De volgende tabel en het statusschema verderop in dit hoofdstuk beschrijven de
inhoud van het Controlwoord voor het "ABB Drives"-profiel. De vetgedrukte tekst in
hoofdletters refereert naar de status in het eropvolgende blokschema.
Bit
Naam
0
OFF1
CONTROL
1
OFF2
CONTROL
2
OFF3
CONTROL
3
INHIBIT
OPERATION
4
Opmerking: Bit 4 wordt alleen ondersteund door het ABB DRV FULL profiel!
RAMP_OUT_
ZERO (ABB
DRV FULL)
5
RAMP_HOLD
6
RAMP_IN_
ZERO
7
RESET
8...9
Niet in gebruik
10
Opmerking: Bit 10 wordt alleen ondersteund door het ABB DRV FULL profiel!
REMOTE_CMD
(ABB DRV
FULL)
11
EXT CTRL LOC
12...15
Gereserveerd
ABB Drives profiel Control Word (parameter 5319)
Waar
de
1
naar GEREED VOOR WERKING.
0
Stop volgens op dat moment actieve deceleratiehelling (2203/2206). Naar UIT1
ACTIEF; vervolgens naar GEREED VOOR INSCHAKELEN tenzij andere
blokkeringen (UIT2, UIT3) actief zijn.
1
Werking voortzetten (UIT2 inactief).
0
Noodstop UIT, omvormer loopt uit tot stilstand.
Naar UIT2 ACTIEF; vervolgens naar INSCHAKELEN GEBLOKKEERD.
1
Werking voortzetten (UIT3 inactief).
0
Noodstop, omvormer stopt binnen de tijd gedefinieerd door par. 2208. Naar UIT3
ACTIEF; vervolgens naar INSCHAKELEN GEBLOKKEERD.
Waarschuwing: Zorg er voor dat de motor en aangedreven machine op deze
manier gestopt kunnen worden.
1
Naar WERKING INGESCHAKELD. (Opmerking: Het Runvrijgavesignaal moet
actief zijn; zie parameter 1601. Als par. 1601 ingesteld is op COMM, activeert deze
bit ook het Run-vrijgave signaal.)
0
Werking geblokkeerd. Naar WERKING GEBLOKKEERD.
1
Naar HELLINGFUNCTIE-GENERATOR: UITGANG VRIJGEGEVEN.
0
Dwingt de uitgang van de hellingfunctie-generator naar nul.
Omvormer loopt uit naar stop (stroom- en DC-spanningslimieten van kracht).
1
Naar hellingfunctie.
Naar HELLINGFUNCTIE GENERATOR: ACCELERATOR INGESCHAKELD
0
Helling stopzetten (Uitgang Hellingsfunctie-Generator vasthouden).
1
Normale werking. Naar IN BEDRIJF.
0
Dwingt ingang Hellingfunctie-generator naar nul.
0=>1
Fout-reset als er een actieve fout is. Naar INSCHAKELEN GEBLOKKEERD. Actief
als par.
1604
ingesteld is op COMM.
0
Zet normaal bedrijf voort.
1
Veldbusbesturing ingeschakeld.
= /
0
Controlwoord
0 of Referentie
Controlwoord = 0 en Referentie = 0: Veldbusbesturing ingeschakeld.
Referentie en deceleratie-/acceleratiehelling zijn vergrendeld.
1
Kies externe bedieningsplaats EXT2. Actief als
0
Kies externe bedieningsplaats EXT1. Actief als par.
Opmerkingen
= /
0: Behoud laatste Controlwoord en Referentie.
par.1102
ingesteld is op COMM.
1102
Veldbusbesturing met interne veldbus
271
ingesteld is op COMM.