Selecteren van de gemonitoorde signalen
Stap
Actie
1.
U kunt de te monitoren signalen kiezen in de Uitgangmodus en hoe ze op het
display verschijnen met parameters uit groep
76
voor gedetailleerde instructies over het wijzigen van parameterwaarden.
Standaard vertoont het display drie signalen. Welke drie standaard signalen
vertoond worden hangt af van de waarde van parameter
APPLICATIEMACRO: Voor macros, waarvan de standaardwaarde van
parameter
9904
MOTOR CTRL MODE, 1 (TOERENTAL) is, is de standaard
voor signaal 1
0102
standaard voor signalen 2 en 3 is altijd
KOPPEL.
Om de standaardwaarden te wijzigen, kunt u maximaal drie signalen kiezen om
weergegeven te worden uit de groep
Signaal 1: Wijzig de waarde van parameter
index van de signaal parameter in groep
van de parameter zonder de eerste nul), bv. 105 betekent parameter
KOPPEL. De waarde 0 betekent dat er geen signaal weergegeven wordt.
Herhaal dit voor signaal 2
3PARAM).
2.
Selecteer hoe u de parameters weergegeven wilt hebben: als een decimaal
getal of een staafdiagram. Voor decimale getallen kunt u de plaats van de
decimale komma specificeren, of gebruik de plaats en eenheid van de
decimale komma van het bronsignaal [instelling (9 (DIRECT)]. Zie voor details
parameter 3404.
Signaal 1: parameter
Signaal 2: parameter
Signaal 3: parameter
3.
Selecteer de eenheden waarin de signalen worden weergegeven. Dit heeft
geen gevolgen als parameter
voor details parameter 3405.
Signaal 1: parameter
Signaal 2: parameter
Signaal 3: parameter
4.
Selecteer de schaling van de signalen door de minimum en maximum weer te
geven waarden te specificeren. Dit heeft geen gevolgen als parameter 3404/
3411/3418
ingesteld is op 9 (DIRECT). Zie voor details parameters
3407.
Signaal 1: parameters
Signaal 2: parameters
Signaal 3: parameters
34 DISPLAY
TOERENTAL, anders
0103
0104
STROOM respectievelijk
01 ACTUELE
3401
01 ACTUELE GEGEVENS
(3408
SIGNAAL 2PARAM) en 3
3404
OUTPUT1 DSP FORM
3411
OUTPUT2 DSP FORM
3418
OUTPUT3 DSP FORM.
3404/3411/3418
3405
OUTPUT1 UNIT
3412
OUTPUT2 UNIT
3419
OUTPUT3 UNIT.
3406
OUTPUT1 MIN en
3413
OUTPUT2 MIN en
3420
OUTPUT3 MIN en
KEUZE. Zie pagina
9902
UITGANGSFREQ. De
0105
GEGEVENS.
SIGNAAL 1PARAM in de
(= nummer
0105
(3415
SIGNAAL
ingesteld is op 9 (DIRECT). Zie
3406
3407
OUTPUT1 MAX
3414
OUTPUT2 MAX
3421
OUTPUT3 MAX.
Display
LOC
PAR WIJZIGEN
3401 SIGNAAL 1PARAM
UITGANGSFREQ
[103]
CANCEL
00:00
LOC
PAR WIJZIGEN
3408 SIGNAAL 2PARAM
STROOM
[104]
CANCEL
00:00
LOC
PAR WIJZIGEN
3415 SIGNAAL 3PARAM
KOPPEL
[105]
CANCEL
00:00
LOC
PAR WIJZIGEN
3404 OUTPUT1 DSP FORM
DIRECT
[9]
CANCEL
00:00
LOC
PAR WIJZIGEN
3405 OUTPUT1 UNIT
Hz
[3]
CANCEL
00:00
LOC
PAR WIJZIGEN
3406 OUTPUT1 MIN
0.0 Hz
en
CANCEL
00:00
LOC
PAR WIJZIGEN
3407 OUTPUT1 MAX
500.0 Hz
CANCEL
00:00
Bedieningspanelen
77
OPSLAAN
OPSLAAN
OPSLAAN
OPSLAAN
OPSLAAN
OPSLAAN
OPSLAAN