CODE
FOUT
0016
AARD FOUT
(2330)
0305
bit 15
(programmeerbare
fout-functie 3017)
0017
ONDERBELAST
(FF6A)
0306
bit 0
(programmeerbare
fout-functie
3013...3015)
0018
THERM FOUT
(5210)
0306
bit 1
0021
STROOM MET
(2211)
0306
bit 4
0022
DC BUS RIMPEL
(3130)
0306
bit 5
(programmeerbare
fout-functie 3016)
0023
ENCODER FOUT
(7301)
0306
bit 6
(programmeerbare
fout-functie 5003)
0024
OVERTOEREN
(7310)
0306
bit 7
0026
OMVORM ADRES
(5400)
0306
bit 9
OORZAAK
De omvormer heeft aardfout in
motor of motorkabel
gedetecteerd.
Motorbelasting is te laag
vanwege bijvoorbeeld
ontkoppelmechanisme in de
aangedreven apparatuur.
Interne fout van de omvormer.
Thermistor gebruikt voor meting
van de interne temperatuur van
de omvormer, is open of
kortgesloten.
Interne fout van de omvormer.
Stroommeting is buiten bereik.
DC-spanning van tussenkring
oscilleert vanwege een
ontbrekende hoofdfase of een
aangesproken zekering.
Uitschakeling gebeurt wanneer
DC-spanningsrimpel meer is
dan 14% van de nominale DC-
spanning.
Communicatiefout tussen puls-
encoder en interfacemodule
van de puls-encoder of tussen
de module en de omvormer.
De motor draait sneller dan het
hoogst toegestane toerental
vanwege een verkeerd
ingesteld minimum/maximum
toerental, onvoldoende
remkoppel of wijzigingen in de
belasting wanneer
koppelreferentie wordt gebruikt.
De limieten van het werkbereik
worden ingesteld door
parameters
2001
MINIMUM
SNELHEID en
2002
MAXIMUM
SNELHEID (bij vectorbesturing)
of
2007
MIN FREQENTIE en
2008
MAX FREQUENTIE (bij
scalarbesturing).
Interne omvormer-ID fout.
OPLOSSING
Controleer motor.
Controleer de parameters van de foutfunctie.
Controleer motorkabel. De lengte van de motorkabel
mag niet meer zijn dan de maximum specificaties.
Zie de sectie
Motoraansluiting
Controleer op problemen in de aangedreven
apparatuur.
Controleer de parameters van de foutfunctie.
Controleer het motorvermogen ten opzichte van het
omvormervermogen.
Neem contact op met uw lokale ABB-
vertegenwoordiger.
Neem contact op met uw lokale ABB-
vertegenwoordiger.
Controleer de hoofdzekeringen.
Controleer de voeding op onbalans.
Controleer de parameters van de foutfunctie.
Controleer de puls-encoder en de bedrading, de
interfacemodule van de puls-encoder en de
bedrading en de instellingen van parametergroep
ENCODER.
Controleer instellingen van minimum/maximum
toerental.
Controleer of motorremkoppel goed is.
Controleer de toepasbaarheid van de
koppelregeling.
Controleer de noodzaak van een remchopper en
remweerstand(en).
Neem contact op met uw lokale ABB-
vertegenwoordiger.
295
op pagina 310.
50
Foutopsporing