Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Juno-Stage In De Performance Mode Bespelen; Een Performance Selecteren; Performances Uit Een Lijst Selecteren - Roland JUNO-STAGE Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

De JUNO-STAGE in de
Performance mode bespelen
Een Performance bevat Patch (of ritmeset) toewijzingen voor elk Part,
alsmede volume en pan instellingen.
Als u van Performance verandert, roept u de instellingen van Parts 1-
16, samen met de andere gerelateerde instellingen die in die Perfor-
mance zijn opgeslagen, op.
In de Performance mode is een 'keyboard switch' instelling,
welke specificeert welke van de Parts 1-16 geluid zal produce-
ren. Als u in de Performance mode op het toetsenbord speelt, zult
u de Parts horen waarvan de keyboard switch op 'ON' staat, en
het Part dat op dat moment geselecteerd is (het 'huidige Part').
Meer over de keyboard switch vindt u bij 'De Parts die geluid zul-
len produceren selecteren (Keyboard Switch)' (p.134).
Instellingen die in een Performance
worden opgeslagen
Als u een Performance die u heeft bewerkt wilt behouden, drukt u op
[WRITE] om deze als een User Performance op te slaan. Voor details
over opslaan, kijkt u bij 'Een door u gecreëerde Performance opslaan
([WRITE])' (p.133).
Een Performance bevat de volgende instellingen:
• Alle parameters die in het PERFORM PLAY scherm bewerkt kun-
nen worden (p.134) (Performance parameters).
• Instellingen voor de D Beam en andere regelaars (p.135).
• Arpeggio en Chord Memory instellingen (p.60, p.64).
• Ritmepatroon groep nummer (p.74).
• De inhoud van effectbewerking die in de Performance mode is
uitgevoerd (p.82).
Wanneer een Performance wordt bewerkt, wordt een '*' in het
PERFORM PLAY scherm getoond.
De veranderingen die u aanbrengt door het bewerken van een
Performance zijn tijdelijk. Deze worden genegeerd als de stroom
wordt uitgezet of een andere Performance selecteert. Als u de
veranderingen in een Performance die u heeft bewerkt wilt
behouden, moet deze in het User geheugen worden opgeslagen
(p.133).
Hoofdstuk 2. Geluiden selecteren

Een Performance selecteren

De Performances van de JUNO-STAGE zijn in twee groepen verdeeld:
User en Preset.
USER
Dit is een groep herschrijfbare Performances binnen de JUNO-STAGE.
Performances die u creëert, kunnen in deze groep worden opgesla-
gen. De User groep bevat reeds 64 Performances.
PRST (Preset)
Dit is een groep van niet herschrijfbare Performances binnen de
JUNO-STAGE. Echter, aangezien u vrij bent de huidig geselecteerde
Performance te bewerken, kunt u een Preset Performance selecteren,
deze bewerken, en de bewerkte Performance in de User groep op-
slaan.
1.
Druk op [PERFORM].
De JUNO-STAGE gaat naar de Performance mode, en het PER-
FORM PLAY scherm verschijnt.
fig.disp-prfrmplay.eps
Song naam
of
ritmepatroon
Performance groep
Performance nummer/naam
2.
Gebruik de cursor knoppen om de cursor naar de Performance
groep te verplaatsen.
Gebruik de VALUE knop of [DEC] [INC] om de gewenste Perfor-
3.
mance groep te selecteren.
4.
Gebruik de cursor knoppen om de cursor naar het Performance
nummer te verplaatsen.
5.
Gebruik de VALUE knop of [DEC] [INC] om de gewenste Perfor-
mance te selecteren.

Performances uit een lijst selecteren

Wanneer de cursor zich op het Performance nummer bevindt, kunt u
op [ENTER/LIST] drukken voor toegang tot het PERFORMANCE LIST
scherm.
fig.disp-prfrmlist.eps
Gebruik [
] [
] om de Performance groep te selecteren, gebruik
de VALUE knop of [DEC] [INC] om de gewenste Performance te selec-
teren, en druk op [ENTER].
Uw keuze voor de Performance wordt bevestigd, en u keert neer het
PERFORM PLAY scherm terug.
Song afspeel locatie
of
ritmepatroon status
Huidige part
Tempo
49

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave