Paneelbeschrijvingen
Voorpaneel
fig.Front.eps
1
USB MEMORY aansluiting
Hier kan een (apart verkrijgbaar) USB geheugen worden aangesloten.
* Steek het USB geheugen voorzichtig helemaal in – totdat het stevig
op zijn plaats zit.
* Sluit het USB geheugen aan, nadat de stroom van de JUNO-STAGE is
aangezet, Ontkoppel het USB geheugen nooit, terwijl de JUNO-
STAGE is ingeschakeld.
2
VOLUME knop
Hier wordt het algehele volume, dat via de OUTPUT jacks en PHONES
jack op het achterpaneel wordt uitgestuurd, bijgesteld (p.22).
3
D BEAM Controller
Zet de D Beam Controller aan of uit. U kunt een verscheidenheid aan
effecten op het geluid toepassen, door uw hand boven de D Beam
Controller te bewegen (p.56).
[SOLO SYNTH]
De D Beam functioneert als een mono synthesizer (p.57).
[ACTIVE EXPRESS]
De D Beam bestuurt actieve expressie (p.57).
[ASSIGNABLE]
U kunt een verscheidenheid aan parameters of functies aan de D Beam
toewijzen om de geluiden in Real Time te besturen (p.57).
4
MIC IN
[REVERB]
Zet de Reverb die op het geluid van de MIC INPUT jack wordt toegepast
aan of uit.
MIC VOLUME knop
Past het volume van de invoer van de MIC INPUT jack aan (p.87).
5
MODE
[PATCH]
Selecteert de Patch mode (p.45).
[PERFORM]
Selecteert de Performance mode (p.49).
[PART SELECT]
Toont de Patch die voor elk Part is geselecteerd (p.50).
[MENU]
Toont een menu, waar systeeminstellingen gemaakt kunnen worden en
gebruiksfuncties gebruikt kunnen worden.
[MIDI CONTROLLER]
Selecteert de MIDI Controller mode, waar een externe MIDI
geluidsgenerator bestuurd kan worden (p.89).
[PREVIEW]
Houd deze knop ingedrukt om het op dat moment geselecteerde geluid te
beluisteren (p.47).
14
1
2
4
5
6
3
[PIANO MODE]
Selecteert de Piano mode. Dit is de meest geschikte instelling voor het
spelen van piano (p.25, p.116).
6
KEYBOARD
[SPLIT]
Splitst het toetsenbord in linker en rechter zones, zodat aparte geluiden
(Patches) in elke zone gespeeld kunnen worden (p.51).
[DUAL]
Plaatst het toetsenbord in 'Dual', waarbij twee geluiden (Patches)
gelijktijdig als een layer (stapeling) gespeeld kunnen worden (p.51).
[ARPEGGIO]
Zet de arpeggiator aan/uit.
Als u op de knop drukt om deze aan te zetten, verschijnt een
instellingsscherm (p.60).
[CHORD MEMORY]
Zet de Chord Memory functie aan/uit.
Als u op de knop drukt om deze aan te zetten, verschijnt een
instellingsscherm (p.64).
[V-LINK]
Zet V-LINK aan/uit.
Het instellingsscherm verschijnt als u V-LINK inschakelt (p.66).
[TRANSPOSE]
Door [TRANSPOSE] ingedrukt te houden en op [-] [+] te drukken, kan de
toonhoogte van het toetsenbord met stappen van halve tonen verhoogd of
verlaagd worden (p.52).
OCTAVE [DOWN/-] [UP/+]
Transponeert de toonhoogte van het toetsenbord in eenheden van octaven
(p.52).
7
[EDIT]
Hiermee kunnen gedetailleerde instellingen voor Patches, ritme sets, en
effecten worden gemaakt (p.79, p.94, p.120).
[WRITE]
Slaat de gewijzigde instellingen in het interne geheugen op (p.73, p.97,
p.123, p.133, p.145).
[FAVORITE UP/ASSIGNABLE]
Schakelt de favoriet naar het volgende nummer (p.48).
Indien gewenst, kunt u een andere functie aan deze knop toewijzen
(p.148).
FAVORITE [ON/OFF]
Zet de Favorite functie aan/uit (p.47).
FAVORITE [BANK]
Als deze knop aan is, kunt u [RHYTHM/0]-[BASS/9] gebruiken om
favoriete banken te selecteren (p.47).
[NUMERIC]
Als deze knop aan is, kunt u [RHYTHM/0]-[BASS/9] gebruiken om
numerieke waardes in te voeren (p.44).
8
7