Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Alle Parameter Bekijken En Bewerken (Pro Edit) - Roland JUNO-STAGE Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Alle parameter bekijken en bewerken
(PRO EDIT)
Dit toont de parameters van ZOOM EDIT, en u kunt hier meer
gedetailleerde bewerkingen maken.
Voor details over de parameters kijkt u op p.124 en verder.
1.
In de Patch mode of Performance mode selecteert u de Patch die u
wilt bewerken.
Voor details, zie 'Patches in de Patch mode selecteren' (p.45) of
'Een Patch voor elk Part selecteren' (p.50).
Als u een Patch vanuit het niets wilt creëren, zonder gebruik van
een bestaande Patch, voert u de Initialize handeling uit (p.122).
Druk op [EDIT].
2.
3.
Druk op [3] of gebruik de VALUE knop om 'RHYTHM EDIT' te
selecteren, en druk dan op [ENTER].
Het Zoom Edit scherm verschijnt.
Druk op [7 (PRO EDIT)].
4.
Het PRO EDIT scherm verschijnt.
5.
Druk op een toets om de ritme tone (A0-C8) die u wilt bewerken
te selecteren.
6.
Gebruik [3 (GRP↑) [4 (GR↓) om tussen parametergroepen te
schakelen.
U kunt ook tussen parametergroepen schakelen door [2 (GRP
LIST)] in te drukken om naar het Rhythm Pro Edit Menu venster te
gaan, en dan de VALUE knop, [DEC] [INC] of [
gebruiken om de parametergroep te selecteren, en op [ENTER] te
drukken.
7.
Gebruik de cursor knoppen om een parameter te selecteren.
fig.disp-rhyproedit.eps
8.
Druk op [TONE SWITCH/SELECT], zodat dit verlicht is, en gebruik
TONE SELECT [1]-[4] om de golf die u wilt bewerken te selecteren.
● Om dezelfde parameter voor meerdere golven gelijktijdig te
bewerken
Druk gelijktijdig op TONE SELECT [1]-[4], corresponderend
met de golven die u wilt bewerken, zodat deze rood verlicht
zijn.
● Om golven aan/uit te zetten
Druk op TONE SWITCH [1]-[4] om elke golf aan/uit te zetten.
U zult de golfvormen bewerken waarvoor een
markeringsteken (✔) wordt getoond voor Tone nummers rechts
boven in het scherm.
Hoofdstuk 9. Gedetailleerde instellingen voor een ritmeset
] [
] te
9.
Gebruik de VALUE knop of [DEC] [INC] om de waarde te
bewerken.
Als u meer dan één golf voor bewerking heeft geselecteerd,
zullen hun waardes veranderen, terwijl hun relatieve verschillen
behouden blijven.
10. Herhaal stappen 5-9 om de parameters naar wens te bewerken.
11. Als u de gewijzigde instellingen wilt opslaan, drukt u op [WRITE]
(p.123).
Indien u besluit de gemaakte veranderingen niet op te slaan,
drukt u op [EXIT] om het EDIT PRO scherm te verlaten.
Als u het EDIT PRO scherm verlaat zonder op te slaan, zal een
'*' in het PATCH PLAY scherm van de Patch mode worden
weergegeven.
Als u de stroom uitzet of een ander geluid selecteert, terwijl '*'
wordt weergegeven, gaan de Patch instellingen die u heeft
bewerkt verloren.
121

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave