Parameters – complete beschrijving
Index Naam/Keuze
T1+T3+B
T2+T3+B
T1+T2+T3+B
T4+B
T1+T4+B
T2+T4+B
T1+T2+T4+B
T3+T4+B
T1+T3+T4+B
T2+T3+T4+B
T1+2+3+4+B
3627
TYDFUNCTIE 2 SRC
3628
TYDFUNCTIE 3 SRC
3629
TYDFUNCTIE 4 SRC
40 PID 1
INSTELLINGEN
4001
VERSTERKING
0.1...100.0
4002
INTEGRATIE TIJD
0.0...3600.0 s
Beschrijving
Booster en tijdperiodes 1 en 3
Booster en tijdperiodes 2 en 3
Booster en tijdperiodes 1, 2 en 3
Booster en tijdperiode 4
Booster en tijdperiodes 1 en 4
Booster en tijdperiodes 2 en 4
Booster en tijdperiodes 1, 2 en 4
Booster en tijdperiodes 3 en 4
Booster en tijdperiodes 1, 3 en 4
Booster en tijdperiodes 2, 3 en 4
Booster en tijdperiodes 1, 2, 3 en 4
Zie parameter
3626
TYDFUNCTIE 1 SRC.
Zie parameter
3626
TYDFUNCTIE 1 SRC.
Zie parameter
3626
TYDFUNCTIE 1 SRC.
Zie parameter
3626
TYDFUNCTIE 1 SRC.
Zie parameter
3626
TYDFUNCTIE 1 SRC.
Zie parameter
3626
TYDFUNCTIE 1 SRC.
PID (PID1)-procesregeling parameterset 1. Zie de sectie
pagina 123.
Bepaalt de versterking voor de PID-regelaar. Een hoge versterking kan
toerental-oscillatie veroorzaken.
Versterking. Wanneer de waarde ingesteld is op 0,1 dan verandert de
uitgang van de PID-regeling 1/10 keer zo veel als de foutwaarde. Wanneer
de waarde ingesteld is op 100, verandert de uitgang van de PID-regeling 100
keer zo veel als de foutwaarde.
Bepaalt de integratietijd voor de PID1-regeling. De integratietijd bepaalt de
snelheid waarmee de regelaar-uitgang verandert als de foutwaarde constant
is. Hoe korter de integratietijd, des te sneller wordt de continue foutwaarde
gecorrigeerd. Een te korte integratietijd maakt de regeling onstabiel.
A
B
D (4001 = 10)
C (4001 = 1)
Integratietijd. Als de parameterwaarde ingesteld is op nul, is de integratie
(I-deel van de PID-regeling) geblokkeerd.
A = Fout
B = Wijziging foutwaarde
C = PID-uitgang met versterking = 1
D = PID-uitgang met versterking = 10
t
4002
Def, FbEq
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
PID-regeling
op
1
1 = 0,1
60
1 = 0,1 s
Actuele signalen en parameters
225