66
Selecteren van de gemonitoorde signalen
Stap
Actie
1.
U kunt de signalen kiezen die u wilt monitoren in de Uitgangmodus en hoe
ze op het display getoond worden via de parameters uit groep
KEUZE. Zie pagina
parameterwaarden.
Standaard toont het display drie signalen. Welke standaard signalen hangt
af van de waarde van
de standaardwaarde van parameter
1 (TOERENTAL) is, is de standaard voor signaal 1,
anders
0103
UITGANGSFREQ. De standaard voor de signalen 2 en 3 is
altijd
0104
STROOM respectievelijk
Om de standaardsignalen te wijzigen, kiest u uit de groep
GEGEVENS
maximaal drie signalen om getoond te worden.
Signaal 1: Wijzig de waarde van parameter
index van de signaalparameter in groep
(= nummer van de parameter zonder de eerste nul), bv. 105 betekent
parameter
0105
getoond wordt.
Herhaal dit voor signaal 2
3PARAM). Bijvoorbeeld, als
geblokkeerd en zal alleen het signaal dat gespecificeerd is door
het display te zien zijn. Als alle drie parameters op 0 ingesteld zijn, d.w.z.
dat er geen signalen om te monitoren gekozen zijn, toont het paneel de
tekst "n.a.".
2.
Specificeer de plaats van de decimale komma, of gebruik de plaats en
eenheid van de decimale komma van het bronsignaal [instelling (9
(DIRECT)]. Staafdiagrammen zijn niet beschikbaar voor het Basis-
bedieningspaneel. Zie voor meer details parameter 3404.
Signaal 1: parameter
Signaal 2: parameter
Signaal 3: parameter
3.
Kies de eenheden waarin de signalen getoond worden. Dit heeft geen
gevolgen als parameter
voor meer details parameter 3405.
Signaal 1: parameter
Signaal 2: parameter
Signaal 3: parameter
4.
Kies de schaling van de signalen door de minimum en maximum weer te
geven waarden. Dit heeft geen gevolgen als parameter
ingesteld is op 9 (DIRECT). Zie voor details parameters
Signaal 1: parameters
Signaal 2: parameters
Signaal 3: parameters
Bedieningspanelen
65
voor gedetailleerde instructies over het wijzigen van
9902
APPLICATIEMACRO: Voor macros, waarvan
9904
0105
01 ACTUELE GEGEVENS
KOPPEL. De waarde 100 betekent dat er geen signaal
(3408
SIGNAAL 2PARAM) en 3
3401
= 0 en
3415
3404
OUTPUT1 DSP FORM
3411
OUTPUT2 DSP FORM
3418
OUTPUT3 DSP FORM.
3404/3411/3418
ingesteld is op 9 (DIRECT). Zie
3405
OUTPUT1 UNIT
3412
OUTPUT2 UNIT
3419
OUTPUT3 UNIT.
3406
OUTPUT1 MIN en
3413
OUTPUT2 MIN en
3420
OUTPUT3 MIN en
34 DISPLAY
MOTOR CTRL MODE,
0102
TOERENTAL, en
KOPPEL.
01 ACTUELE
3401
SIGNAAL1PARAM in de
(3415
SIGNAAL
= 0, dan is bladeren
3408
3404/3411/3418
3406
en 3407.
3407
OUTPUT1 MAX
3414
OUTPUT2 MAX
3421
OUTPUT3 MAX.
Display
103
LOC
PAR
104
LOC
PAR
105
LOC
PAR
op
LOC
PAR
LOC
PAR
LOC
PAR
5000
LOC
PAR
SET
FWD
SET
FWD
SET
FWD
9
SET
FWD
3
SET
FWD
00
.
Hz
SET
FWD
.
Hz
SET
FWD