FH) Model ID #2 (JUNO-STAGE) Key Number Model ID #3 (JUNO-STAGE)
2nd byte 3rd byte SW/EXT) is OFF. * Although with the JUNO-STAGE you can select the Bank Select messages to be n = MIDI channel number: 0H - FH (ch.1 - 16) transmitted, be sure to refer to Bank Select and Program Change Correspondence...
Pagina 225
●Universal Non-realtime System Exclusive Message vv = Channel Pressure: 00H - 7FH (0 - 127) ❍Identity Reply Message (JUNO-STAGE) ●Pitch Bend Change Receiving Identity Request Message (p. 221), the JUNO-STAGE send this message. Status 2nd byte 3rd byte Status Data byte...
0AH and 0BH, and is sent/received in this 41H, dev, 00H, 00H, 25H, 12H, aaH, bbH, order. ccH, ddH, eeH, ... ffH, sum * “<*>” marked address or parameters are ignored when the JUNO-STAGE received them. Byte Explanation 3.1 JUNO-STAGE (ModelID = 00H 00H 25H)
Pagina 241
MIDI Implementatie ■Examples of Actual MIDI Messages 4. Supplementary Material ■Decimal and Hexadecimal Table <Example1> 92 3E 5F 9n is the Note-on status, and n is the MIDI channel number. Since 2H = 2, 3EH = 62, and (An “H” is appended to the end of numbers in hexadecimal notation.) 5FH = 95, this is a Note-on message with MIDI CH = 3, note number 62 (note name is D4), In MIDI documentation, data values and addresses/sizes of Exclusive messages, etc.
Pagina 242
B. Though the settings are made while working with one octave, the fine Roland Exclusive messages (RQ1, DT1) are transmitted with a checksum at the end (before adjustments will affect all octaves. By making the appropriate Scale Tune settings, you can F7) to make sure that the message was correctly received.
Pagina 243
SRX series board, refer to the Owner’s Manual that came with it. Performance Group Number Bank Select Program Number USER 01–64 1–64 PRST 01–64 1–64 * To switch multitimbres, the external MIDI device’s transmit channel needs to be matched up with the Performance Control Channel (SYSTEM/MIDI/GENERAL) of the JUNO-STAGE.
Index Cursor knoppen........43 Nummers Curve ..........142 2 BAND CHORUS ....... 174 Bank Sel (LSB) ........137 Cutoff ......... 142, 152 2 BAND FLANGER ......175 Bank Sel (MSB)........137 Cutoff frequentie ......106, 128 2 BAND STEP FLANGER....... 175 Beeldscherm contrast [LCD CONTRAST] knop Cutoff KeyFollow .........
Pagina 247
LSB ............89 F-Env Level 0-4......107, 129 F-Env T1 V-Sens ......107, 129 F-Env T4 V-Sens ......107, 129 JUNO-STAGE Editor CD ......93 MASTER EQ [HIGH] knop....... 59 F-Env Time 1-4 ......107, 129 Just intonatie.......... 53 MASTER EQ [LOW] knop ....... 59 F-Env Time KF ........
Pagina 248
Index MULTI TAP DELAY ........ 180 Pan Depth ........... 114 Performance Mode ......38, 49 Multi-Effect ..........84 Pan KeyFollw........108 Performance nummer......50 Multi-Effect Control ......... 84 PART SELECT 38, 50, 61 Phase ..........142 Multi-Effect parameters......163 Part 1-16 Level ........71 PHASER..........
Pagina 249
Index Rate ........... 113 Ring Modulator........100 STEP PHASER ........168 Rate Detune......... 113 Rolled Chord ......... 64 STEP PITCH SHIFTER......185 RECEIVE ..........124 Rolled Chord Type ......... 64 STEPRING MODULATOR ...... 169 Receive Bank Select ....... 90, 151 ROTARY ..........
Pagina 250
Ritmeset .......... 130 Mic ..........87 TVA/TVA ENVELOPE Ritmepatroon........74 Patch ..........108 Song Player ........69 Ritmeset .......... 130 De gehele JUNO-STAGE....146 TVF ............39 [VOLUME] knop ........22 TVF diepte........... 114 VS DISTORTION........176 TVF ENVELOPE.......... VS OVERDRIVE........176 Patch ..........